OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007 - JANUARI 2008
FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008 - JUNI 2008 - JULI 2008
11e (Ge)Varenwinkel Blues & Roots Festival
Op 29 en 30
augustus staat alles in het Herseltse gehucht Varenwinkel in het teken van de
blues en – rootsmuziek. Voor de 11e maal hebben de organisatoren van vzw
Gevarenwinkelfestival een sterke affiche samengesteld met toppers uit de Belgische
en internationale blues en – rootswereld. Na eerdere geruchten dat het
festival zou ophouden te bestaan is dit nieuws voor alle liefhebbers van het
genre een geschenk uit de hemel. De bijna volledig vernieuwde bestuursploeg
is klaar voor de volgende 10 edities!
De afgelopen 10 jaar is dit evenement geëvolueerd van een lokaal feestje
tot een internationaal gerespecteerd festival met topartiesten uit binnen en
– buitenland en een internationaal publiek. Het basisconcept van de vorige
jaren blijft behouden : Kwaliteitsmuziek en een gemoedelijke sfeer aan een democratische
prijs voor een goed doel. En dat goede doel is dit jaar het kinderrevalidatiecenrum
van het UZ Gent.
Zie hier de line-up van de optredende artiesten, samen met recente recensies. We vinden deze line-up in één woord geweldig, een groot deel van Rootstime favorieten bij elkaar op één festival!
Vrijdag 29 augustus 2008 (deuren open om 18.00.u):
Mainstage
19.00.u - 20.00.u: Jim Cofey (B)
21.15.u - 22.15.u: The Electrophonics (NL)
23.30.u - 00.45.u: Thorbjorn
Risager (DK)
Rootstown
20.15.u - 21.00.u: Roland & Gene Taylor (BE/USA)
22.30.u - 23.15.u: Roland
& Gene Taylor (BE/USA)
Na het optreden van Thorbjorn Risager treedt D-Inside op in café De Krol
Zaterdag 30 augustus 2008 (deuren open om 12.30.u):
Mainstage
Zaterdag 30 augustus 2008 (deuren open om 12.00.u)
Mainstage
14.00.u - 15.00.u: Rusty Roots (B)
16.15.u - 17.30.u: Eugene "Hideaway" Bridges (USA)
18.45.u - 20.00.u: Rhythm & Blues Explosion feat. Alex Schultz, Sax Gordon & Raphael Wressnig (USA/O)
21.15.u - 22.30.u: John Primer & The Real Deal Bluesband (USA)
23.45.u - 1.00.u: James "Super
Chikan" Johnson & The Fighting Cocks (USA)
Rootstown
15.15.u - 16.00.u: The Legendary Johnny Trash (B)
17.45.u - 18.30.u: The Legendary Johnny Trash (B)
20.15.u - 21.00.u: Les Chats Cadiens (NL)
22.45.u - 23.30.u: Les Chats Cadiens (NL)
1.00.u - 5.00.u: AFTER PARTY
JIM COFEY - BLACK BOX ALLEGATIONS
THE ELECTROPHONICS - CATCH THAT SWINGTRAIN (LIVE)
THORBJORN RISAGER - HERE I AM
ROLAND VAN CAMPENHOUT - NEVER ENOUGH
RUSTY ROOTS - ELECTRIFIED
RAPHAEL WRESSNIG ORGANIC TRIO - CUT A LITTLE DEEPER ON THE FUNK
EUGENE HIDEAWAY BRIDGES - EUGENE HIDEAWAY BRIDGES
JAMES "SUPER CHIKAN" JOHNSON - SUM' MO' CHIKAN
JIM
COFEY
BLACK BOX ALLEGATIONS
Website
Myspace
Label: Naked Productions
Distr.: Bertus
De
aandachtige rootstime.be-lezer maakte al kennis met België’s nieuwste
ster aan het fun(k)firmament in mijn review van hun (stomende) optreden in de
Borderline op 14 december 2007. Toch stel ik de band graag nog even voor. Jim
Cofey (toen nog: Jim Cofey’s Soul Kitchen) was eertijds een uitvloeisel
van opnamesessies die Jan Ieven (Bass & Vocals - El Fish, Rhythm Junks),
Steve Wauters (Drums - Last Call, Big Dave) en Patrick Cuyvers (Vocals, Keyboards,
Hammond - Hideaway, Soul Spirit) samen deden voor Lurrie Bell in 2005. De chemie
was er en het drietal bleef samen musiceren. Deze “founding fathers”
recruteerden dan Rob Vanspauwen (Guitars), Gert Servaes (Percussion) en Igor
Maseroli (Saxophones) om de huidige Jim Cofey line-up te vervolledigen. Met
hun aandeel in bands als El Fish, The Rhythm Junks, Last Call, Hideaway, Soul
Spirit kunnen de bandleden imposante adelbrieven voorleggen. Als de beperkte
informatie die daarover beschikbaar is, klopt, ontleent de band haar naam aan
John Coffey, het hoofdpersonage van de blockbuster “The Green Mile”
met Tom Hanks en Michael Clarke Duncan in de hoofdrollen. De band geeft aan
sterk beïnvloed te zijn door de New Orleans-funk van de zestiger en zeventiger
jaren van de vorige eeuw. Illustere exponenten daarvan zijn ondermeer Dr. John,
The Meters (luister eens naar “Liver Splash” en “Good Old
Funky Music”), Eddie Bo (“Check Your Bucket”), Jon Cleary,
Allen Toussaint & Jimmy McGriff (“Black Pearl”). Andere namen
in dezelfde galerij zijn Mary Jane Hooper, “Mad” Professor Longhair
en The Explosions. In het voorjaar van 2007 werd een demo opgenomen met daarop
“The Blame”, “Fat Cakes”, “Doney’s Theme”
en “Seems Like Yesterday”. Deze fourtrack werd verrassend door de
Belgische nationale radio (Radio 1 en Radio 21) opgepikt. In december 2007 dook
de band dan de studio (Motormusic & The Groove) in voor de opname van “Black
Box Allegations”, hun langverwachte eerste album. Producer van dienst
was Kristof Michiels, allicht beter bekend als DJ 4T4 (Hof Van Commerce / Ultrasonic).
Die keuze verklaarde Jan Ieven al aan een collega van het Metrotime-magazine:
“Ik heb al veel platen gemaakt en ik heb ondervonden dat het interessant
is om een beroep te doen op iemand die niet evident lijkt als keuze. Als je
werkt met iemand die hetzelfde doet als jij, dan ga je nooit verrassende resultaten
krijgen.” Het is de diversiteit in ‘s mans muzikale smaak die hem
de job als producer opleverde. De fourtrack had me al doen watertanden naar
het album. Dat album, met twaalf kleurrijke geluidsdragers uit lang vervlogen
tijden (cassettes) op de cover, is er nu eindelijk. De voorbije anderhalve week
heb ik het waar mogelijk meegezeuld en nu is het tijd voor de review. Opener
“A Lie Is A Lie” lijkt te gaan over het terugvallen op leugentjes
om het leven te kunnen leiden dat men graag wil leiden. Mooie pianosolo van
Cuyvers. Instrumental “Bricks & Tiles” steekt van wal op de
ritmes van Gert Servaes’ percussie en Steve Wouters’ drums. Het
ontbolstert zich daarna tot een uptempo song met uiterst leuke bas- en saxlijnen
van Jan Ieven en Igor Maseroli. Rob Vanspauwen sluit af met een leuke gitaarsolo.
Aan Rob: wah-wah of talk-box? Nice anyway! “Seems Like Yesterday”
was op de fourtrack één van mijn favorieten (de groove, de Rhodes?).
De fourtrack-versie deed mij ongelooflijk denken aan de gepatenteerde Blue Blot-sound.
De albumversie verschilt op verschillende vlakken: het tempo ligt hoger, de
“feel” zit gans anders door het het wegvallen van percussie en de
roffelende drums, de song is er veel “ruiger” op geworden. Nieuw
zijn ook de trompetten van gastmuzikant en jazz-prodigy Carlo Nardozza die het
nummer uitzingen. “Kinky Reputation”, de vooruitgeschoven single,
is volgens mij wat de jongens bedoelen wanneer ze aan New Orleans denken. Ik
word er in elk geval blijgezind van. “She’s So Guilty” gaat
op het met “Kinky Reputation” ingeslagen New Orleans-pad door: ik
hou van de sax-riff, de leuke ritmes, de blazers en de modulaties die in die
song zitten. Feels like dancin’! “Waste Of Time”: mooi opgebouwd
nummer dat wat mij betreft op z’n best zit komt waar saxsolo en gastzangeres
Kathleen Vandenhoudt samenkomen. Alhoewel ballads mij eerder nooit dan zelden
kunnen smaken, is “The Table” bepaald geslaagd te noemen. Dit nummer
toont aan hoeveel kracht kan uitgaan van muzikanten die hun partijen ingetogen
inspelen. Wie goed luistert, hoort hier dat het album gemasterd werd vanaf een
vinylplaat. “Fat Cakes” is een cover van “world’s greatest
blues organist” Jimmy McGriff. In “The Blame” maken we kennis
met de derde gastmuzikant, Nick Caris (zie Grupo Go), die een mooi eind wegblaast
op de trombones om de band zo tot in een superleuke bridge te duwen: listen
for yourselves! “That Ain’t Bad”: lekker happy – I love
the lyrics. “Chew The Fat” is opnieuw een instrumental. Met “Four
Corners”, een song die Allen Toussaint schreef voor Lee Dorsey sluit het
album in schoonheid af. Jim Cofey is een super liveband die met “Black
Box Allegations” een heel sterk en divers album aflevert. Noteer nu al
het Belgian Rhythm n’ Blues Festival in je agenda, want men heeft de band
(terecht) op de affiche geplaatst. My advice: Buy ‘em. See ‘em.
Pieter Jan
THE
ELECTROPHONICS
CATCH THAT SWINGTRAIN (LIVE)
Website Contact
Label : Retro Swing Records
VIDEO
Het
is ondertussen alweer zo’n 6 maanden geleden dat The Electrophonics dag
2 van het Moulin Bluesfestival te Ospel mochten openen. Voor al degenen die
aanwezig waren en nog wat herinneringen willen ophalen is er nu deze live cd,
opgenomen tijdens dat optreden. Maar deze cd is zeker ook voer voor hen die
er niet waren die dag want het laat duidelijk horen wat deze heren in petto
hebben en dat al zo vroeg op de dag. Zou het komen omdat ze een thuismatch speelden?
Misschien voor een gedeelte maar geloof me of niet, deze heren krijgen een tent
ook plat als ze niet op eigen veld spelen. Geopend wordt er met een instrumentaaltje
genaamd ‘FZ’s Revenge’ en al dadelijk slaat het vuur in de
swingpan. En dat vuur blijft lekker aanwakkeren gedurende de hele cd. The Electrophonics
is dan ook niet zomaar een volgende Nederlandse band maar een band die swing
en jump blues van het zuiverste soort brengt en dit op een niveau om U tegen
te zeggen. De cd telt voornamelijk eigen werk dat even klassenvol is als de
covers van o.a. Roy Brown en Calvin Boze. Frontman Stephan Hermsen (vocals en
bluesharp) beschikt niet alleen over een paar knappe stembanden, hij bespeelt
tevens met veel overgave de bluesharp en past perfect in zijn rol als entertainer
van de band. Verder ook meer dan één pluim voor de andere bandleden,
Ruud Gijsen (gitaar), Ivo Sieben (piano), Ronald Roodbol (contrabas) en het
blazersduo André de Laat (tenorsax) en Nick Caris (trombone). De sound
van de heren doet regelmatig denken aan de big band sound van de jaren ’50,
luister maar eens naar de lekkere ballroomswinger ‘I Can’t Loose
With The Stuff I Use’ met een schitterende rol op sax voor André
de Laat. Of wat dacht je van de meer uptempo swinger ‘Dance’, een
song op het lijf geschreven voor deze band, enthousiast, gedreven en vol overgave.
En als je nog niet genoeg gedanst hebt dan kan je gerust verder dansen op de
volgende swinger ‘Drivin’. Het is moeilijk deze cd nog de band op
een minpuntje te betrappen, alles zit zoals het hoort tot zelfs het enthousiasme
van het publiek. Na Cuby & The Blizzards en Cuban Heels kan Nederland er
weer een supergroep bij plaatsen. Chapeau heren.
Blueswalker.
THORBJORN
RISAGER
HERE I AM
Website
E-mail: risager@dbmail.dk
Booking: Annika Westman
annika.westman@bredband.net
Label: Cope Records
Precies
één jaar geleden verscheen de vorige CD van de Deense blueszanger
Thorbjorn Risager, en dat was meteen een schot in de roos. Risager heeft een
stem die de combinatie is van een beetje Ray Charles, wat Joe Cocker en Delbert
McClinton en voeg daar nog wat van het warme bluesgeluid van onze eigen betreurde
Luke Walter Jr. aan toe, dan weet je dat je met een echte zanger in hart en
nieren te doen hebt. Bijgestaan door een band die het klappen van de zweep kent,
met een prima blazersectie (Wagner/Kehl), de gitaren van Svein Eric Martinsen
en Tjorborn zelf, de prima pianist en orgelist Emil Balsgaard en het ritme duo
Bojgaard/ Seidelin. De strakke blazers in "Here I Am" afgewisseld
met slide akkoorden vormen al dadelijk een goeie start, voor wat belooft een
uitstekende opvolger voor "From The Heart" te worden. En dat wordt
't ook. "All I Want" en "Heart Of The Night", de soul ballade
met Otis Redding allures zijn absolute meesterwerkjes, die de Joe Cocker elementen
bovenhalen in Thorbjorn's stem, maar die stem van hem is mooier naar mijn mening.
Als dit nummer aan het einde nog wat prima gitaar bevat, B.B. King waardig,
dan is verdere aanbeveling overbodig. Funky New Orleans ritmes, met pianist
Emil voluit, bijgestaan door die uitstekende blazers, dat is "From Now
On". Prima Big Band Swing, klinkend als "Roomful Of Blues" zelf,
met Sugar Ray Norcia op zang, precies zo klinkt "You Better Pay Attention".
Meer B.B. King gitaarwerk in "Down Home Blues" waarbij het contrast
met de pittige blazers nogmaals voor die extra soulsfeer zorgen. Eén
van de hoogtepunten is het uitstekend gezongen "Johnny Called The Whole
Thing Off", waarbij ook weer het slide gitaarwerk het vermelden waard is.
Grote klasse! Niet één zwakkere song op deze "Here I Am",
want ook "Good Thing" met Nawlins invloeden is om vingers en duimen
af te likken. De grote kracht van Thorbjorn is de combinatie van het stemgeluid
van al die topzangers. In de ene passage is het Ray Charles ten top, terwijl
je even verder denkt naar Cocker te luisteren, en dat binnen dezelfde song.
Dit betekent echter niet dat Risager probeert deze stemmen en stijlen te imiteren,
integendeel, hij heeft alleen het geluk al deze kwaliteiten in één
stem te mogen bezitten. De afsluiter "Won't Let You Down" is een buitenbeentje,
heel ingetogen zingt Thorbjorn deze melancholische korte song, en zet als het
ware een rustig eindpunt na een ganse cd vol vocale krachtpatserij, want ondanks
de superbe begeleidingsband blijft Thorbjorn toch zonder moeite de ster van
de show. Wat een stem, wat een gevoel! Kwaliteit uit Denemarken: vroeger dacht
je dan aan Tuborg, maar vanaf nu denk ik dadelijk aan Thorbjorn. Aanrader!
(RON)
ROLAND
VAN CAMPENHOUT
NEVER ENOUGH
Website
Label: EMI Belgium
Na “Lime & Coconut” (2003) en “The Great Atomic Power” (2005) wisselde Roland met “Never Enough” het pure bluespad in voor een interessant experiment dat zich situeert op het kruispunt van rootsrock en blues. Voor de productie deed Roland een beroep op Tom Van Laere (U vast beter bekend als Admiral Freebee) die zijn stempel duidelijk heeft mogen drukken, ook op de invulling van de songs. Opener “Hissing O’ The Heath”, de eerste single uit het album (nu ondermeer te horen op Radio 1), heeft de feel van wat ik graag een song for the road noem. Muziek: een repetitieve gitaarriff, de bezwerende zware stem van Roland (gebackt door Van Laere). Setting: een Cadillac doet het stof opwaaien wanneer hij tegen het avondrood aan de horizon verschijnt op een Interstate in het desolate broeierige landschap van Nevada Desert. Ook “Midnight Star” is zo’n song die sfeer genereert door in ÈÈn akkoord te blijven hangen. Titeltrack “Never Enough” is ÈÈn van mijn favorieten: een mooie song met een bijzondere sound nu Roland en Van Laere gebruik maken van de Dulcimer, een snaarinstrument uit de familie van de hommel. “Officer, Please Kiss Me” is een muzikaal onderhoudend pianodeuntje waarin Roland in de strofen een verhaaltje vertelt en Van Laere het refreintje voor z’n rekening neemt. “It All Has To Do With It” is een lang uitgesponnen (+ 8 min.) song die veel weg heeft van een afgemixte rockjam met een donkere feel. Voor de gitaristen: een leuk voorbeeld van wat mogelijk is met de Line 6 Variax – check it out. Ook de andere songs op “Never Enough” halen een zeer behoorlijk niveau, maar springen er minder uit dan deze die hoger besproken werden. Het artwork op de plaat – de mooie hoesfoto spreekt boekdelen – verdient zeker een vermelding. Aan deze prima plaat werkten ook Pieter-Jan Desmet en Nina Babet mee.
(Pieter Jan)
RUSTY
ROOTS
ELECTRIFIED
Website - Myspace
Label: Naked Productions
Distr.: Bertus
‘Rusty
Roots, vijf man sterk, vond inmiddels vaste voet in het Belgische bluescircuit.
Weinig bluesfestivals in Limburg of Brabant waarin zij niet openden of afsloten,
te beginnen in 2005 op het Rhythm & Bluesfestival in Peer, hun memorabele
startbasis. Hun Swing & West-Coast Blues wordt overal gesmaakt met als gevolg
dat een grote schare fans al maanden zit uit te kijken naar hun nieuwe cd. Die
is er nu met ‘Electrified’, net zoals hun eerste geproducet door
Mark Thijs, wat een garantie is voor zorgvuldigheid en inventiviteit. Op deze
cd spijtig geen Steven Scheelen meer, die met zijn sax het jumping element aanblies.
Toetsenist J.J. Louis met zijn Hammond B3 orgel is echter een waardige vervanger,
want op ‘I Found My Soul Last Night’ van Louise Brown en Milton
Bland komt dat instrument volledig tot zijn recht, alsof hij een Afro-Amerikaanse
vieringdienst inleidt met gelijkgestemde gelovigen. Van de twaalf nummers schreef
het Rusty Roots team er acht. Met ‘Can You Dig It’ en ‘Cut
Back On Love’ bewijzen zij dat de funky blueserfenis van de West-Coast
muzikanten jaren 1940-’50 geabsorbeerd is. Als je er hun website op naleest
merk je dat zij praktisch allemaal een boontje hebben voor T-Bone Walker, naast
hun empathie voor Lowell Fulson, Floyd Dixon en niet te vergeten Willie Dixon.
De mannen uit Peer, Diepenbeek, Meeuwen en omstreken komen uit voor hun invloeden.
Willie Dixon’s ‘Hidden Charms’ krijgt het respect van de Limburgse
bluesmannen alsof zij hem een ver eretribuut toesturen als liefdevolle Valentijnskaart.
Naast BeeJee of Jan Bas met zijn hoge stem, ergens verwant aan Neville van The
Meters, zorgen vooral bassist Stefan Kelchtermans en drummer Nico Vanhove alias
mr. Tutt voor de up tempo zwier en een heerlijk stoomketeltje ambiance. Bij
mijn favoriet ‘Don’t Cry No More’ laat een zeer geïnspireerde
drummer alleszins een flinke dosis temperament in zijn drummersticks overvloeien.
En dat Mr. Bob een uitstekende gitarist is die met zijn Fender aan het jaren
1950 stuff een vernieuwend randje toevoegt staat buiten kijf. In ‘Come
Back Baby’, nog een favoriet, speelt hij met elegant naturel. Met de gevoelvolle
soulballade ‘I’ve Grown’ wordt hun tweede album in schoonheid
afgerond. De bluesmannen uit Limburg, nog aspiranten in 2004 zijn inmiddels
echte profs geworden, maar hun speelplezier dateert nog van hun jongensjaren,
als adolescenten die zich eindelijk mogen uitleven na een wekenlange retraite.
Marcie
RAPHAEL
WRESSNIG ORGANIC TRIO
CUT A LITTLE DEEPER ON THE FUNK
Website Myspace
Label BHM - Distr.: ZYX Music Contact
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
Dat
degelijke in blues en jazz gewortelde muziek niet noodzakelijkerwijs uit de
Verenigde Staten hoeft te komen wordt nog eens duidelijk aangetoond met deze
Oostenrijkse organist Raphael Wressnig. Hij is een 28 jarige Hammondspeler die
op zijn zestiende verslaafd raakte aan het klavierwerk van Jimmy Smith, Jack
McDuff en.soortgenoten. Met triobezetting, drums, gitaar en orgel neemt hij
de draad op van de soul-jazz traditie welke terug grijpt naar de unieke Hammond
trio-sound van de jaren 50-60. Meestal bestaat het trio uit Enrico Crivellaro
op gtaar en de uit Hongarije afkomstige Matyas Pribojszki, één
van Europa’s beste harmonicaspelers. Maar op deze instrumentale “Cut
A Little Deeper On The Funk” zijn het gitarist Georg Jantscher en drummer
Lukas Knöpfler die het trio vervolledigen. Deze muzikanten speelden ook
op zijn cd “Boom Bello” van een jaar geleden mee. Raphael mochten
we al enkele malen ontmoeten als begeleider van één of andere
bluesgrootheid, want ook daar is hij zeer gegeerd, zo zagen we hem bij Sugar
Blue en Larry Garner dit jaar. Hij heeft een eigen energieke, frisse en indringende
sound, die hem onderscheidt van andere organisten en hem momenteel tot één
van de meest talentvolle Hammondspelers in het jazz en blueswereldje maakt.
Dat is ook wat deze nieuwe cd ons laat horen, een mix van beide, al ligt deze
keer de nadruk wat meer op het jazz element. Begint het nog met wat Stax, Motown
getinte geluiden in “Road to Detroit” met een belangrijke rol voor
het saxwerk van Sax Gordon die in King Curtis stijl mooie accenten legt over
Raphael’s Hammond B-3, daarna maken we de grote sprong van the “Motor
Town” naar “The Big Easy” in “N.O.T” of New Orleans
Thing, een groovy orgeltune vol nawlins ritmes. Titelsong “Cut A Little
Deeper ON The Funk” heeft wat improvisaties en free jazz elementen in
zich die het geheel wat moeilijker verteerbaar maken op sommige momenten, vooral
waar sax en drum mekaar tot het uiterste drijven. Gelukkig blijft het allemaal
binnen de perken en net als het dreigt uit de hand te lopen, grijpt Raphael
in en haalt alles terug binnen het ritme, dat inderdaad deep en funky is. “Ridin”
is een lekker jazzy Jimmy Smith getinte tune, met wat Georg’s gitaar in
volle vorm. “Exit Soul-Ville” is één van de mooiste
nummers met Craig Handy die ditmaal voor de elektrisch versterkte saxpassages
zorgt. Wanneer de cd afsluit met het langere “Growlin’ The Blues”
heb je spijt dat het weer allemaal voorbij is, tenzij je helemaal niet houdt
van het geluid van de Hammond B-3. Voor mij echter geen bezwaar, ik ben tevreden
dat die oude Hammond aan een come back toe is, meer en meer bluesbands en artiesten
zijn er naar aan het teruggrijpen en als je ziet hoe dikwijls Raphael tegenwoordig
op onze podia staat, als begeleider of als hoofdartiest, wijst alles erop dat
de B-3 zijn plaats terug komt opeisen. Come On, “Cut A Little Deeper On
The Funk”, Raphael!
(RON)
EUGENE
HIDEAWAY BRIDGES
Label : Armadillo Music
www.bluearmadillo.com
mail@bluearmadillo.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Dat
de uit Texas afkomstige Eugene ’Hideaway’ Bridges van alle markten
thuis is was twee jaar geleden reeds te horen tijdens zijn optreden op het Springblues
festval in Ecaussinnes en in de Banana Peel te Ruiselede, en vorig jaar in CC
de Steiger te Menen. Hij heeft naar eigen zeggen een speciale band met België,
zijn eerste optreden buiten de VS zou namelijk in ons land geweest zijn. Maar
goed, zijn optredens gaan van gospel over soul naar blues, niets is voor hem
een probleem. Net als wij vaststelden op zijn in 2000 uitgebrachte cd "Man
Without A Home" is Eugene Bridges een nomadische muzikant. Hij brengt zijn
leven door op de weg, zijn huis is waar zijn volgend optreden plaatsvindt. Elk
jaar is dat vanuit Amerika, door Europa, naar Australië en Nieuw Zeeland,
met veel stops onderweg. Geboren in 1963, Eugene is de zoon van bluesartiest
Hideaway Slim, en zijn moeder is van de Bullock familie, dezelfde als Anna Mae
Bullock, beter gekend als Tina Turner. Op zijn vijfde speelde hij reeds in zijn
vaders band in Louisiana en toen hij dertien was, had hij zijn eerste eigen
bluesband, The Five Stars. Na zijn diensttijd in Texas ontstond de eerste Eugene
Bridges Band. Na midden jaren negentig, een jaar deel te hebben uitgemaakt van
Big Joe Turner’s Memphis Blues Caravan, besloot hij toch weer een eigen
band te beginnen. Hij wordt niet met de minsten vergeleken: hij speelt gitaar
als B.B. King en heeft een stem als Sam Cooke. In 2005 verscheen het album "Coming
Home", met als uitschieters de meer soul-gerichte nummers als "In
Your Arms", "You're The One" en "How Can You Win",
maar met "Give Up On Love" was het echt genieten van een stevig potje
Texas blues. Met zijn nieuw titelloze album is Bridges nu op zijn best. Dit
is een album geworden om te ontdekken, twaalf eigen nummers die variëren
van straight blues tot verfijnde uptempo soul. Vooreerst horen we Bridges een
paar nummers solo brengen, enkel hijzelf en zijn gitaar, maar de instrumentatie
is deze keer zeer kleinschalig gehouden, hetgeen resulteert in een hecht en
professioneel geluid waartegen weinig of niets in te brengen is. Bridges laat
gewoon de hoogdagen van Sam Cooke herleven in de nummers "Baby Your Love"
en "In Your Arms Tonight" met een mooie bijdrage van Lucky Oceans
op pedal steel. Maar ook de hoogdagen van B.B. King zijn duidelijk hoorbaar
in "Love Got the Best Of Me". Voeg daarbij de twee afsluiters: "I
Can’t Wait" met Ray Wylie Hubbard op de slide en "Man And His
Guitar" met Clayton Doley op Hammond en u heeft meteen de uitblinkers van
deze toch wel verrassende CD. Normaal gezien vind ik meer mijn gading in gitarenblues,
maar dit nieuwe album van Eugene ’Hideaway’ Bridges, heeft mij van
het begin tot het eind weten te boeien… een aanrader van formaat!
JAMES "SUPER
CHIKAN" JOHNSON
SUM' MO' CHIKAN
Website
Label: Vizztone Records
CDBaby
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO 3
James
"Super Chikan" Johnson kwam uit het ei in february 1951 in Darling
Mississipi en woont momenteel vlakbij de crossroads in Clarksdale. Hij kreeg
zijn bijnaam omdat hij als peuter gefascineerd was door de kippen op het erf
van zijn ouders en probeerde hun taaltje te verstaan, en kreeg van de familie
de naam "Chikan Boy". Een naam die hij tot op heden met trots draagt.
Zijn oom, de bekende bluesmuzikant Big Jack Johnson was de aanzet voor de eveneens
muzikale interesse van James. Zijn eerste instrument was een zelfgemaakte Diddley-bo,
een snaar op een stuk hooit bevestigd, een instrument waar Seasick Steve nu
ook nog steeds gebruik van maakt tijdens optredens. Even later was James deze
echter ontgroeid en maakte zichzelf een viersnarig variant, voorzien van lollystokjes
en een tonnen blik waarmee hij, door ze te verschuiven, verschillende toonaarden
verkreeg. Maar de realiteit van de armoede in het zwarte Mississippi deed hem
zijn Diddley-bo opbergen om naar de katoenvelden te vertrekken om zich met zijn
oudere broers te vervoegen bij de oogst. Hij was negen en de tijd van spelen
was (voorlopig) voorbij. Op dertienjarige leeftijd echter kocht hij met zijn
zuurverdiende centjes een tweedehandse gitaar, die slechts twee snaren had.
Het eerste geluid dat hij eruit haalde was (wat dacht je) het gekakel van kippen.
Zijn eerste invloeden kwamen van Jimmy Reed, Elmore James en Lightnin' Hopkins.
Vooral Jimmy Reed's stijl, die hij op zijn twee snaren 't best aankon beviel
hem nog het meest. Na zijn periode van katoenplukker kreeg hij een job als vrachtwagenchauffeur
en tijdens deze lange ritten kwamen zijn eerste songteksten, die hij tijdens
zijn rustpauzes noteerde in zijn notaboekje. Langzamerhand begon hij met optreden,
eerst als sideman bij Frank Frost, Sam Carr en Jackie Brenston. Maar uiteindelijk
was de drang om zijn eigen ding te doen te groot en hij wou zijn eigen muziek
maken. Het notaboekje kwam terug boven en James wist dat hij zijn eigen stijl
moest vinden. Hij wou geen imitator zijn. Hij ontdekte ook zijn talent als schilder,
maar wou geen gewoon canvas gebruiken en bedacht een nieuwe manier om gitaren
te bouwen. Hij gebruikte lege gas canisters, die hij ombouwde tot gitaren, die
hij beschilderde, elk op een unieke wijze, er zijn er geen twee identiek. Hij
noemt ze Chickantars. Met zijn debuut "Blues Comes Home To Roost"
trok hij meteen de aandacht en de opvolgers "What You See" en "Shoot
That Thing" bezorgden hem de W.C Handy Award voor "Best New Blues
Artist". Tot dan was Chikan's uitspraak: I'm left brained, left minded,
left eyed, left handed, and left out." Dat laatste mocht hij vanaf dan
wel vergeten. James is vooral bekend voor zijn humoristische kijk op alles,
en blijkt een zeer innemende vriendelijke kerel te zijn, iets wat we zullen
merken als we hem mogen interviewen binnen enkele weken. De cd begint met een
bewerking van Freddie King's "Hideway", hier omgedoopt tot "Freddie's
Thang" en al dadelijk voorzien van zijn handelsmerk, gekakel op gitaar.
"Hookin' Up" zoals je kan verwachten, laat ons een op John Lee Hooker
boogie ritme verteld verhaal horen, vol humor met echte jodelpassages erin verwerkt.
Origineel is het minste wat je ervan kan zeggen. "Full Moon Blues"
is een knappe blues met James' gitaar op de voorgrond. Het hoogtepunt is echter
"Sippi Seekan' Saw" waar James gitaar de Hounddog Taylor toer opgaat.
Verdergaande op de songs op deze origineel klinkende, van veel humor doordrenkte
cd, zal het optreden op het (Ge)varenwinkel Blues festival ongetwijfeld één
van de hoogtepunten worden die dag.
(RON)