GREAT LAKE SWIMMERS - STUK LEUVEN - 03.05.2007

Great Lake Swimmers is de Canadese singer-songwriter Tony Dekker, afkomstig uit Toronto, Ontario. Samen met gitarist Erik Arneson op banjo en gitaar en Colin Huebert op drums touren ze regelmatig door Europa waar zij hun grootste bekendheid genieten. De band is uniek in het genre te noemen en heeft eind maart 2007 hun derde album "Ongiara" uitgebracht, opgenomen in een meer dan 100 jaar oude gebouw : Aeolian Hall in London, Ontario. Ook voor hun eerste album "Great Lake Swimmers" uit 2003, opgenomen in een graansilo en opvolger "Bodies And Minds" uit 2005, opgenomen in een kerkje, gebruikten Great Lake Swimmers een aparte lokatie. De Rootstime-bespreking van “Ongiara” kon je al lezen in maart (zie archief). De groep trad op 3 mei in Kunstencentrum Stuk in Leuven op en wij hadden de eer om het volgende interview te hebben met het engelachtige stemgeluid en de stuwende kracht van Grate Lake Swimmers, Tony Dekker.

Tony, welkom in België. Jullie zijn een regelmatige gast in Europa en vooral in ons land. Waarom denk je dat de groep zo succesrijk is in België?

Ik heb er geen echte verklaring voor. Het is fijn om terug in het land te zijn en opnieuw op tournee te mogen zijn in Europa. We zijn hier altijd heel graag. We traden gisteren op in 4AD in Diksmuide en daarvoor hebben we ook nog 8 keer opgetreden in Engeland.

Doe je dat graag zo op tournee gaan of is het eerder een noodzakelijk kwaad bij het uitbrengen van een nieuwe CD?

Ik probeer nog altijd om me er comfortabel bij te voelen en probeer de juiste balans te vinden tussen het opnemen van een album en de songs te brengen voor een live publiek. In het begin voelde ik me helemaal niet op mijn gemak bij optredens, ik was te nerveus. Maar nadat we zo vaak hebben opgetreden ben ik er in geslaagd om mijn zenuwachtigheid wat beter te verbergen. Ik ben van nature eigenlijk geen extravert persoon en ik doe dit ook niet voor mijn ego. Ik doe de tournee met de groep en dan is een beetje extravert gedrag toch wel nodig. Ik begin er mettertijd wat beter in te worden.

“Ongiara” is jullie derde album. Op welke wijze verschilt het van de twee vorige? Of vind je dat er niet zoveel verschil is?

We hebben onze stijl niet echt aangepast. We spelen nog steeds geen heavy metal. Ik ben ook in de toekomst niet van plan veel te wijzigen, maar ik vind wel dat we opnieuw een stap vooruit gezet hebben met meer ervaring en vakmanschap in het schrijven van de nummers. Maar we blijven trouw aan onze akoestische sound en blijven veel aandacht behouden voor de teksten.

Hoe moeilijk is het om steeds weer nieuwe songs te schrijven die toch anders moeten zijn dan de vorige?

Ik had voor de songs op dit album geen algemene visie of schema in gedachten. Het is een voortzetting van hoe ik eerder schreef, gebaseerd op gevoelens. Ik schrijf niet over één onderwerp maar voel het eerder aan als een volgende stap voorwaarts.

Ik las op je website dat de fantastisch mooie Canadese natuur en de landschappen als inspiratie dienden voor “Ongiara”.

Die thema’s zijn er altijd al geweest, maar ze kwamen nu wel meer aan de oppervlakte toen ik deze songs schreef. Het was niet echt zo bewust gedaan. We hadden veel gereisd doorheen verschillende omgevingen en landschappen. Het was eigenlijk meer een wisselwerking tussen ons en de omgeving.

Dit is al de derde CD die jullie in een historische omgeving hebben opgenomen in plaats van in een studio. Hou je niet van studio’s of waarom zoek je steeds naar die speciale oorden?

Ik ben echt niet graag in studio’s. Ik vind ze niet alleen artificieel maar eerder doods. Ze doden alle creativiteit. Ik ben veel liever in een ruimte met karakter omdat ik voel dat dit me beter helpt presteren en beter helpt zingen. En het voegt net dat ietsje extra toe aan de opnames wat je in een gewone studio niet zal bereiken. Als ik zo een studio zou kunnen vinden, zou ik daar wel kunnen opnemen. Maar meestal zijn het toch zeer steriel plaatsen zonder omgevingsgeluiden of zo. Ik heb me eigenlijk nooit goed geamuseerd in een echte studio.

Nemen jullie de songs dan ook meestal live op of maak je toch enkele try-outs en ga je dan mixen?

We nemen elk nummer wel vele keren op en werken het vaak wat bij tot het klinkt zoals we het willen. Meestal belandt er dan toch een “one-take”-opname op het album, maar soms moet ik er nadien toch wel wat arrangementen en mixen bijvoegen om het geluid te verkrijgen dat ik nastreef. We nemen altijd veel meer songs op dan we finaal overhouden. Het is bijna altijd een eliminatieproces om tot de uiteindelijke nummers te komen die op het album belanden. Het is een creatieve beslissing geweest om onze songs op te nemen in plaatsen die een eigen gevoel of een eigen leven uitstralen omdat ze meestal ook een eigen geluid hebben. Maar het is zeker niet zo dat het kiezen van dergelijke ruimtes een absolute noodzaak is. Ik voel me er gewoonweg goed bij en dus hebben we het ook voor deze CD opnieuw gedaan.

Als ik naar de CD luister vind ik dat er meer uptempo-nummers op staan dan op de eerdere albums. Wat minder emotionele muziek en droefheid. Was dat een bewuste keuze of overkwam het je gewoon?

Ik vertel soms tijdens optredens dat elk van ons in zijn leven wel eens door moeilijke en harde tijden gaat. En sommigen schrijven daar dan songs over. Die songs blijven dan ook nadien aan je kleven. “Your Rocky Spine” op dit album is bijvoorbeeld een vrolijker nummer en toch bevat het nog veel passie en melancholie, maar het is meer vooruitzien dan terugblikken. Er zitten meer positieve gevoelens in dat nummer.

Voor dit album heb je ook assistentie gekregen van een reeks andere muzikanten. Was daar een speciale reden voor en hoe heb je die mensen geselecteerd?

Dat is zeker een belangrijke wijziging ten opzichte van de vorige albums. Ik ben meestal wel in mijn eentje bezig. Maar bij enkele van de nieuwe nummers heb ik mijn verbeelding de vrije loop gelaten om uit te maken hoe die songs zouden moeten klinken. En bij deze nummers vond ik dat er soms wat meer instrumenten moesten toegevoegd worden. De muziek moet vooral altijd ten dienste staan van de song. Als een nummer goed is met stem en gitaar dan moet je er echt niets aan toevoegen. Maar als de song beter wordt door er bijvoorbeeld pedal steel of strijkinstrumenten aan toe te voegen, dan ga ik naar de mensen die ik ken in de muziekwereld die volgens mij het best deze instrumenten kunnen bespelen voor onze plaat. Het zijn allemaal Canadese muzikanten die ik al een tijdje kende en die in de buurt waren tijdens de opnames.

Als je CD-besprekingen over albums van Great Lake Swimmers leest valt het steeds weer op dat je vergeleken wordt met mensen als Nick Drake, Neil Young, Mark Kozalek. Vind je van jezelf dat je in die categorie thuishoort of vergelijk je je muziek ook met die van deze artiesten?

Ik vind niet dat ik iets probeer te doen dat zij al deden. Het hele proces is voor mij nog altijd even mysterieus. Ik probeer mijn verhaal op mijn manier te brengen. Ik denk niet dat er één artiest is die zegt dat hij probeert te klinken als Neil Young. Maar als je je songs op een gelijkaardige wijze brengt dan is het logisch dat men je in een hoekje probeert te duwen. En dat kan ik best begrijpen en ik kan er ook best mee leven. Ik wil echter niet zo arrogant zijn om mezelf in hun categorie te plaatsen. Er zijn toch wel ergere dingen dan vergeleken te worden met zo’n grote namen.

Een paar weken geleden spraken we met Joe Ely en hij zei dat hij in de periode dat hij songs aan het schrijven was nooit naar muziek van anderen luisterde omdat hij bang was dat hij onbewust iets zou stelen van anderen. Doe jij dat anders?

Ik luister ook niet naar muziek van anderen als ik schrijf. Maar tegelijkertijd gebruik je alle beschikbare middelen om nieuwe nummers te schrijven en je eigen verhaal te brengen. Wie of wat is er nog echt origineel? Wie heeft er bijvoorbeeld het “G-akkoord” uitgevonden?

Als je songs schrijft schrijf je ze dan uit op papier of zet je ze op een bandrecorder als demo om ze later te bewerken?

Soms beiden. Sommige nummers zijn meteen van bij de eerste opname juist zoals ik ze neergeschreven heb. Anderen vereisen echter nog heel wat bijkomend werk om de juiste woorden te vinden en ze te polijsten.

Nu verder op tournee. Na Europa terug naar Canada en Amerika?

We hebben Canada reeds achter de rug. De CD is eerst in Canada uitgekomen en we hebben daar gedurende 2 weken getoerd als promotie voor dit album. Net voor we naar Europa vertrokken hebben we onze CD-release in Toronto gehouden en we hebben er ook 2 keer opgetreden in een kerk. Daarna zijn we voor 2 weken naar Engeland gegaan en nu zitten we in België. Europa zal een maand in beslag nemen en daarna gaan we nog een maand touren in Amerika. En dan terug naar huis.

Zijn er al plannen voor een nieuwe album? Ben je er al mee bezig?

Ik ben al begonnen met er over na te denken, maar er zijn nog geen concrete plannen voor het ogenblik.

Wanneer ga je je eerste rock’n’roll-song schrijven?

Wellicht nooit.

Je voelt je geen schrijver van rock’n’roll-songs?

Wel, eigenlijk is dat voor mij geen echte uitdaging. Ik denk dat ik het wel zou kunnen schrijven op een goede manier. Soms lijkt het mij ook simpeler om rock’n’roll-muzikant te zijn. Het is zoals in de song van Gillian Welch “I Wanna Sing That Rock’n’Roll”. Voor mij is de uitdaging echter veel groter om stillere muziek te schrijven en er de juiste geluiden en woorden voor te vinden dan gewoon de versterker op 11 te zetten en lawaai te maken.

We zullen er vanavond eens goed naar luisteren. Ik wens je een leuke show toe en hoop je spoedig terug te zien in België. Bedankt voor dit interview.

Tony & valsam