JANUARI 2007 - FEBRUARI 2007 - MAART 2007 - APRIL 2007 - MEI 2007
JUNI 2007 - JULI 2007 - AUGUSTUS 2007 - SEPTEMBER 2007 - OKTOBER 2007
VARIOUS ARTISTS: I'M NOT THERE - ORIGINAL SOUNDTRACK
THE ELECTROPHONICS - CATCH THAT SWINGTRAIN (LIVE)
CRAIG SINCLAIR - STONES BENEATH THE SURFACE - BAREFOOT BALLADS
JOSE LUIS PARDO & MOJO WORKERS - THAT' S RIGHT
THE MOHAWK LODGE - WILDFIRES
CHARLES "BIG DADDY" STALLINGS - BLUES EVOLUTION
YONDER - YONDER
JOHN SOLLY - COOL BLUE LOVE
RAGWATER REVUE - RAGWATER REVUE
STARCROSSED - STARCROSSED + DVD-LIVE
VARIOUS ARTISTS:
I'M NOT THERE
ORIGINAL SOUNDTRACK
myspace
Label & Distr.:Sony BMG Music Entertainment
VIDEO
Muziek was al vaker onderwerp
van een aantal eigenzinnige films van regisseur Todd Hayens. Zo maakte hij eerder
Superstar, een korte poppenanimatiefilm over het leven van Karen Carpenter.
Met Velvet Goldmine vertelde hij het fictieve verhaal over de opkomst en ondergang
van een glamrocker en nu heeft hij een portret van de legendatisch Bob Dylan
gemaakt, waarin Dylan wordt gespeeld door zes verschillende personen Christian
Bale, Heath Ledger, Marcus Carl Franklin, Richard Gere, Ben Whishaw en Cate
Blanchett. Het gaat niet alleen om waarheidsgetrouwe momenten uit het leven
van Dylan. Hayens beschouwt momenten uit het leven van Dylan of die nu echt,
vals, overdreven of authentiek zijn. Elke van de zes acteurs speelt Dylan in
een verschillende periode in zijn leven, waarbij tevens verschillende aspecten
van zijn werk muziek worden belicht onder het Dylan motto: "All I can do
is be me, whoever that is." Deze acteurs incarneren Bob Dylan als een kaleidoscoop
van wisselende personages : Dylan als dichter, profeet, gangster, bedrieger,
acteur, martelaar en "Born Again". Samen vormen ze een portret van
een niet te vatten Amerikaanse icoon. Daardoor is ook "I'm Not There"
- de Original Soundtrack - bij Todd Haynes’ film - een dubbel-cd met Dylan-covers
geworden die van begin tot eind niet alleen boeit maar bij vlagen zelfs overrompelt.
Talloze grootheden doen een Dylan-liedje, van Eddie Vedder en Sufjan Stevens
tot Charlotte Gainsbourg en Jack Johnson. De ene versie is nog mooier dan de
ander, maar het fraaist zijn die waarop Calexico uitstekend op dreef is als
begeleiders van Iron & Wine, Roger McGuinn, Willie Nelson, Charlotte Gainsbourg
en Jim James. Zo ook klonk Willie Nelson zelden zo overtuigend als in het door
deze groep begeleide "Senor (Tales of Yankee Power)", wat een vondst
ook om Charlotte Gainsbourg te laten zuchten in "Just Like A Woman"
en een hartverscheurende uitvoering van "Goin’ To Acapulco"
door Jim James (My Morning Jacket). Hoogtepunten te over. Zo zijn Steve Malkmus,
Cat Power en Jeff Tweedy in topvorm, terwijl John Doe "Pressing On"
tot grote hoogten zingt en Mark Lanegan een indrukwekkende versie van "Man
In The Long Black Coat" neerzet. Als afsluiter de originele Basement Tape-opname
van "I’m Not There" door Dylan en The Band, opmerkelijk genoeg
in een mindere geluidskwaliteit dan de fans van bootlegs kunnen kennen. Je hoort
op "I’m Not There" dat iedereen er graag was, en dat straalt
gewoon af op de prestaties, en daardoor laat deze soundtrack zich in zijn geheel
ook gewoon als muziekalbum goed beluisteren. Dat Calexico en een gelegenheidsgroep
rond Lee Ranaldo (Sonic Youth) en Tom Verlaine een rode draad vormen, is ook
een andere verklaring voor de eenheid van het project.
TRACKLISTING
Disc 1
1. All Along the Watchtower
– Eddie Vedder & The Million Dollar Bashers
2. I’m Not There – Sonic Youth
3. Goin’ to Acapulco – Jim James & Calexico
4. Tombstone Blues – Richie Havens
5. Ballad of a Thin Man – Stephen Malkmus & The Million Dollar Bashers
6. Stuck Inside of Mobile with the Memphis Blues Again – Cat Power
7. Pressing On – John Doe
8. Fourth Time Around – Yo La Tengo
9. Dark Eyes – Iron & Wine & Calexico
10. Highway 61 Revisited – Karen O & Million Dollar Bashers
11. One More Cup of Coffee – Roger McGuinn & Calexico
12. The Lonesome Death of Hattie Carroll – Mason Jennings
13. Billy 1 – Los Lobos
14. Simple Twist of Fate – Jeff Tweedy
15. Man in the Long Black Coat – Mark Lanegan
16. Senor (Tales of Yankee Power) – Willie Nelson & Calexico
Disc 2
1. As I Went Out One Morning
– Mira Billotte
2. Can’t Leave Her Behind – Stephen Malkmus & The Million Dollar
Bashers
3. Ring Them Bells – Sufjan Stevens
4. Just Like a Woman – Charlotte Gainsbourg & Calexico
5. Mama, You’ve Been On My Mind/A Fraction of Last Thought on Woody Guthrie
– Jack Johnson
6. I Wanna Be Your Lover – Yo La Tengo
7. You Ain’t Goin’ Nowhere – Glen Hansard & Maréta
Irglovà
8. Can You Please Crawl Out Your Window? – The Hold Steady
9. Just Like Tom Thumb’s Blues – Ramblin’ Jack Elliott
10. The Wicked Messenger – The Black Keys
11. Cold Irons Bound – Tom Verlaine & The Million Dollar Bashers
12. The Times They Are A Changin’ – Mason Jennings
13. Maggie’s Farm – Stephen Malkmus & The Million Dollar Bashers
14. When the Ship Comes In – Marcus Carl Franklin
15. Moonshiner – Bob Forrest
16. I Dreamed I Saw St. Augustine – John Doe
17. Knockin’ On Heaven’s Door – Antony & The Johnsons
18. I”m Not There – Bob Dylan with The Band.
THE
ELECTROPHONICS
CATCH THAT SWINGTRAIN (LIVE)
Website
contact: info@electrophonics.nl
Label : Retro Swing Records
VIDEO
Het
is ondertussen alweer zo’n 6 maanden geleden dat The Electrophonics dag
2 van het Moulin Bluesfestival te Ospel mochten openen. Voor al degenen die
aanwezig waren en nog wat herinneringen willen ophalen is er nu deze live cd,
opgenomen tijdens dat optreden. Maar deze cd is zeker ook voer voor hen die
er niet waren die dag want het laat duidelijk horen wat deze heren in petto
hebben en dat al zo vroeg op de dag. Zou het komen omdat ze een thuismatch speelden?
Misschien voor een gedeelte maar geloof me of niet, deze heren krijgen een tent
ook plat als ze niet op eigen veld spelen. Geopend wordt er met een instrumentaaltje
genaamd ‘FZ’s Revenge’ en al dadelijk slaat het vuur in de
swingpan. En dat vuur blijft lekker aanwakkeren gedurende de hele cd. The Electrophonics
is dan ook niet zomaar een volgende Nederlandse band maar een band die swing
en jump blues van het zuiverste soort brengt en dit op een niveau om U tegen
te zeggen. De cd telt voornamelijk eigen werk dat even klassenvol is als de
covers van o.a. Roy Brown en Calvin Boze. Frontman Stephan Hermsen (vocals en
bluesharp) beschikt niet alleen over een paar knappe stembanden, hij bespeelt
tevens met veel overgave de bluesharp en past perfect in zijn rol als entertainer
van de band. Verder ook meer dan één pluim voor de andere bandleden,
Ruud Gijsen (gitaar), Ivo Sieben (piano), Ronald Roodbol (contrabas) en het
blazersduo André de Laat (tenorsax) en Nick Caris (trombone). De sound
van de heren doet regelmatig denken aan de big band sound van de jaren ’50,
luister maar eens naar de lekkere ballroomswinger ‘I Can’t Loose
With The Stuff I Use’ met een schitterende rol op sax voor André
de Laat. Of wat dacht je van de meer uptempo swinger ‘Dance’, een
song op het lijf geschreven voor deze band, enthousiast, gedreven en vol overgave.
En als je nog niet genoeg gedanst hebt dan kan je gerust verder dansen op de
volgende swinger ‘Drivin’. Het is moeilijk deze cd nog de band op
een minpuntje te betrappen, alles zit zoals het hoort tot zelfs het enthousiasme
van het publiek. Na Cuby & The Blizzards en Cuban Heels kan Nederland er
weer een supergroep bij plaatsen. Chapeau heren.
Blueswalker.
THE ELECTROPHONICS LIVE
Friday,
December 7, 2007
Venlo (NL)
Perron 55 (21:00)
Also with Cuban Heels
Friday,
December 21, 2007
Heerlen (NL)
Southern Blues Nightfall (21:00)
Saturday,
January 19, 2008
Helmond (NL)
Muziekcafé (21:00)
Friday,
February 15, 2008
Seventh Heaven, Nederweert (NL)
Santa Domingo (21:00)
Also with Nem-Q & The Dirty Denims
CRAIG
SINCLAIR
STONES BENEATH THE SURFACE
Website - myspace
E-mail: craig@craigsinclair.com.au
Label:Eigen beheer
VIDEO
Craig
Sinclair uit Fremantle in het Westen van Australië, is een singer - songwriter
in de folk en country blues traditie, hij speelt akoestische gitaar, lap steel
en fingerpickin' slide. Zijn stemgeluid is soulvol en zijn teksten dragen die
typische Australische stempel van de ruigheid van het leven daar. Een van zijn
inspiratiebronnen en de man die voor Craig de vonk deed overspringen, was Kelly
Joe Phelps, die hij ontmoette in Bath in Engeland in 2004. Langzamerhand begon
hij meer songs te schrijven en optredens te doen, eerst in pubs en cafés,
maar naderhand kwamen de grotere concertzalen en festivals. Een zeer succesvolle
tournee begin dit jaar langsheen de ganse Oostkust van Australië deed dan
uiteindelijk de grote doorbraak komen, en in Mei vorig jaar verscheen "Stones
beneath The Surface". De voorstelling in Fremantle voor een volgelopen
Mojo's Music Club was een enorm succes en de bal was aan het rollen. Craig's
debuut is een sfeervolle en rustige rootsplaat geworden, met het verzorgde,
prachtige geluid van de slide in de hoofdrol. Muziek die wat de sfeer heeft
van "Paris, Texas" van Ry Cooder. Zeker in de openingssong "Leaving
On The Morrow" met daarbij de zachte stem van Craig, beelden van weidse,
stoffig rode vlaktes met Coolabah bomen doemen voor je oog op. "Karma Train"
een treinsong waarbij gitaar en mondharmonica het treinritme oproepen lijkt
sterk op een nummer van de vorige week besproken cd van Juzzy Smith "Happy
Daze". De Aussies hebben een zwak voor treinen, zo te zien. Dan "Downstream
Blues" de song die tot bluessong van het jaar verkozen werd vorig jaar,
meer folk dan blues in feite maar inderdaad mooi. "Too Far Gone" is
echte country blues met mooi fingerpickin slidewerk van Craig en het bluesy
mondharmonicageluid van Andrew Pring. Een uitstekende instrumental is het sfeervolle
en wat spacy "Mick's Release" met extra veel reverb op de gitaar.
Bij "Life Ahead", één van de mooiste songs op deze cd,
wordt de melancholische en wat droevige sfeer gebracht door een cello, die samen
met een slide in mineur, een soort Nick Drake song oplevert. En die sfeer blijft,
want ook "Bright Eyed Girl" en "The Battle of Pinjarra",
een verhaal over de slachtpartij van het leger op Binjareb aboriginals, zijn
songs in mineur, wat door de sfeer van de instrumentatie met cello en slide
extra benadrukt wordt. Het bijna als nationaal volkslied beschouwde "Waltzing
Matilda" dat door Craig tot een bluesnummer omgebogen is, sluit deze debuutcd
af. Een uiterst geslaagde cd, rustig, met de slide als sfeermaker in de hoofdrol
naast de warme stem van Craig, die de rake teksten brengt die vertellen over
Australië in zijn vele aspecten.
BAREFOOT BALLADS
Een live opname van Craig
Synclair helemaal alleen met 10 nieuwe songs, allemaal eigen werk behalve de
cover van "She danced with the Spirits", een song van Chris Wilso,
kreeg de naam "Barefoot Ballads". De opnames gebeurden begin dit jaar
in het Kidogo Arthouse in Fremantle, de woonplaats van Craig. In tegenstelling
tot "Stones Beneath The Surface" dat het werk was van vier muzikanten,
is de sound natuurlijk meer "basic". De eerste vier songs hebben dan
ook meer een troubadours gevoel, pure singer songwritersmuziek met enkel gitaar
en stem, sterke songs, dat zeker, vooral "Rusting Armour", maar met
wat minder uitstraling vanwege de sobere uitvoering. Als echter "She Danced
With The Spirits" inzet, de Chris Wilson cover, is die prachtige slide
er weer, en klinkt Craig als David Lindley of Ry Cooder. De volgende songs "Peggy's
Blues" en "In Too Deep" gaan verder in dezelfde lijn met slidegitaar
bijdragen die me koude rillingen bezorgen en dan die sterke, rake teksten ...
pure poëzie. Craig sluit af met het bluesy "In My Time Of Dying/ Downstream
Blues" het enige nummer wat we reeds op het debuut hoorden. Net als de
vorige, is deze "Barefoot Ballads" een prachtige ingetogen opname,
hoewel ik persoonlijk iets meer genoten heb van de wat gevuldere sound van "Stones
Beneath The Surface". Als het aan mij lag mocht de derde cd zelfs een nog
wat ruigere kant van Craigs slide laten horen, zoals in "Too Far Gone",
maar (gelukkig) ligt het niet aan mij. Nee, niemand hoeft Craig te vertellen
wat hij moet doen, deze jongen zal zeker zijn eigen weg gaan, en zoals hij nu
bezig is, gaat 't al een heel eind in de goede richting.
(RON)
JOSE LUIS PARDO
& MOJO WORKERS
THAT' S RIGHT
Website
Email: mail@jlpardo.com.ar
Label: Hotsak
VIDEO 1 VIDEO
2
Jose
Luis Pardo is een Argentijnse zanger en bluesgitarist die in 2003 eerst de band
"The King Bees" oprichtte en een jaar later kwamen de "Mojo Workers",
waarmee hij nog steeds optreedt op dit moment. Wij kregen van hem de nieuwe
cd "That's Right" opgestuurd, samen met de DVD "In Vivo"
waar we de heren aan het werk kunnen zien op het bluesfestival van San Isidro.
We kunnen je al dadelijk verraden dat José van alle markten thuis is,
één helft van de cd is Engels, de andere nummers Spaans. Hij brengt
ons jaren 50 swing, maar evenzeer Texaanse boogie à la SRV, evenals Chicago
Blues, mooi jazzy gitaarwerk, een cover van Robert Johnson, je hoort het, geen
stijltje is onbetreden terrein voor Mr. Pardo. Het begint al dadelijk heel mooi
met de rijkelijk van blazers voorziene titeltrack, een echte fifties swing,
en trouwens niet de enige, er staan er nog wel zo een paar op, zoals het overbekende
"Caldonia" of Louis Jordan's "Is You Is, Or Is You Ain't".
Zoals ik reeds zei is er ook wat moderne Texaanse blues aanwezig, "Stopping
Me Cold" is er zo eentje, een pure Stevie Ray Vaughan shuffle. Wat knappe
Chicagoblues is natuurlijk ook niet vergeten, maar hij zingt ze wel in het Spaans
zoals de afsluiter "Vamonos A Chicago" en de andere "Me Estas
Llamando". Het is natuurlijk wat wennen aan zijn blues in het Spaans, een
taal waar ik bijvoorbeeld nooit moeite zal mee hebben met echte Zuid-Amerikaanse
stijlen, zoals Salsa of Son. Maar bij blues of rock wringt het toch een weinig,
zeker als zoals hier de blues en rocknummers zo authentiek gebracht worden.
In de instrumental "Minor Swing" toont José dan weer een ander
aspect van zijn gitaarspel, het jazzy element. Knap nummer, Wes Montgomery is
niet ver af. "Cansado" is een speciale song, in feite is het gewoon
een remake van "Homework" van Otis Rush, maar meer bekend dankzij
Fleetwood Mac, het is hier omgebouwd tot een nummer in vroege Santana stijl
en volledig Spaans gezongen. Ook erg apart, zowat een buitenbeentje op deze
cd is "They"re Red Hot" een Robert Johnson song, die hier een
lekker ouderwetse bewerking krijgt en bovendien swingt als een paar….dinges.
Neen, Jan Pardo hoef je niet te vertellen hoe je een goede bluesplaat moet maken,
hij heeft er wel kaas van gegeten, en getuige de bijgevoegde DVD, die voor een
groot deel van deze songs de live uitvoeringen toont, kan hij het live overtuigend
overbrengen. Ik meen gehoord te hebben dat José Luis van plan is nog
een Europese tour te doen het volgende jaar, organisatoren, grijp je kans als
het zover is. (Jose Luis Pardo: mail@jlpardo.com.ar)
(RON)
THE
MOHAWK LODGE
WILDFIRES
Website - myspace
Mail: wildfires@mohawklodge.ca
Label : White Whale Records
De
negende CD die ik ooit voor Rootstime heb besproken was “Rare Birds”
van The Mohawk Lodge. Het was 16 november 2006, bijna dag op dag één
jaar geleden. Sindsdien zijn er al meer dan 300 CD’s de revue gepasseerd.
Materiaal van allerlei pluimage: uitstekend, verrassend, goed en heel zelden
ook minder goed. Ryder Haydale - die stichter en eigenaar van het platenlabel
White Whale Records is en op de stuwende kracht achter The Mohawk Lodge - heeft
noest gewerkt aan een opvolger voor “Rare Birds” en komt daar nu
mee op de proppen. De nieuwste schijf heet “Wildfires” en verschilt
behoorlijk van zijn voorganger, niet in het minst omdat de akoestische gitaar
op het 2006-album hier vervangen werd door een elektrische variant. Ook de muziek
transformeerde met dit album van folk naar rock. Vanzelfsprekend blijft The
Mohawk Lodge zich bewegen in het pop- en rockgenre, maar toch is deze nieuwste
CD muzikaal wat toegankelijker. Er werkten zowat 15 verschillende muzikanten
mee aan “Wildfires” waardoor het album muzikaal rijper klinkt en
een uitstekende productie voor de rest moet zorgen. Wolf Parade en Handsome
Furs-zanger Dan Boeckner neemt op enkele songs de vocalen voor zijn rekening
en op andere nummers verzorgt hij uitstekend de backing vocals. Natuurlijk zijn
de songs ook hier weer het allerbelangrijkst. In de Canadese pers weet men te
melden dat Ryder Haydale diep in zijn binnenste naar zijn Fleedwood Mac-wortels
is gaan zoeken voor de liedjes op deze plaat. Die typische sound is meteen hoorbaar
in de eerste song op de plaat “Hard Times”. De eerste single uit
“Wildfires” is “Wear ‘Em Out” en dat is meteen
ook het eerste hoogtepunt, waarna het instrumentaal hoogstaande “Everybody’s
On Fire” volgt. De rustige gitaarsong “Timber” doet mij even
denken aan Bonnie ‘Prince’ Billy, vooral aan diens primitieve maar
o zo herkenbare zeurderige zangstijl. Evenzo vergaat het die andere mooie trage
song “Calm Down”. “Heart Of Lovers” zit vol handgeklap,
gitaarriffs en -distortion en Haydale schreeuwt de tekst op Cure-achtige wijze
door de microfoon. De titeltrack “Wildfires” is een meer psychedelisch
nummer en de afsluiter “Rising Sun” is een 7 minuten durende epische
gitaarsong die strofes afwisselt met lange gitaarsolo’s en een reis doorheen
het desolate Canada beschrijft. Een opvolger voor dit album zal deze keer geen
jaar op zich laten wachten. Ryder Haydale kondigt de nieuwe plaat van The Mohawk
Lodge al aan voor de lente van 2008. De vogeltjes zullen er dan allicht door
aan het fluiten gaan.
(valsam)
CHARLES "BIG
DADDY" STALLINGS
BLUES EVOLUTION
Website
E-mail: Eflat2002@aol.com
Label: Tai Jeria Music
Cdbaby
Na
zijn uitstekende debuut "One Night Lover" uit 2004 waren we benieuwd
naar de opvolger van Charles Stallings a.k.a "Big Daddy". Na een korte
introductie vliegt hij er dadelijk in met het instrumentale "Let's Boogie"
vol funky blazers, je kunt je zo voorstellen dat dit 't nummer is waarmee de
band alleen een gig opent in afwachting dat "Big Daddy" zelf het podium
inpalmt, en een beter nummer kan je je daarvoor niet indenken, er wordt heel
wat verwachting opgebouwd met een dergelijke stomende intro, die langzaam tot
een climax aangroeit. "Going down South" wat dan volgt, krijgt hier
de Jimmy Reed behandeling. De begeleidingsband van Stallings klinkt als een
goed geoliede machine, wat vooral hoorbaar is in "Blues Train Express",
dat als een echte stoomtrein uit de boxen dendert, onstuitbaar in zijn boogie
ritme. "Hard Times, Good Times" neemt even wat tempo terug, echte
Chicago blues in Muddy Waters traditie, al speelt de slide hier niet de hoofdrol,
maar de knappe mondharmonica van Mark Wenner, bekend van de vroegere Nighthawks.
Een funky soulritme zou je niet zo direct verwachten in een song die "Blues
Line Dance" heet, maar toch.., herhaalde "James Brown" passages
en ook backing vocals en handclaps van de twee kleindochters maken er een swingend
en speels soul uitstapje van. De futuristische song "2999" met robotstemmetjes,
is ondanks het vlotte Jimmy Reed ritme, het minst geslaagde nummer uit de cd.
Dat Jimmy Reed zowat het grootste voorbeeld voor Charles moet geweest zijn,
blijkt ook uit "Blues Cowboy", waar weer dat typische ritme van Jimmy
Reed terugkomt, het nummer lijkt soms wat op "Take Out Some Insurance",
één van mijn favoriete Reed songs. Heel veel funk komt er naar
boven in "Booty Slappin'" met de blazers onder leiding van Charles'
saxofonist en rechterhand Joe "E Flat" Thomas. Van funk naar echte
Philly Soul in "Hand Dancin" een song met Curtis Mayfield trekjes.
Alsof er nog niet genoeg afwisseling gebracht is, gaat Big Daddy ter afsluiting
nog even de Spaanse tour op in "Hey Signorita", dat we maar meer als
een grappig extraatje zullen beschouwen, want het kan op deze bluescd weinig
komen zoeken, net zo weinig als BB King op een Mariachi cd. Dus, de futuristische
en Spaanse uitstapjes buiten beschouwing gelaten, heeft "Big Daddy"
ons een sterke cd
afgeleverd, die een goede mix vormt van blues, funk en soul, gebracht door een
hechte band met een prima blazerssectie.
(RON)
YONDER
Website - myspace
Email: info@yonder.nu
Label: Rootsy.nu
Distr.: Sonic - Rendezvous
Ik heb een zwak voor Scandinavische groepen, dat mag geweten zijn. Misschien komt het door mijn roots, maar telkens ik een cd uit het hoge noorden krijg toegeschoven, kan ik nauwelijks wachten om het schijfje te bevrijden uit de hoes, omdat ik weet dat de kans erg groot is dat ik meteen verkocht zal zijn. Jammer genoeg bestaat er geen enkele regel zonder uitzondering. Al is het zelden zo dat een act uit Zweden of Noorwegen me teleurstelt, af en toe gebeurt het toch dat ik – ondanks mijn vooringenomenheid - niet helemaal overtuigd raak door een Scandinavische band. Het Zweedse Yonder was in eerste instantie zo’n beetje een twijfelgeval, echter na ettelijke beluisteringen van hun titeloze cd kan ik alleen maar besluiten dat zij vooral een band zijn van het zuiverste water. Deze cd is meteen een mooi visitekaartje, een staalkaart van datgene waar de groep voor staat en dat is stemmige, gezellige Americana, met zuinig toegevoegde scheutjes country, folk en blues. De muziek van Yonder doet in eerste instantie vooral denken aan Mississippi John Hurt, Skip James, Blaze Foley, Sleepy John Estes, Blind Willie Johnson, Sonny Boy Williamson, Rev. Gary Davis, Leadbelly en Ralph Stanley, artiesten die steeds op de één of andere manier van invloed geweest zijn op hun songs, maar heel treffend zijn de overeenkomsten nooit. Na enkele draaibeurten zijn zelfs ook invloeden van The Carter Family hoorbaar en komt de jonge Bob Dylan geregeld om de hoek kijken. Centraal staat de doorleefde gruizige stem van zanger-liedjesschrijver Mats Qwarfordt (harmonica, harmonium, mbira), die de luisteraar meesleurt tot diep in zijn ziel met zijn liedjes die met goed gevoel geïnspireerd zijn op de authentieke traditionals. De sfeer op dit debuut is intiem en tegelijkertijd zeer ingetogen. Het maakt de muziek van Yonder buitengewoon fraai en intrigerend. Naast de prima zang valt het geweldige gitaarwerk van Christer Lyssarides (mandola, chord zither, harmony vocals) op en verder mogen de fraaie accenten van Björn Lundquist (double bass) en Kjell Gustavsson (percussie, harmony vocals) niet onvermeld blijven. De kwaliteit van de songs is van een onwaarschijnlijk hoog niveau. Yonder is een klassieker in het genre en heeft volgens ons een uniek eigen geluid, waardoor deze plaat op een schitterende wijze uit de verf komt met elf intense songs, met als hoogtepunten de nummers "Beulah Land", "Single Man Blues" en "Day By Day". Gekozen is voor meer ingetogenheid, vooral in de nummers "Faith" en "April Snow", hetgeen het totaalbeeld van het album alleen maar ten goede komt, want net als met de zang benadrukt deze ingetogenheid de samenhang van het album en in zekere zin ook die van de muzikanten onderling. Als het Amerikaans klinken van dit genre muziek het criterium is voor goede muziek dan is Yonder er in geslaagd om een heel goed album af te leveren, mijn benieuwdheid naar de verdere ontwikkelingen van deze band heeft plaatsgemaakt voor een wens naar meer van dit soort prachtige muziek.
JOHN
SOLLY
COOL BLUE LOVE
Website
E-mail: john@johnsolly.com
Label: Eigen Beheer
Cdbaby
Voor
de tweede maal in één week tijd krijg ik een cd ter bespreking
die erg veel gelijkenis vertoont met de muziek van Donald Fagen en diens groep
Steely Dan. John Solly uit Dallas, Texas is inderdaad, net als Reverend Zen,
van wie ik de cd nog maar pas besprak, een artiest die erg mooie, verzorgde,
jazzy muziek maakt met sterke, doordachte teksten. In de jaren zestig was hij
oprichtend lid van de Novas, een surfband die een cult hit had met een song
"William Junior", nu een gezocht collector's item, waardoor de opnames
van de Novas terug uitgebracht werden, en de originele Novas ook terug samen
optreden. John was en is zanger gitarist bij die band, echter met gans andere
muziek dan wat hij hier brengt op "Cool Blue Love". Op deze solocd
is John namelijk vooral keyboardspeler, en heeft zo te horen deze cd helemaal
alleen gemaakt. Volgens zijn concertagenda treedt hij ook meestal alleen op,
soms als duo. Ondanks dat klinkt het dankzij de moderne techniek als een volledige
band, tot zelfs koortjes met zichzelf in perfecte close harmony toe. Toch mis
je af en toe, zeker naarmate de cd verder vordert wat afwisseling, een mooie
gitaarsolo, een sax, dingen die hier perfect zouden passen en deze cd nog wat
meer diepte en contrast zouden bezorgen. Maar dat is muggeziften, want ook John
Solly in zijn ééntje zorgde ervoor dat dit een puike cd is geworden,
hij is een uitstekend componist, muzikant en zanger, die ervoor zorgt dat je
deze cd steeds opnieuw zult blijven beluisteren, omdat het zo'n late night sfeertje
heeft, of uitstekende muziek is voor luie zondagen, verzorgd tot in de puntjes.
Vooral de openingssong "Irresistible Force of Nature" is zo'n nummer
met Steely Dan allures, of het mooie simpele liefdeslied "Little Bit",
een pracht van een nummer. In feite als ik het zo bekijk, is "Cool Blue
Love" één aaneenschakeling van lovesongs, één
lange ode aan de vrouw, neem nu "What Kind Of Woman", of het verwerken
van een gebroken relatie, in "I'll Get Over You", een van de mooiste
songs op deze productie. Het jazzy, ontspannen "Casual" of "Shockwaves
of Emotion" zijn eveneens songs die vooral erg sfeervol en rustgevend zijn,
dankzij de warme honingzoete stem en de perfecte melodielijnen en composities
van Solly. Een echte aanrader voor fans van Steely Dan, Micheal Franks, Micheal
McDonald en Gino Vanelli.
(RON)
RAGWATER
REVUE
Website
Myspace
Email: ragwaterrevue@yahoo.com
Cdbaby
VIDEO 'The Creep'
Het duo Ragwater Revue uit
San Francisco distilleert songs uit het brakke moeraswater waarin ook goed volk
als The Cramps en Deadbolt naar invloeden vissen. Vernieuwend uit de hoek komen
is in dit genre in de verste verte geen prioriteit, dat is bekend. Ragwater
Revue steekt echter met kop en schouders uit boven vergelijkbare, vandaag de
dag in de marge van de rock-'n-roll modderende garage-orkestjes. Songsmid en
multi-instrumentalist Kris Daniel weet hoe hij met simpele middelen een pakkend
nummer schrijft en de groep heeft met de stem van Lady Viola, een soulvolle
negerin gevangen in het lichaam van een lijkbleke vampirella, hét ingrediënt
in huis om haar muziek naar een hoger plan te tillen. Gruizige, Cramps-achtige
slepers als 'Poor John Button' en 'Chinastrapman' worden afgewisseld met de
galmende vuilbakkenblues van 'The Creep' of het zeer Waitsiaans getitelde 'Glass
Eye & A Leisure Suit'. Maar het kan ook subtiel. In de blauwe neongloed
van het rokerige 'San Francisco Song' is het half zes in de ochtend. Terwijl
de stoelen omgekeerd op tafel staan en de kelner al aan het borstelen is luisteren
de laatste, hardnekkige stamgasten hoe Vrouwe Viola, met een lome bluesgitaar
en ruisende drums als enige gezelschap, zacht het gemis van haar geliefde bezingt.
Zeer mooi. In het uptempo 'Cemetery Sal' schemeren dan weer duidelijk rockabilly-invloeden
door terwijl het met een streepje baritonsax opgesmukte 'Interlude' eerder beelden
oproept van stiekem sluipende roze panters. In combinatie met de sterke songs
en doorleefde vocalen maakt deze diversiteit van dit schijfje zonder meer spek
voor de bek van types die weleens op maanverlichte nachten vol ongezonde belangstelling
over begraafplaatsen struinen. Echt iets voor u dus.
(BENN)
STARCROSSED
STARCROSSED + DVD-LIVE
Website
Mail: wolfsonpr@hotmail.com
Label : Electric Palm Records
CD Baby
Distr. : Hemifran
Het
verhaal van Starcrossed begon al zo’n 40 jaar geleden in de swinging sixties
toen twee jongeren aan een prille vriendschap begonnen. Het waren Joel Siegel
en Sherry Fox die vrienden werden toen ze samen op de middelbare school van
Detroit zaten. Daar leerden ze wat later Richard Hovey kennen die gitaar speelde
en ook zanger was. Die Amerikaanse stad was tevens de geboorteplaats van de
Motownsound en dat kon dus - net als gospel en R&B -ook niet voorbij gaan
aan de aandacht en de muzikale opvoeding van Siegel en Fox. De eerste groep
waar ze samen deel van uitmaakten was R.J. Fox (“Richard Joel Fox”,
de namen van de 3 groepsleden). De groep trad vooral op in de vele bars en pubs
van Detroit. De grote doorbraak kwam echter niet voor R.J. Fox zoals dat wel
gebeurde voor groepen waarmee zij in die tijd de studio deelden, zoals Grateful
Dead, Jefferson Airplane en Crosby, Stills & Nash. David Crosby ontfermde
zich over de groep en bood hen zijn studiotechnicus aan om hun eerste album
te produceren. Het was in die periode dat het vierde permanente lid bij de groep
kwam: Laura Allan. De plaat van R.J. Fox mislukte echter omdat het platenlabel
niet voor de broodnodige promotie zorgde en dit leidde uiteindelijk tot het
ter ziele gaan van de band. Iedereen ging gedurende enkele jaren zijn eigen
weg en ze speelden vooral als gastmuzikanten bij diverse topartiesten uit de
eighties. In 1994 vonden de leden elkaar terug en werd Starcrossed boven de
doopvont gehouden. De muziek die ze nu brengen is vooral nostalgisch gericht
en wil de luisteraars mee terug in de tijd nemen. De vrouwelijke leadzang is
hun handelsmerk geworden met vooral krachtige rocksongs en af en toe een gevoelige
ballad. Joel Siegel schrijft alle songs voor “The greatest band you’ve
never heard” zoals ze zichzelf noemen. Het album “Starcrossed”
is een soort Greatest Hits en enkele van deze songs kan je ook op een apart
verschenen DVD bekijken. Nummers als “Born Too Late”, “Sanguine
Is The Night”, “Starcrossed”, “Livin’ In The World”
en “Hungry Heart Of Love” moeten de luisteraar een beeld geven van
wat deze groep allemaal in petto had en heeft, want hun optredens zijn nog steeds
een aanrader in de States.
(valsam)