CLAY SWAFFORD - ROOSTER

Als een pianolegende als Pinetop Perkins in zijn lofbetuiging getuigde dat Clay Swafford in plaats van tien vingers er wel twintig moet hebben telkens hij zich over de toetsen buigt dan kan dit tellen als aanbeveling. Er is ook niets van overdreven want de dertigjarige muzikant uit Alabama speelt piano met het vuur van een Otis Spann, niet toevallig één van de pianohelden uit zijn jeugd. Reeds als zestienjarige koos hij het piano uit als zijn lievelingsinstrument en het duurde niet lang of hij speelde naast Willie ‘Big Eyes’ Smith, Hubert Sumlin, Carey Bell en Jerry Lee Lewis. Het naar hemzelf genoemde ‘Rooster’ album is zijn debuut. Hij kreeg deze bijnaam van zijn grootvader Blanton toen deze bij zijn geboorte zijn rossig plukje haar opmerkte. Zijn muzikale familie bracht hem ook de liefde voor bluegrass en country bij maar de akoestische blues en de boogie-woogie piano draagt blijvend zijn voorliefde weg.

Op dit album speelt hij op een oude rechtopstaande Weber piano, soms oneerbiedig ook een buffetpiano genoemd. Er worden geen digitale snufjes gebruikt. Alles klinkt natuurlijk en spontaan zoals dat in de naoorlogse jaren gebruikelijk was bij familiefeestjes in de zuidelijke Staten. Meer dan eens lijkt het alsof het neefje van Professor Longhair of Jelly Roll Morton achter de toetsen zit. Op een vijftal tracks neemt de fantastische blueszangeres Diunna Greenleaf de solozang op zich, expressief en hartverscheurend op Big Mama Thornton’s ‘Sometimes I Have Heartache’ waarbij Swafford gevoelvol op piano begeleidt. Het merendeel van de songs zijn wervelende boogie-woogie’s waarbij Clay muzikanten eert die hem in het verleden beïnvloed hebben. Zo bewerkt hij songs van o.m. Ray Charles, Floyd Dixon, Little Walter en Jimmy Rogers. Het dynamische ‘Big Joe’s Stomp’ draagt hij op aan de in 2007 overleden Big Joe Duskin. Zelf componeerde hij met veel verve het instrumentale ‘Rooster’s Boogie’ en ‘Olympia Strut’ die beide bij het New Orleans vitalisme aansluiten.

Soms is het alsof er twee muzikanten naast elkaar op de pianokruk zitten. Maar op het bluesy ingetogen ‘Birmingham After Midnight’ met donkere akkoorden spreidt hij een fragiel ivoren kantwerkje uit van louter soul, aanraking en feeling. Het is zijn manier om zijn rolmodellen Otis Spann en David Maxwell te danken. Ook de ‘Amazing Grace’ gospel is een mijmerend instrumentaal rustpunt, spontaan ontstaan en oorspronkelijk niet bedoeld om op te nemen. Op de drie bonus tracks tenslotte, opgenomen in Clarksdale, Mississippi en Phoenix Arizona spelen de rasmuzikanten Bob Margolin en harmonicaspeler Bob Corritore mee. Op ‘Mean Disposition’ begeleidt Margolin met slide gitaar en het afsluitende ‘Tin Pan Alley’ met Corritore op de bluesharp is een regelrechte parel. Zoals Big Pete Pearson deze soulblues van Robert Geddins inlevend vertolkt raakt je tot in de ziel. In elk opzicht is dit album een ideaal eindejaarsgeschenk dat zowel zal ontroeren en vredig stemmen als de feestvreugde zal opdrijven op de sprankelende tonen van Clay’s pure en rauwe barrelhouse boogie. Net op tijd om de winterblues een voetje te lichten!

Marcie

 

Artiest info
Website  
 

CD Baby

Label: Lost Cause Records