GRAVELROAD - THE BLOODY SCALP OF BURT MERLIN

Bluesveteraan T-Model Ford kunnen zij niet langer begeleiden, want deze charismatische bluesman overleed in juli. Dus staat het trio Stefan Zillioux, Jon ‘Kirby’ Newman en Martin Reinsel er in de toekomst alleen voor. Hun productiviteit verdween echter niet met het heengaan van hun spirituele leermeester want het bloederige ‘The Bloody Scalp of Burt Merlin’ is alweer hun vierde album terwijl hun vorige ‘Psychedelta’ amper van vorig jaar dateert. Op hun nieuwste album wijken zij iets meer uit naar de bluesrockende grindwegen waarbij het gruizig gitaarspel een vaag demonische sound evoceert. De vervormde riffs, meerstemmige zang, de basdrum en de beats van het groepje uit Seattle bepalen de energieke mood waarin outlaws, addicts en apen elkaar in de vlucht passeren. Al bij het eerste ‘The Run’ versnellen de drie muzikanten hun vaart alsof er jachthonden op hun hielen zitten.

Zo’n zeven jaar geleden vormde het trio zangers/muzikanten het originele ‘GravelRoad’ en in 2008 kwam hun debuutalbum ‘Shot the Devil’ uit. Sindsdien toeren zij onafgebroken in de States, Canada en Europa, en overal neemt hun aanhang toe. Genadeloos sleuren zij de luisteraar mee in hun energieke blues waarbij je slechts enkele rustpunten gegund zijn, zoals het rootsy ‘Bring Me Back’ met een onderstroom van tristesse. Het bluesy ‘Clarksdale’ ijkpunt lijkt verder weg en het hectische Detroit dichter bij met reminiscenties aan de ‘Jon Spencer Blues Explosion’ of zelfs U2. De overstuurde gitaren en de rauwe zang hebben meer gemeen met elektrische rockblues en grunge dan met de Delta, zoals het bezeten ‘Cocaine Baby of ‘Monkey With A Wig’ waar de energie langs alle kanten afspat. Maar het magische ‘Maybe The Wind’ en het bewogen ‘Last Night’s Dream’, één van de hoogtepunten, refereren duidelijk naar R.L. Burnside en Junior Kimbrough waarin het bluesy bezwerende de boventoon voert.

Het GravelRoad trio schreef alle songs zelf en producete ook het album. Op een drietal tracks spelen er gastmuzikanten mee, o.m. op het filmische ‘Space’ met een lange instrumentale intro, waarin een weids landschap wordt geëvoceerd, alsof je in een fata morgana ongure types aan de horizon ziet opduiken die dan toch helden blijken te zijn. In het ‘Bottom of the World’ is het dan weer alsof hen het hellevuur wacht en dat zij op de vlucht voor Kerberos de Styx zijn overgestoken waarvan geen terugkeer mogelijk is. De songteksten zijn niet bijgesloten zodat het vooral de groove, de feeling en de ritmes zijn die je fantasie in beweging zetten, al leg je die verbeelding liever stil bij de gruwel van de cover. Hun innoverende eigentijdse muziek blijft je hoe dan ook fascineren omwille van die ultieme verzoening van een rock-’n-roll attitude met grunge, psychedelica en de drassige Mississippi blues sounds.

Marcie

 

Artiest info
Website  
 

Label: Knick Knack Records

video