JANUARI 2007 - FEBRUARI 2007 - MAART 2007 - APRIL 2007
MEI 2007 - JUNI 2007 - JULI 2007 - AUGUSTUS 2007 - SEPTEMBER 2007
VARIOUS ARTISTS: THE FINE ART OF MUSIC - CORAZONG SAMPLER
GEOFF PEARLMAN - CITY SESSIONS – LOS ANGELES & SOMEPLACE LIKE NOWHERE - EP
JUDY COLLINS - THE ESSENTIAL (2004) & ALL ON A WINTRY NIGHT (2000)
FAB TRANZER - RIVIERA
CLARE BURSON - THIEVES
BLUE COTTON - NUBLOOZE
THE BLUE RIBBONS - RISE AND SHINE
JOE JENCKS - THE CANDLE AND THE FLAME
VIETNAM - VIETNAM
HAMELL ON TRIAL - SONGS FOR PARENTS WHO ENJOY DRUGS
THE
FINE ART OF MUSIC
CORAZONG SAMPLER
Website
Het Nederlandse
Corazong label, wat steeds garant staat voor kwalitatief hoogstaande releases
op gebied van rootsmuziek, gunt ons via deze bloemlezing een kijkje in hun recentere
releases.Van elke artiest zijn op deze dubbelaar enkele nummers verzameld, en
zoals we het van dit kwaliteitslabel ook niet anders verwacht hadden, hebben
ze hiervan ook weer iets bijzonders gemaakt. Van elke artiest is er dus een
"normale" track te horen, met daarnaast op een tweede cd, een aparte
zeldzame track, een live opname of een nog niet eerder uitgebracht nummer, of
zelfs enkele speciaal voor deze cd opgenomen songs. Zo vind je op deze cd onder
andere de Engelstalige versie van "Op zoek naar Rosie" van J.P Den
Tex. Als bonusje bovenop kan je bovendien via je computer kijken naar clips
van enkele songs, zoals Teye, met Joe Ely en Jessie Taylor en ook ééntje
van Patricia Vonne. Alsof dit alles nog niet genoeg was kan je dit kleinood
aanschaffen in je platenzaak voor een prijsje wat rondom de 10 euro zou moeten
schommelen, en dit voor 26 prachtsongs. Inderdaad, als je van singer-songwriters
houdt of van Americana en aanverwante genres, dan valt hier heel wat te rapen,
wat gezegd van Alastair Moock bijvoorbeeld, met een knappe live versie van "My
Creole Belle", een overbekende song van Mississippi John Hurt, wel, deze
versie zal je enkel op deze cd te horen krijgen. Of "Wine" van Peter
Cooper uit zijn "Cautionary Tales" CD , ook nog zo’n knappe
compositie. Zelfs Kim Carnes, die ver van het comerciele circuit een tweede
carrieère gevonden heeft, overtuigt ons erg met songs als "Goodnight
Angel" en "Still Warmed By The Thrill". Er vallen weinig zwakke
songs te bespeuren op deze dubbelaar, hoogtepunten daarentegen zijn erde temeer
op te noemen, neem bijvoorbeeld de song “Flood” van Last Train Home,
uit hun uitstekende "Last Good Kiss" CD. Grote Klasse. De extraatjes
waarmee de tweede cd begint, een clip van Patricia Vonne's "Rebel Bride"
en het daarop volgende "Dos Amigos" van Teye, de flamenco fomatie,
waarbij we in de clip zelfs een Flamenco dansende Joe Ely te zien krijgen zijn
mooi meegenomen. Verdere hoogtepunten zijn de songs van Krista Detor, en de
onvolprezen Mercy Brothers, met vroegere Radio Kings gitarist Michael Dinalio
en soul/blues/rockabilly vocalist Barrence Whitfield, de blues van Jean Paul
Rena en superieure singer - songwritermuziek van Jeff Talmadge, dat zijn slechts
enkele van de nummers om van te genieten op deze bijna gratis dubbelaar. Aanbevolen,
is het niet alleen al om de superieure songs, dan wel in het teken van besparingen.
Moet het nog gezegd: Aanrader!
(RON)
GEOFF
PEARLMAN
CITY SESSIONS – LOS ANGELES
SOMEPLACE LIKE NOWHERE - EP
Website - myspace
Mail: grumble@geoffpearlman.com
Label : Easy Walkers Music
Distr. : Hemifran
CD Baby
Geoff
Pearlman zegt op z’n MySpace-site dat zijn muzikale invloeden komen van
o.a. The Beatles, Neil Young, Ron Sexsmith, Crowded House, Elvis Costello, Bob
Dylan en Jeff Buckley. En eerlijk gezegd, dat kan je ook horen aan de vijf songs
die op zijn EP-tje “Someplace Like Nowhere” staan. Opener “Let
It In” is een nummer dat ook van Crowded House of Ron Sexsmith had kunnen
zijn. En “A Nightmare Waiting To Happen” zou je ook toeschrijven
aan een album van Paul McCartney. Pearlman komt uit Omaha en woont nu in Los
Angeles. Hij is een liedjesschrijver, zanger, gitarist, producer en geluidstechnicus
en trad veel op als gitarist voor Shelby Lynne en Linda Perry (van 4 Non Blonde).
Daarnaast treed hij op met een countrygroepje “The Dukes Of Sunset”.
Zijn eerste full-CD was “Anything At All” en deze EP is zijn tweede
worp naar eeuwige roem. Zelf zegt hij dat 2 CD’s aan de basis lagen van
de liedjes op deze EP, namelijk “Rubber Soul” van de Beatles en
“After The Gold Rush” van Neil Young. De songs “Caroline”
en “The Man With The Unbreakable Heart” gaan erin als zoete broodjes
en afsluiter “Sad Sad” is een uiterst knappe song die meer verdient
dan een roemloze vermelding op het hoesje. “Your Music Channel”
is een uitgeverij die DVD’s lanceert van live optredens onder de titel
City Sessions. Zij gaan van stad tot stad om er jonge artiesten een forum te
geven in een intieme omgeving waar ze live optreden voor de opnames van de DVD.
Zo is er ook een City Sessions Los Angeles van Geoff Pearlman verschenen met
daarop 7 nummers waarvan er ook enkele op de EP staan (“Sad, Sad”
en “Nightmare Waiting To Happen”). De andere tracks komen van zijn
eerste album. Dit is op zijn minst een uitstekend initiatief dat de gelegenheid
biedt om wat breder kennis te maken met deze uitstekende nieuwkomer. Onthouden
dus, deze Geoff Pearlman.
(valsam)
JUDY
COLLINS
THE ESSENTIAL (2004)
ALL ON A WINTRY NIGHT (2000)
Website
Mail: tricia.arnold@rykodisc.com
Label : Wildflower
Records
Distr. : Rykodisc / Rough
Trade
Judy
Collins brengt dit jaar een nieuwe CD uit “Judy Collins Sings Lennon &
McCartney” en om haar voorafgaand nog even terug onder de aandacht van
het luisterpubliek te brengen besloot zij om met haar eigen platenmaatschappij
2 oudere albums opnieuw uit brengen. “The Essential” is een soort
Greatest Hits-album uit 2004 en “All On A Wintry Night” is een album
met kerstliederen uit 2000. Judith Marjorie Collins werd 68 jaar geleden geboren
in Seattle en is een folkzangeres die ook vele eigen nummers schrijft. Met haar
sopraanstem en haar opleiding voor klassieke piano is het bijna evident dat
ze haar carrière in dit muziekgenre zou opbouwen. En dat heeft ze zeker
succesrijk gedaan. Judy Collins was in haar hele leven ook een geëngageerde
activiste die regelmatig in de bres sprong voor minderbedeelden of sociaal zwakkeren.
In het begin van haar loopbaan waren de meeste liedjes met eenvoudige begeleiding
van haar eigen akoestische gitaar maar méér en méér
werd een ruimere orchestratie toegevoegd aan de nummers, wat de liedjes meer
toegankelijk maakte voor een bredere publiek. In de sixties coverde ze nummers
van Woody Guthrie en Pete Seeger en bracht ze meerdere traditionals uit. Ze
was ook geruime tijd het liefje van Stephen Stills, die 2 songs over haar schreef:
“Judy Blue Eyes” en “Bluebird” (opgenomen door Buffalo
Sprinfield). In de seventies leed Judy Collins geruime tijd aan de eetstoornis
boulemie, maar in diezelfde periode stond ze ook bijna constant in de Amerikaanse
hitlijsten. Begin jaren ’90 trof haar een ander noodlot: de zelfmoord
van haar zoon Clark op 33-jarige leeftijd. Momenteel is ze nog erg actief als
Unicef-ambassadeur en gaat ze voorop in de strijd tegen de harteloos dodende
landmijnen. Op het album “The Essential” zijn heel wat van haar
populairste songs terug te vinden: coverversies van “Morning Has Broken”,
“The Rose”, “Send In The Clowns”, “ Both Sides
Now” (dat haar een Grammy Award opleverde), “Song For Bernadette”
(van haar album met allemaal covers van nummers van haar goede vriend Leonard
Cohen), “Amazing Grace” en “Bridge Over Troubled Water”.
Maar ook eigen nummers zoals “The Blizzard”, “Wings Of Angels”
en “Since You’ve Asked” staan op hun plaats op deze verzamelschijf
die bij haar privé-platenlabel werd uitgegeven en derhalve misschien
wel meer een weergave is van haar persoonlijke lievelingsliedjes dan een echte
compilatiealbum met haar grootste successen. De tweede CD “”All
On A Wintry Night” bevat uitsluitend kerstliederen zoals “Silent
Night”, “Joy To The World” , “I’ll Be Home For
Christmas”, “Let It Snow” en “A Christmas Carol”.
Maar er zijn ook enkele speciale nummers zoals de zelfgeschreven liedjes “Song
For Sarajevo (Dream Of Peace)”, “Come Rejoice” en “All
On A Wintry Night”. Tenslotte is ook het enige duet op dit album “In
The Bleak Mid Winter” dat Collins samen met de actrice Tyne Daly brengt
nog vermeldenswaardig. Het is misschien nog wat vroeg, maar binnen 2 maanden
past de muziek op dit album helemaal met die tijd van het jaar.
(valsam)
FAB
TRANZER
RIVIERA
Website
Myspace
Mail:fab@fabtranzer.com
Label: Reznart Music
Cdbaby
De van oorsprong
Franse gitarist Fabrice Tranzer heeft door de jaren heen reeds zijn sporen verdiend
als sessiemuzikant, producer en live-gitarist voor onder anderen Wanda Jackson
en mondharpist Charlie McCoy. Sinds enkele jaren woont hij in het zuiden van
de Verenigde Staten. De elf instrumentale stukken gitaarmuziek op zijn eerste
solo-cd 'Riviera' zijn naar eigen zeggen geïnspireerd door de sfeer en
het landschap van zijn nieuwe omgeving. En om maar meteen met de deur in huis
te vallen: dat heeft een prachtplaat opgeleverd. Met een minimum aan middelen
(gitaar, dobro, mandoline en percussie) en slechts geruggesteund door bassist
Franck Bedez toont Tranzer zich elf nummers lang een veelzijdig gitarist en
vindingrijk arrangeur. De lome, bij momenten ietwat woestijnachtige sfeer van
zijn nieuwe woonplaats Mississippi wordt op deze cd van de eerste tot de laatste
noot vastgehouden zonder dat het ook maar een seconde gaat vervelen, integendeel.
Dit resulteert in verstilde parels als 'Somnus Raga', 'Casino' en het broeierige
'Swamper'. Vooral in het laatstgenoemde nummer is de verzengende hitte van de
namiddagzon op haar kookpunt en staat er geen zuchtje wind. De straten liggen
er verlaten bij en wie het zich toch in het hoofd haalt een stapje in de wereld
te zetten kan de lucht boven het asfalt zien trillen. Het is hoe dan ook aangewezen
om binnen te blijven want een snijdende bluesgitaar voorspelt nakend onheil.
Doorheen het vlotte 'The Booty Of It' waait dan weer een aangenaam lauwe bries.
Het jazzy gitaarwerk doet hier denken aan dat van Genkenaar Angelo Bisceglia.
Dezelfde opgewekte sfeer gaat uit van de nummers 'Hold The Grits' en het subtiel
groovende 'Austin', met als smaakmaker een warm slappende funkbas van Bedez.
Ook 'Pig Machine!', met heerlijk knerpende wah wah-gitaar, is onderbouwd door
een volslanke baslijn en baadt bovendien in de withete gloed van traag uitdijende
gitaarklanken. Tranzer flirt hier in zijn gitaarsolo met het atonale zonder
in vermoeiend gefreak te vervallen. Zéér sterk. Ik kan superlatieven
blijven spuien maar het wordt stilaan duidelijk waar ik heen wil: dit is absoluut
een klasseplaat die reikhalzend doet uikijken naar wat deze getalenteerde Fransman
nog meer voor ons in petto heeft.
(BENN)
CLARE
BURSON
THIEVES
Website - myspace
Mail: clareburson@gmail.com
Label: Eigen Beheer
Distr.: Hemifran
Voor
mij is Clare Burson een compleet nieuwe naam. Zij is afkomstig uit Brooklyn,
New York en haar muziek was al te horen in diverse TV-series zoals “Six
Degrees” en “Dawson’s Creek”. Een Amerikaanse muziekjournalist
geeft haar toch wel een behoorlijk compliment als hij zegt : “If Lucinda
Williams grew up on Yo La Tengo ballads instead of Hank Williams blues, she'd
sound something like Clare Burson.” Zelf zegt ze beinvloed te zijn door
zangeressen als Jolie Holland, Cat Power, Lucinda Williams, Emmylou Harris,
Gillian Welch en de hele reutemeteut van betere stemmen in de hedendaagse muziekwereld.
Ik moet toch even zeggen dat ik ondanks de uitstekende vocale - soms engelachtige
- prestaties van Clare toch echt geen sporen van Lucinda Williams kan terugvinden
in de 9 songs op haar album “Thieves”. Zij bezingt onderwerpen als
de vreugde van bevrijding in “Boat Of Leaves”, de speelse dromerigheid
in “Angels” en hoop en blijde verwachting in “1000 Miles”,
de enige uptempo-song op dit album. In de coversong “These Boots Are Made
For Walking” heeft ze de Nancy Sinatra-klassieker behoorlijk stevig onder
handen genomen en er een folky murder ballad op banjo van gemaakt. Lee Hazlewood
zal als schrijver van de song echter zijn mening over deze versie niet meer
kunnen ventileren, aangezien hij eerder dit jaar kwam te overlijden. Clare Burson
is voorwaar een fris geluid in de oververzadigde vijver van Americana singer-songwriters
en heeft met dit album een mooi werkje afgeleverd dat het beste laat verhopen
voor de nabije toekomst. De opvolger van “Thieves” zal echter voor
de definitieve bevestiging moeten zorgen. Ondertussen spelen wij op de oprukkende
druilerige herfstavonden donkere, sombere en melancholische songs als “Love
Is Snow”, “Angels” (met hele mooie etherische klanken), “Let
Me Lose Me” (een eenzame vrouw vol wanhoop die haar man smeekt om van
hem te mogen houden – yeah, sure !!!) en “Edge Of Town”.
(valsam)
BLUE
COTTON
NUBLOOZE
Website
Email:mail@bluecottonband.com
Label : eigen beheer
Cdbaby
Deze band is
nog maar eens het bewijs dat een dubbeltje soms raar kan rollen. Zowel gitarist/zanger
Terry Hargrove als drummer Alan Smith liepen met het idee hun instrument aan
de haak te hangen toen ze elkaar tegen het lijf liepen in Alabama. Maar door
met elkaar op te trekken en hun liefde voor muziek deed hen anders beslissen.
Verder vonden ze in Guy Sapp (the other guy) de perfecte bassist/zanger om hun
liefde voor muziek verder te zetten. Het gevolg hiervan is genaamd Blue Cotton
en hun eerste CD ‘Nublooze’ ligt nu in mijn cd-speler. Al dadelijk
valt me op dat deze 3 heren nog weinig stress of zenuwen kennen door het feit
dat ze al heel wat jaartjes ervaring achter de rug hebben. Ook hun muziek straalt
deze no nonsens feel uit, het lijkt wel of ze in de studio tijdens de opnames
één grote jamsessie hielden. Alle 13 songs op deze CD zijn eigen
werk en geschreven door ofwel Terry Hargrove en Guy Sapp. Dat Terry ook goed
overweg kan met de slide laat hij al duidelijk horen op het 2de nummer genaamd
‘Life Is In Your Hands’. Een zekere DeWayne Wheaton is gastmuzikant
op keyboards, orgel in 2 nummers en ik zou deze drie heren willen adviseren
om deze gastmuzikant in vast dienstverband te nemen. Hun nummers krijgen eens
zoveel feel dan ze al hebben zonder deze extra toevoeging wat ik alleen maar
kan toejuichen als een extra surplus, luister maar eens naar ‘Guiding
Light’. De muziek van dit trio is zeker niet te bestempelen als traditionele
blues maar toch komen er regelmatig elementen in hun songs terug. Zelf zou ik
hun muziek omschrijven als hedendaagse blues met hier en daar een knipoog naar
de Southern Rock. Toch is het niet allemaal rock wat er wordt toegevoegd, luister
maar eens naar de mooie ballade ‘Who Needs Us’. Op ‘My Baby’
wordt er een lekkere funky groove neergezet met mooie meerstemmige zang. Om
kort te zijn wil ik maar even vermelden dat dit schijfje vol variatie staat
en zelden, om maar niet te zeggen, nooit verveeld. Hier en daar hoor ik een
raakpunt met Kenny Wayne Shepard maar de eigen sound primeert toch op deze CD.
Als debuut vind ik deze schijf meer dan geslaagd en wil ik deze band vragen
om zeker de instrumenten niet aan de haak te hangen.
Blueswalker
THE
BLUE RIBBONS
RISE AND SHINE
Website
Email: contact@theblueribbons.com
Label: eigen beheer
The Blue Ribbons
hullen zich in duisternis, hun website is erg schaars met informatie, op hun
homepage staat een bloemenruiker in een vaas, en als je met de computermuis
over de afbeelding gaat, lichten bepaalde bloemen op, zo heb je een bloemetje
"about", waar je dan hoopt wat backgroundinfo te vinden, vier kleine
foto's van de instrumenten met daaronder een naam, er dat levert het volgende
op: bas: Jeff Charland, drums: Tauras Biskis, gitaar: Mike Castallana en piano:
James Rohr. Bij nader onderzoek levert de al even sobere hoesinfo nog op dat
James Rohr tevens zanger van de band is. De opnames gebeurden in Boston, dus
veronderstellen we dat de band ook uit deze omgeving is. In het eerste nummer
"Rise & Shine" maakt James Rohr al dadelijk indruk door wat op
Tom Waits wijze te zingen, en ook de muziek klinkt wat gelijkaardig aan wat
we van Waits gewoon zijn, een soort beheerste chaos, net op het randje. Daarmee
krijgen we de wat beschaafder, rustiger song “In The Weeds”, een
heel knappe song, met een prachtige melodielijn. James Rohr is een knap zanger,
zijn stem blijft me bijna bij elke song herinneren aan die van Marc Benno, alhoewel
ze ook plots anders kan klinken. “Bed of Roses” is mooie Americana
met twangy gitaren en zelfs wat fiddle, net als “Pharao” waar Mike
Castellana zorgt voor sober, maar knap gitaarwerk. In het wat rockerige “Pig
Rock Lane” komen er zelfs even wat flarden Keltische ritmes tevoorschijn.
Afwisseling troef dus in deze cd die me steeds meer begint te bevallen, want
dit album groeit per nummer en de songs lijken steeds sterker te worden. “I’ll
Never Do That Again” is ook weer een knappe song, met een sterke tekst
en een mooie melodielijn. Time for some blues, op “They All Gonna Love
Me When I’m Dead” waar de gelijkenis met het vroegere werk van Marc
Benno dan wel echt opvallend is. ”Let Us Go On” is een half gesproken,
half gezongen song met een poëtische tekst. De teksten zijn voor James
Rohr wel van belang, want zijn de “Ribbons” eerder schaars met andere
info, de teksten zijn extra op een inlay tekstvel bijgevoegd, en als je die
even doorneemt merk je wel dat James een echte dichter is. Niet dat het de ganse
tijd even diepzinnig en zwaar op de hand is: bij de swing song “Let’s
S, Foolin’ Around” is het wat luchtiger. Even later echter is de
ernst terug in “Nothin is Spared”, ik val in herhaling, maar wat
een mooie song, wat een knappe tekst. “Hold On” en “This Road”,
de twee laatste songs op de plaat, bezitten ook deze kwaliteiten en moeten voor
de rest niet onderdoen. “Hold On” rockt zelfs behoorlijk in een
Black Crows/ Stones/ Faces stijltje. Prachtige cd, die ook bij mij wel een tweede
intensiever luisterbeurt nodig had, maar eens ze je “ingepakt” heeft,
is ’t ééntje voor de bovenste plank.
(RON)
JOE JENCKS
THE CANDLE AND THE FLAME
Website
Email: Joejencks@hotmail.com
Label: Turtle Bear Music
Cdbaby
Joe
Jencks, Amerikaans troubadour met wortels in Ierland, is een liedjeszanger van
het zuiverste water, met zijn gitaar zwervend over de staten van Amerika en
andere continenten. Waar hij ook zit, in Canada, Seattle, Austin, Californië
of Cincinnati, Joe Jencks heeft er blijkbaar geen enkele moeite mee om al rondkijkend
en aanvoelend de kern te vatten van wat er gaande is. Soms is dat sociaal geëngageerd
en raakt hij kleine en grote drama’s aan, soms zijn de herinneringen biografisch.
Dit is ook zo op zijn zesde Cd ‘The Candle and the Flame’, live
opgenomen in de Studio en door Joe Jencks zelf geproducet. Daarop begeleidt
hij zichzelf met zijn akoestische KCJ-Goodall Gitaar als trouwe metgezel. In
”The Ballad Of JeShawn” verhaalt hij over de bruusk afgebroken toekomst
van JeShawn Johnson, een jong aankomend talent in de bokswereld, die omdat hij
niet buiten de ring wilde vechten, in de rug werd neergestoken. Wat maar eens
bewijst hoe actueel Joe’s verhaallijnen zijn. In het intense en prachtig
vertolkte ‘The Turtle” klinkt de nostalgie door omwille van het
heengaan van zijn broer Jerry. Na zijn ouders verloor Joe ook deze oudere broer,
wat hem een jaar lang de lust ontnam om nog te schrijven. Zijn vader die in
Korea vocht en daar geestelijke littekens van overhield bracht zeven kinderen
groot. Een familieman met Ierse roots zoekt dan gewoonlijk troost bij vrienden,
samen musicerend. Dat is wat ook Joe Jencks op dit album doet: ‘It’s
All About Love’. Wat deze cd zo sereen en intens ontroerend maakt is de
pianobegeleiding van Jon Carrol, die met zijn gevoelvol pianospel destijds al
bijdroeg tot de ’tristesse’ op de albums van Mary Chapin Carpenter.
Van bij de aanvang krijgt de ‘Flame In The Darkness’ hierdoor een
droefheid mee die doorsijpelt doorheen de teksten. Joe’s folky hoge stem,
die wat doet denken aan een kruising van Loudon Wainwright en David Olney klinkt
als gegoten om de eigen gevoelens in te bedden, soms wrang en aanklagend, soms
sensitief. Maar steeds reikend naar de helende werking van muziek. Inspiratie
werkt voor hem blijkbaar als de vlam die hem verder jaagt. Behalve Stephen Stills
‘For What It’s Worth’ schreef Joe alle teksten zelf. Als singer-songwriter
won hij trouwens al menige wedstrijd. Soms kan dit wat eentonig overkomen, vermits
Joe het zwaartepunt op zijn teksten legt. Muzikaal krijgt hij echter versterking
van een schare artiesten zoals slide gitarist Pat Wictor en de bassisten Jim
Robeson en Charlie Pilzer, die hun begeleidingsrol bescheiden invullen. Joe
is lid van de North American Folk Music and Dance Alliance en omwille van de
vele raakvlakken met andere culturen, Spaans (Adonde Pertenezzo), Joods (Tikun
Olam), zou je dit album als folky ‘borderline’ muziek kunnen omschrijven.
Met zijn mengeling van akoestische songs die refereren naar de wereld van de
Woody Guthrie’s en de Phil Ochs’ verdient Joe alleszins een plaatsje
bij de rondtrekkende zangers, die van muziek hun levenswerk maken. Tenminste
bij hen die op zoek naar een antwoord op de levensvragen stellen ‘dat
je in het aanzicht van het absurde alleen maar kan lachen of wenen’.
Marcie
VIETNAM
Website - myspace
Mail: vietnamtheband@hotmail.com
Label : Kemado Records
Distr : Munich Records
Vietnam.
Als je dat op Google intikt krijg je een ongelooflijk lange lijst van artikelen
over het land, de oorlog, zelfs politieke en religieuze sites, maar niets over
een popgroep met die naam. En laat nu net een CD getiteld “Vietnam”
van de gelijknamige groep hier voor mijn neus liggen. Kortom, er valt over deze
vier heren blijkbaar niets te ontdekken op het moderne internetmedium. Dan maar
eens proberen via hun platenmaatschappij en plots komt er toch wat meer duidelijkheid
over wie “Vietnam” is: een vierkoppige band uit Brooklyn, New York
met frontman en zanger Michael Gerner, gitarist Joshua Grubb, bassist Ivan Berko
en drummer Michael Foss. Na nog dieper graven ontdekte ik plots dat ze blijkbaar
toch over een eigen website en een MySpace-site beschikken en daar vind ik uiteindelijk
toch wat meer informatie. “Vietnam” is hun titelloze debuutalbum
dat begin 2007 gereleased werd. Maar in de Verenigde Staten hebben ze blijkbaar
toch al een reputatie opgebouwd als voorprogramma van hun muzikale mentor Jenny
Lewis and The Watson Twins. Jenny Lewis is de dame die momenteel de hitlijsten
bestormt als Rilo Kiley met het album “Under The Blacklight”. Recent
deelde Vietnam ook het podium met Evan Dando en diens herrezen band The Lemonheads,
dus blijkbaar toch een groep om rekening mee te houden. Pop en rockmuziek met
snerpende gitaren maar soms ook even akoestisch zoals in de eerste song op het
album “Step On Inside” waarbij de vocale kracht van Michael Gerner
meteen opvalt. Meteen in het oor springende songs zijn “Priest, Poet &
The Pig” en “Apocalypse”. Bekoren doen ze in het melodieuze
“Summer In The City” met zweverige zang en gitaarklanken. “Hotel
Riverview” is dan weer snoeihard en zo te zien zijn deze baardige en ruige
heren – die overigens nooit neen zeggen tegen alcohol - van plan om meer
in dit hardere genre te gaan spelen. “Welcome to My Room” is de
eerste single uit het album en afsluiter “Too Tired” is mijns inziens
een potentiële opvolger voor dat nummer. Dit debuutalbum is een tijdloze
klassieke rock’n’rollplaat geworden en een veelbelovende eerste
kennismaking. Afwachten wat zal gaan volgen.
(valsam)
HAMELL
ON TRIAL
SONGS FOR PARENTS WHO ENJOY DRUGS
Website - myspace
Mail : rob@codaagency.com tricia.arnold@rykodisc.com
Label : Righteous Babe
Records
Distr. : Rough Trade
Ed
Hamell is de man en de groep achter Hamell On Trial, die onder de beschermende
hoede van Ani DiFranco als producer zijn singer-songwriterwerk mag opnemen en
uitbrengen op het Righteous Babe-platenlabel. Hij schuwt geen enkel onderwerp
in zijn teksten en komt zelfs vaak heel cynisch, grappig of ondeugend voor de
dag. Dat is zijn handelsmerk, dus hoort dat ontegensprekelijk bij de show. De
meeste teksten praat hij gewoon in op punkachtige muziek, zoals ook Iggy Pop,
Lou Reed en diverse MC’s soms plegen te doen. Zijn one-man show schijnt
een sensatie te zijn en bijzonder populair bij een selectief maar hondsloyaal
publiek. Sommigen vergelijken de optredens met stand-up comedy. Zijn eerste
album “Big As Life” werd twee keer uitgebracht bij verschillende
platenlabels (eerst bij Doolittle Records en later bij Mercury Records). Bij
Mercury verscheen nadien ook zijn tweede album “The Chord Is Mightier
Than The Sword”. Daarna volgde de CD “Choochtown” op het indielabel
Such A Punch Media. Dat album was opgenomen in de kelder van zijn huis in Brooklyn,
New York, kreeg overal lovende perskritieken en ook de frequentie van optreden
nam gestaag toe. In mei 2000 werd zijn muzikale loopbaan een halt toegeroepen
gedurende enkele jaren omwille van een ernstig auto-ongeval waarin Ed Hamell
een zwaar hoofd- en hersenletsel opliep. Toen hij eind 2002 terug begon op te
treden lanceerde hij zijn “Choochtown”-CD in Europa en hij trad
er veelvuldig op samen met Ani DiFranco. Daarna volgde nog een live-album “Ed’s
Not Dead – Hamell Comes Alive”. In 2003 verschenen er 2 albums tegelijkertijd
op de markt: Tough Love” en het spoken-word album “YAP” .
En nu ligt hier “Songs For Parents Who Enjoy Drugs” voor ons. Liedjes
over politiek, passie, energie en intelligentie worden in een snelle opeenvolging
gebracht door deze kerel met scherpe tong en een apart gevoel voor humor. De
minieme instrumentatie bij de liedjes komt van zijn akoestische of elektrische
gitaar. Een hoofdrol in meerdere songs is weggelegd voor zijn 4-jarige zoontje
Detroit, die fungeert als onderwerp in enkele liedjes over familiewaarden en
op het nummer “Wheels Pt. 1” en deze kleine uk is op “Wheels
Pt. 2” zelfs vocaal te horen, zij het onbegrijpbaar. De song “Inquiring
Minds” gaat over de ouderlijke instincten om hun kinderen te beschermen
en “Values” gaat over de waarden die ouders op hun kinderen moeten
overbrengen. Die song houdt eveneens een onverholen directe boodschap aan president
Bush in (en het is geen steunbetuiging, hoor: "Is there some kind of presidential
school? / Some kind of test or exam to show that you’re the qualified
man?"). Bush krijgt van hetzelfde laken een broek in “Coulter’s
Snatch” en in “Civil Disobedience” dat alweer zeer kritisch
is voor de Amerikaanse leider (of is het lijder?). Gelukkig is Ed Hamell een
flink uit de kluiten gewassen kerel. Hij zou anders wel eens een serieus pak
slaag kunnen krijgen van al diegenen die hij genadeloos schoffeert in zijn teksten.
Eén van de beste songs op dit album is “Mommy’s Not Talking
Today” en ook “Father’s Advice” is best leuk. Op het
hoesje bedankt hij Alan Vega en Mercury Rev voor dit nummer, allicht omdat hij
hiervoor de muziek van de eerste en de manier van zingen van de tweede klakkeloos
heeft gekopieërd. Ook producer Ani DiFranco is op zowat elke song aanwezig
voor zowel muzikale als vocale ondersteuning. Al bij al denk ik dat “Songs
For Parents Who Enjoy Drugs” een wat te moeilijke plaat is voor Europa,
maar er zal hier ook wel een publiek zijn voor dit soort muziek.
(valsam)