JIMMIE VAUGHAN – PLAYS BLUES, BALLADS & FAVORITES | ||||||||
![]() |
Jimmie, de broer van de meer bekende (en ons jammer genoeg te vroeg ontnomen) Stevie Ray Vaughan heeft na negen jaar een nieuw album op de markt gebracht. Alhoewel nieuw niet de juiste woordkeuze is, getuige al de titel van deze release. De man, in een verleden nog illuster lid van The Fabulous Thunderbirds, verkoos een uitgave met nummers die in zijn jongere jaren een min of meer belangrijke rol gespeeld hebben of invloed gehad hebben op hem. Enkel op het instrumentale “Comin’ & Goin” (het enige nummer van zijn hand) horen we de kenmerken van zijn typische, hoekige gitaarspel. Voor de rest worden we serieus de tijd terug ingegooid met flarden jump blues, rockabilly en aanverwanten en merkwaardig genoeg klinkt het net of de opnames ook uit die tijd dateren. Jimmie heeft dus met deze keuze vooral zichzelf plezier gedaan zou je denken ware het niet dat de gehele sfeer van dit nostalgische album door deze authentieke benadering best aangenaam is te noemen. Dit resulteert in een schare fraaie ballads zoals “Wheel Of Fortune” met een fantastisch uithalende Lou Ann Barton of de zanderige bluesballad “Why, Why, Why” waar Jimmie zijn beste vocale prestatie levert. Uiteraard zitten er nummers tussen die wij geneigd zijn om ze als flauwe afkooksels te benoemen zoals “Send Me Some Lovin” van Little Richard of Jimmy Reeds “Come Love” bvb maar dat is dan eerder omdat de originelen zo een mijlpalen waren. Het klinkt wel wat braafjes allemaal, de uitstekende ritmesectie met Ronnie James op bas en trouwe kompaan Billy Pitman op de ritmegitaar lijkt bijwijlen met de rem op te spelen. Hierdoor blijft deze cd op een traag tempo verder dobberen. Dat maakt dat je best dit album niet in één ruk door beluistert maar na pakweg 5 nummers best even de pauze toets indrukt en wat beelden voor je geest haalt van oude balzalen of wegdroomt van autoscooters met de vergeelde doeken van filmsterren (B.B.) en andere toen in die tijd bekende artiesten. Een “Feel Good” album dus met speciale vermelding voor de bijdrage van Bill Willis op Hammondorgel. Deze man die ook vroegere opnames kleurde van onder andere James Brown en Freddie King, neemt op de afsluiter ook de zang voor zijn rekening. Helaas zijn laatste studiofeiten want de mentor van Vaughan overleed kort na deze opnames. Dat laatste nummer “Funny How Time Slips Away” van Willie Nelson is jammer genoeg niet het meest geslaagde nummer. Vaughan is op zijn best als het wat sneller gaat zoals in “Roll, Roll, Roll” van Guitar Junior. Al bij al is dit best een geslaagd album te noemen. De band die Jimmie rond zich wist te scharen is perfect voor dit soort muziek. De blazerssectie is niet te opdringerig en de zangkwaliteit van de eerder geciteerde Lou Ann Barton is indrukwekkend. Het geheel echter is maar met mondjesmaat te beluisteren. Bluesyluc
|
|||||||
|
||||||||