OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007 - JANUARI 2008
FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008 - JUNI 2008 - JULI 2008
JASON HEATH & THE GREEDY SOULS - THE VAIN HOPE OF HORSE
PAUL CARRACK - OLD NEW BORROWED & BLUE
RICK MOORE & JIMMY NALLS - SLOW BURNIN' FIRE
GARY FULTON - WAIL AND HOLLER
PAUL J JOHNSON - SLEEPLESS
J.W JONES - BLUELISTED
MIKE MCCLURE BAND - DID7
HENRY BUTLER - PIANOLA LIVE
THE HIT & MRS. - BURIED IN THE BACKYARD OF MY HEART
JASON
HEATH & THE GREEDY SOULS
THE VAIN HOPE OF HORSE
Myspace
Label: Still Small Music CDBaby
Jason
en zijn ‘Greedy Souls’ hebben met dit schitterend ‘Vain Hope
Of Horse’ een meer dan geslaagd debuutalbum uitgebracht. Emotie en engagement
doorstromen de veertien songs die traditie met originaliteit vermengen. De lapsteel
van Nels Cline en de mandoline van Dave Gibbs geven de songs een americana countrysfeertje,
maar het rebelse in de songteksten maakt het album meer folky. Songtitels als
’Kerosene Dreams’, ‘Time Is Dead’ en ‘Town Without
Pity’ spreken voor zichzelf. Jason en de ‘Greedy Souls’ klagen
honger, ziekte, staatloosheid aan en alles wat een hebzuchtige politiek aan
ellende teweeg brengt. Bitterheid wordt gecompenseerd door hoop en soms met
smeekbedes zoals in ‘On Our Way Home’ of het hunkerende ‘Let
In The Light’. Of met zwierig eerbetoon zoals aan Emma Goldman, strijdster
voor eenieders vrijheid in ‘Anarchist Girl’. Jason Heath zingt het
allemaal met een soulvolle licht nasale stem met een hoog emo-gehalte. Maar
ook de instrumentale bijdrage van ‘The Greedy Souls’ is essentieel,
waarbij vooral de viool van Ysanne Spevack eruit springt. Het intense ‘The
Landlord’ met die weeklagende soms schrijnende viool kruipt onder de huid
en nog meer het sublieme ‘Crazy Train’ dat aan ‘Astral Weeks’
van Van Morrison doet denken. In ‘Nowhere Place’ culmineert die
gevoelsdimensie naar een hoogte waar je zelfs niet durft te volgen. Maar daarnaast
mag je zeker Matt Johnson niet onvermeld laten met zijn akoestische en slide
gitaar, of Jason Federici met accordeon of bassist Scot Falkenstien. Want de
zes ‘Greedy Souls’ stemmen hun afzonderlijke muzikale virtuositeit
af op de groepssound waarin het passionele overheerst. De muzikanten uit Californië
vertonen daarbij een eigenheid ondanks dat men een amalgaam van invloeden kan
veronderstellen, geleidelijk en intuïtief geabsorbeerd. Dylan, Steve Earl,
John Hartford, The Walkabouts, Warren Zevon, Townes Van Zandt, Billy Bragg,
een jonge Van Morrison, gemeenschappelijke noemer blijft de hartstocht en de
oprechtheid die de songs uitstralen, op één na door Jason geschreven.
Je hoort dat Jason zich bewust is van de tekst en het inherente gevoel. ‘Town
Without Pity’ is daar een illustratie van. Maar ondanks alle melancholie
straalt dit album hoop en kracht uit. Weliswaar refereert Jason naar de Psalmzin
‘A Horse is a Vain Hope for Deliverance’, toch komt dit lyrisch
muzikaal debuut over als een ontsnappingskreet, een vlucht naar een betere wereld
met de muziek als bevrijder. Mooi debuut.
Marcie
PINETOP
PERKINS AND FRIENDS
Website Myspace
Label: Telarc Distr.: Codaex
VIDEO
Als
opvolger van Otis Spann kwam Pinetop Perkins in 1969 in de band van Muddy Waters
terecht. Daar werd ook duidelijk dat Perkins één van de allergrootste
blues- en boogie pianisten ooit was. Overigens kon Perkins niet alleen goed
overweg met het ivoor, maar ook met de dames. Dit bewees hij met zijn vorig
album "Ladies Man" (2004) die verscheen op het label M.C. Records,
een plaat met merendeels duetten met zangeressen. Maar nu vier jaar later viert
Perkins zijn 95e verjaardag met een groot aantal bekende blues muzikanten (nu
voornamelijk mannen) op zijn nieuwste release "Pinetop Perkins and Friends',
ditmaal op het Telarc label. Pinetop speelt al meer dan 60 jaar de blues en
boogie-woogie op de piano. In deze periode heeft hij met vele legendes samengewerkt,
waaronder Robert Nighthawk, Earl Hooker, BB King, Willie Dixon en Howlin’
Wolf. Na de Muddy Waters band vormde hij eind jaren 70 samen met onder andere
Willie "Big Eyes" Smith de Legendary Blues Band. In 2008 kreeg Perkins
samen met Henry James Townsend, Robert Lockwood, Jr. & David Honeyboy Edwards
een Grammy voor het beste traditionele blues album "Last of the Great Mississippi
Delta Bluesmen: Live In Dallas". Hij was ook genomineerd in dezelfde categorie
voor zijn solo album, "Pinetop Perkins on the 88’s: Live in Chicago".
Op "Pinetop Perkins and Friends", staan gastoptredens van onder andere
Eric Clapton, (de in maart 2008 overleden bassist) Willie Kent, Willie “Big
Eyes”Smith, BB King en Jimmie Vaughan. Perkins is over het algemeen de
man op de achtergrond, maar op deze plaat speelt hij piano en zingt deze Delta-bluesman
op alle nummers. Schijnbaar achteloos onttrekt hij de meest soepele bluesjes
en boogies aan zijn klavier. De songs op "Pinetop Perkins and Friends"
zijn over het algemeen traditionele covers, maar wat Perkins op 95-jarige leeftijd
nog weet te doen is af en toe imposant. Een genoegen voor het oor. De opener
is zijn welbekende 12-bar "Take It Easy Baby", met Jimmie Vaughan
op lead gitaar, gevolgd door de klassieker, "Got My Mojo Working"
met Eric Sardinas op slide gitaar en backing vocals. Op de volgende twee tracks
komen de gitaristen op de voorgrond. Zo horen we B.B. King in het uptempo "Down
in Mississippi" en Eric Clapton zijn herkenbare sound – laid back
riffs full of soul – maakt van de melancholische medley, "How long
Blues"/"Come Back Baby", samen met het krachtig vocale duet tussen
Perkins en Nora Jean Bruso tot een waar hoogtepunt. Vijfde track is de Willie
Dixon klassieker "Hoochie Coochie Man", met wederom een glansrol voor
Jimmie Vaughan's subtiele gitaarspel in samenspel met Perkins’ piano/vocale
bijdrage. Afsluiters zijn een rockende versie van Robert Johnson’s "Sweet
Home Chicago" met de hulp van "Little Frank" Krakowski en Paul
Diethelm op gitaar en Nora Jean Bruso en Doug Nelson op backing vocals, dit
gevolgd door het trage "Bad Luck Baby" waar Perkins wordt bijgestaan
door bassist Willie Kent en drummer Leon Smith. Zo af en toe duikt er weer eens
een oude bluesknakker op, die toch nog graag wil laten zien dat hij nog leeft.
Pinetop Perkins is er zo één uit een bijna uitgestorven generatie
van grootheden als Muddy Waters, Rooseveld Sykes en Big Joe Williams, want deze
legende is één van de laatste nog levende Delta-blues muzikanten
die nog steeds actief is. Ik moet zeggen dat de 95-jarige ook bijzonder vrolijk
kijkt op foto's van de cd-inlay, waarop hij poseert met tal van zijn gasten.
"Pinetop Perkins and Friends" is anders dan de cover doet vermoeden
een behoorlijk rauw en krachtig album zonder onnodige poespas. Het enthousiasme
wat van deze plaat afdruipt mag verrassend genoemd worden, een aangename wel
te verstaan.
Tracks:
01. Take It Easy Baby (met Jimmie Vaughan)
02. Got My Mojo Working (met Eric Sardinas)
03. Down in the Mississippi (met BB King)
04. How Long Blues / Come Back Baby (met Eric Clapton en Nora Jean Bruso)
05. Hoochie Coochie Man (met Jimmie Vaughan)
06. Barefootin’
07. Look On Yonders Wall
08. Anna Lee
09. Sweet Home Chicago (met “Little Frank” Krakowski en Paul Diethelm)
10. Bad Luck Baby (met Willie Kent en Leon Smith)
PAUL
CARRACK
OLD NEW BORROWED & BLUE
Website Myspace
Label: Go entertainment
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO
3
Naast
namen als Paul Rodgers en Frankie Miller is er nog een Britse stem die ik een
warm hart toedraag, namelijk Paul Carrack, al is zijn timbre veel zachter dan
dat van de twee hoger vernoemden, toch kan het gevoel dat zijn stem bezit steeds
weer, zoals op dit moment opnieuw, koude rillingen langs mijn ruggegraat laten
lopen. Zoals BB King ooit zei over Bobby "Blue" Bland's stem: "It's
softer than silk", zo ook bij Paul Carrack. Verschillende bands deden beroep
op zijn diensten en de meesten onder ons zullen hem wel kennen van Ace met de
prachtsong "How Long" een song die ondertussen een klassieker werd.
Daarna volgden Squeeze, Mike and The Mechanics en sinds een aantal jaren levert
Paul de prachtigste solo cd's af, zoals deze "Old, New, Borrowed and Blue".
Zoals de titel al aangeeft, een combinatie van blues en soul covers en wat nieuw
materiaal. De geest van Bobby Bland en Smokey Robinson, Marvin Gay en Al Green
zit doorheen de ganse plaat verweven, en "What's Going On" van Marvin
is meteen ook één van de hoogtepunten van deze prachtige plaat.
Een magistrale versie zonder meer. Maar daar houdt het niet op, "Ain't
That Peculiar", één van mijn favoriete Miracles song mag
zonder meer naast het origineel komen plaatsnemen. Het samen met Nick Lowe geschreven
"I live On A Battlefield", een ballade vol gevoel speciaal voor die
prachtstem geschreven, is een ander hoogtepunt. De song "Love Will Keep
Us Alive" geschreven samen met Jim Capaldi (Traffic), geschreven voor de
Eagles, speciaal voor hun Hell Freezes Over reunie krijgt hier ook een mooie
bewerking, samen gezongen met Lindsey Dracass en is dit een prachtig liefdesduet.
Tussen het meer bekende materiaal valt het Beatlenummer "Girl "op,
een in 2006 opgenomen song uit een "live in the studio" opname van
Radio 2 (U.K) tijdens een Lennon Tribute. Ook Crowded House met "Don't
Dream iI 's Over" is aanwezig, natuurlijk een van die songs die vragen
naar Carrack's stembanden, het resultaat is dan ook ronduit schitterend. Bij
"No Easy Way Out" verwachtte ik een cover van degelijknamige Allman
Brothers song, maar het gaat wel degelijk om eigen materiaal, een remix van
de uit 1995 stammende "Blue Views" cd. Kris Kristofferson's "Help
Me Make It Through The Night" is een wat "versleten" song ondertussen,
door de vele tientallen versies, maar Carrack slaagt er toch ook hier weer in
om ook zo'n song opnieuw nieuw leven in te blazen. Ja, er zijn stemmen en er
zijn stemmen. Paul Carrack heeft er ééntje buiten categorie...
Thanks again for the shivers, Paul.
(RON)
RICK
MOORE & JIMMY NALLS
SLOW BURNIN' FIRE
Myspace Label: Music
Avenue
Voor wie nog niets heeft van blanke rhythm & blueszanger Rick Moore, heeft het label Music Avenue nu een leuke compilatie -cd uitgebracht. "Slow Burnin' Fire" bevat zijn eerste plaat die onder dezelfde titel verscheen in 1997, aangevuld met vijf bonus tracks uit zijn live album "Live In The USA" uit 2002. In deze tussenperiode verscheen ook het album "Satisfied" in 2000, maar uit deze plaat vinden we geen tracks terug op "Slow Burnin' Fire", maar dus wel de dertien songs van zijn eerste solo album, met als bonus deze live tracks, een re-release waar we zeer blij mee zijn, want voor deze opnames kwamen een keur van artiesten Moore ondersteunen. Vrienden als Wayne Jackson van The Memphis Horns, pianist Reese Wynans (Johnny Winter, Stevie Ray Vaughn, Wayne Jackson ), bassist Jeff "Stick" Davis (Amazing Rhythm Aces), Michael Organ (drums), harpist William Howse (Gregg Allman Band), Joe Warner (Hammond), gitarist Jimmy Nalls (Nighthawks, Sea Level, Dr. John) en vele anderen. De opnames gebeurden in een productie van Jimmy Nalls, voor de meeste muziekliefhebbers zeker geen onbekende in de muziekwereld. Nalls was voor zijn muziek veel in Georgia, waar hij opnames deed met o.a. Gregg Allman, Bonnie Bramlett, Percy Sledge, Bobby Whitlock, e.a. In de jaren '70, na vele optredens rond New York en zijn thuishaven Washington DC, kreeg Nalls contact met Chuck Leavell die toen bij The Allman Brothers Band speelde. Uit hun vriendschap groeide al snel een band, Sea Level, waarin ook bassist Lamar Williams en drummer Jai Johanny "Jaimoe" Johanson (beiden ook van The Allman Brothers Band) onderdak hadden gevonden. Sea Level nam tot 1981 vijf platen op, vier voor Capricorn Records en ééntje voor Arista. Dat jaar was ook het einde van deze band. Na achtereenvolgens als sessie muzikant te spelen kwam hij terecht in de legendarische blues band The Nighthawks als lead gitarist en dit samen met de frontman van Wet Willie, niemand minder dan Jimmy Hall. Door het vele touren, wou Nalls eindelijk terug wat rust in zijn leven vinden en verliet the Nighthawks om meer rustig werk te vinden bij country-soul zanger T. Graham Brown. In 1995 werd echter bij Nalls de ziekte van Parkinson vastgesteld, hetgeen niet alleen een schok voor hem en zijn familie was, maar vooral in heel de muziekwereld. Na zijn medewerking in het Blues Co-Op project en als gast bij de opnames van Moore's "Slow Burnin' Fire"- plaat in 1997 was voor hem zijn enige betrachting om een soloplaat op de markt te brengen waarmee hij startte in 1998. Rick Moore is ook een echte veteraan. Muziek maakt hij al vele jaren en schreef bijna alle nummers op zijn debuut zelf of co-written en heeft een stijl, waarin blues, jazz, rock, country en western swing naast soul een plaatsje vinden. Swampy soulvolle muziek die reist van Memphis naar Muscle Shoals tot Macon. Luisteren naar hem is dan ook luisteren naar alles wat Amerika te bieden heeft en hij heeft daarin een volstrekt eigen plaats verworven. Deze man is de vleesgeworden Americana. Vergeefs zal je hier wachten op ook maar één moment van zwakte. Van de opener "Talk To Me Baby" tot het afsluitende "House Rockin' " bevatten deze songs allemaal superieur materiaal, getuigend van een ongelooflijke instrumentbeheersing en een al even indrukwekkend schrijftalent dat we best kunnen vergelijken met Delbert McClinton's Muscle Shoal recordings. Rick Moore & Jimmy Nalls laten de wederopstanding horen van de Southern bands, zoals we dat kennen van de jaren zeventig. Dat betekent veel indrukwekkend virtuoos snarenwerk, zonder enig verveelmoment. Maar natuurlijk zijn het ook hier de songs die het doen. Badend in een heerlijk bad van soul en Memphis rockin' blues heeft Moore zijn songs van geweldige melodieën voorzien die met veel emotie en power worden gebracht. "Slow Burnin' Fire" is dus een must in deze mooie nieuwe versie, en heb je nog niets van Rick Moore, dan is deze cd goed om mee te beginnen.
Tracks:
1 Talk To Me Baby
2 Swingin' Her Stuff
3 Make Lovin' You My Business
4 Good Woman Bad
5 Let Me Down Easy
6 Chicken House Blues
7 Tangled Up In Your Love
8 Whole Lotta Woman
9 Slow Burnin' Fire
10 Muddy Water Fever
11 Your Love Is Working Overtime
12 Radio Station
13 House Rockin'
14 House Rockin' (Bonus Track)
15 Talk To Me (Bonus Track)
16 Good Woman Bad (Bonus Track)
17 Make Lovin' You My Business (Bonus Track)
18 Swingin' Her Stuff (Bonus Track)
GARY
FULTON
WAIL AND HOLLER
Website Contact
CD-Baby
Akoestische
folksongs dreigen nogal eens snel tot verveling te leiden omdat het meestal
over een zanger gaat die zijn verhaaltjes vertelt op de tonen van een akoestische
gitaar ter begeleiding. Dan kom je al gauw bij de betere straatzanger in de
hedendaagse winkel-wandelstraten terecht. We moeten eerlijk zeggen dat ook wij
daar geregeld last van hebben en we ons dan afvragen hoe diezelfde liedjes zouden
klinken mochten ze met een volledige muzikale omlijsting gebracht worden. Dat
kom je echter nooit te weten en is dus wel een gemiste kans. Zo vergaat het
ons ook bij de beluistering van de cd “Wail And Holler” van de Britse
zanger en liedjesschrijver Gary Fulton, woonachtig in het lieflijke Winsford
nabij Cheshire in Engeland. Zijn minimalistische folksound is te vergelijken
met de protestsongs uit de sixties en seventies zoals we ze kennen van artiesten
als Bob Dylan en Joan Baez. In de liedjes “Crooked Path”, “Leather
Shoes” en “Shower Upon The Grass” krijg je al meteen dat hierboven
beschreven gevoel van eenheidsworst. Gelukkig wordt het nadien wat vrolijker
met een song over een nochtans triest thema “English Rain”. Muzikaal
is het echter te vaak nogmaals van hetzelfde. En tot onze spijt moeten we ook
meegeven dat we ook niet echt onder de indruk zijn van de vocale prestaties
van Gary Fulton. Met zijn nasale stem toont hij aan over een eerder typische
folkstem te beschikken en bevestigt hij nogmaals de aloude clichés hierover.
Toch zijn er enkele liedjes die ons wel kunnen bekoren zoals het eerder vermelde
“English Rain”, “I Watch From Afar” en afsluiter “A
Tipple For The Rogue”. Dat komt voornamelijk omdat er wat meer ritme in
die nummers verwerkt zit, hetgeen overigens ook enkele andere artiesten lijkt
te bevallen zoals we kunnen lezen in de quotes van Cara Luft en Martin Stephenson
op de MySpace-site van Gary Fulton.
(valsam)
PAUL
J JOHNSON
SLEEPLESS
Website Myspace
Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
Vanuit
West Fargo in Nashville bereikte ons een debuutalbum van een nog piepjong toptalent.
Paul J Johnson is amper 18 jaar maar klinkt op zijn eerste plaat al als een
professioneel volleerde muzikant-singer-songwriter. De cd “Sleepless”
werd geproduceerd door vader Jeff Johnson die zelf ook een carrière als
folkzanger heeft. Als muzikanten kon Paul rekenen op de broers Josh (op basgitaar)
en Joel Thompson (op drums). Zelf begeleidt hij zich bij het zingen op akoestische
gitaar. Wat bij de eerste beluistering meteen opvalt is hoe gelijklopend zijn
liedjes zijn met de songs van de beroemde naamgenoot en gevestigde waarde Jack
Johnson. De vlotte popsongs met enige folkinvloeden zijn opgebouwd rond een
catchy gitaarriff of een lekker meezingbaar refreintje. Ze geven net als bij
de songs van Jack Johnson de indruk erg laid back gezongen te worden en zijn
dus voorbestemd voor beluistering bij een koel glas piña colada en enkele
gebronzeerde Hawaïaanse schoonheden in strooien rokjes aan de zijde. “Sleepless”
bevat stuk voor stuk liedjes met hitpotentieel en een zeer grote aaibaarheidsfactor.
Wij hadden alvast helemaal geen moeite om na twee beluisteringen al vlotjes
mee te zingen met het zachtjes swingende “Bada Bapa”, “Don’t
Give Me Away” dat erg knap gitaarspel laat horen, “Under Rain”,
“A Good Thing” en “All I Need”. Maar ook songs als “53”,
“My Mistake” kunnen rekenen op ons welwillende meewiegen met de
eenvoudige, poepsimpele maar daardoor net zo knappe deuntjes. We zouden in deze
cd-recensie niet volledig genoeg zijn als we ook geen eervolle vermelding zouden
geven aan nog een paar andere liedjes op deze cd: “For A Friend”,
“The Snowman” en afsluiter “Brothers” verdienen evenzoveel
aandacht. Wij zouden het eerdere vergelijkingspeil een beetje ruimer willen
maken en Paul J Johnson klasseren naast enkele andere roemrijke singer-songwriters
zoals Iron & Wine en Damien Rice. Als hij nu binnenkort ook nog op een gelijkaardige
muzikale carrière als deze artiesten mag rekenen zullen we ons dit album
“Sleepless” later vooral herinneren als een eerste aangename kennismaking
met een grote ster in wording. Wij zijn bij Rootstime alvast uitermate gecharmeerd
en zelfs aangenaam verrast door deze debuutplaat.
(valsam)
J.W
JONES
BLUELISTED
Website Myspace
Contact
Info: Michael McClune Media & Mktg
Label: Northern Blues / Cross Cut Records
Distr: Bertus
VIDEO 1 VIDEO
2
Sinds
jaren vroeg men J.W Jones naar een echt gitaaralbum. Dat is er nu uiteindelijk
van gekomen, in mijn cd speler draait momenteel "Bluelisted" zijn
rondjes. Met de hulp van de twee stergitaristen Little Charlie en Junior Watson,
en de ritme sectie “extra-ordinaire" bestaande uit Richard Innes
en Larry Taylor krijgen we een gitaaralbum dat qua opzet best te vergelijken
valt met de Collins/Copeland/Cray sessions die het prachtalbum "Showdown"
opleverden zoveel jaar geleden. West coast jump, Chicago shuffles, Texas boogie,
50's rock, 60's R&B en jazz, het zit hier allemaal in en wel van de beste
kwaliteit. Het begint al dadelijk met de klassieker “Double Eyed Whammy”
waar Junior, Charly en J.W om beurten soleren,18 snaren in overdrive terwijl
Jones voor knappe vocalen zorgt (zie clip 1). In “Looking The World Straight
In The Eye” dat is geschoeid op een Albert King leest, laat J.W zien dat
hij een goede volgeling van de meester is, zijn gitaar heeft diezelfde “bite”
die het unieke handelsmerk van Albert leek te zijn. J.W komt echter dicht in
de buurt. Texas boogie dan,“Can I Play A Playboy?” swingt als de
neten. Rock ‘n’ Roll! “Mad About You Baby” is zelfs
meer dan dat, de jaren vijftig ten voeten uit. De hulp van alle maten wordt
terug ingeroepen op “Wasted Life” een West Coast swing, net als
het echte jazzy en lekker swingend instrumentale “Heavy Dosage”,
waar de beurtrol mooi afgewerkt wordt en de drie gitaristen hun meest jazzy
kant naar boven halen. In “That’s Wrong Little Mama” haalt
J.W samen met Little Charlie achtereenvolgens B.B King en vervolgens Ronnie
Earl voor de geest. Datzelfde stijltje blijft even in “Waitin’ On
You”, weer een song met sterke invloeden van B.B King. De Chicago blues
in “Out Of Service Blues” klinkt even authentiek als het beste werk
uit de Chess studios. Erg mooi is ook “Budget Bounces Again” een
pittige instrumental en de typische West Coast swing met een sterke Junior Watson
signatuur “Tickets On Yourself”. Voor gitaarblues-aficionados echt
een must, deze “Bluelisted”.
(RON)
MIKE
MCCLURE BAND
DID7
Myspace
Label : Boo Hatch Recordings
CD-Baby
Mike
McClure is een zanger, gitarist en liedjesschrijver uit het Amerikaanse stadje
Pink in Oklahoma. Er verscheen onlangs een vierde cd van de band met zijn naam
in opvolging van “Everything Upside Down”, “Camelot Falling”
en het daaropvolgende “Foam”. Zijn muzikale loopbaan begon jaren
geleden als zanger en songsmid van de Texaanse alt.countryformatie “The
Great Divide” en dit duurde zowat tien jaar lang. Tot hij in 2002 besloot
om het maar een keer solo te gaan proberen met de Mike McClure Band. Voor de
opnames van de nieuwe cd “Did7” besloot hij om opnieuw met Joe Hardy
als producer in zee te gaan die hij kende van diens werk voor Steve Earle en
die ook al de productie van “Foam” voor zijn rekening had genomen.
Mike McClure nam de vocale stukken op als een demo die hij daarna naar Houston
stuurde waar Joe Hardy de instrumentale gedeeltes inmixte. Een opvallend gastoptreden
is terug te vinden bij het liedje “Little Sister Sunshine” waar
de 5-jarige dochter Mayme McClure een intro mag inspreken. Tijdens het voorbereiden
van deze plaat kwam er een slechte tijding door de melding van een tumor bij
zijn dochter Marleigh. Na een operatie lijkt alles nu terug in zijn normale
plooi te komen en is deze moeilijke periode definitief achter de rug. De noodzaak
om in die ‘hard times’ positief te blijven denken vormt de basis
van de tekst voor “Little Sister Sunshine”. In de muziek die op
“Did7” te horen valt hoor je dat Mike McClure een grote fan is van
Tom Petty en zijn kunst om ‘storytelling’ teksten te brengen heeft
geïmiteerd voor de meeste liedjes op deze cd. Mike McClure verstaat de
kunst om één of andere metafoor knap om te plooien tot een mooie
songtekst zoals te beluisteren valt in nummers als “Magnolia” en
“Eagle And The Crow” dat mij even in de waan laat dat er een nieuwe
Calexico-song weerklinkt. De moderne rock- en popsongs “Stupid Hole”,
“Supposed To Be”, “Hallelujah” en “Take Me Somewhere
Tonight” zijn eigenlijk nummers met stevig hitpotentieel. Het is dus een
beetje verwonderlijk dat de naam van Mike McClure nog altijd obscuur blijft
voor de meeste muziekliefhebbers. We hopen dat het album “Did7”
en positieve besprekingen zoals deze ertoe mogen bijdragen dat deze muzikant
weldra op de nodige erkenning mag rekenen.
(valsam)
HENRY
BUTLER
PIANOLA LIVE
Website Myspace
Info: Blind Raccoon
Label: Basin Street Records
Volgend
jaar wordt hij zestig. Van kindsbeen af was hij met muziek bezig, spelend of
studerend. Klassiek opgeleid leerde hij naast piano ook trombone en de drums
bespelen en trainde zijn stem zodat hij later als instrumentalist, bandleider,
zanger en schrijver moeiteloos van muziek zijn broodwinning kon maken. Daarnaast
gaf hij ook les aan de Universiteit in Charleston, Illinois, en was hij betrokken
bij verschillende educatieve projecten of muziekworkshops. Maar bovenaan staat
zijn faam als geniale jazzpianist, die o.m. samenwerkte met saxofonist Grover
Washington en bassist Charlie Haden. Op dit album worden elf Live solo-uitvoeringen
bijeengebracht, opgenomen op verschillende locaties en verspreid over tientallen
jaren, die desondanks toch homogeniteit vertonen. Vooral het improvisatorisch
talent van Henry Butler valt op, want vele van de overbekende nummers krijgen
een persoonlijke aankleding, virtuoos gespeeld door de Louisiana pianist, vaak
genomineerd voor de W.C. Handy als ‘Best Blues Instrumentalist/Piano’.
Zijn New Orleans roots en invloeden klinken duidelijk door in zijn pianospel.
Professor Longhair, Jelly Roll Morton, James Booker, Allen Toussaint, zijn de
belangrijkste. Maar ook de vermenging van jazz-, soul of funky invloeden is
hoorbaar, waaronder die van Billy Preston, Ron Carter, Otis Redding of Alvin
Batiste, zijn mentor. Met zijn onnavolgbare hamerende pianostijl en New Orleans
pianoritmes brengt hij elf nummers tot leven, een mix van boogie-woogie, jazz,
of soulblues. Naast enkele jazzstandards zoals ‘You Are My Sunshine’
vertolkt hij ook eigen introspectieve nummers zoals ‘Orleans Inspiration’,
levendig en koesterend uitgevoerd. Zijn gesproken intro of het spontane applaus
tussendoor geven een visueel beeld van de blinde jazzpianist, die later ook
de blues in zijn repertoire opnam. Zelfs van nummers als ‘Mother-In Law’,
‘Old Man River’ en ‘Tipitina’ maakt hij iets heel oorspronkelijks.
Bij deze laatste uitvoering, bijna tien minuten lang, zet hij gevoelvol in alsof
hij elke pianotoets betast en tot leven brengt om dan te exploderen in een combinatie
van jazzfunk en R&B klanken, gevoelsuitbarstingen die zowel levensvreugde
als strijdbaarheid genereren. Op sommige nummers zingt hij met een warme stem,
soms falsetto, soms soulvol. Henry Butler, die in 2005 -zoals zovele andere
muzikanten- huis en instrumenten verloor toen de Katrina orkaan daar een ravage
aanrichtte en sindsdien in Colorado woont, treedt nu vaak op in clubs en op
jazzevenementen ook in Europa. Als je er niet bij kon zijn dan is dit Live soloalbum,
na zijn vorige albums met duo of trio, een ideale kans om het pianogenie te
beluisteren en je in te beelden dat je er zelf bij zit en hoe zijn handen elkaar
kruisen of beurtelings achterna zitten. Naast de ambiance kan je tevens genieten
van de verstilde momenten. En in het bijhorende boekje vinden geïnteresseerden
toelichting over het gebruik van akkoorden, toonaarden en sleutels.
Marcie
THE
HIT & MRS.
BURIED IN THE BACKYARD OF MY HEART
Website Myspace
Contact
Label : Choose To Lose Music CD-Baby
“The
Hit & Mrs.” zijn de broers Nelson Heise (“Nelly” is de
zanger en speelt leadgitaar en keyboards), Robert Heise (“Bubba”
op basgitaar) en soulsister ‘Mrs.’ Stacie Archer (“V. Stak”
op drums en andere percussie) die muzikaal opereren vanuit hun nieuwe thuisbasis
Ohio. Ze brachten hun eerste cd enkel uit op een website genaamd “www.100under60.com”
waarop 100 songtracks staan die qua duur elk onder de 60 seconden blijven. Maar
voor de opvolger “Buried In The Backyard Of My Heart” verkozen ze
om deze cd toch maar op de conventionele wijze op de markt te brengen. In een
mooi verzorgd hoesje dus en met twaalf tracks die deze keer allemaal boven de
60 seconden-grens blijven en eerder naar volwaardige tracks van 3 à 4
minuten neigen. “The Hit & Mrs.” brengen een indrukwekkende
hutsepot van garagerock, alt.country en punksongs in een stijl die wij ons best
herinneren van een groep als The Raveonettes. Daarbij deinzen ze er niet voor
terug om af en toe heel bombastisch te gaan klinken in de stijl van “The
Decemberists” en “Arcade Fire”. Zelf beweren ze muzikaal beïnvloed
te zijn geworden door groepen als T. Rex, The Modern Lovers, The Pixies en The
Jesus And Mary Chain. Daarvan zijn inderdaad hier en daar fragmenten terug te
vinden in de songs op dit album, o.a. in nummers als “Hijaxed”,
“Little Miss Sunshine” dat heel sterk op Jonathan Richman lijkt,
“Corina”, “Kristina”, “Pasadena” en “Two
Days Later”. De meeste nummers op deze cd schieten in een helse rotvaart
door de speakers van onze muziekinstallatie. Enkel voor twee tracks “Been
A Long Time” en “7” wordt er eventjes wat gas teruggenomen.
Niet toevallig zijn het net deze twee songs die ons als melodie-liefhebbers
het meest bekoren. “Buried In The Backyard Of My Heart” is eerder
een album voor punkliefhebbers die niet afkerig zijn van recht-toe-recht-aan
rock and roll. De typische Rootstime-lezers en liefhebbers zullen allicht wat
meer moeite hebben om dit album tot zich te laten komen.
(valsam)