JANUARI 2007 - FEBRUARI 2007 - MAART 2007 - APRIL 2007 - MEI 2007
BONNIE BRAMLETT & THE MR. GROOVE BAND - I CAN LAUGH ABOUT IT NOW
VARIOUS ARTISTS: EVEN COWGIRLS GET THE BLUES
VINCE BELL - RECADO
KEVIN MARK - CUTTIN' LOOSE - ROLLING THE DICE
ALASTAIR MOOCK - FORTUNE STREET
DAWN LANDES - FIREPROOF
BEK- JEAN STEWART - JUNIOR YEARS
ROD PICOTT - SUMMERBIRDS
RICHARD MANUEL - WHISPERING PINES (LIVE AT THE GETAWAY 1985)
WILL T. MASSEY - SLOW STUDY
BONNIE
BRAMLETT
& THE MR. GROOVE BAND
I CAN LAUGH ABOUT IT NOW
Website: www.bonniebramlett.com
bonnie.bramlett@comcast.net
Label: Zoho/Music Avenue
www.music-avenue.net
VIDEO
Bonnie
Bramlett, de welbekende "Southern lady" begon te zingen in een nachtclub
van the French Quarter toen ze pas 14 was, niet bepaald de ideale plaats om
rond te hangen op die leeftijd, maar wel om als zangeres in contact te komen
met de grote namen van de Jazz, zoals Stan Getz, Miles Davis, Sidney Bechet
en anderen. Het was echter het Rhythm and Blues genre dat haar aansprak en in
feite werdt ze ontdekt door Albert King, en even later werd ze de eerste blanke
Ikette bij de Ike & Tina Turner Revue. Het volgende deel van het verhaal
is bij velen bekend, toen ze bekender begon te worden, in 1967, en naar Los
Angeles verhuisde, leerde ze Delaney Bramlett kennen en zeven dagen later huwde
ze hem. "Delaney, Bonnie & Friends" was geboren en ze deelden
het podium met Clapton, Lennon, the Stones, Dave Mason en vele andere grote
namen. In 1973 was 't uit met de liefde en het koppel plus de groep gingen uit
mekaar. Bonnie verhuisde naar Macon Georgia en begon een solo carrière.
Binnen enkele jaren had de reputatie opgebouwd van dé backingzangeres
te zijn die grote namen op het podium bij hun wilden hebben. Jo Cocker, Little
Feat, Allman Brothers, Dwight Yoakam, Jimmy Hall, allen moesten ze haar als
backing zangeres. Het was Delbert McClinton die een duet met haar opnam "Givin
It Up On Love", wat een grote hit werd en haar carrière ook een
boost gaf. Even later werd ze zelfs de vaste "Allman Sister" bij de
Allman Brothers. In 1980 huwde ze een tweede maal en kwam zo in't milieu van
acteurs en tv -sitcoms terecht en via dit zelfs in Hollywood, waar ze een rol
in de film "The Doors" kreeg. In 1992 eindigde het tweede huwelijk
en ze verhuisde naar Nashville. In 2001 volgde de cd "I'm Still The Same"
die zeer goede kritieken kreeg, en in 2005 maakte ze voor het New Yorkse Label
Zoho de cd " Roots, Blues & Jazz" die onlangs pas in Europa uitgebracht
werd met andere hoes en titel, de naam "I Can Laugh About It Now"
meekreeg en verscheen op 't uitstekende Music Avenue label. De Amerikaanse titel
die mischien wat saai klonk voor de Europese markt, dekte de lading echter volledig,
want het is een mooie afwisselende verzameling van roots, blues en jazz. Bekende
nummers, niets echt verrassend, maar wel klasse met een hoofdletter. Zoals verwacht
heeft Bonnie het zingen niet verleerd, net als goede wijn wordt ze beter met
de jaren. Ze blijft haar roots trouw en probeert niet mee te waaien met muzikale
modegrillen of stijlen. Bonnie blaast met haar unieke hese stem nieuw leven
in deze klassiekers en maakt er terug boeiende, vernieuwde, levende versies
van. "Love The One You're With" van Stephen Stills krijgt een Muscle
Shoals soundje mee. Sam Cooke's "A Change Is Gonna Come", een nummer
waarvan ik dacht dat niemand de originele versie ooit zou kunnen benaderen,
wel, Bonnie komt toch aardig in de buurt, en dat wil wat zeggen. Nummer voor
nummer blijven de nieuwe versies van blues & jazz klassiekers, waarmee deze
cd gevuld is, boeiend. Dit is een zangeres zoals we ze tegenwoordig niet veel
meer horen. En zeggen dat ze de laatste jaren weer volop bezig is met acteren.
In de herfst van vorig jaar verscheen "The Guardian" met Kevin Costner
waarin ze een belangrijke rol speelt. Hopen dat ze maar niet teveel in Hollywood
sferen gaat vertoeven, wij hebben ze liever in de "Southern" omgeving
van Georgia, zodat ze ons nog enkele van die prachtplaten kan bezorgen.
(RON)
VARIOUS
ARTISTS:
EVEN COWGIRLS GET THE BLUES
Website: www.fargorecords.com
www.myspace.com
Label: Fargo Records
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
"Even Cowgirls Get The
Blues" is de titel van een film uit 1994 door Gus Van Sant met Uma Thurman
en Keanu Reeves in de hoofdrollen. De titel van deze verzamelplaat werd voornamelijk
gekozen omdat het Franse plantenlabel Fargo Records met deze collectie wilde
aantonen dat ook dames de bluesmuziek op ene unieke wijze kunnen brengen. Bovendien
was deze plaat de opvolger van de vorig jaar uitgebrachte "Cowboys In Scandinavia"
waarop artiesten uit het hoge noorden hun kunstjes mochten tonen van deze platenmaatschappij.
In 17 songs van evenveel vrouwelijke indie folk artiesten wordt een overzicht
gegeven van wat de huidige muziekscene in dit genre te bieden heeft. Relatief
onbekende namen passeren de revue zoals Sera Cahoone (drumster bij het schitterende
"Band Of Horses"), Alela Diane, Haley Bonar, Carrie Bell, Pink Nasty
(die niemand minder dan Bonnie Prince Billy van vocale steun voorzag op diens
live-CD "Summer In The Southeast"), Marie Sioux, Emily Loizeau (die
hier "Make You Feel My Love" van Bob Dylan covert) en Bosque Brown
(een ontdekking van Damien Jurado). Voor mij is de eerste kennismaking met deze
namen best een aangename ervaring. Anderzijds kan je ook enkele artiesten terugvinden
waarvan we in de voorbije maanden reeds werk mochten bespreken bij Rootstime.
Zoals bijvoorbeeld Dawn Landes van wie je elders bij deze juni-besprekingen
een recensie van haar nieuwste "Fireproof" kan vinden, Liz Durrett
(nichtje van Vic Chesnutt en begin 2006 opgevallen met haar album "The
Mezzanine"), Lauren Hoffman (vorig jaar nog met het uitstekende album "Choreography"),
The Innocence Mission (het echtpaar Don & Karen Peris), Oh Susanna (die
"Billy IV" van alweer Dylan covert). De bekendste van allen is Jesse
Sykes and the Sweet Hereafter, die met hun recente "Like, Love, Lust &
The Open Halls Of The Soul" één van de beste albums van 2007
uitbracht. De meeste artiesten op deze verzamelaar hebben nog maar pas hun eerste
CD uitgebracht en daarom is dit te beschouwen als een eerste springplank en
een introductie naar hun eigen albums. Moge U allen de juiste weg vinden naar
dit grote muzikale talent dat allemaal getekend werd door Fargo Records, hetgeen
hun goede neus voor toptalent nog maar eens bevestigt waarvoor felicitaties
van (valsam).
VINCE
BELL
RECADO
Website : www.vincebell.com
Email: vince_bell@vincebell.com
label : Steady Boy Records
"You hold my message in your hand" (Vince Bell)
Een
van de leukste nieuwkomers in de
Euro Americana Chart is "good old" Vince Bell die via zijn album
"Recado" terug enig teken van leven vertoond. Een leven dat in 1982
serieus aan een zijden draadje heeft gehangen want de Texaan werd het slachtoffer
van een vreselijk auto-ongeval dat hem enkele maanden in coma hield en waarvan
de revalidatie meerdere jaren in beslag nam. Een ongeluk komt blijkbaar nooit
alleen en het moment was dan ook bijzonder slecht gekozen want Vince Bell stond
destijds op de vooravond van de definitieve doorbraak die hem in het uitstekende
gezelschap bracht van ondermeer Townes Van Zandt, Guy Clark, Billy Joe Shaver,
Willie Nelson ... enz. Zijn boek "One Man's Music" brengt een boeiend
relaas van de opofferingen die de man zich moest getroosten om terug onder de
"levenden" te geraken. Het was vriend des huizes Bob Neuwirth en de
collega's John Cale, Stephen Bruton, Lyle Lovett en Victoria Williams die hem
in 1994 met het album "Phoenix" terug in de schijnwerpers plaatsten
en als wij ons niet vergissen zelfs op de bühne van de AB bracht. De albums
"Texas Plates" (oa. met Al Perkins, Pat Buchanon,'99) en "Live
in Texas" ('01) bezorgden hem opnieuw een cult status die er toe leidde
dat hij door de Austin Cronicle beschouwd werd als "One of the best singer/songwriters
and performers on the planet". Ondermeer Lyle Lovett, Bruce Cockburn, David
Rodriguez, Nancy Griffith ("From all of us who were beating the paths around
Texas in the 70s, I always felt Vince was the best of us.") en zelfs Townes
Van Zandt delen die mening. ("Vince is a poet," said the late Townes
Van Zandt. He is one of those rare artists who transcend category: its a little
rock 'n' roll, a little folk, a little country, some blues and jazz, some singer-songwriter.
What kind of music? Vince Bell music.”) Vince Bell weet die vernieuwde
aandacht te appreciëren en laat met de song "Gypsy" ("Took
a gypsy like you to make a gypsy like me.I'll live with what I can't change
till I change what I can't live with.A gypsy just like you.") en een prima
cover van "Mr. Mudd & Mr. Gold" zijn (wederzijdse) waardering
voor Townes Van Zandt blijken. ("Townes Van Zandt was the most gracious
man I've met in music and one of the more talented). Ondermeer Tammy Rogers
(fiddle & mandolin), Michael Woody (mandolin), Lori Singer en producer &
multi - instrumentalist Cam King lieten zich van hun beste zijde zien om het
ietwat eentonige, gruizelige stemmetje van de storyteller een muzikaal kleurtje
te geven. Vince Bell zal nooit een "Big O" worden maar verdient, alleen
al voor zijn volharding, ontegensprekelijk zijn plaatsje in het singer/songwriterswereldje.
(zie foto, met David Olney, Eric Taylor, Ian Matthews). Inderdaad, "Even
Cowboys Get The Blues" en zijn onlangs verschenen biografie "Sixtyeight
Twentyeight" oftewel "The life and times of a Texas writer and a flat-top
box guitar" spreken boekdelen.
Personnel: Vince Bell (acoustic guitar); Bill Browder (acoustic guitar); Cam King (autoharp); Michael Woody (mandolin); Tammy Rogers (fiddle); Freddie Steady Krc (percussion). All tracks have been digitally mastered using 24-bit technology.
KEVIN
MARK
CUTTIN' LOOSE
ROLLING THE DICE
Website: www.kevinmarkblues.com
Email: booking@kevinmark.com
Label: Blue Hog Productions
www.cdbaby.com/cd/kevinmark
www.cdbaby.com/cd/kevinmark2
De blues is nog behoorlijk levend in Canada. Het levend houden van de blues gebeurt op verschillende manieren. Zo zijn er gasten die zweren bij een puristische aanpak - de blues moet simpel zijn, het gevoel dat eruit spreekt moet een oergevoel zijn. Die aanpak levert soms schitterende platen op, kijk maar naar de oerblues van Paul Oscher (zondag 26/8 op het 10e (Ge)Varenwinkel Blues & Roots Festival). Je zou bijna vergeten dat er ook nog een andere aanpak mogelijk is, een wat meer gedreven aanpak misschien! Ook die aanpak levert regelmatig meesterwerkjes op, zoals Trevor Finlay regelmatig bewijst. Ook weer uit Canada kregen we van gitarist Kevin Mark twee cd's toegestuurd, cd's die ook zoals Finlay bewijzen dat ook de blues overtuigend en gedreven gebracht kan worden, en dat levert wederom zeer indringende muziek op. Zo verscheen op Blue Hog Productions in 2004 zijn debuutalbum "Rolling The Dice", een plaat waar hij kon rekenen op een zeventallige band waaronder een 3-koppige saxophone sectie. Verder waren op deze plaat, waarvan de produktie in handen was van de Canadese blues legende Jack de Keyzer en in 2005 de titel meekreeg van "Blues Album of the Year" (Quebec Lys Blues Awards), een aantal bekende artiesten als Michael Fonfara (Downchild Blues Band, Janis Joplin, Lou Reed) op piano, Linda Fraraccio te horen als backing vocals in "Let's Do It Again" en gitarist Laurier Gagnon in een viertal tracks, dewelke soms een aardig duel met Mark naar de spits drijft. In dertien nummers hebben zij niet alleen elkaar gevonden, maar de hele band kruist de blues van West Coast over Memphis tot Chicago, waarin Mark's eigen stuwende gitaarspel voor swingende melodieën zorgt, die tegelijk rootsy en meeslepend zijn. Daarbij is zoeken wel eens belangrijker dan vinden, maar in de songs valt het gedreven, precieze spel op waarmee de band Mark's teksten ondersteunen. Zo komt vanuit deze mix van invloeden een heel gretig en persoonlijk geluid tot stand. Mark heeft ook elf van de dertien nummers geschreven en heeft ook duidelijk hoorbaar een zwaar stempel op deze opnames gezet, waardoor dit een vernieuwende bluesplaat is geworden die van begin tot eind razend spannend is. Ondertussen is Kevin Mark één van de meest geliefde bluesmuzikanten in Canada en waarom dat zo is, laat hij wederom horen op zijn nieuwste "Cuttin’ Loose", een plaat die werkelijk van de eerste tot de laatste minuut boeit. Van de veertien nummers zijn elf van de hand van Mark die dadelijk opvallen omwille van hun veelzijdigheid. Hij wisselt traditionele blues af met swingende blues. Daarnaast verraadt zijn muziek southern soul en funk invloeden. Voeg daarbij zijn werkelijk uitmuntende stem - de soul druipt er vanaf - en de populariteit van Kevin Mark is verklaard. Het valt niet mee de hoogtepunten aan te wijzen, omdat vrijwel alle nummers juweeltjes zijn. Toch wil ik "If Your Phone Don't Ring" eruit lichten vanwege de prachtige vocals van Quebec's blueszangeres Tina Dee. Maar ook treffen we naast zijn vaste bandleden: bassist Costa Zafiropoulos, drummer Rob "Big Daddy" Marcheterre, en de saxophonisten Red Gauthier (tenor), Mat Mousseau (baritone) en Little Frankie Thiffault (tenor), ook wederom Michael Fonfara aan op keyboards. Verder is vermeldenswaard dat Mark voor de mixing van dit album gekozen heeft voor Jerry Hall, die vroeger werkte voor Little Charlie & The Nightcats, James Harman, Junior Watson, Kid Ramos ... Vocaal is Kevin Mark zeer sterk, maar zijn gitaarspel is nog uitstekender. Dat het deze band niet alleen te doen is om het brengen van zuivere blues waar Mark's gitaarspel de boventoon heeft, is een niet mis te verstane boodschap. Zo levert de toegevoegde blazersectie de perfecte notatie om het geheel boeiend en variërend te houden. De Texas shuffles, maar vooral Chicago blues, de West Coast en een beetje New Orleans bepalen de sound op dit wel echt schitterend album. De band staat op "Cuttin’ Loose" als nooit voorheen, teruggaand naar de muziek die hun eerste album zo kenmerkte. En dat heeft opnieuw een prachtig album opgeleverd, dat we hier in Rootstime graag promoten. Zet alvast uw stereo maar op luid, want dit is genieten!
ALASTAIR
MOOCK
FORTUNE STREET
Website: www.moock.com
www.myspace.com
E-mail: moock@moock.com
Label: Corazong records
www.corazong.com
www.cdbaby.com
Met
zijn raspige stem brengt Alastair Moock ons zijn verhalen, die sommige folk
noemen, anderen weer Americana, en zelf enkelen country. Ik zelf hou het toch
bij folk. Wel de echte Amerikaanse folk wel te verstaan, zoals zijn grote voorbeeld
Woody Guthrie die bracht. Afkomstig is hij uit Boston, en zijn stem doet denken
aan die van Steve Forbert, met zelfs een klein snuifje Tom Waits. Die stem is
zijn sterke kracht, samen met de teksten vol knappe levensbeschouwingen. De
titelsong die de cd opent is al direct een voorbeeld van de briljante teksten
van Alastair, het is ook meteen mijn favoriete song op deze schijf, de song
gaat over de eenzaamheid in de drukke stad, en is een folksong met moderne bleu-eyed
soul invloeden. Verwijzingen naar Woody Guthrie zijn er in "Woody's Lament",
over diens privéleven dat te lijden had van zijn werk als militant vakbondsman.
In het hierop volgende bluesy nummer "Swing that Axe" krijgen we op
humoristische wijze te horen dat met folk weinig geld te verdienen valt. Zo
vertelt Moock nummer voor nummer zijn boeiende verhalen, steeds sober aangekleed
zodat de teksten nog aan belangrijkheid winnen. Een lach en een traan. Songs
over huiselijk geweld ("Roll On/Song for Mary Ann"), maar ook een
song met als boodschap: geniet van het leven ("Own Way to Heaven").
De bekende klassieker "Della" is de enige cover, bekend van Blind
Willie Mc Tell. Als afsluiter krijgen we nog het zeer persoonlijke "Fishing
Tales" opgedragen aan zijn ongeboren kroost, toen hij nog niet wist wat
't worden ging, hij richt zich afwisselend naar beide mogelijkheden; "Hello
little man.." en wat verder "or hello little girl.." Maar vooral
de zin "My fertile little wife" bleek profetisch, want 't zou wat
later een tweeling worden. Het was dit feit wat hem aanzette na twee jaar terug
een cd te maken, want hij wou die song die al lang in de kast lag met de wereld
delen. Deze tweede op het Corazong label, werd in 5 dagen opgenomen en bijna
zonder overdubs op band gezet. Op 2 nummers kreeg hij de hulp van Kris Delmhorst,
waarmee Rootstime tijdens het Blue Highways festival nog een interview deed.
In de herfst is er een Europees tournee, waarbij ook Belgie zou aangedaan worden.
Zeker die kans niet laten voorbijgaan, we houden jullie op de hoogte.
(RON)
DAWN
LANDES
FIREPROOF
Website: www.dawnlandes.com
/ www.myspace.com
Mail: tim@tummytouch.com
Label: Fargo Records / www.fargorecords.com
Distr. : Munich Records / www.munichrecords.com
www.cdbaby.com/cd/dawn2
Aan
het album "Fireproof" werd veel tijd en energie besteed door de nu
26-jarige Dawn Landes. De opnames vonden plaats in een oude brandweerkazerne
in Brooklyn en de zangeres heeft heel veel zelf gedaan voor deze nieuwe CD.
Dawn Landes werkt reeds enkele jaren samen met de leden van de groep Hem die
haar ook hier muzikaal begeleiden. Vorige maand toerde zij nog doorheen Europa
als voorprogramma van Ben Weaver. België werd echter jammerlijk over het
hoofd gezien tijdens deze tournee. Landes is een singer-songwriter uit New York
die haar inspiratie zoekt in de traditionele alt-folksongs van mensen als Woody
Guthrie of Joanna Newsom. Zij speelt bovendien zelf op meerdere instrumenten
die ze ook voor haar recentste album heeft bovengehaald. In het dagelijkse leven
werkt ze als opnametechnieker in een studio en zo werkte ze de voorbije jaren
al mee aan CD's van o.a. Philip Glass, Hem, Joseph Arthur en Ryan Adams. Haar
songs weten bij het publiek de nodige emoties op te roepen, niet in het minst
door haar breekbare stem en de behoorlijke songteksten. Dit alles leverde Landes
optredens op in voorprogramma's van o.a. José Gonzales, Suzanne Vega
en Andrew Bird. Met haar vorige CD "Dawn's Music" bleef het succes
vrij beperkt. In de folksongs op "Fireproof" heeft Dawn Landes deze
keer wat meer instrumentatie toegevoegd zoals keyboards en electrische gitaar,
evenals enkele dubs en moderne electronica. In de pers wordt ze al eens vergeleken
met Ani DiFranco en Cat Power, maar ik zou haar toch liever zichzelf laten zijn.
Songs die blijven hangen zijn "Bodyguard", "I Don't Need No Man",
"Picture Show" en "You Alone". Verdienstelijk nieuw werk
van een talentvolle zangeres.
(valsam)
BEK-JEAN
STEWART
JUNIOR YEARS
Website:
www.myspace.com
Label: Laughing Outlaw Records / www.laughingoutlaw.com.au
www.myspace.com
Info: G Promo / Geraint Jones / gpromo@btinternet.com
Volgens
mij is Bek-Jean Stewart een van de meest onderschatte country-zangeressen. Hoewel
het labeltje?country-zangeres? doet Bek-Jean niet helemaal recht, want zij is
veel allrounder. Het doet ons dan ook zeer veel deugd dat er van deze zesendertig
jarige uit Sydney afkomstige singer-songwriter, die enkele duetten zong op Perry
Keyes' debuutalbum "Meter", nu ook een album van haar verschenen is.
De songs completeren het hoogst fascinerende beeld dat Bek-Jean van zichzelf
ophangt op dit ook voor haar debuut, "Junior Years", dat net als de
platen van vroeger een side 1en 2 meekreeg. Eén beluistering van dit
zelf geproduceerde en ook zelf bij elkaar gepende geheel volstonden alvast om
te weten dat dit een juweeltje van een rootsplaat is geworden, een plaat waarin
we kunnen genieten van twaalf Stewart-songs. Het merendeel van de nummers is
mid- en uptempo rootsrock, en gesteund door Grand Shanahan (basgitaar), Matt
Galvin en Eddie Kairouz (gitaren), Warren Bright (toetsen) en Mick Carpenter
aan het lap-steelwerk, weet Bek-Jean zich best te manifesteren met haar wat
gruizige stem (denk Bonnie Tyler), die het volume van de muziek met gemak aankan,
zonder zich te hoeven overschreeuwen. Met haar twaalf eigen nummers weet Bek-Jean
duidelijk in hetzelfde schuitje te varen als labelgenote Gina Villalobos. Toch
blijft Bek-Jean en haar songs centraal staan op dit prachtige album. Luister
maar eens naar de zeer rockende nummers "Driving night holy Night"
en "Modern Primitive" of de gevoelige ballad "Lost on The Winding
Road", een duet met gast Perry Keyes natuurlijk. Bek-Jean kan stevig rocken,
maar zet ook een lome ballad moeiteloos naar haar hand. De songs op "Junior
Years" zijn stuk voor stuk van een ongekend hoog niveau en ook de muzikale
begeleiding is om je vingers bij af te likken. Onweerstaanbare gitaarloopjes
en altijd die zwoele, maar ook rauwe, stem van Bek-Jean. Kortweg: Roots met
een flinke dosis rock ’n roll, steeds verpakt in genadeloos catchy rocksongs.
Iedereen met een zwak voor vrouwelijke singer-songwriters met ballen, vindt
ze momenteel echt niet beter dan dit.
ROD
PICOTT
SUMMERBIRDS
website : www.rodpicott.com
/ www.myspace.com
Email: mail@rodpicott.com
Label : Welding Rod Music
Info: Joanna Serraris / www.musemix.com
Rod
Picott overweegt om het Nederlands staatsburgerschap aan te vragen (grapje)
... neen de man beschikt nog steeds over al zijn geestesvermogens maar is de
laatste jaren zodanig veel op bezoek geweest bij onze noorderburen dat hij eigenlijk
beschouwd kan worden als een 'halve' Hollander. Niet verwonderlijk want singer/songwriter
Picott scoorde vooral met zijn "Girls
From Arkansas" erg hoog in de Euro Americana Chart en deed menig liefhebber
op zoek gaan naar de eerder verschenen albums "Tiger Tom Dixon's Blues"
('01) en "Stray Dogs" ('02). Bijzonder leuke hebbedingetjes zou achteraf
blijken want Picott kroop in de pen met ondermeer Gurf Morlix, Fred Eaglesmith
& long - time friend Slaid Cleaves (hun "Broke Down" groeide ondertussen
uit tot een heuse klassieker) en vond niemand minder dan Allison Krauss bereid
om wat backing vocals voor haar rekening te nemen ("Circus Girl").
De rootsrocker en troubadour uit Texas is momenteel op rondreis door Nederland
(met Amanda Shires - viool,vocals - zie extra support) als onderdeel van een
promotietoer voor het album "Summerbirds" dat op stapel staat. De
man herinnert met vlagen ("Jealous Stars", "When Your Bird Won't
Fly" en "Moscow Idaho") nog aan de jonge Tom Waits maar schuift
mede door de pareltjes "Just Like Love", "Something in Spanish"
(John Deaderick op accordeon), het co-writerschap met Slaid Cleaves ("Sinner's
Prayer") en Sean Patrick Mc Graw ("You Can't Talk...") meer en
meer richting Greg Trooper en dat lijkt mij een gunstige evolutie. Natuurlijk
maken één en in dit geval enkele vogels nog geen zomer maar de
prachtige afsluiter "Little Bird" (met Amanda
Shires - viool, Thrift Store Cowboys) opent toch veel perspectieven ...
heerlijke zomeravonden, genieten van een wijntje, biertje en de "Summerbirds"
op de achtergrond. Geluk zit dikwijls in de kleine dingetjes ....
RICHARD
MANUEL
WHISPERING PINES
(LIVE AT THE GETAWAY 1985)
Label : Corazong Records
www.corazong.com
The Band: Robbie Robertson, Levon Helm, Garth Hudson, Rick Danko en Richard Manuel zijn maar moeilijk weg te denken uit de popgeschiedenis. Ze begonnen als begeleidingsband van Ronnie Hawkins, probeerden het daarna even als Levon & The Hawks, maar werden pas echt beroemd door hun samenwerking met Bob Dylan. Samen namen zij in Woodstock een aantal nummers op, die later op de Basement Tapes zouden verschijnen. Ondertussen zijn de leden van deze legendarische formatie ook voor zichzelf bezig. In1968 verschijnt het debuutalbum "Music From Big Pink", dat samen met het kort daarna verschenen "The Band" popklassiekers zijn. Platen waarop country, blues, oude folk en rock werden omgesmeed tot een organisch geheel, met hoofdrollen voor de stemmen van Rick Danko, Levon Helm en Richard Manuel. Twee andere albums, die op hun eigen wijze een bijdrage leverden aan de muziekgeschiedenis, zijn nu ook verkrijgbaar. "Cryin' Heart Blues" (rec mei) van Rick Danko en "Whispering Pines (Live At The Getaway)" van Richard Manuel werden in 2005 al door het Canadese Other People's Music uitgebracht, maar zijn nu via CoraZong ook beschikbaar voor de Europese markt. Zonder The Band zouden roots en Americana heden ten dage er wellicht heel anders uitgezien hebben. Zowel Danko als Manuel leverden daar een bijdrage aan en zijn uiteindelijk bezweken aan het zware leven dat ze leidden. Zanger/toetsenist/songwriter Richard Manuel (1943-86) kenden we vooral om de songs "Whispering pines", "The Weight", "The Night They Drove old Dixie Down", "In a Station" en "Just Another Whistle Stop", pleegde in 1986 zelfmoord in een hotelkamer in Florida zonder ook maar één soloplaat na te laten. Zijn leven was getekend door alcohol- en drugsproblemen. Hij was ook de zanger die de reeds vermelde meesterwerken, "Music From The Big Pink" en "The Band" mocht openen en afsluiten. Op "Whispering Pines" horen we echter live opnames van een concert waarin hij bij tijd en wijle bijgestaan wordt door o.a. The Band collega Rick Danko (zang, gitaar), Jim Weider (gitaar) en Sredni Vollmer (bluesharmonica). De opnames van dit optreden in Saugerties, New York uit het jaar 1985, waren oorspronkelijk niet bedoeld voor een album, maar goed dat de geluidsman van dienst deze zorgvuldig heeft bewaard want dit is wel degelijk het bewijs wat een geweldige zanger Richard Manuel was. Het repertoire bestond uit materiaal van The Band en covers van songs van onder andere Ray Charles, Fats Domino en J.J. Cale. Als bonus staat er nog wat studiowerk op: drie korte pianostukken van Manuel solo en Mitzi's blues, met 'zang' van hond Mitzi en medewerking van oude bandmaatjes Helm, Danko en Hudson. Met "Whispering Pines" laat Richard Manuel nog eens horen wat een intens en soulvol zanger hij was. Het leverde een memorabele avond op, een 'must have' die geen enkele liefhebber van de muziek van The Band ongehoord aan zich voorbij mag laten gaan.
WILL
T. MASSEY
SLOW STUDY
Website : www.willtmassey.com
www.myspace.com
Info: contact@willtmassey.com
Label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/willtmassey2
www.cdbaby.com/cd/willtmassey3
Twee
vliegen in een klap ... 'oppergod' Lloyd Maines werd vorig jaar aangezocht om
de opnames van Will T. Massey's album "Letters
in the Wind" in goede banen te leiden. Het was niet hun eerste samenwerking
want in een vorig leven (zie foto,1989!) was diezelfde Loyd Maines van erg dichtbij
betrokken bij Massey's album "Slow Study" dat destijds op een cassette
verscheen. Een heuse tape-release party vond plaats met ondermeer wijlen Jesse
"Guitar" Taylor en Rosie Flores en het kleinood (ondertussen collector's
item) verscheen op welgeteld 150 exemplaren. Voldoende voor major label MCA
Records om Massey onder contract te plaatsen. De samenwerking met ondermeer
Roy Bittan (Bruce Springsteen), Mike Campbell (Tom Petty) en Kenny Aronoff (John
"Cougar" Mellencamp) resulteerde in een (geflopt) pop
album en Massey mocht opdraven als support-act voor de Europese tour van
Steve Earle. Naderhand kon Will T. Massey zijn dromen opbergen en verdween geruisloos
van het toneel ... (Like the angels in his songs, Will took a coffee break).
De singer-songwriter uit San Angelo,Texas liet vorig jaar plotseling opnieuw
van zich horen met het bijzonder goed ontvangen album "Letters in the Wind"
en onder het motto "het ijzer smeden als het warm is" vond het duo
Massey/Maines het oppertuun om die oude opnames digitaal te remasteren, een
tweetal songs in een nieuw jasje te steken en, zoals het tegenwoordig hoort,
voorzien van enkele bonustracks. Blijkbaar is het muzikantenleven (alhoewel
sex, drugs, & alcohol ?) niet zo slopend als dat van een profvoetballer
want in de ploegopstelling van destijds komen aardig wat bekende namen in voor
die heden ten dage nog steeds thuishoren in de muzikale Champions League. Of
wat dacht u van ondermeer multi-instrumentalist Lloyd Maines zelf, Paul Pearcy
(drums & percussie), George Ensle (acoustic gt) - de heren waren ook van
de partij op het album "Blacktop, Back Roads" van the Flyin' A's -
Gene Elders (fiddle), Ponty Bone (accordian), Tish Hinojosa (vocals), Don Ray
& Bonnie Dickinson (piano). "Slow Study" heeft de tand destijds
goed doorstaan en is volgens mijn bescheiden mening zelfs van dat niveau dat
het eventueel kan wedijveren met Steve Earle's klassieker "Guitar Town".