JANUARI 2007 - FEBRUARI 2007 - MAART 2007 - APRIL 2007 - MEI 2007
SODAJERK - SODAJERK 2
HARRY MANX & KEVIN BREIT - IN GOOD WE TRUST
DIESEL DOUG AND THE LONG HAUL TRUCKERS - MISTAKES WERE MADE
ALBERT KING - THE HEAT OF TE BLUES
GORDIE TENTREES - BOTTLENECK TO WIRE
ARSEN SHOMAKHOV - DANGEROUS
JEFF TALMADGE - AT LEAST THAT MUCH WAS TRUE
BLAZE FOLEY - WANTED MORE DEAD THAN ALIVE
JIMMY LAFAVE - CIMARRON MANIFESTO
SEASICK STEVE AND THE LEVEL DEVILS - CHEAP - DOG HOUSE MUSIC - E.P.
SODAJERK
SODAJERK 2
website: www.sodajerkcountry.com
www.myspace.com
Label: Eigen Beheer
Info: band@sodajerkcountry.com
www.cdbaby.com
"Sodajerk is a band formed on one guiding principle: despite what may be coming out of the current Nashville scene, country music doesnt have to suck! "
De
verhuis van Pittsburgh naar Atlanta heeft geen invloed gehad op de woordenschat
die het duo "Poppa" John Tucker (drums, percussie, vocals) en Bucky
Goldstein (vocals, acoustic guitar) nog steeds bezigen. Een leuk staaltje van
dat taaltje wordt je geserveerd in de song "Fuck N' Night" en behandelt
net als de overige twaalf songs de vertrouwde Sodajerk thema's als daar zijn
... songs about loving, drinking, fighting & .. one night stands. Wij schrikken
er niet van en ook de nieuwkomers Ben Drankin (guitar) en Blake Parris (electric
bass) hebben er blijkbaar geen moeite mee, net als "Buckshot" Randy
Baumann (Hammond & piano), "Just" Jim Relja (guitars), "Uncle"
Bill Calhoun (fiddle) en "Pistol" Pete Freeman (pedal steel &
dobro) die al jaren lang vertrouwd zijn met het doen en laten van Sodajerk.
Inmiddels zijn zij al aan hun zesde album toe en met de opvolger van het in
2005 verschenen "Sodajerk"
handhaven zij zich in hun vertrouwde twangy, rauwe rootsrock milieu al is een
ferme scheut alt.country nooit ver weg uit de buurt. De enige noemenswaardige
wijziging die wij kunnen vaststellen is dat de jongens iets commerciëler
uit de hoek komen en op die manier ook de ietwat puriteinse radio - stations
kunnen overhalen om hun album te draaien. De country - billy opener "Head
on Collision", het honky tonkertje "She Must Love Leavin", de
rockabilly/bluegrass op "Winter All Year long" en instrumental "Allegheny
County Breakdown" zijn daar fraaie voorbeeldjes van, net als de westernswing
op "Carbomb, to your heart" en de tearjerkers "Heart of Crome"
(inclusief accordeon), "Long Time Coming". De voortreffelijke pedal
steel op "Another Town" en "The Longer You Wait" is natuurlijk
spek voor onze bek, "Paid By the Tear" (oftewel J. Cash meet the Replacements)
en "Love you Like a Cardoner" laten Sodajerk in hun vertrouwde gedaante
zien en geven aan waarom Sodajerk met glans in aanmerking komt voor de titel
van "the best rockabilly band, best bar band & the best band to drink
to and/or with."
HARRY
MANX & KEVIN BREIT
IN GOOD WE TRUST
Label: Stony Plain Records / www.stonyplainrecords.com
Rounder Europe / www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records / www.munichrecords.com
Canadese bluesman Harry Manx was op zijn solo-platen al nooit voor een gat te vangen: hij schrijft, zingt, speelt banjo, akoestische slide en National steel gitaar. Hij werd geboren op het eiland Man in de Ierse Zee en bracht vervolgens zijn jeugd door in Canada. Aan het einde van zijn tienerjaren trok Harry de wijde wereld in en woonde vervolgens een tijdlang in Europa, Japan, India en Brazilië. In deze periode trad hij veel op in bars en cafés en op festivals. Midden jaren 80 werd Harry met name door de Indiase muziek erg aangetrokken. Zo erg zelfs dat hij bij Vishwa Mohat Blatt in de leer ging. Hij kreeg van Vishwa zelfs een sitar/gitaarachtig instrument met 20 snaren. Dit instrument is net als een aantal andere regelmatig te horen in Harry’s muziek en wordt ook door hemzelf bespeeld. Was Manx zijn muziek in het begin voornamelijk blues getint, na zijn verblijf in India en zijn bewondering voor het land, de uitstraling enz. heeft hij een brug geslagen tussen de blues en de klassieke Indiase muziek. Zijn muziek wordt omschreven als "mysticsippi" blues van de Mississippi delta, een beetje gospel en heerlijke grooves. Op een folkfestival jamde hij met de veelzijdige gitarist Kevin Breit, die voor o.a. Cassandra Wilson, Holly Cole en Janis Ian speelde, maar ook solo, met percussionist Cyro Baptista en met Sisters Euclid instrumentale cd’s opnam. Dit resulteerde in het album"Jubilee" dat ze samen opnamen in 2003 voor het Northern Records label, alshetware een wonderbaarlijke samenwerking met een verbluffende mix van blues, country, jazz en world music als gevolg en dit alles in een superieure klankkwaliteit van producer David Travers-Smith. Een opvolger kon natuurlijk niet uitblijven, want naast hun vele solo projecten zijn de twee gitaarvirtuozen er nu met hun debuut voor Stony Plain Records: "In Good We Trust". En zoals op hun vorig album is hun muziek en hun teksten bijzonder luisterbaar en zeker niet zwaar verteerbaar. In elf songs hebben de twee elkaar wederom gevonden: ze kruisen world music en folk met jazz, blues en country, en een forse dosis singer-songwriter. Breits virtuoze solo’s op allerlei snareninstrumenten en Manx’ eigen stuwende spel zorgen voor swingende melodieën, die tegelijk rootsy en meeslepend zijn. In de vijf instrumentale nummers "Better Man's Waltz", "In Good We Trust", "Don't Swim, Float" en "Sisters" dagen de twee elkaar uit en tasten ze elkaar af. Daarbij is zoeken wel eens belangrijker dan vinden, maar in de songs valt het gedreven, precieze spel op waarmee de twee Manx’ teksten ondersteunen. Zo komt vanuit deze mix van invloeden een heel gretig en persoonlijk geluid tot stand. Luister maar eens naar Bruce Springsteen's "I'm on Fire", de traditional "Death Have Mercy", of de reeds vernoemde instrumentals: het rockende "Don’t Swim, Float" en de rustige titeltrack, dan kunnen we zeggen dat op "In Good We Trust" alleen maar kleine meesterwerkjes te vinden zijn.
DIESEL
DOUG AND THE LONG HAUL TRUCKERS
MISTAKES WERE MADE
website : www.dieseldoug.com
www.myspace.com
Info: cgaylord@adelphia.net
Label: Cornmeal Records
www.cornmealrecords.com
www.cdbaby.com/cd/ddtlht
Blijkbaar
is er met het album "Mistakes Were Made" een einde gekomen aan het
sprookje Diesel Doug & the Long Haul Truckers. De band uit Maine die in
een korte tijdspanne uitgroeide tot "New England's best - kept musical
secret" en daarvoor slechts twee albums nodig had, "An Angel Not a
Saint" ('97 ) en "the Fine Art of Carousing" ('99) hield het
blijkbaar onlangs voor bekeken. Het greatest hits album "Mistakes Were
Made" put voornamelijk uit die twee albums en heeft voor de fans van dit
loud roadhouse rock, twang of country, rootsrock, honky-tonk bandje enkele aangename
verrassingen in petto. De opener "If I' Shot Her When I Met Her" steekt
in een "previously unreleased" jasje, de songs "Merry Christmas
From The Family" en "Daddy's Drinkin Up Our Christmas" verschenen
enkel op een promotie-cassette die dateert van 1997, het live opgenomen "Wheels
of Love", "Picture Of love" en de prima rockende afsluiter "My
Girlfriend is a Waitress" kon je tot heden slechts terugvinden op de verzamelaars
"Greetings From Area Code 207". Frontman singer/songwriter/gitarist
Scott Link aka "Diesel Doug" en drummer John Davidson aka "Skeeter"
konden Charlie Gaylord aka "Charlie Sunshine", gitaarbouwer en eigenaar
van CornMeal Records, Scott Conley aka "Scotty" (bas) en Cartwright
Thompson aka "Big Bud" (pedal steel) overtuigen om hun drukke dagelijkse
beslommeringen te delen met wat achteraf zou blijken een van s'lands beste truck-drivin',
drinkin' and trailer-park lovin' bands. "Guests" Pip Walters (fiddle,
the Pines), backing - vocalisten Sara Cox & Jason Phelps deden ook regelmatig
hun duit in het zakje en het volledige gezelschap stond ondermeer op de affiche
met Bill Kirchen, Wilie Nelson, the Silos, the Old 97's, Rosie Flores, Wayne
"The Train" Hancock, Fred Eaglesmith, Patti Smith. De doorbraak in
Europa is er nooit gekomen en dat is bijzonder jammer want de liefhebbers van
ondermeer the Bottle Rockets, Jason & the Scorchers, the Hangdogs kunnen
zich ongetwijfeld vinden in de pareltjes "Because Of You", "Not
Much To Say", "Picture Of You", "Circles", "Never
Lookin' Down", "An Angel not A Saint" en "One Light".
Hopelijk lukt het Scott Link wel met zijn nieuwste project ... nieuwsgierig
.... www.myspace.com
& www.scottlink.net
.
ALBERT
KING
THE HEAT OF TE BLUES
Label: Music Avenue
www.music-avenue.net
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
B.B.
King was niet de enige blueslegende uit Indianola, Mississippi; hij was zelfs
niet de enige blueslegende die "King" was genaamd. Twee jaar eerder
werd in1923 Albert King (1923- 1992) geboren, zijn echte familienaam was echter
Albert Nelson. Eén van de vroege muziekinvloeden in Kings leven was zijn
eigen vader, Will Nelson, die vaak gitaar speelde. Gedurende zijn kindertijd
zong hij ook bij een gospelgroep in de kerk. Hij begon als professioneel muzikant
bij de groep In the Groove Boys in Osceola, Arkansas. Zijn eerste hit was "I'm
A Lonely Man", uitgegeven in 1959. Pas in 1961, bij de uitgave van "Don't
Throw Your Love on Me So Strong", had hij een echte hit te pakken die op
de 14e plaats eindigde in de R&B-charts. In 1966 tekende hij bij het beroemde
Stax Records-label en bracht in 1967 zijn eerste, legendarische album "Born
Under A Bad Sign" uit. 1 februari 1968 werd hij ingehuurd door Bill Graham
om de show te openen voor John Mayall en Jimi Hendrix op Fillmore West. Veel
van de stoned hypies hadden geen idee wie Albert King was, maar daar kwamen
ze snel achter: hij stal de show, en toonde de wereld waar Mayall en Hendrix
hun blues vandaan haalden! Albert King speelde linkshandig op z'n rechtshandige
gitaren (meestal Gibson Flying Vs) door de gitaar om te draaien zodat de lage
tonen onderaan waren. In de latere jaren speelde hij een aangepaste gitaar die
linkshandig was, maar dan met de snaren omgekeerd (zoals hij gewoon was te spelen).
Hij stond bekend voor z'n kunst om noten te "persen". Men zei dan
ook dat hij meer gevoel kon leggen in 1 noot, dan de meeste andere gitaristen
in 100 noten. Zijn manier van spelen zou later door heel wat bluesartiesten
overgenomen worden, want hij beïnvloedde duizenden bluesgitaristen, inclusief
de beroemden zoals Jimi Hendrix, Eric Clapton, Mike Bloomfield, Stevie Ray Vaughan
en Gary Moore. Hij had nog een hit in 1972 met z'n lied "I'll Play the
Blues for You". King speelde dus wel een grote rol bij het introduceren
van Memphis-stijl soul in de blues en dit in de periode tussen 1950 en 1963
toen hij opnames maakte voor het Bobbin en King label maar scoorde pas echt
nadat hij bij Stax terechtkwam. Booker T & The MG's en The Memphis Horns
begeleidden hem bij plaatopnames maar de echte Albert King komt pas goed tot
zijn recht wanneer je luistert naar een van de drie live albums die in San Francisco
werden ingeblikt: "Live Wire/Blues Power", "Wednesday Night in
San Francisco" en "Thursday Night in San Francisco", allemaal
door Stax uitgebracht. Naast deze platen en zijn Stax debuut "Born Under
A Bad Sign" is de pas verschenen compilatie "The Heat of The Blues",
een dubbel-cd die u zeker moet aanschaffen. Zijn relaxte zangstijl en zijn hevig
snaarbuigende gitaarstijl zijn op deze verzamelaar eveneens goed te horen in
34 songs. In feite een verzamelaar van de albums: Albert (1976), Truckload Of
Lovin' (1976), King Albert (1977) en New Orleans Heat (1979), albums die hij
half weg zijn carrière opnam voor het Tomato Records label, en waarin
Albert King bewijst een grote bluesmeneer te zijn, letterlijk en figuurlijk.
Disc One:
TRUCKLOAD OF LOVIN'
01. Cold Women With Warm Hearts
02. Gonna Make It Somehow
03. Sensation, Communication Together
04. I'm Your Mate
05. Truckload Of Lovin'
06. Hold Hands With One Another
07. Cadillac Assembly Line
08. Nobody Wants A Loser
ALBERT
09. Guitar Man
10. I'm Ready
11. Ain't Nothing You Can Do
12. I Don't Care What My Baby Do
13. Change Of Pace
14. My Babe
15. Running Out Of Steam
16. Rub My Back
17. (Ain't It) A Real Good Sign
Disc Two: KING ALBERT
01. Love Shock
02. You Upset Me Baby
03. Chump Change
04. Let Me Rock You Easy
05. Boot Lace
06. Love Mechanic
07. Call My Job
08. Good Time Charlie
NEW ORLEANS HEAT
09. Get Out Of My Life Woman
10. Born Under A Bad Sign
11. The Feeling
12. We All Wanna Boogie
13. The Very Thought Of You
14. I Got The Blues
15. I get Evil
16. Angel Of Mercy
17. Flat Tire
GORDIE
TENTREES
BOTTLENECK TO WIRE
website: www.tentrees.ca
www.myspace.com
Info: info@tentrees.ca
Label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com
"Songs
met sterke melodieën, een zeer smaakvolle instrumentatie en vooral zeer
intense zang van de frontman/zanger Gordie Tentrees"
(Freddy Celis, Rootstime)
Het
album "29 Lords of Freight"
mocht op goedkeurende blikken van onze chef rekenen en blijkbaar waren er nog
mensen die onder de indruk waren van Gordie Tentrees & band .... 400 optredens
in een tijdspanne van twee jaren, het kan tellen. De opvolger "Bottleneck
to Wire" liet misschien daarom een poosje op zich wachten maar voldoet
volledig aan het gezegde " Honger maakt rauwe bonen zoet" door onmiddelijk
na de release erg hoog te scoren in de Canadese National Roots Chart. Ondertussen
kan Gordie Tentrees beschouwd worden als een van de boegbeelden van het Yukon
roots & blues gebeuren en dat weerspiegelde zich in optredens met ondermeer
Kelly Joe Phelps, Rick Fines, Fred Eaglesmith, Romi Mayes en Blackie & the
Rodeo Kings. Voor "Bottleneck to Wire" ging de singer/songwriter opnieuw
scheep met zijn vaste maatjes Ken Hermanson (guitar, lapsteel), Lonnie Powel
(drums), Micah Smith (bas), Matt King (upright bass), zocht en vondt hij erg
gewaardeerde hulp bij Roger Marin (pedal steel, Fred Eaglesmith) Jaxon Haldane
(banjo, D - Rangers) Amelia Rose (fiddle, Fishead Stew) en Yukon folk hero Kim
Barlow (cello). Een prima gezelschap dat in de raw country-folk-bluesverhaaltjes
van multi-instrumentalist Gordie Tentrees (vocals, dobro, resonator, harmonica)
bijzonder goed de gulden middenweg weet te vinden... Tentrees in het akoestische
middelpunt en waar nodig een handje of voetje bijsteken. Beslist een verrijking
in het singer/songwriterswereldje en hoog tijd dat de brave man zijn kunstjes
mag vertonen op festivals als Blue Highways, Take Root, Naked Song ... enz.
(vliegtuigticket wellicht gratis want Tentrees wordt gesponsord door Air North)
ARSEN
SHOMAKHOV
DANGEROUS
Website: www.arsenic.blues.ru
Email: shomakhov@yahoo.com
Label: Blues Leaf Records
www.bluesleaf.com
bluesleaf@aol.com
Dat Arsen Shomakhov een briljant Russische gitaarspeler is, bewees hij afdoende op zijn vorige platen "Heavy Steppin'" (2002) en "Troublemaker" (2003), op zijn nieuwste "Dangerous" valt mij op dat hij zich nog meer geconcentreert heeft op de nummers zelf. En dat komt de plaat duidelijk ten goede. Iedereen die er aan twijfelt of Arsen het kunstje van "Troublemaker" nog een keer kan flikken kunnen we gerust stellen. Ook "Dangerous" bevat weer een flinke portie zwaar verslavende swing, shuffle, funk en vooral blues. Arsen is een geweldig gitarist, maar in tegenstelling tot veel van zijn collega’s verliest hij zich niet in eindeloos gesoleer en geëxperimenteer. Dat betekent niet dat "Dangerous" geen muzikaal vuurwerk bevat, integendeel. De goed in het gehoor liggende songs van Arsen worden gedragen door fantastisch gitaarspel dat de speakers uit knalt. Natuurlijk, hij laat in elf eigen originals en twee covers van o.a. York / Busk "Low Down Shakin' Chill" en Freddie King's "Use What You Got" zijn kunstjes nog horen. Deze laatste cover is misschien wel het meest gecoverd door blues- en jazzartiesten, maar deze slow blues heeft zo'n prachtige gitaarsolo, dat het behoord tot de uitschieters van dit album. Maar dan zijn eigen songs. Titeltrack "Dangerous" is de instumentale opener van deze cd, mooi bekeken van Arsen, want hiermee geeft hij meteen de toon aan van deze cd. "The Arsonist" en "Don't Miss Your Train" zijn andere up tempo instrumentale nummers waarin zijn gitaarspel mooi tot uiting komt, en het daaropvolgende nummer, "Highway Cruise" is ook een instumentaal, maar heeft dan weer een meer jazzy swing gevoel. Daartegenover zijn het swingende "Too Hot" en "Let Me Be Your Romeo" de songs waarin zijn gitaarspel maar het meest zijn soulvolle stem naar voren komen. "Troublemaker", de titeltrack uit zijn vorige cd en het rockende "You're the One" laat horen dat hij een aardig potje gitaar kan spelen, maar daarnaast laat Arsen ook zien dat hij een groot songwriter is. Bijgestaan door een bassist Aslan Zhantuyev en een drummer Sultanbek "Bek" Mamyshev weet Arsen zich in zijn thuisland, deze dertien nummers op cd vast te leggen, waarin zijn fabelachtige gitaarwerk uiteraard centraal staat. Kortweg : Arsen Shomakhov heeft met "Dangerous" weer een geweldige bluesplaat gemaakt, die het succes van zijn vorige platen normaal gesproken moet gaan overtreffen, en dat hebben ze bij Blues Leaf mooi gezien, want Russia Gets The Blues.
JEFF
TALMADGE
AT LEAST THAT MUCH WAS TRUE
Website: www.jefftalmadge.com
Label :Corazong Records / www.corazong.com
Info: Pat Tynan Media
pattynan@binternet.com
Met
"At Least That Much Was TRUE" leverde de inmiddels in Uvalde, Texas
residerende Jeff Talmadge recent zijn zesde cd af. Liefhebbers van singer-songwriters
als Townes van Zandt, David Olney, Guy Clark en Eric Taylor opgelet. Jeff Talmadge
behoort tot de Texaanse singer-songwriters en manifesteert zich met zijn derde
voor het Nederlandse Corazong als een groot talent. Sinds hij in 1999 debuteerde
met "Secret Anniversaries" heeft Jeff Talmadge al een aardig palmares
bij elkaar geschreven. Na "The Spinning Of The World" (2000), "Bad
Tattoo" (2001) en de Corazong releases "Gravity, Grace And The Moon"
(2003) en "Blissville" (2004) houdt onze zingende advocaat op "At
Least That Much Was TRUE" de Texaanse singer-songwriter tradities in ere,
in zijn bekende mengsel van country en folk. Veel sobere en aardedonkere songs
die stuk voor stuk de ontroerendste verhalen vertellen. Talmadge beschikt over
een prettige stem en heeft een stel prima muzikanten om zich heen verzameld
die de juiste muzikale accenten weten te leggen. Zijn medium-tempo songs en
ballads zijn ingetogen geïnstrumenteerd: gebaseerd op zijn akoestische-
en steelgitaar, en mondharmonicaspel, ondersteund door effectief swingende drums
worden de accenten meestal gelegd door fiddle, dobro en accordeon. Ze onderstrepen
zijn met een warme bariton gezingzegde, weemoedige teksten waarin zijn reisverhalen
meestal centraal staan. Zo gaan de songs "Wrong Train" en "Train
From Amsterdam", over zijn bezoek aan Nederland en het jazzy "Chet
Baker Street" over zijn bezoekje aan het beeld van idool, Chet Baker, voor
een hotel aan de Prins Hendrikkade te Amsterdam. Baker viel in de nacht van
12 op 13 mei 1988, waarschijnlijk onder invloed van drugs uit dit raam en overleefde
spijtig deze val niet. Andere teksten draaien vooral om de liefde, en dan bij
voorkeur met onverwachte wendingen. Slechts één cover, en wat
voor één! Bob Dylan's "Girl Of The North Country". Bradley
Kopp en Rich Brock (harmonica) accentueren hierop zijn melancholieke woorden
waardoor onze bebrilde songwriter wederom schittert. En het lijkt er alsmaar
meer op, dat Talmadge binnen afzienbare tijd in de bovenste la van het singer-songwritersgild
zal gaan belanden. Talmadge beschikt niet enkel over een mooie rustgevende gebronsde
stem, maar is daarbuiten ook een onderscheiden dichter, die in zijn nummers
met zijn onnadrukkelijke woorden een continue sfeer van verlies oproept. Hij
is daarbij waarnemer, geen deelnemer. Een aantal keren haalt hij instrumentaal
wat feller uit, dan onderstreept dat muzikale venijn zijn beschouwende teksten
en geeft ze net het reliëf dat in sommige andere songs ontbreekt. Zijn
verteltrant lijkt gemakkelijk, maar dat is juist de kunst. Vakbroeders erkennen
zijn talent dan ook terecht: Chip Dolan (accordeon) en Lloyd Maines (dobro)
doen mee op deze verder door vaste musici vlekkeloos volgespeelde en door producer
Bradley Kopp (eveneens elektrische- en akoestische gitaren, bas en percussie)
opgenomen cd. Wereldschokkend wordt het nergens, wel oerdegelijk en geloofwaardig
van begin tot eind. Maar al bij al een album dat bijzonder aangenaam wegluistert
en waarmee Jeff Talmadge eindelijk de welverdiende doorbraak kan bewerkstelligen.
Klasse!
BLAZE
FOLEY
WANTED MORE DEAD THAN ALIVE
www.blazefoley.com
Label: Deep South Productions
www.deepsouthaustin.com
dsprod8282@aol.com
www.cdbaby.com
Het leven van Blaze Foley was minstens zo indrukwekkend als zijn muziek. Als Michael David Fuller werd hij in 1949 in Arkansas geboren. Groeide op in West Texas, waar hij als achtjarige jongen deel uitmaakte van het gospelgezelschap The Fuller Family. Later veranderde hij zijn naam in Blaze Foley, dat klonk beter vond hij. De Texaanse singer-songwriter, van wie onlangs het album "Wanted More Dead Than Alive" verscheen, zou dit jaar vierenvijftig jaar zijn geworden. In februari 1989 stierf Blaze Foley als gevolg van de schotwonden die hij had opgelopen toen hij een vriend te hulp schoot die bedreigd werd. 1 februari 1989, in The Austin Outhouse wordt die middag de live-cassette van Blaze Foley ten doop gehouden voor de muziekpers. Maar zonder de singersongwriter zelf. Die is eerder op de dag doodgeschoten door de zoon van een bevriend alcoholist. Een deel van de opbrengst van de cassette zou gaan naar de daklozen in de muziekstad, dat had Foley bedongen. In werkelijkheid wordt van de opbrengst een waardige begrafenis geregeld. Hij was een bizar man. Zijn hele leven stond in dienst van de muziek, maar werd tijdens zijn leven slechts bewonderd door collega's als Townes Van Zandt, Lucinda Williams en Merle Haggard. Foley, zo'n twee meter groot en 150 kilo zwaar, was een opmerkelijke verschijning, zeker toen hij op latere leeftijd zijn baard liet staan die hem jaren ouder maakte. Bij collega`s stond hij hoog in aanzien. De single "If I Could Only Fly" werd een grote hit voor Merle Haggard en Willie Nelson. Gedurende zijn korte leven moet hij enkele honderden nummers hebben geschreven, waarvan er een honderdtal op papier bestaan. De gebroeders Leland & David Waddell hebben samen het Waddell Hollow Records opgericht, met als doel om het beetje muziek van Blaze Foley meer bekendheid te geven. Dat resulteerde in de cd "Wanted More Dead Than Alive", een digitale remastering van een verloren gegane opname door geluidsingenieur Jon Sheppard. "Wanted More Dead Than Alive" is niet zo helder van geluidskwaliteit maar bevat wel tien tracks waarin Foley zingt met een diepe, soepele stem, zichzelf spaarzaam begeleidend op gitaar in het gezelschap van David Waddell (bas), Leland Waddell (drums), Joe Gracey (akoestische gitaar), Charlie Day (steelgitaar) en Kimmie Rhodes (backing vocals) in de Bee Creek Studios in Driftwood. Hoogtepunten van deze cd, zijn de ingetogen schoonheden : "If I Could Only Fly", natuurlijk, mooi ingezongen door Kimmie Rhodes. Andere nummers als "Clay Pigeons" en "Life Of A Texas Man" zijn immers ook zo overweldigend mooi. "Wanted More Dead Than Alive" is gewoon adembenemend, een album waarin de grofkorreliger stem van Foley deze plaat een must maakt voor elke country liefhebber van het betere singer-songwritermateriaal.
JIMMY
LAFAVE
CIMARRON MANIFESTO
website : www.jimmylafave.com
info: info@jimmylafave.com
www.myspace.com
label : Red House Records www.redhouserecords.com
Distr.: www.musicwords.nl
www.addynijenboer.nl
Plaatsje
22 in mijn jaarlijstje van 2005 ... het album "Blue Nightfall" van
mijn favorietje Jimmy Lafave. De cijfers zeggen voldoende ... een mooi maar
geen 'geweldig' album dat de fans van het eerste uur maar matig kon bekoren.
Twee jaren van bezieling gaan er overheen eer de opvolger "Cimarron Manifesto"
vrij onverwacht opduikt en ons opnieuw kan verzoenen met de singer/songwriter
die wij zo nauw in het hart dragen. Meteen wordt het duidelijk, de officiële
release vond onlangs plaats met Gurf Morlix als bijzondere gast, de verkoopcijfers
van Miles of Music bevestigen het inmiddels, het album staat aan de top van
de Euro Americana Chart / Far Chart .... dit album is niet alleen een juweeltje,
het is een serieuze bestseller. Terecht, want de man die op 12 Juli 1955 het
levenslicht zag in Wills Point, Texas hoort volgens mijn bescheiden mening thuis
in het rijtje der allergrootsten. Zijn bewondering voor ondermeer Bob Dylan
(op dit album met een cover van diens "Not Dark Yet") en Woody Guthrie
is legendarisch en siert hem in zijn jarenlange strijd om het Americana gebeuren
in al zijn facetten aan bod te laten komen. "Cimarron
Manifesto" is een soort van "gouden" gids die je op een prachtige
manier door zijn verhaaltjes leidt en je met de opener "Car Outside"
meteen over The Lost Highway laat scheuren. Meteen onze eerste kennismaking
met Kacy Crowley die
op een schitterende manier de harmony vocals voor haar rekening neemt en duidelijk
maakt waarom ze in de buurt van Austin, Texas mag rekenen op het erg vleiende
koosnaampje "Bob Dylan with tits". Donovan's "Catch The Wind"
krijgt een typisch Lafave jasje aangemeten dat met zijn ondertussen wereldberoemde
ijle stemmetje waarschijnlijk nooit beter tot zijn recht is gekomen. De hoogtepunten
volgen mekaar in sneltempo op want Jimmy's ode aan zijn meester Woody Guthrie
krijgt met "This Land, I simply wat my country back" een extra dimensie
mede door de erg genietbare samenwerking met Carrie
Rodriguez (harmony vocals en viool). Onder hun beidjes brouwen ze daar een
leuk bluegrass vervolgje aan met "Hideaway Girl" en laten vervolgens
Ruthie Foster
schitteren in de gospel/bluezy cover van Joe South's "Walk a Mile in My
Shoes". Met "Truth" wordt niet alleen JJ. Cale figuurlijk in
de bloemetjes gezet maar wordt het duidelijk dat niet alleen Jimmy de gitaren
(acoustic, electric, mando, acoustic baritone, national Resophonic gt) op een
fantastische manier weet te hanteren maar ook John Immon (el. gt, lap steel),
Andrew Hardin (el. gt, heeft blijkbaar Tom Russel ingeruild voor Lafave), Jeff
May (bas), Glenn Schuetz (upright bass) en "guest" Jeff Plankenhorn
(dobro, lap steel) het onderste uit de kan laat halen. The love letter from
parent to child "Lucky Man" hoort thuis in het vakje "kiekenvel"
waartoe ook pareltjes uit het verleden "Never a Moment" & "Going
Home" behoren. Prima "Red Dirt Music" die met het leuke rockertje
"That's The Way It Goes" een tempoversnelling ondergaat die ongetwijfeld
de liefhebbers van scheurende gitaartjes zal plezieren en de herinneringen aan
Long Tall Sally, Peggy Sue, Good Golly Miss Molly, Hello Mary Lou en Maybeline
levendig houden. Met "Don't Ask Me" wordt het duo Radoslav Lorkovic
(Hammond B3 organ, piano) en Bryan Peterson (piano, electric piano) uitvoerig
bedankt voor hun zéér gewaardeerde hulp op dit album want je kan
er niet naastkijken/luisteren dat beide heren een duidelijk stempeltje drukken
op "Cimarron Manifesto". Met "These Blues" graaft Lafave
wel erg diep in het huidig maatschappelijk gebeuren van de modale Amerikaan
(This isn't about hope, desperation or redemption, it's a song about what is:
the lost highway of the soul and the need to stay on it, heading toward an unknown
that is enough in itself because it's all passing so quickly: the nation, the
daylight, the number of connections any human being can make with another. Of
course it can't be reached and the singer knows that, but that's not the point.
Thom Jurek, All Music), maar laat dat nu precies tot Jimmy Lafave's sterkste
eigenschappen behoren. "Cimarron Manifesto" is een wereldplaat en
wordt door ondergetekende en fan van het eerste uur dan ook bekroond met het
maximum van de score. "Home Once Again" ... welcome Maestro!
SEASICK STEVE AND THE LEVEL DEVILS
Website: www.seasicksteve.com
/ e-mail: steve@seasicksteve.com
Label: Bronzerat / www.bronzerat.co.uk
Distr: Lowlands - VIDEO1
- VIDEO2
Dave Wold, bij het publiek bekend als "Seasick Steve" is een heel
apart iemand. Hij werd geboren in de U.S.A, zijn ouders verlieten elkaar toen
hij 4 was en op14 jarige leeftijd verliet hij zelf het ouderlijke huis en begon
het leven van een dakloze hobo te leiden, sliep in kartonnen dozen, en reisde
van stad tot stad door op goederentreinen mee te reizen, het zogenaamde “trainhopping”.
Tegenwoordig leeft hij in Noorwegen. Nog voor zijn carriere als blueszanger,
had hij tientallen jobs, waaronder cowboy en seizoensarbeider op plantages.
Zijn grote doorbraak tot bekendheid kwam er met Jools Holland, die hem in 2006
bij zijn jaarlijkse Hootananny of nieuwjaarsshow (video) liet optreden voor
een menigte bekendheden in de studio die met open mond luisterden naar wat hij
uit zijn 3 snarige goedkope gitaar te voorschijn toverde tijdens zijn "Dog
House Boogie". Deze gitaar of “Three-Stringed Trance Wonder”
zoals hij ze gedoopt heeft is het onderwerp van een heel apart verhaal. Het
is een heel normale, ordinaire gitaar, maar er staan slechts 3 snaren op, en
ze zijn bovendien heel verkeerd getuned. Bij elk optreden vertelt hij het verhaal
dat hij dit onding kocht voor 75 dollar van een man die Sherman Cooper heet,
in Como, Mississippi. Hij zwoer om nooit iets te veranderen aan deze gitaar,
en er zijn doel van te maken om de wereld te vertellen dat Sherman hem opgelicht
heeft, bij elk optreden zegt hij dan ook, terwijl hij de gitaar ostentatief
in de lucht steekt: “This is the biggest peace of s**t in the world!”
CHEAP
Verder heeft hij ook nog zijn exclusieve “Didley Bow”, in feite
een éénsnarige slide, speciaal voor hem gemaakt en zijn MDM of
“Mississippi Drum Machine” een unieke versie van een zogenaamde
stomp box. “Cheap” was zijn eerste full cd, en deze laat ons een
kruising horen tussen busker - stijl blues, hobo verhalen, John Lee Hooker achtige
primitieve boogies en juke joint blues in de Fat Possum traditie, alles super
primitief en bewust wat slordig opgenomen, zodat de titel “Cheap”
volledig tot zijn recht komt, maar dat maakt juist ’t originele charme
van dit soort opnames. Goedkoop, maar echter dan echt. Prachtige nummers op
deze cd ook. De ruige opener “Cheap” met zijn vuile fuzzy gitaar
en nog vuilere vervormde vocals zet al dadelijk de toon voor een originele bluesuitstap.
Het daarop volgende “Rockin Chair” gaat met hetzelfde elan verder.
In “Hobo Blues” hoor je de sfeer van de Mississippi Delta zo doorklinken
en roept het treinritme zonder moeite beelden voor de geest van zwervers die
in open treinwagons naar een voorbijreidend landschap turen. “Love Thing”
is echte John Lee Hooker in zijn begindagen, met een mooie solo op de Didley
Bow. Ongelooflijk dat je uit zo’n primitieve instrumenten zulke muziek
kunt halen. ”8 Ball” is naar mijn mening een van de beste nummers
op de cd, net als het daarop volgende “Xmas Prison Blues”. Beide
nummers zijn verzorgder van opname en Steve’s warme stem komt nu volledig
tot zijn recht in deze laidback songs. In het afsluitende “Rooster Blues”
komt
het bekende Jimmy Reed ritme aan de oppervlakte. Bovendien merk ik dat de cd
nog een hidden track bevat van wel 7 minuten. Mooi meegenomen. De twee hobo
verhalen die tussendoor nog verteld worden, geven een mooi beeld van deze man,
die als een unieke, zonderlinge nieuwkomer aan het bluesfirmament mag gezien
worden, we gaan zeker nog meer van hem horen!
DOG HOUSE MUSIC
Net als bij zijn voorganger begint deze cd superstevig met "Yellow Dog",
alleen na 61 seconden is het plots gedaan, de schaar erin, weer een van die
eigenzinnige aparte dingen die eigen zijn aan Seasick Steve. "Things go
up" heeft wat van een slavensong zoals die vroeger op de plantages gezongen
werd om 't tempo erin te houden. "Cut My Wings" is een echte delta
blues, Mississippi Fred McDowell stijl, en eigenlijk zijn de meeste nummers
op deze cd in deze stijl. Alleen de "Dog House Boogie" is weer iets
harder van aanpak en zit weer in het Fat possum, White stripes, Black Keys,
North Mississippi All Stars straatje. "Save me" is ook nog een buitenbeentje
met het unieke geluid van de Didley Bow als leidraad. De overige songs zijn
meer delta bluesnummers, rustiger van aard, met akoestische slide op de three
stringed trance wonder en dikwijls de oudste J.L Hooker opnames, zoals "Hobo
Blues" voor de geest roepend. Als we deze twee cd's moeten vergelijken
verkies ik echter de re-release van "Cheap" boven de zeer geprezen
"Dog House Music". Komt het omdat weinigen "Cheap" al gehoord
hebben, wel dan zullen ze waarschijnlijk nog uitbundiger gaan doen dan over
deze cd, want "Cheap" was veel avontuurlijker en uitbundiger van geluid
dan deze "Dog House Music", die de reden was dat Seaside Steve naar
de Humo Awards en Pukkelpop mocht en mag komen. Nu even luisteren naar zijn
nieuwste werk.
E.P
Bronzerat Records was zo vriendelijk ons ook nog een E.P toe te sturen die echter
geen titel nog hoes heeft en aan het labelnummer te zien de resentste opname
van Steve is. Vier nummers slechts waarvan een 'n hobostory (spoken word) en
ééntje de remix is van "Last Po' Man" uit Dog House
Music. Als dit een voorloper is voor een nieuwe full cd, dan belooft die weer
heel goed te worden, want Steve heeft terug het vuur van de eersteling "Cheap"
teruggevonden, De Remix van Last po' Man is super en de overige twee songs zijn
ook songs die erg R.L Burnside geinspireerd zijn. Seasick Steve, van hobo tot
bluesster in één jaar tijd: terecht, volgens mij!
(RON)