SIR OLIVER MALLY - BINKOM BLUES - 20 SEPT. 2008

Men vertelt dat de “Sir” in je naam gerelateerd is aan Elvis Presley. Hoe komt een jonge Oostenrijkse man in contact met één der groten als Elvis?
Eerlijk gezegd, ik heb dit meegekregen door de opvoeding van mijn ouders. De muziek die thuis gedraaid werd, was die van “De King”. Mijn vader is een grote fan van deze artiest eveneens van Ray Charles en Randy Newman.
Eigenlijk is het voorzetsel “Sir” bedoeld geweest als een grap. Het wordt nu door iedereen zo gebruikt en ik zal verder door het leven gaan als Sir Oliver.

Er is een diversiteit aan muzikale invloeden in de nummers die je brengt. Word je beïnvloed door de personaliteit van de muzikant, diens muziek of is het een combinatie van beiden?
Mijn aandacht gaat voornamelijk naar de personaliteit van de muzikanten, de manier waarop zij hun muziek naar voren brengen. Eén van de voorbeelden is Steve Earle, hij maakt de muziek volgens zijn gevoel en denkt niet na over het genre. Het maakt hem niet uit of het nu rock, country of een ander genre is. De muziek die deze muzikanten uitbrengen is niet onderverdeelbaar in één categorie. Dat vind ik zo bijzonder aan het schrijven van een nummer.

De prachtsong ‘Green Light/Red Light komt op twee albums voor, ook op het laatste Candystore Blues.  Appelleert dit ergens ook aan je persoonlijke aard? Het twijfelen tussen doorgaan, halt houden, kritisch zijn of tolerant….. ?
Het is inderdaad een nummer dat mij perfect omschrijft. Ik denk dat ieder van ons deze gevoelens heeft. Het nummer beschrijft ook de liefde, het verlies en de moed vinden om steeds opnieuw door te gaan. Ik ben trots op deze song, het is niet makkelijk om via muziek deze gevoelens te omschrijven en ik ben erg gelukkig dat ik hierin ben geslaagd.

Je humor is blijkbaar onverwoestbaar. Op elk album hoor ik wel een staaltje van je typische eigenheid om kritisch tegen mensen en toestanden aan te kijken. Een overgeërfde karakteristiek of iets dat in jezelf hebt ontdekt en ontwikkelde?
Mijn ouders hebben dezelfde humor en ik kan mij daar erg goed in vinden misschien is het wel genetisch bepaald. Humor is iets persoonlijks, het is een leerproces waarbij je uit ondervinding de juiste zin op het juiste moment weet naar voren te brengen. Het ideale moment afwachten is cruciaal opdat je grap als geslaagd overkomt.

Op ‘Candystore’ komen nummers voor waarop de melodie en tekst blijkbaar zo maar uit de lucht komen gevallen, letterlijk en figuurlijk zoals ‘Fallen Angel’. Heb je daar een uitleg voor? Tovermiddel, truckje, aspirine….
Al lachend vertelt “Sir Oliver” dat er geen aspirine aan te pas komt, enkel de zon op een zomerse namiddag is voldoende om dit nummer te schrijven. Het nummer is zowaar geschreven op een kwartiertje tijd. Dit is een idealistische situatie, vaak heb ik twee jaar nodig om een nummer af te werken.

Wat boeit je bij singer-songwriters als Townes Van Zandt en Steve Earle dat je toch ook hun covers inlast, al zit jezelf blijkbaar nooit met inspiratie verlegen?
Toen ik een nummer van Townes Van Zandt op de radio hoorde was ik geïmponeerd, het geheel vloeide fantastisch in elkaar, zo harmonieus. Ik ben meerdere nummers van deze personen gaan beluisteren en was geboeid. Ze brengen met een paar simpele akkoorden een serene sfeer tot stand, het is fascinerend. Door de eenvoud van het gitaarspel komt de tekst echt tot zijn recht binnen het nummer. Er wordt één vloeiend geheel gevormd en daardoor ben ik gepassioneerd over dit type van muziek. In het begin van je carrière wil je alle capaciteiten en kunstjes tonen maar naarmate je groeit als artiest, streef je naar meer diepgang. Als je solo het podium betreedt, heb je geen medemuzikanten die je kunnen bijstaan, je moet zelf een sfeer creëren en deze gedurende twee uur trachten te behouden. Je moet dapper zijn om alleen het podium te betreden!

Mensen die i.p.v. in actie te komen er alleen over praten.. liggen je blijkbaar niet. Heb je daar negatieve ervaringen mee?
Ik ben een cynisch persoon, om frustraties te vermijden focus ik mij op mensen die tot actie overgaan.

Terugkijkend op zowat 20 albums en meer, verkies jij het werken met een band, of solo?
Een mix van beiden. Ik deel mijn optredens soms op in drie onderdelen, één deel als soloartiest, een derde speel ik samen met de keyboard speler en het laatste derde wordt vertolkt door de ganse band. Een mengvorm van solo en band is noodzakelijk voor mijn welbehagen. Moest ik enkel als soloartiest optreden dan zou ik me niet compleet voelen. Door de week treed ik op als soloartiest omdat het moeilijk is om de band bij elkaar te krijgen. Een goede manager, die de bluesscène kent is belangrijk voor het groepsgevoel en het voortbestaan van een band.

Bij het album ‘So What’ viel me het prachtspel op van Martin Gasselberger, die zelf enkele Cd’s op zijn naam staan heeft. Kan je iets vertellen over die samenwerking, en hoe de meer jazzy georiënteerde Martin aansloot bij jouw muziek?
Het was een simpele, makkelijke samenwerking. De Cd is opgenomen op één dag tijd. Het is een geweldige muzikant die de muziek echt beluistert. Hij kan erg verschillende muziekstijlen aan zoals klassiek, jazz, enz… . Op mijn album is zijn inbreng een meerwaarde maar toch niet overheersend ten opzichte van het geheel.

Op Candystore open je met “You Can’t Beat The Devil’. Toch heb ik de indruk dat jij het af en toe toch probeert. Is dat de bluesman in jou die rebelleert?
Ik bestrijd de Duivel continu zegt “Sir Oliver” al luidkeels lachend. Iedereen heeft zijn eigen demonen, als je de wil verliest om het op te nemen tegen hen dan verlies je de levenslust om verder te gaan. Het is een nummer dat je met een knipoog zegt dat je het heft in eigen handen moet nemen. Je moet je eigen dromen en idealen nastreven om het te maken in deze wereld.

Als je terugkijkt op je carrière die volgens mij nog altijd steil opwaarts gaat, zijn daar zaken die je anders had gewild?
Eigenlijk niet. Of toch, soms had ik iets meer kunnen oefenen maar dan had ik bepaalde nummers niet opgenomen op CD. Algemeen beschouwd ben ik tevreden over mijn opgenomen CD’s, de mensen die ik daardoor heb ontmoet en met wie ik totnogtoe heb samengewerkt. Ik heb geen spijt van de zaken die ik tot op heden heb verwezenlijkt.

Singer-songwriters hebben soms een song die een speciale plek inneemt in hart, geest of muzikale mood. Zijn er zo’n geesteskinderen die je door dik en dun wil koesteren?
Oh man, heb je een uurtje want dit gaat me wel een lijstje worden zegt Oliver met de glimlach. Ik zal er enkele opnoemen: “Christmas Time in Washington”, “No place to Fall”, “Goodbye”, enz… . Dit zijn nummers of albums die je een energiestoot geven wanneer je in een dipje zit. Ze zullen je problemen niet oplossen maar je kijkt misschien anders tegen het probleem aan na het beluisteren van je favoriete muziek. Mensen gaan het niet geloven maar ik ben ook een enorme fan van de “Sexpistols”, “Nirvana” en andere funk - en rock groepen. De manier van spelen toont aan dat deze mensen lef hebben.

In “So What If “ zing je ergens ‘we’ll climb the highest mountain till we touch the sky’ .. Hoe hoog wil jij reiken in jouw muziek?
Ik denk niet echt in die termen, iedere kans die zich aandient moet je met beide handen grijpen en je moet er het meeste trachten uit te halen. Je weet nooit wat de toekomst je zal brengen. Begin volgend jaar ga ik met de band een nieuwe CD opnemen deze zal blues bevatten net als funky dingen, enz… . “The Sky has no limit” is een gezegde wat voor mij van toepassing is.

Op de joke ‘The Grammy Song’ schop je wellicht tegen de schenen van de heren uit de  muziekbusiness. Zij bekronen songs ‘out of tune’ en je geeft er een persiflage op met gefluit enz. Je verwijt hen ook de hypocrisie.. Eigen ervaringen?
Zeker wel. Soms hoor je bands en muzikanten de hele dag op de radio en dan stel je bij jezelf de vraag waaraan zij deze kans hebben verdiend. Vaak hebben deze muzikanten amper 10 optredens gegeven voor een publiek. De radio’s hebben het monopolie over de muziek die ze uitzenden. Ze verdienen veel geld door de uitbuiting van deze minder getalenteerde muzikanten, dat maakt je kwaad en geeft je een gevoel van machteloosheid. De muziek die ik bijvoorbeeld inzend wordt niet gedraaid en fel bekritiseerd omdat ik niet instem met de contractuele voorwaarden die zij stellen, de voorwaarden die soms gelijk zijn aan uitbuiting. Het draait allemaal om bedrijvigheid en geld en niet om de muziek zoals het zou moeten.

Heb ik het mis als jij met je sad songs ‘Another say goodbye’, ‘her picture’, ‘Sleep Well My Love’ ook al wat schaduwzijdes van het leven hebt doorgewandeld? Of is dat de melancholie van een Oostenrijker die zijn bestemming nog zoekt?
De laatste 15 jaren van mijn privé leven zijn wel te vergelijken met een waterloop, dramatisch soms.

Door wie werd je voornamelijk beïnvloed tijdens je muzikale carrière?
Na een lange denkpauze volgen er verschillende namen zoals Jimy Hendrix, Albert King, Robert Jones, enz… . Ik hou voornamelijk van hun personaliteit zoals ik al eerder vermeldde en deze hebben de grootste indruk op me achter gelaten. Ik hou ook erg veel van The Rolling Stones en The Beatles.

Zijn er muzikanten uit de jongere generatie waarvoor je bewondering hebt?
Ik ken niet zoveel bands met jonge muzikanten, misschien John Mayer. Ik hoor jongere muzikanten vaak op de radio en ze klinken allemaal gelijk, er is weinig vernieuwing te bespeuren. Muziek betekent toch het vinden van een eigen “sound” en daar slagen de jongeren niet allemaal in.

Allerlaatst, wil ik je vragen om je eens in mijn plaatst te stellen. Mocht jij een reporter zijn wie zou je dan willen interviewen en wat zou je willen bevragen?
Ik zou vragen waar Lee Harvey Oswald zich bevindt nu we hem nodig hebben, zegt “Sir Oliver” hilarisch.
Ik heb geen vraag ik het bijzonder. De grote hamvraag voor iedereen die mij kent is: “Why not?”. Iedereen stelt mij steeds de vraag waarom ik dit of dat doe en mijn vraag aan hen is; waarom zou ik het niet doen.

met dank aan Marcie bij het mede opzoekingwerk van de vragen.

Meer foto's op: Lady Blue
Blueswalker