THE IMAGINARY SUITCASE – DRIFTWOOD

Laurent Leemans is lid van Ceili Moss, een sextet uit het Naamse dat sinds 1996 grossiert in een moderne variant van de Keltische folk, verrijkt met continentale elementen, vooral Centraal-Europese en Mediterrane folk. Ze bespelen akoestische instrumenten, waardoor ze enigszins te vergelijken zijn met Jaune Toujours, Ambrozijn zaliger of RedCoat, en minder met het ‘elektrische’ Kadril. Laurent zingt en is de songschrijver bij Ceili Moss, dat ook traditionele liederen herwerkt. De meest recente cd ‘La vie sent quoi?’ uit 2010 werd positief besproken op Rootstime. In datzelfde jaar bracht Laurent een eerste soloplaat uit onder de titel ‘Laurent Leemans And The Imaginary Friends Ensemble’, met materiaal dat al een stuk eerder schreef (op ‘Three Stars’ na, geschreven voor de geboorte van zijn derde dochter) Van dan af gaat het snel met overwegend eigen werk in Engels en een zeldzame keer ook in Frans: in 2012 is er ‘To Those We couldn’t Save’, in 2013 ‘Putting Things On Top Of Other Things’ én ‘Full Moon Fever’. Leemans noemt zelf Nick Cave, Morrissey, 16 Horsepower, Gavin Friday, Jesus & Mary Chain enVirgin Prunes als zijn voornaamste bronnen, en dat klopt. Dat zijn inderdaad enkele van de ‘zieke geesten’ die de brave jongen op het slechte pad brachten (zo omschrijft hij het zelf ongeveer)

Uiteraard denkt hij tegelijk nog vanuit de folktradities die hij eerder omarmde. Leemans’ modus operandi vloeit eruit voort. Met een minimum aan middelen en weinig tot geen opsmuk laat hij de song uitkomen. Vroeg in 2014 is er ‘Driftwood’, zodat hij aan vier albums in twee jaar komt. Maar genoeg is dat nog niet: al in mei volgt er een postscriptum op ‘Driftwood’, ‘Live In The Ardent City’, concertregistratie van 17 april 2014 in La Péniche Legia in Luik met 16 nummers uit de vorige cd’s, zonder overdubs, zo goed als solo en met veel elektrisch gitaarwerk, zoals op slotnummer ‘Electric’ in de klinkt-het-niet-dan-botst-het stijl. In deze selectie bevindt zich het prachtige ‘The Hands That Guide’ dat doet denken aan het Japan van David Sylvian, diezelfde lijzige stem, dat stemtimbre en die tremolo. Er is tevens plaats voor de occasionele cover, zoals ‘Black Holes’ (Bauhaus) De live cd kan je beschouwen als een alternatief loopbaanoverzicht. Deze live en ‘Driftwood’ plus zijn voorgangers bieden een ‘pool’ van songs om uit te kiezen. In vroeger tijd had men immers gezegd: spaar je songs, Laurent, tot je er genoeg hebt voor één of twee sterke cd’s. Maar in dit tijdsperk van shoppen en downloaden van wat je goed vindt is dat al lang niet meer de enige optie. ‘Alles wat je goed vindt op de iPod laden en dan maar shufflen’, dat horen we het meest. De verstokte fan downloadt dan wel de hele cd, of schaft zich een physical copy aan.

Zes maanden later heeft Laurent nog een extra in petto, een 6 track EP, ‘The Shape Of Things Forsaken’, met twee songs die ‘Driftwood’ niet haalden omdat Leemans toen nog niet tevreden was over het arrangement, twee nieuwe songs plus twee covers: ‘Dance Me To The End Of Love’ van Leonard Cohen, met Tiny Verjans (van het Brusselse indie rock duo Doosra) als knappe tweede stem, een fijne versie, misschien niet zo heel verschillend van het ‘definitieve’ origineel, maar behaaglijk om te aanhoren in deze sombere dagen. ‘Mud Stories’ van An Pierlé is een onverwachte keus, die overigens goed uitdraaide. ‘The Shape Of Things Forsaken’ bracht Laurent uit om de tijd op te vullen naar de volgende stap, en dat is… de twintigste verjaardagstournee van Ceilí Moss (http://www.ceilimoss.be), met daarna de opnames voor de vijfde cd van de groep. Op dit moment zijn er geen showcases van zijn solowerk meer voorzien, maar mogelijk komen die er wel begin 2015. Die kondigt hij dan wel aan op de site of Facebook.

Omdat alles van Ceili Moss, Laurent Leemans en The Imaginary Suitcase online te beluisteren valt, raden we aan het oor eens te luisteren te leggen. Er valt immers veel te ontdekken, maar…. Je moet dan wél houden van die enigszins ongewone stem, daar staat of valt het mee. Wat de songs betreft: veel variatie, met instrumentale nummers (‘(Make Up Your Own Title)’) of een occasionele koldereske song (‘Moonlight On The Water’ uit ‘Full Moon Fever’) en er zit kaf tussen het koren, al denken we dat zelfs de mindere momenten live in de goede plooi vallen. Maar we zouden hier geen aandacht aan schenken als we af en toe ook niet van de sokken geblazen werden. We vermeldden al ‘The Hands That Guide’: de schitterende studioversie vindt men op ‘Here’s To Those We Couldn’t Save’. Op ‘Full Moon Fever’ vind je ‘A une passante’, een zwierige walsstructuur op een gedicht van Charles Baudelaire, waarop Laurent in het Frans zingt, wat hem beter afgaat dan het Engels: soms kloppen de accenten niet met de muzikale zin. Op ‘Driftwood’ (oorspronkelijk een EP, maar Laurent liet zich weer eens gaan!) staan ook nummers van anderen: ‘Bring On The Dancing Horses’ van Echo & The Bunnymen zit goed in zijn sober jasje (beter dan de uitvoering van David Bowie’s ‘Ashes To Ashes’)

Op datzelfde ‘Driftwood’ staat het meesterlijke ‘Like Rain’: alles komt hier bijeen, intrigerende tekst, meeslepende melodie, een heerlijke tussenkomst op mondharmonica en de stem die hier helemaal tot haar recht komt, kortom een onontkoombare ballad. Het daaropvolgende, lange en moody ‘Holy Water’ wordt op smaak gebracht door de autoharp, een instrument met een gouden klank, en wat vermoedelijk een melodica is. Meteen hierna zingt hij a capella en overtuigend een gedicht van Dylan Thomas, ‘Before I Knocked’… Laurent Leemans uit Tubize: hoe je ’t ook bekijkt, een fenomeen…

Antoine Légat.

 

 

Artiest info
Website  
 

video