|
|||
|
We hadden het over dit boek al enkele weken geleden, in onze recensiekolommen, maar, vermits we ook wel in beetje nostalgisch aangelegd zijn, vonden we dat er nog wat meer over dat boek gezegd mocht worden en dus trokken we op een ongelooflijke slecht weernamiddag naar de Antwerpse Melkmarkt, waar we afgesproken hadden met de twee Heren, die dit boek maakten. En zie, ze kwamen nog opdagen ook en toen ontrolde zich het hierna volgende gesprek: Ik moet mij, bij wijze van intro, in beetje excuseren tegenover jou, Tom, omdat ik in mijn recensie nogal veel de aandacht op Felix gelegd heb, terwijl dit, zo zegt hij mij, in simpel geval van 50/50-verdeling was. Bij deze dus. Tom: We hebben elkaar leren kennen toen ik nog voor Gazet van Antwerpen werkte en ik maakte toen een reeks over de muziekgeschiedenis van Antwerpen. De marketingafdeling van de krant koppelde aan die reeks het voornemen om de eerste LP van Ferre Grignard heruit te geven en zo zijn we bij Felix aanbeland. Die samenwerking beviel ons beiden prima en in de nawerking daarvan, zijn de eerste prille plannen gesmeed om “iets” te doen rond de Antwerpse muziekscene. We wisten toen absoluut nog niet dat we rond dit café zouden gaan werken, maar plots doken de geruchten op dat De Muze de deuren zou moeten sluiten en beseften wij dat we al de fantastische verhalen die over dit café de ronde doen en deden, moesten vastleggen en bewaren voor het nageslacht. Uiteindelijk is De Muze weliswaar opengebleven, maar de verhalen zijn niet veranderd en verdienen gehoord en gelezen te worden en dus is er, zowat in jaar na de geruchten over de sluiting, nu het boek gekomen. Hebben jullie zelf één of andere binding met dit huis? Of was het puur op grond van de noodzaak om het verhaal ervan te vertellen, dat je er uiteindelijk aan begonnen bent? Felix:Ik ben van 1963, en dus eigenlijk te jong om de begindagen meegemaakt te hebben, maar ik kwam hier wel al toen ik 15 of 16 jaar was en je nog de “oude”, vuile Muze had, met haar volgekliederde muren en haar heel apart sfeertje. Als ik dat goed begrijp, is dit een beetje een positieve en een negatieve motivatie tegelijk? Jawel, maar ook meer algemeen kun je alleen maar vaststellen dat er bedroevend weinig geschreven is over de Antwerpse kunstscene. Er is links of rechts wel een scriptie verschenen over delen van die scene, maar een echt boek is er bij ons weten niet. Daar wou ik het net over hebben, Tom: je zei daarnet dat je voor GvA in reeks over de rockscene gemaakt hebt. Is dit boek dan misschien een begin of een volgende stap in iets wat er misschien nog zit aan te komen? Goh, we hebben wel in paar ideetjes, maar meer dag “vage plannen” zou ik dat momenteel nog niet noemen. Eerst de respons op dit boek maar even afwachten. Je zei ook dat je heel veel mensen had kunnen interviewen en geïnterviewd hebt, maar hoe ben je uiteindelijk gaan selecteren wat er in het boek kwam of niet? Het spreekt vanzelf dat we bij het begin begonnen zijn en dus bij Tone Pauwels uitkwamen. Van daaruit ging het allemaal heel organisch: wij hadden met hem meerdere gesprekken en als vanzelf gaf hij ons dan contactnummers of coördinaten door van mensen die, naar zijn gevoel of in zijn herinnering, meer konden weten over bepaalde dingen die tijdens die gesprekken aan bod waren gekomen. En zo rol ja van het ene gesprek in het andere. Natuurlijk: een aantal sleutelfiguren uit de beginperiode zijn niet meer onder ons of hebben wat problemen met hun geheugen, maar toch: aan directe bronnen is er geen gebrek en in totaal hebben we zo'n 45 mensen geïnterviewd, wat ruimschoots voldoende stof opleverde voor een boek dat, naar ons gevoel, boeiend genoeg kon zijn. “Boeiend” betekende voor ons: een vlot leesbaar boek, geen academisch werk, maar een boek dat, voor een breed publiek, “het” verhaal van De Muze toegankelijk maakt. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom we geen apart hoofdstuk aan Wannes Van de Velde of Fred Bervoets gewijd hebben: over die mensen en hun kunst, is al redelijk wat gepubliceerd en wij wilden ons tot de iets minder bekende verhalen beperken en tegelijk voor een goeie mix zorgen. Jullie hebben er net een signeersessie op de Boekenbeurs op zitten en dus heb je wellicht al een beetje in zicht op de cijfers: slaat het boek in beetje aan, denk je? Tom: De uitgever is alleszins tevreden tot nu toe, alle verhoudingen in acht genomen. Dit is een nicheboek en daar zul je er nooit duizenden tegelijk van verkopen. We zullen ook nooit in de Top-10 geraken, maar toch, we hebben het gevoel dat heel wat mensen, die hier een deel van hun jeugd of van de rest van hun leven doorgebracht hebben, interesse vertonen in dit boek; De uitgever kan vergelijken en hij zegt ons dat we wellicht zullen uitverkopen. Een tweede druk zou heel mooi zijn en dat het boek in De Muze zelf te koop is, helpt natuurlijk ook, plus het feit dat er in CD bijzit: de heruitgave van een LP, die je alleen nog voor heel veel geld op platenbeurzen kunt aantreffen. Dus ja, we zien het wel zitten Toen mijn dochter dit boek op mijn bureau zag liggen, zei ze, enigszins schamper: “De Muze, da's toch een legende? Lààt dat toch zo, daar hoef je geen boek over te schrijven”. Ik neem aan dat je het daar niét mee eens bent? Dat De Muze, zoals je in je boek zelf aangeeft, een soort “vrijplaats” was, waar heel veel kon, heeft dat misschien ook bijgedragen tot het overleven ervan? Ik bedoel maar: een café, dat de naam heeft dat de politie er elke dag voor de deur staat, daar wil élke jonge mens toch wel eens naar binnen? Felix: ik denk dat de reputatie van De Muze bij de lokale overheid de realiteit serieus overtrof. We hoorden ook tijdens onze interviews meermaals vertellen over de legendes die de ronde deden en die er, samengevat, op neerkwamen dat hier zowat àlles mocht en kon en gedaan werd, terwijl uit de feiten blijkt dat de uitbaters van de eerste jaren, echt wel hun best deden om de dingen een beetje binnen de perken te houden. Dàt De Muze bij voorbeeld een jazzcafé geworden is, is daarvan het beste bewijs. Dat was in tegenzet op wat uitspattingen, die aan de punk- en new waveperiode verbonden waren en zwaar drugsgerelateerd waren. Daarmee wilden de uitbaters niks van doen hebben en dus kozen ze resoluut voor een jazzcafé, precies omdat dat een ander soort mensen aantrekt. Denk je dat een café als dit, in het Antwerpen van vandaag, nog zou kùnnen starten? Moeilijk te zeggen, maar je moet de dingen zien, zoals ze gegaan zijn: toen hier gestart werd, hadden die mensen simpelweg niks. Ze schraapten wat geld bijeen om de huur te betalen, ze hadden niet eens een licentie -als je vandaag met een zaak als deze wil starten, moet je wellicht twintig vergunningen hebben, de brandweer komt keuren, allerhande inspecties moeten hun werk doen en de kans dat je vandaag op dezelfde manier opengaat, is zo goed als onbestaande. Daarbij komt dat het klimaat helemaal anders is: toen had je aan de ene kant de bourgeoisie en je had de alternatieve scene. Die laatste zat hier in de omgeving en beide groepen kwamen elkaar nauwelijks tegen. Vandaag zijn de dingen veel meer verspreid: de alternatieve scene valt in tientallen subgroepjes uiteen, die, elk op hun eigen terrein, Internet inbegrepen, naast elkaar bezig zijn en elk in hun eigen niche actief blijven, zonder de grenzen daarvan te overschrijden. De Muze was anders: hier vond de hele alternatieve scene elkaar, omdat tenminste duidelijk was, wie de “vijand” was: de bourgeois, waartegen ze zich allemaal afzetten en waarmee ze op geen enkele manier geassocieerd wilden worden. Nu is de concurrentie veel groter en is de aandacht veel meer versnipperd. De Muze was dus een kind van haar tijd, maar dan wel een kind dat intussen 51 jaar geworden is. Is er, volgens jullie, een reden waarom in uniek café als De Muze uitgerekend in Antwerpen ontstaan is en bijvoorbeeld niet in Brussel of Gent? Los van het feit dat Antwerpen natuurlijk de hoofdstad van de wereld is... Felix: bewijzen kan ik dat niet, maar ik heb het gevoel dat onze ligging, redelijk dicht bij Nederland en onderweg naar Amsterdam, er iets mee te maken heeft, net als het feit dat we hier een behoorlijk grote haven hebben, iets wat sowieso het venster op De Wereld, een ietsje groter maakt. Als jullie één ding zouden moeten kiezen uit de immense stapel informatie, die je bijeen gehaald hebt tijdens het werken aan dit boek, één ding waarvan je zegt: “dit had ik nooit willen missen”, wat zou dat dan zijn? Felix: ik vond het allemaal boeiend eigenlijk, maar persoonlijk vind ik -en Tone Pauwels verwoordde dat mooi- dat De Muze met heel veel dingen heel snel op de bal speelde. Dit café en zijn bezoekers hadden het vernuft en het vermogen om heel snel de tijdsgeest op te pikken en ermee aan de slag te gaan. De vrijheid der geesten moet enorm geweest zijn, dat quasi spontane ingaan tegen de clerus, tegen de heersende klasse, dat gevoel van”de boom in, wij doen niét met jullie systeem mee”. Ik heb nog een wat meer algemene vraag: waar komt bij jullie je fascinatie voor het verleden vandaan? Ik bedoel maar, Felix: jij hébt duidelijk wat met het verleden en van Tom blijkt dat nu ook. Felix:ik ben, echt waar, een mislukte archeologiestudent, ik houd makkelijk dingen bij en ik vind het plezant om dingen terug op te diepen. Toen ik dus het vorige deel van mijn professionele carrière afsloot, was het moment gekomen om die passie om te zetten in een nieuw hoofdstuk van mijn beroepsleven. Ik probeer wel mijn heruitgaven te richten op die muziek, die ook vandaag nog genietbaar zijn. In de States bestaat dat al veertig jaar, maar hier bij ons was er niks. Vandaar dus. Plus de ergernis, die de mijne was bij wat je op de radio hoort: het kan toch niet zo zijn, dat je hooguit vijf of zes nummers uit de sixties overhoudt en die telkens weer programmeert...ik wilde een steentje proberen te verleggen en aantonen dat The Pebbles méér zijn dan “Seven Horses In The Sky”... Waarna het gesprek in heel eind afdwaalde en ons via Slash, Blondie; Nico, Jeffrey Lee Pierce en Rammstein bij de vanzelfsprekende conclusie bracht dat het vroeger nog allemaal niet zo slecht was. En ik de beide heren van harte mocht bedanken en hun nog alle mogelijke succes mocht toewensen. Het boek is te vinden in elk beetje betere boekhandel, zelfs on line. De kerstbomen komen eraan en U weet dus wat u te doen kan staan... Dani Heyvaert Felix Huybrechts en Tom DeSmet: “Luchtschippers, wereldsterren en weekendhippies. Een halve eeuw café De Muze in woord en beeld” - Uitg. Vrijdag - 2015, inclusief cd-heruitgave van de Muze-lp • ISBN 978 94 6001 378 2 • €29,95 • Uitgeverij vrijdag • Starman Records
|
||
|