BOXIN’ THE VOX - SEVEN WHITE HORSES

Het is eigen aan dit vak, dat je af en toe een cd in je brievenbus vindt, van mensen die je helemaal niet kent, maar die, zoals nu het geval was, heel beleefd vragen of je even wil luisteren en als het kan ook iets schrijven over de plaat in kwestie. Welopgevoed als ik probeer te zijn, ga ik dan altijd luisteren en heel soms overkomt het mij, dat ik niet één, maar vele keren luister, omdat de plaat in kwestie me danig aanspreekt. U voelt me al komen: bij deze “Seven White Horses” wilde het geval dat ik meer dan vele keren ging luisteren. Niet dat het een wereldschokkende plaat is -dat was ook nooit de bedoeling- maar wel, omdat er een echtheid, een naturel van afstraalt, waar ik in de loop der jaren een zesde zintuig voor ontwikkeld heb en dat bijzonder nuttig blijkt in het scheiden van kaf en koren.

Boxin The Vox is een duo en een echtpaar: zij heet Anne-Lotte Paymans en ze zingt en speelt gitaar; hij heet David Plasmeijer en ook hij zingt, maar is vooral multi-instrumentalist. Deze plaat is hun tweede -de eerste heb ik niet gehoord, maar naar ik kon terugvinden, stonden daar voornamelijk covers op- en ze bevat tien eigen songs, die deels opgenomen werden in Ierland -met de hulp van mensen als fiddler Adam Shapiro en bassist Jon O’Connell, die je als “The Case Band” weleens in de omgeving van Luka Bloom kunt aantreffen en accordeon of “box”-instituut Dave Munnelly, die een palmares van hier tot heel diep in Ierland kan voorleggen.

Aan Hollandse kant werd een beroep gedaan op Lasses-mandolinist -en sinds kort ook -zanger en producer Janos Koolen, een man van wie we hier ten huize H. al even weten dat hij over een geweldig stel oren beschikt en dat hij die graag ter beschikking stelt van muziek waar hij echt in gelooft. Tien eigen nummers dus, Iers van inspiratie eerder dan van vorm en zeker niet de klassieke Ierse pub-song waartoe voor velen de Ierse muziek zich beperkt en waar op zich absoluut niks mis mee is, maar Ieren zijn ook van nature, storytellers en dat heeft het duo dan wel weer in grote geuten tot zich genomen. Ik denk nu aan namen als de al genoemde Luka Bloom of diens broer Christy Moore, maar ook aan een Mary Black of Amy MacDonald. Nu, wat ik hierboven schreef over de klassieke pubmuziek moet ik wel even nuanceren: “The Whiskey War” en “Too Slow” zijn Iers als de pest, al handelt het eerste over een oorlog tussen Denen en Canadezen en is het een schoolvoorbeeld van een melodie, die op het Groene Eiland heelder meutes pubbezoekers aan het dansen zetten.

Het ernstiger werk handelt over een gekende vreselijke ziekte in “Mr. Alzheimer”, over de pracht van de natuur in “Clare” en in het superzachte en mooie “An Ísiltir”, de verschrikkingen van de oorlog in “Day of Days”. Dat levert alles bijeen een heel mooie, eerlijke plaat op van een stel mensen, die trots zijn op de erfenis die ze meedragen, maar die tegelijk op zoek zijn naar een eigen stem om die erfenis naar iets nieuws te vertalen. Beetje bij beetje lijken ze daarin te slagen en, zodra ik hun debuutplaat gehoord zal hebben, begin ik alvast naar hun derde plaat uit te kijken, want iets zegt me dat dit duo de potentie heeft om ooit iedereen te verbazen met een meesterlijke plaat. Daar zijn ze nog niet, maar veel scheelt het toch niet meer…

(Dani Heyvaert)

 


Artiest info
Website  
 

video