SHOOTER JENNINGS - BLUE HIGHWAYS UTRECHT 21 APRIL 2007

Als zoon van countrylegendes Waylon Jennings en Jessi Colter was Waylon Albright “Shooter” Jennings voorbestemd om zijn levensdoel in de muziek te verwezenlijken. Hij bracht in 2005 het album “Put The O Back In Country” uit en eind vorig jaar volgde dan een tweede CD “Electric Rodeo”. Live treed hij op met zijn 3 vrienden van de band : the 357’s. Hij speelde onlangs de rol van zijn eigen vader in de succesvolle biografische film “Walk The Line” over het leven van Johnny Cash en hij heeft een eigen country-radio show in Amerika.

Op Blue Highways was voor Shooter Jennings & the 357’s een hoofdact voorzien die hij - omwille van het late uur weliswaar voor een afgeslankt publiek - volledig waarmaakte. Rootstime kon hem voorafgaand aan het optreden strikken voor een exclusief interview.

Dit is jullie eerste optreden in Europa, Shooter. Jullie toeren 2 weken doorheen alle Europese landen. Kijk je er naar uit en wat zijn je verwachtingen van deze tournee?

We zijn gisteren allemaal in Amsterdam geland. Ik zat in Londen, Ted was bij zijn familie in Parijs en de anderen vlogen over vanuit Los Angeles en New York. Ik ben wat opgewonden en gespannen maar ik verheug me echt op deze tour. Ik weet niet wat we van deze reeks optredens mogen verwachten. Ik veronderstel dat er heel wat fans van mijn vader op ons af zullen komen. Ik hoop alleen dat ze hier vanavond zullen blijven want we staan wel erg laat geprogrammeerd. We hebben een zeer afwisselende show in mekaar gestoken met hardere rockmuziek, country, een echte mix van diverse genres. Maar we weten ook dat er in Europa altijd veel beter naar de muziek geluisterd wordt dan in Amerika. We hebben er dus wel vertrouwen in.

Word je al dat toeren niet een beetje beu? Je hebt dit eigenlijk al je hele leven gedaan als kind van 2 beroemde ouders.

Nee, ik hou er nog altijd van. Het is natuurlijk allemaal wat meer stresserend en je moet steeds trachten om een goede balans te houden tussen je privé-leven en het hectische leven op tournee.

We hebben straks al een interview gedaan met Ted Russell Kamp, één van The 357’s, je begeleidingsgroep. Je hebt zelf ook meegezongen op een nummer van zijn laatste soloalbum “Divisadero”. Hoe heb je die groepsleden eigenlijk gevonden : bassist Ted Kamp, gitarist Leroy Powell en drummer Bryan Keeling?

Het is een beetje raar gegaan. Ik had al 7 jaar een andere groep Stargunn die we in maart 2003 ontbonden. Ik had toen net wat muziek voor nieuwe nummers bij elkaar geschreven. Ik heb in die tijd een aantal optredens samen met mijn moeder gedaan en tijdens één van die shows was de drummer ziek. Bryan was de invaller. Toen ik hem zag spelen dacht ik : man, die drummer wil ik in mijn groep. Toen Stargunn ermee ophield heb ik hem gebeld. Hij is zo goed, hij drumt met een enorme power. Hij is de luidste drummer die ik ken. Leroy werd me voorgesteld door een vriend. Hij speelde in restaurants om aan de kost te komen. Onze muzikale interesses in country en rock lopen volledig synchroon. Onze passies zijn gelijk. Het was Leroy tenslotte die me zei dat als we ooit een nieuwe bassist moesten recruteren, we absoluut eens naar Ted moesten gaan luisteren. Zo geschiedde en sindsdien willen we de band eigenlijk niet meer verder uitbreiden omdat we zo goed op elkaar ingespeeld zijn.

Je eerste CD “Put The O Back In Country” was meteen goed voor een vlotte verkoop.

Ja, we verkochten er 400.000 stuks van, net niet genoeg voor een gouden plaat in de States.

Heeft dat succes extra druk op jullie gezet voor de opvolger?

Nee, toch niet. Ook omdat we eigenlijk nog niets verkocht hadden van de eerste CD toen we een deal sloten met een platenfirma. De eerste CD was opgenomen in februari 2004. Het uiteindelijke platencontract was er in juni 2004 en het album verscheen pas officieel in maart 2005. Electric Rodeo was toen al haast volledig opgenomen wanneer de eerste CD een succes begon te worden tot onze eigen verbazing.

We hadden voor onszelf een heel andere toekomst voorspeld die niet echt helemaal is uitgekomen. We dachten dat Electric Rodeo echt heel groot ging worden, maar dat gebeurde niet, ook omdat we geen echte single hadden uitgebracht die in de hitlijsten terecht kon komen. Daardoor kregen we te weinig airplay bij de gespecialiseerde radiostations. Tot op heden verkochten we van Electric Rodeo ongeveer 250.000 stuks. En we hebben net het derde album afgewerkt. We hebben tussendoor zowat 400 keer opgetreden en zijn dus veel meer op elkaar ingespeeld, wat je ook aan de nieuwe songs kan horen.

Is het derde album in hetzelfde genre?

Toch wel, maar voor mij is het een slimmere en meer volwassen plaat geworden met blazers en meer background vocals. Er zitten echte countrysongs bij maar ook hardere muziek. Leroy speelde voor het eerst eigenlijk meer steelgitaar dan gewone gitaar.

In je vorige band speelde je meer hardere muziek?

Ja, het ging om hardrock, southern rock en countryrock. We speelden ook veel meer covers.

Ik speelde wat piano hetgeen ik nu ook nog doe. Ik was toen enkel zanger in Stargunn en speelde geen gitaar in de groep.

Kon de muziek van je vader waar je mee opgroeide je altijd al bekoren?

Ik heb er altijd heel veel van gehouden. Ik heb percussie en keyboards met hem gespeeld. Het heeft wel lang geduurd eer ik in de countrymuziek thuis was. Ik was meer in rock’n’roll en heb me langzaamaan in andere genres en in de geschiedenis van de countrymuziek zitten verdiepen. Ik ben nu een echte muziekfreak en heb thuis ontzettend veel CD’s in alle mogelijke genres. Mijn IPod zit vol van allerlei soorten muziek.

Je hebt ook de rol van je eigen vader gespeeld in de biografische film “Walk The Line” over het leven van Johnny Cash. Hoe heb je dat ervaren?

Het was echt wel een rare ervaring. Ik deed een auditie en ze wisten toen niet wie ik was. Eerst was Billy Ray Cyrus de kandidaat bij uitstek voor de rol van mijn vader. Hij was een vriend van mijn vader en hij is een echte prachtkerel. Hij zei me dat de rol echt op mijn lijf geschreven was en dat ik auditie moest gaan doen. Ik zei dat ik geen acteur was, maar ik heb de auditie toch gedaan. Eerst wilden ze mijn haar afsnijden en toen ik dat aan mijn vriendin vertelde zei ze dat ik maar best kon weggaan. Maar het is allemaal toch nog in orde gekomen met een pruik. Het was wel een beetje angstaanjagend want alle anderen op de set waren echte acteurs en ik wist nog niet eens hoe ik er moest aan beginnen.

Je hebt ook je eigen radioshow “Shooter Jennings’ Electric Rodeo” op Sirius Satellite Radio’s Outlaw Country Channel. Wat voor muziek speel je in die show?

Er zijn niet veel nieuwe bands die aan bod komen. Ik speel voornamelijk oudere songs en muziek die mij beïnvloedt zoals Hank Williams Sr. en Jr. , George Jones, Merle Haggard, Willie Nelson en er is ook een vaste rubriek waarin ik telkens 3 nummers van mijn vader speel. Maar ook Leroy en Ted, The Beatles en Rory Gallagher worden soms gedraaid. Onlangs zette ik de autobiografie die mijn vader ingesproken had over zichzelf op muziek van Vangelis uit de soundtrack van de film Bladerunner. Het is satellietradio, dus iedereen met een fatsoenlijke satelliet kan er naar luisteren. Ik weet niet hoeveel mensen naar het programma luisteren. Ik krijg wel een heleboel e-mails van luisteraars die dikwijls naar rariteiten uit mijn vaders’ repertoire vragen.

Jij en Bob Dylan hebben dus een eigen radioshow. Je bent in goed gezelschap.

Daar hou ik ook enorm van. Bob leert je echt begrijpen welke artiesten en welke songs belangrijk zijn geweest voor de ontwikkeling van de hedendaagse muziek.

Nog een afsluitende vraagje. In eerdere interviews heb je gezegd dat je van jezelf vind dat je nog over onvoldoende songschrijverscapaciteiten beschikt. Waarom schrijf je dan toch je eigen nummers?

Het gaat intussen al wat beter. Ik schrijf heel veel en ik hou er ook van, maar het is eigenlijk altijd een gevecht geweest om songs op papier te krijgen. Soms heb je een nummer in enkele minuten of uren klaar zoals bijvoorbeeld “The Song Is Still Slipping Away” of “Sweet Savannah” van onze eerste CD. En een andere keer duurt het eeuwen voor de song af is. “Bad Magick” op “Electric Rodeo” duurde zelfs zowat 4 jaar om af te geraken. “Daddy’s Farm” op de eerste CD nam bijna 3 jaar in beslag om te worden wat het finaal geworden is. Er wordt steeds opnieuw gewijzigd en verbeterd, maar de tevredenheid is dan wel het grootst als het uiteindelijke doel bereikt is. Ik ben toch nog helemaal geen Bob Dylan. Muziekarrangementen schrijven gaat vlotjes, maar de teksten bezorgen me vaak slapeloze nachten. Soms hoop ik echt dat het altijd allemaal zo verloopt als bij de nummers die er vlotjes uitvloeien.

Jullie touren en treden wel heel veel op. Nu 2 weken In Europa en dan terug naar Amerika waar je meteen weer de podia beklimt en gewoon verder optreedt.

Ja, we hebben echt wel veel opgetreden de laatste tijd. Vorig jaar hebben we 200 dagen rondgereisd voor optredens. Dit jaar zal het wat minder zijn maar voor volgend jaar vliegen we er weer volop in. De nieuwe CD zal in Europa en Amerika tegelijkertijd worden uitgebracht in September 2007.

Produceer je je eigen CD’s?

Nee, daarvoor hebben we Dave Cobb die alle 3 albums voor zijn rekening heeft genomen. Ik vind hem een fantastische kerel. Eigenlijk hebben we allemaal een beetje onze eigen inbreng in de productie van elke CD maar Dave maakt er een beluisterbaar geheel van. Hij heeft altijd de beste ideeën voor wat betreft muzikale arrangementen.

Bedankt voor het interview. Veel succes met het nieuwe album en geef ons vanavond maar een goede show. Tot een volgende keer in Europa.

(valsam)