OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007
JANUARI 2008 - FEBRUARI 2008 - MAART 2008
THE DEVASTATORS - BETTER DAYS
LIZ MEYER - THE STORM
SHAKURA S'AIDA - BLUEPRINT
THE BELIEVERS - LUCKY YOU
CAROLINA CHOCOLATE DROPS - HERITAGE
SAUCE BOSS - RAW
RUPA & THE APRIL FISHES - EXTRAORDINARY RENDITION
JIM LAUDERDALE & THE DREAM PLAYERS - HONEY SONGS
MIKE WESTCOTT & BLUES ON BOARD - LIVE AT VINCENT’S
ALUN PIGGINS - AT WAR WITH THE ELEPHANTS
THE
DEVASTATORS
BETTER DAYS
Website Myspace
Contact
Label : Peaks & Valleys Productions
CD-Baby
The
Devastators is een vierkoppige reggaegroep uit San Diego, Californië. De
band brengt een mix van roots reggae, dub en funkmuziek met hier en daar stevige
drum & bass-grooves afgewisseld met de klassiekere reggaeinstrumenten zoals
Hammondorgel, clavinet en piano. Leider van The Devastators is bassist Ivan
Garzon die ook het zangwerk voor zijn rekening neemt. Samen met de andere groepsleden
hebben ze al meer dan 10.000 uren op diverse podia gestaan. Veel bijleren hoeven
de jongens dus zeker niet meer. In 2004 en in 2006 werd de groep genomineerd
voor de San Diego Music Awards in de categorie beste wereldmuziek. Gedurende
vijf jaar al treden ze elke zondagavond op in dezelfde bar op Pacific Beach.
In hun liedjes gaat het vaak over liefde, passie en hartzeer maar ze kunnen
ook sociaal engagement tonen in enkele maatschappijkritische teksten. Voor “Better
Days” - hun tweede full-cd na “Frontline” uit 2005 - doen
ze voor enkele nummers een beroep op gastmuzikanten zoals James McWhinney (Big
Mountain), de percussiemuzikanten van The Revelations en enkele leden van de
blazerssectie van Wise Monkey Orchestra, Big Mountain en Groundation. Naast
de elf originele nummers is er nog meer lekker snoep voor de reggaeliefhebbers
via de 4 dubs die als bonustracks aan de cd werden toegevoegd. In totaal is
“Better Days” goed voor zowat zeventig minuten trancemuziek. Niettegenstaande
de zeer professionele sound van de plaat zijn er geen truukjes uitgehaald in
de studio en werden de nummers volledig live ingespeeld voor de opnames zonder
gebruik te maken van voorgeprogrammeerde beats of drummachines. Referenties
naar de sound van Bob Marley, The Wailers, Peter Tosh en UB40 liggen natuurlijk
voor de hand bij dergelijke seventies roots reggaeklanken. The Devastators spelen
uiterst gepassioneerd en vooral gemotiveerd. De blazerssectie op dit album mag
absoluut gezien worden als een toegevoegde waarde en geeft een zeer modern en
professioneel geluid aan de elf songs op “Better Days”. Er wordt
knap gejamd op alle songs waarvan we er met plezier enkele vermelden ter aanbeveling
tot beluistering: “Find A Way”, “Land Of Woe”, “Better
Days”, “Light People”, “Why” en “The Secret”
zijn allemaal in hetzelfde ritme en met dezelfde typische reggaesound. Lichtjes
anders te bestempelen zijn de songs “Last Night” en “Been
A Long Time” dat zelfs een beetje jazzy klinkt. Evident is dat je van
dit genre moet houden om er van te kunnen blijven genieten doorheen de duur
van de volledige plaat. Maar in dit specifieke genre is “Better Days”
als een typerende en goede klassieke reggaeplaat te classificeren.
(valsam)
LIZ
MEYER
THE STORM
Website Contact
Label : Strictly Country Records
Contact
Americana is een hokje dat zo groot is dat het geen hokje meer is. D'r past bijna alles in: ouderwetse country, oude pop & rock, oude soul, doo-wop, singer-songwriter, folk, bluegrass, old-time, roots, ja zelfs oude jazz. En niet alles hoeft uit Amerika te komen. Als er maar puur op staat en men nog het oude handwerk in ere houdt. Het is vooral ook een reaktie op de vercommercialisering van de platenindustrie, waardoor mensen die niet in kleine hokjes pasten geen kans meer kregen. Het heeft een poosje geduurd vooraleer we een exemplaar van het nieuw album van Liz Meyer konden bemachtigen, maar het wachten blijkt wel meer dan de moeite waard geweest te zijn. Liz Meyer woont sinds enkele jaren in Nederland. Na in Amerika samengewerkt te hebben met o.a. Emmylou Harris en Bela Fleck, is ze regelmatig op de Nederlandse podia te bewonderen. Alsook op het jaarlijks terugkerend, EWOB, the European World of Bluegrass, waar Europese bluegrass-liefhebbers elkaar ontmoeten, de organisatie is hier in handen van de European Bluegrass Music Association. 0p "The Storm" gunt de Liz Meyer ons immers een blik op pareltjes uit haar eigen geschreven songs. En daar mogen wij best wel blij om zijn. "The Storm" blijkt immers gezien de fantastische bezetting, met o.a. Bela Fleck, Emmylou Harris, Sam Bush, Jerry Douglas, Glen Duncan, Byron House, Ron Block, Stuart Duncan, Rob Ickes, Mark Johnson, Shad Cobb, Mark Cosgrove, Kenny Malone en Chris Brown, een bijzonder coherent album te zijn geworden, boordevol met heerlijk singer-songwritermateriaal. Bij vlagen doet ze daarop een beetje denken aan het recentere werk van Emmylou Harris. We doelen dan bijvoorbeeld op iets als de zweverige roots pop / Americana van "The Road To Jubilee". Maar het merendeel van de liedjes zijn gewoon ingetogen schoonheden, waarin Liz Meyer kan illustreren niet enkel over een bijzonder vaardige pen te beschikken, maar ook een buitengewoon begenadigde zangeres te zijn. De opener "Blue Lonesome Wind", met de zeer bedreven Sam Bush op mandolin en fiddle, het met haar vriendin, Emmylou Harris gebrachte "The only Wind that Blows" en de met dobro voorziene titeltrack door Jerry Douglas, zijn nog maar de drie openers van dit prachtig album, die samen met de negen andere nummers van eenzelfde kaliber, een intiem meesterwerkje tot stand brengen, gespeeld vol passie en plezier. Liefhebbers van singer-songwriters en liefhebbers van de bovengenoemde grootheden mogen dit prachtplaatje echt niet missen. Dat dergelijke mooie luisterliedjes, zo na 'de storm' nog het daglicht te zien krijgen .... een groter compliment kunnen we Liz Meyer toch niet maken. Luister een paar keer naar dit album en je hoort muziek van een bijna ongekende schoonheid. Muziek die de sfeer van een ver verleden ademt, maar ook wel degelijk stevig in het heden staat.
Strictly Country Records brengt nu ook een verzamelaar op de markt, "10 Years of European World of Bluegrass", en natuurlijk kon Liz Meyer hier niet op ontbreken. Samen met de band Nugget brengt ze hier het prachtige "I've Got A Feelin' ". De recensie over deze unieke dubbelaar volgt natuurlijk ook.
SHAKURA
S'AIDA
BLUEPRINT
Website Myspace
VIDEO
1 VIDEO
2
Toen
Solomon Burke enkele jaren geleden met "Don’t Give Up On Me"
zijn comeback maakte, konden we nog niet weten deze alom bejubelde plaat een
bescheiden soulrevival zou ontketenen. Het succes van deze plaat was aanleiding
de lang vergeten soulbroeders Charles Walker en Howard Tate naar de studio te
halen om hun vocale kunsten te vangen op tape. De soulmuziek was zo in korte
tijd drie mooie soulplaten rijker. Nu inmiddels ook Betty LaVette en Mavis Staples
hun beste cd's sinds tijden hebben gemaakt, zijn de laatste twijfels verdwenen:
de soul is terug! Het wachten was op de rentree van een nieuwe soulzuster: Shakura
S’Aida. Deze in Brooklyn, New York, geboren souldiva noemt Canada haar
thuishaven, want hier maakt ze al twintig jaar deel uit van voornamelijk de
Toronto muziek scene en dit in de wereld van de jazz, blues en R&B. Op haar
debuutalbum "Blueprint" (2006) laat Shakura haar machtige stem in
elf verschillende songs spreken. Prachtige, intense soul, blues en ballads van
een zangeres die kan fluisteren, grommen, schreeuwen of gewoon mooi zingen –
vaak tezamen in één en hetzelfde nummer. In diverse songs bezingt
Shakura het lot van de vrouw die bedrogen of verlaten is, verhalen over sterke
vrouwen die niet berusten in hun lot, maar vastbesloten zijn hun weg te vinden
in het leven. Songtitels als het openende "No More Trouble Out Of Me"
en het afsluitende "Gotta Live" laten hier weinig te raden over. Producer
James Bryan, drukt een groot stempel op de plaat. Niet alleen heeft hij het
album geproduceerd, maar maakt als uitblinkend gitarist deel uit van Shakura's
begeleiding die verder bestaat uit de veteranen Dennis Keldie (toetsen), Howard
Ayee (bas), Michelle Josef (drums) en Simon Wallis (sax), artiesten die op dit
debuut alle ruimte laten aan de machtige vocalen van de zangeres. Soulmuziek
in klassieke zin maakt Shakura S’Aida op deze plaat niet. Afgezien van
enkele bloedstollende ballads neigen de songs naar blues en soulblues. In Brownie
McGhee’s "I’m Living With The Blues" wordt zij vocaal
terzijde gestaan door de legendarische Harrison Kennedy, die ook op het vorig
nummer "Big City Lights" te horen was, maar dan op mondharmonica.
Soul, R&B en ballads – Shakura S’Aida zingt alles met evenveel
passie. Ze schreeuwt, kermt en kreunt zich een weg door haar songs en gunt ons
zo geen enkele rust. Pas nadat de laatste klanken van de slotsong "Gotta
Live", één van haar twee zelfgeschreven songs, zijn weggestorven,
zijgen we moe doch voldaan terug in de zachte kussens van onze fauteuil. "Blueprint"
is gewoon een grootse plaat van een grootse zangeres die duidelijk in de bloei
van haar muzikale leven verkeert.
Candye Kane die wegens ziekte de Blues Caravan tour heeft verlaten, zal vervangen
worden door Shakura S’Aida, die samen met Deborah Coleman en Dani Wilde
na hun optreden in Wuustwezel verder zullen te zien zijn in Parijs en Groningen.
SHAKURA S'AIDA LIVE
23ste
NACHT VAN DE BLUES
30 april 2008 – 20.00u – Godelievezaal Wuustwezel.
CERYS (B)
THE BABOONS (B)
BLUES CARAVAN, Featuring:Shakura S’Aida, Deborah Coleman, Dani Wilde
THE MOFO PARTY BAND (usa)
AYNSLEY LISTER (uk)
THE
BELIEVERS
LUCKY YOU
Website Contact
Label: CoraZong Records Myspace
VIDEO
The
Believers uit Seattle, ofwel Cynthia Frazzini en Craig Aspen en niet te vergeten
hun kleine terriër Beanie Boy, maken op hun nieuwste CD "Lucky You"
rootsmuziek met zo nu en dan een alternatief randje. Dit zingende koppel wist
met hun debuutplaat "Raw" (2002) de nodige deuken in de boter te slaan
om te kunnen spreken van een lichte sensatie en bevestigt eigenlijk alleen maar
al het goede wat we toen al in hun meenden te mogen horen. Vijftien nummers
lang ervaren we op dit debuut het echte spul. Heerlijke harmonieën, lap
steel, banjo, dobro, mandoline, fiddles, gewoon alles wat country aantrekkelijk
kan maken passeert hier de revue. Harmonieën waarbij we denken aan andere
duo's als Emmylou Harris en Gram Parsons, Sarah Lee Guthrie en Johnny Irion
en niet te vergeten Buddy en Julie Miller. In Amerika werden ze overladen met
goede kritieken, reden genoeg om hun horizon te verbreden, hetgeen gebeurde
met de opvolger "Crashyertown" (2003). Deze plaat kon rekenen op een
N°1 notering in onze Euro Americana Chart, en stond 16 weken in de top 20
van de USA Americana Chart. Daarnaast ook album van de week in menig radio programma
waaronder BBC’s Bob Harris legendarische radio show, die dit duo omschreef
als "Fleetwood Mac meets Gram & Emmylou". Wegens dit grote succes
tourden ze in Amerika ter ondersteuning van hun cd's, waardoor ze vele optredens
op hun agenda hadden staan. Reden genoeg om verder te werken aan hun versie
van de roots met als gevolg deze nieuwe plaat "Lucky You", waarbij
Ray Kennedy van The Twangtrust (het samenwerkingsverband van Kennedy met Steve
Earle) en Stevie Adamek de laatste hand legde. Op deze twangplaat worden Cynthia
& Craig trouwens bijgestaan door deze Adamek aan de drums en bassist Bill
Reynolds. Knappe liedjes, twee uitstekende stemmen, prachtige samenzang, bij
momenten heerlijk rinkelende gitaartjes, een gevarieerd instrumentarium, een
cleane productie, alle ingrediënten om van een geslaagde Americanaplaat
te mogen spreken. Over alle twaalf tracks ligt een dikke deken van geluid die
is toe te schrijven aan de productie van de reeds vernoemde heren. "Lucky
You" is dan ook de toepasselijke titel van de nieuwe plaat die zich als
een forse stap voorwaarts laat horen. Alle liedjes op deze nieuwe plaat werden
geschreven door The Believers, behalve het zeer mooi gecoverde "You've
Got Another Thing Comin". De originele versie hiervan is van de Britse
metal band Judas Priest. Maar ook de zelfgepende liedjes zijn allen van grote
klasse zoals de openende rockers: de titeltrack en "I'm Only Dreaming",
over het alt. country- bluegrass getinte "Higher Ground", de ballade
"Read It & Weep", het grensverleggende "Your Hurting Ways"
naar het twangende "Ring, Ring, Ring" tot de hartverscheurende afsluiter
"Long Way To Heaven", één van de twee bonustracks, een
nummer uit de voorganger "Crashyertown". Er staat gewoon niet één
slecht liedje op "Lucky You". De inhoud van deze CD bestaat gewoon
uit adembenemende samenzang met sterke staaltjes songschrijverij die van "Lucky
You" tot een vaak kippenvel opwekkende belevenis maken. Met een flinke
dosis live ervaring is het duo duidelijk gegroeid en de begeleiding is gewoon
een ingespeelde groep klasse muzikanten. Gelukkig wordt er naast enkele ballads
ook een potje gerockt en dat maakt dit album tot een prettig afwisselende plaat
en bewijst nogmaals dat we in de toekomst wellicht rekening moeten gaan houden
met The Believers en hun kuiterbijter, Beanie Boy. Op "Lucky You"
brengt dit duo in zijn songs gewoon zoveel boeiends te berde, dat een beoordeling
op eigen merites niet anders dan zeer positief kan uitvallen. De wisselwerking
tussen deze twee artiesten was sinds hun debuut "Raw" meteen raak,
ofwel de geladen stem van Frazzini gekoppeld aan de licht nasaal en ruw klinkende
mannelijke wederhelft, want de meeste liedjes zingen ze samen. Daarmee kunnen
ze veel kanten uit, hetgeen ze ook weer laten horen op hun nieuw album, "Lucky
You", hun debuut voor het Nederlandse CoraZong label. En dat hun derde
plaat hun voorgangers gaat overtreffen is nu al zeker.
CAROLINA
CHOCOLATE DROPS
HERITAGE
Website Myspace
Label: Music Maker / DixieFrog
Distr.: Parsifal (B) / Bertus
(NL)
VIDEO
1 VIDEO
2 VIDEO
3 VIDEO
4 VIDEO
5
De
Carolina Chocolate Drops is een stringband bestaande uit Dom Flemons, Rhiannon
Giddens en Justin Robinson, drie jonge Amerikanen, die de traditie van de zwarte
stringband music uit de eerste helft van de vorige eeuw voortzetten, m.a.w.
de country blues, jugband - en early African-American stringband - muziek. Ze
lijken zo uit de film "O Brother, Where Art Thou" weggelopen. Al bijzonder
succesvol in de US, zijn ze nu ook in onze lage landen voor een aantal optredens.
Hun geluid wordt gedomineerd door vier- en vijfsnarige banjo, fiddle, gitaar,
kazoo en snare drum. De origine van de banjo is trouwens in Afrika te zoeken.
De viool speelde, anders dan bv. in de Apalachen, een eerder secundaire rol
in de traditionele zwarte muziek uit de bergachtige Piedmont-regio in North
Carolina. U kunt er alles over lezen op Black Banjo. Rhiannon Giddens en Justin
Robinson groeiden daar op, terwijl Dom Flemons afkomstig is uit Arizona. Het
zijn alle drie zangers/multi-instrumentalisten, die ondertussen enkele cd’s
uit hebben. Als goedgemutste muziekarcheologen (ze squaredansen, omdat dat volgens
hen evengoed tot de zwarte traditie behoort) leiden ze ons naar vergeten zwarte
muzikanten als Odell & Nate Thompson, Dink Roberts, John Snipes, Libba Cotten,
Emp White en tal van anderen. Op hun eerste cd, "Dona Got A Ramblin' Mind"
(2006) voor het Music Maker label, spelen deze jonge Afro-Amerikanen veertien
traditionals uit de rijke Amerikaanse muziekhistorie. En dat doen ze niet alleen
met respect en vakmanschap, maar vooral ook met enthousiasme en eigenzinnigheid.
De songs klinken in hun handen springlevend en eigentijds. Zo'n nieuwe generatie
folkloristen, is zeker welkom om dit muzikale erfgoed niet te doen vergeten,
zoals ook ooit Pete Seeger deze taak op zich nam. Hun nieuwe album "Heritage"
is meteen een eerste kennismaking op breder vlak, want dankzij het Dixiefrog
label is deze plaat niet meer op kleinere schaal verkrijgbaar zoals de vorige
cd's, maar ligt hij nu al bij de platenboer in de rekken. Zoals ook op deze
vorige platen blijven gitaar, banjo, de resonator en fiddle, het instrumentaria
dat voorbij komt. Het repertoire van Carolina Chocolate Drops eert zelfs de
fameuze jug bands, want tijdens "Black Eye Blues", "Georgie Buck"
en "Cornbread And Butter Beans", neemt Don Flemons nog even zo'n jug
ter hand. Naast deze jugband muziek horen we voornamelijk fiddle tunes en banjo
rigs, tot low down blues en het prachtig a-capella gezongen "Po' Lazarus".
Drie songs werden eind 2006 live opgenomen tijdens het Bucksjump Festival in
St. Louis en op deze plaat "Heritage" vinden we ook een video terug,
waar de interviewer in het begin de vraag stelt aan dit trio hoe ze hun muziek
noemen. Hun antwoord is heel simpel: "Early American music, roots music.
Because it is at the root of American music that came later", en zo hadden
we het ook begrepen. Bij de Carolina Chocolate Drops staat authenticiteit gewoon
centraal in hun weergaloze mix van gospel, blues, bluegrass en folk.
SAUCE
BOSS
RAW
Website Contact
Label: Burning Disk
Cdbaby VIDEO
Bill
Wharton, de slide bluesgitarist uit California noemt zich sinds 1989 "Sauce
Boss". Hij speelt blues en kookt voor daklozen en slachtoffers van orkanen,
natuurlijk in Louisiana voor de Katrina slachtoffers, maar ook op andere plaatsen
in the USA is de "Sauce boss" bekend om zijn gumbos. Ook commercieel
wist hij munt te slaan uit zijn kookkunst. Twee van zijn beroemde pikante sausen
zijn te koop onder zijn naam. Maar aangezien we niet Cooktime heten, gaan we
het hebben over de man zijn andere hobby en vaardigheid, namelijk rauwe "kokend"
hete slide gitaren. Niet per toeval heet deze negende cd van Sauce Boss "Raw".
Bill's blues is gekruid met rauwe slideklanken uit zijn Telecaster van '53 en
zijn '59 Les Paul special, die hij zonder enige effectapparatuur laat gillen
en janken als een gepijnigde hond, enkel zijn Fender Pro amp uit 1948 zorgt
voor dat aparte soundje. Enkel de opener "Diggin' My Potatoes" is
een cover, al de rest is van eigen hand. Bill Wharton houdt van dat naakte ruige
geluid en zorgt er dan ook steeds voor dat alles live in de studio, zonder verdere
overdubs en met weinig of geen post-productie ingeblikt wordt. Dat levert een
resultaat op waarin deze muziek perfect tot zijn recht komt. Veel bijschaven
zou hier alleen maar schaden. Af en toe wordt er wat gas teruggenomen, zoals
in "A Hundred Times A day" dat wat Doug Sahm achtig klinkt, maar meestal
is de "scorching slide", zoals dat zo lekker bekt in het Engels, de
hoofdattractie. Luister maar naar "Deep In The Shed" en "The
Shakes", muziekjes die als soundtracks zouden kunnen dienen bij de promotiefimpjes
van zijn vlammend hete tabasco sausjes. Hoogtepunten zijn echter "Outlaw
Blues" en "Sweet Stuff" waar de smeuige slide van Bill even vet
en pikant klinkt als zijn zuiderse keuken ingrediënten uit zijn gumbos
en jambalayas smaken. Laissez les bons temps rouler!
(RON)
RUPA & THE APRIL
FISHES
EXTRAORDINARY RENDITION
Website Myspace
Label: Cumbancha
Distr.: Munich Records
VIDEO 1
Dit
debuutalbum van Rupa Marya integreert van de eerste tot de laatste song. Deze
veelzijdige Amerikaanse artieste, met Indiase wortels, en haar gemengd muzikaal
gezelschap ‘The April Fishes’, laten zich niet op één
muziekgenre vastpinnen. In dertien songs vind je verschillende stijlen terug,
van zigeunermuziek over tango, milonga, wals, mariachi, drumritmes, muzikaal
cabaret tot lichte fado en filmische balletmuziek. Soms denk je aan een soundtrack
waarbij Parijs bij avondlicht wordt geëvoceerd, terwijl trompet en accordeon
de paartjes begeleiden. Wanneer de vrolijkheid, jolijt en de bohémienmentaliteit
overheersen zou je aan het equivalent van de Nieuwe Snaar kunnen denken, maar
dan met de vrouwelijke zang van Rupa. Nevengeluiden als sirene, mannenstemmen,
telefoon, uitvarende boot kleuren dan het plaatje. Rupa groeide op in Californië,
maar verbleef ook lange tijd in Noord-India en Frankrijk. Haar songs zingt zij
zowel in het Frans als in het Engels. De muziek vond zij reeds vroeg op haar
weg, wat haar niet tegenhield om tevens arts te worden. Gitaar en zang functioneren
echter als een uitlaatklep. Op dit album kiest zij grotendeels voor songs in
de Franse taal, songs die variëren van licht spottend tot melancholisch.
Op het sensuele ‘Yaad’ doet zij denken aan Lhasa of zelfs aan Teresa
Salgueiro van Madredeus. Andere songs moeten het meer hebben van het vrijbuitervuur
waarbij vooral de trompet van Marcus Cohen en drummer Aaron Kierbel een prominente
rol spelen. Het intense ‘Mal de Mer’ heeft dan weer veel weg van
een fado met de nostalgie die herinnert aan Gaetano Veloso. Trompet en accordeon
verdiepen de ‘tristesse’. Bij de trage melodische songs, ‘La
pêcheuse’, Les Abeilles, La Peinture’, onderga je dezelfde
sfeer alsof de choreografe Pina Bausch de melodielijnen en de akkoordendans
uittekende. Vooral ‘La pêcheuse’ zindert na, huiveringwekkend
mooi. Cellist Ed Baskerville, klassiek opgeleid, weet als geen ander de gevoelssnaren
te vinden. Dit album is werkelijk uniek in zijn soort, door die mengeling van
kameraadschap, vrijheidsgevoel, evocatieve chansons en muzikale virtuositeit.
Want accordeonist, trompettist, contrabassist en een sublieme cellist maken
deze cd tot wat hij is: een mozaïek van muzikale genres waarbij alle landsgrenzen
vervagen en alleen universele gevoelsimpressies en ‘joie de vivre’
overblijven. En ja, op het hoesje staat ‘Marianne’, symbool van
la Douce France, in vol ornaat zwaaiend met de vrijheidsvlag, maar in haar vlag
staat wel de wereldbol afgetekend. Een multicultureel feeëriek ‘Cirque
de la Musique’ album.
Marcie
JIM LAUDERDALE &
THE DREAM PLAYERS
HONEY SONGS
Website Myspace
Label: Yep Roc Records
Distr: Munich records
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO 3
Countryliefhebbers
kennen Jim Lauderdale al langer. De beste man brengt sneller platen uit dan
wij kunnen recenseren. Dat hij voor Yep Roc Records een nieuwe plaat uit puurt,
hoeft eigenlijk amper te verbazen. De man schrijft nu eenmaal aan een fenomenaal
hoog tempo. "Honey Songs" is dan ook het nieuwste album van Jim Lauderdale
and the Dream Players. Sinds het begin van die jaren negentig heeft Lauderdale
al vele fantastische platen afgeleverd en al die tijd was het wat lastig of
we Jim in het hokje singer/songwriter of bij de country moesten zetten. Ondanks
veel hulp van zijn vriend Buddy Miller, leek Lauderdale iets meer naar singer/songwriter
te neigen. De beste man is vooral bekend in muzikantenkringen. Van George Strait
tot de Dixie Chicks doen velen met regelmaat een beroep op de onuitputtelijke
inspiratie van Lauderdale en Buddy Miller noemt hem zelfs de beste countryzanger
van de wereld. Zeker is dat Lauderdale aan de bakermat stond van de huidige
countrymuziek, ofwel datgene wat we tegenwoordig als Americana verslijten. Al
in 2002 ontving hij een Grammy voor "Lost in the Lonesome Pines",
een samenwerkings-project met bluegrasslegende Ralph Stanley. En na zijn vorige
platen "Bluegrass" en "The Bluegrass Diaries" is zijn nieuwe
beslist geen nieuw terrein voor Lauderdale, maar diept hij deze kant van zijn
repertoire verder uit, met als resultaat een cd met veel pure en aanstekelijke
songs, waarvan je bijna zou vergeten dat het nog wordt gemaakt. Al is "Honey
Songs" een heel ander album dan zijn voorgangers, noem het deze keer maar
gewoon country music. Lauderdale toont zich geen al te groot purist op "Honey
Songs". Hij interpreteert het genre nogal ruim, gaande van Bakersfield
tot Nashville, en dat is prettig voor de afwisseling. De cd klinkt daardoor
fris en modern. Zijn twang leent zich goed voor de country en bovendien is de
heldere intense stem van Lauderdale prachtig en schrijft hij mooie authentiek
klinkende songs. Tien ijzersterke liedjes in de unieke Jim Lauderdale-stijl,
al klinken "Honey Suckle Honey Pie", "It’s Finally Sinkin'
In", "Daughters Of The Majestic Sage" en "I’m Almost
Back" alsof ze van generatie op generatie zijn doorgegeven. Pareltjes waar
je echt op elk moment van de dag het nodige plezier kan aan beleven. Bijgestaan
door een droomband met o.a. ervaren mannen als de legendarische Elvis Presley-gitarist
James Burton (maar ook Haggard, Owens, Parsons en Costello), naast andere oudjes
als E Street Band-bassist Gary Tallent, Flying Burrito Brother Al Perkins, Elvis-drummer
Ron Rutt en pianist Glen D. Hardin (Holly, Presley, Orbison, Jennings, Yoakam)
bewijst Lauderdale nog maar eens hoe avontuurlijk en opwindend deze muziek kan
zijn. Voeg daarbij nog de achtergrondvocalen van Gram Parsons' voormalige muze
Emmylou Harris, Patty Loveless, Buddy Miller en Kelly Hogan, en we hebben een
zeer smaakvol plaatje van een zwaar ondergewaardeerd muzikant.
MIKE
WESTCOTT & BLUES ON BOARD
LIVE AT VINCENT’S
Website Myspace
Label : Eigen beheer
Cdbaby
Wonen
in Rockville, Maryland, voor een muzikant, vooral een gitarist, een gedroomde
stadsnaam, deze man woont er echt. Mike Westcott is met zijn band "Blues
On Board" (drummer Glenn Ferracone en bassist Paul Kleinfelter) een vertegenwoordiger
van de nieuwe bluesrock generatie. Al driemaal was hij finalist in de prestigiueze
Blues Challenge, en heeft ondertussen de reputatie van steeds krachtige en energierijke
optredens af te leveren. Vanaf nu kan je daarvan overtuigen met hun “Live
At Vincent’s”. Luister naar zijn krachtige soulvolle stem en zijn
uitstekende gitaarpartijen. Met slechts een minimum begeleiding van een bassist
en drummer komt het leeuwenaandeel van het geluid natuurlijk van hem, maar dat
draagt hij moeiteloos. Hij is ondertussen een van de rijzende sterren aan het
bluesfirmament van de Amerikaanse Oostkust. Natuurlijk heeft hij invloeden van
meerdere grote voorgangers in het genre, maar toch probeert hij zijn eigen stempel
te drukken op zijn funky high energy blues. Wat velen echter niet vermoeden
is dat Mike een multi-instrumentalist is, hij speelt naast leadgitaar zowel
staande bas, als lapsteel, sax, baritone gitaar en nog enkele instrumenten.
Hun voorganger “Keep The Blues Alive” waarvan collega Blueswalker
ook al een enthousiaste bespreking schreef, gaf al aan dat de jongens hun traditionals
kennen. Op deze live opname krijgen we er nog een aantal in powervolle versies.
De aftrap komt er met Buddy Guy’s “Damn Right I Got The Blues”,
dat al dadelijk het vuur in de pan doet slaan. Liefhebbers van uitstekend en
prominent aanwezig gitaarspel kunnen hier hun hartje ophalen. Origineel is in
deze song het wat vervormde, apart klinkende gitaargeluid tijdens de lange geimproviseerde
solo in het midden. Als daarop een song volgt als “Rock ’n Roll”
van Led Zeppelin, maar dan in een “back to basic” versie, kan het
hier al niet meer stuk. Met verwijzingen naar “Whole Lotta Love”
ertussen door verwerkt krijgt ook deze song weer wat aparts mee. B.B King’s
“Rock Me Baby” en het uiterst mooie “Merry Go Round”
van Peter Green, de ultieme slow blues, zorgen ervoor dat het niveau hoog blijft,
zeker voor gitaarliefhebbers. Een funky versie van Albert Kings “Born
Under A Bad Sign” toont Mike’s meesterschap op technisch gebied
wanneer hij als een tovenaar alle mogelijke schuifjes van de trukendoos opentrekt
om zo een zeer gevarieerd geluid neer te zetten. Bij Rufus Thomas’ “Walking
The Dog” is nog wat dieper in de funksfeer gedoken en dit blijkt ook het
nummer te zijn waar ieder zijn ding kan doen. De lange afsluiter (10 minuten)
“Voodoo Child (Slightly Return)“ blijft dicht bij het origineel,
behalve een erg mooie passage in het midden. De “hidden track” is
een tweede Hendrix cover “Red House”. Deze is omgebouwd naar een
snelle funkversie, en geeft Mike volop de kans om zich solistisch nog eens uit
te leven tijdens een “crowd participation” en dan is het concert
“At Vincent’s” voorbij. Maar je kan dit opnieuw beleven, en
opnieuw… Fans van intense energievolle bluesrock met volop aandacht voor
de gitaar, waar wachten jullie op?
(RON)
ALUN
PIGGINS
AT WAR WITH THE ELEPHANTS
Website Myspace
Contact
Label : Moldy Floor Records
CD-Baby
Met
de anti-folk en rockzanger Alun Piggins zijn in het Canadese Toronto aanbeland.
Zelf beweert hij een discipel te zijn van Howlin’ Wolf en Crazy Horse
en zijn punkerige gitaarsound doet ons ertoe neigen om een stevig rockerslabel
op deze artiest kleven. Reeds op 14-jarige leeftijd speelde hij zijn eerste
optreden als punkrocker onder begeleiding van zijn vader omdat hij eigenlijk
nog veel te jong was om in die club te komen. Gedurende meer dan twintig jaar
speelt Piggins al op zijn Telecaster in diverse groepen in alle mogelijke clubs
in Canada en later ook over de hele wereld waarbij hij Replacements-achtige
songs brengt. In de jaren negentig maakte hij deel uit van de lokaal succesvolle
trash-folkgroep The Morganfields. Tijdens die vele optredens deelde Alun Piggins
het podium met artiesten als Peter Case, Be Good Tanyas, Cat Power en Fred Eaglesmith.
Eerdere soloplaten van zijn hand waren “Balladesque” dat in het
begin van 2000 verscheen en “Awaken The Snakes” dat eind 2003 gereleased
werd. Op zijn eigen platenlabel Moldy Floor Records heeft hij nu zijn derde
soloalbum “At War With The Elephants” uitgebracht met daarop elf
zelf gecomponeerde liedjes. De eerste song is “Watching You Glow”
en bestaat uit stevige gitarenrock. “Beckoning Door”, “Somewhere
On Highway 2” en “Under A Neon Moon” bezorgen ons meermaals
flashbacks naar de rockende roadsongs van Tom Petty. In de song “Empty
House” horen we een ballad over de emoties die opduiken nadat er een scheiding
heeft plaatsgevonden. Ook “Return” heeft een droevig verhaal en
wordt in een meer klassieke rockstijl gebracht. Stevige gitaarklanken en venijnig
zangwerk valt te beluisteren in “Drunk In America” en Neil Young
& Crazy Horse komen om de hoek kijken in de afsluiter “Hazards Still
On”. Rootsrock zoals wij hem graag plegen te beluisteren en een knappe
plaat van Alun Piggins die zijn ongelijke strijd met de olifanten nog niet helemaal
uitgestreden heeft.
(valsam)