LOU PRIDE  – AIN’T NO MORE LOVE IN THIS HOUSE

George Lou(is) Pride (Chicago, IL, 1944 of 1950 - 2012) was een Amerikaanse blues en soul zanger en songwriter. Pride groeit op in het Noorden van Chicago. Hij is koorlid in de kerk waar Eerwaarde E.J. Cole, de vader van Nat King Cole, pastoor was. Na zijn militaire dienstplicht trouwt Pride met een zangeres en gaat hij in El Paso, TX, wonen. Aanvankelijk vormen Pride en zijn vrouw een muzikaal duo, maar later gaat Pride zich in zijn zingen concentreren op blues en soul. Pride neemt in het begin van de jaren ’70, bij het obscure label ‘Suemi Records’ eerst twee singles op: "I'm Com'un Home In The Morn'un" (1972) en "Your Love Is Fading". Deze opnamen zijn later ook heruitgebracht op de “Memphis / El Paso Sessions 1970-73” bij het ‘Severn’ label. Na zijn verhuis naar New Mexico, treedt Pride vooral op in lokale clubs en festivals. Andere singles die hij ook uitbracht zijn “Look Out On Love," "We're Only Fooling Ourselves," "You've Got To Work For Love," & "Been Such A Long Time". Pride’s debuut album “Very Special” is uitgebracht in 1979 bij ‘Black Gold Entertainment’. Pride verhuist naar Chicago, waar hij bij Curtis Mayfield geïntroduceerd wordt door Marvin Yancy, de ex van Natalie Cole. Mayfield is de eigenaar van het ‘Curtom’ label, dat in 1990 “Gone Bad Again” uitbrengt. Voor Pride komt optreden altijd op de eerste plaats. Op het album “Love At Last” uit 1995, staan oudere bewaarde opnamen. In 1992 tekent Pride een platencontract bij ‘Severn Records’. In 2004 tourt Pride in de UK. In 2006 maakt Pride deel uit van de ‘Severn Records Soul & Blues Revue’, in Chicago, naast Darrell Nulisch. In 2006 is Pride’s compositie "Bringin' Me Back Home", gebruikt in de film “Feast Of Love”, die in 2007 is uitgebracht. Na een hartaanval doet Pride zijn come back in 2010 tijdens de jaarlijkse ‘Soul Review’. Na nieuwe gezondheidsproblemen is Lou Pride in juni 2012 op achtenzestig jarige leeftijd in Chicago aan een natuurlijke dood, gestorven. De bekendste nummers van Lou Pride zijn "Long Arm Of The Blues" & "Love From A Stone".

Bij het onafhankelijke Amerikaanse platen label ‘Severn Records’ van oprichter David Earl, dat vooral gespecialiseerd is in blues, jazz en soul muziek, is er na zijn dood nog een laatste album uitgebracht, met de laatste nummers van Lou Pride (vier originele* en zeven covers). Voor de opnamen is Lou Pride begeleid door Johnny Moeller (“The Fabulous Thunderbirds”) – gitar, Benjie Porecki – keyboards, Steve Gomes – bas, Robb Stupka – drums, Mark Merella – percussie en Earl Wilson – rhythm gitaar. De arrangementen van de blazers zijn gedaan door Kenny Rittenhouse.     1”Ain’t No More Love In This House” * [De opener is ook de titelsong van het album en meteen een soul voltreffer: heel gevoelig, mooie koortjes en de grooves van de blazers…] – 2”I Didn’t Take Your Woman” [Earl Randle - Patricia Barnes] – 3”Take It Slow” [Elbert Hunter – Larry Brownlee – Lowrell Simon – Richard Tufo] – 4”Never” [Een cover van Peter Hunningale, alias Mr. Honey Vibes, de Britse reggae zanger die vooral bekend is van zijn love songs] –5”She Boom Boom Me” * [Johnny Moeller mag de intro doen, daarna doet Pride wat JL Hooker al in 1962 deed: Boom Boom] – 6”We Can Do What We Want” * [Slow time: “put your head on my shoulder”…] – 7”Love Come Got Me” * [Zoet klinkende levenslessen] – 8”Key To The World” [Larry Reynolds – William Brown] – 9”I Gotta Move On Up” [Sarah Streeter] – 10”Daddy Don’t You Walk So Fast” [Peter Callander – Geoffrey Stephens] – 11”Holding Back The Years” [Michael James Hucknall  – Neil Moss / De afsluiter is een cover uit het debuut album van “Simply Red” (“Picture Book”) en is knap gearrangeerd door Kenny Rittenhouse, die de gedempte trompet mooi door de zang van Pride en de backings heen laat surfen en voor de nodige getemperde melancholie en heimwee zorgt].

Het laatste album van de soul zanger Lou Pride “Ain’t No More Love In The Room” is zijn testament geworden. Alle nummers vallen op de eerste plaats op door de fantastische unieke soul stem van Lou Pride, de arrangementen en de warmte die ze uitstralen. Lou Pride zal in onze herinneringen blijven leven als een soul man ‘pur sang’, die altijd zichzelf is gebleven.     

Eric Schuurmans

 

Line up:
Lou Pride: vocals
Johnny Moeller: guitar
Benjie Porecki: keys
Steve Gomes: bass
Robb Stupka: drums
Mark Merella: percussion
Earl Wilson: rhythm guitar (2)
& Background vocalists:
Christal Rheams, Paige Martin,
Caleb Green (duet, 6), Daryl Duff, Rusty Zinn (4)
& Horns:
Kenny Rittenhouse: trumpet, flugelhorn
& arrangements and conductor
Liesl Whitaker: trumpet, flugelhorn
Morgan Price: tenor sax
Reginald Cyntje: trombone

Discography:
1979: “Very Special” – Black Gold Entertainment
1988: “Gone Bad For A Very Special Reason” - Black Gold Entertainment
1990: “Gone Bad Again” – Curtom / Ichiban
1995: “Love At Last” - WMB Records
1997: “Twisting The Knife” - Ichiban
2000: “I Won't Give Up” - Icehouse Records
2002: “Words Of Caution” - Severn
2003: “The Memphis/El Paso Sessions 1970-1973” - Severn Records
2005: “Keep On Believing” – Severn Records
2012: “Ain’t No More Love In This Place” – Severn records

 

 

Artiest info
Website  
 

Label: Severn Records

video

 

Lou Pride (1944 – 2012)