OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007
JANUARI 2008 - FEBRUARI 2008 - MAART 2008
DAVID GOGO - VIBE
SALLY MORGAN - WANDERING THROUGH WALLS
STEVE GUYGER - RADIO BLUES
MIKE MACDONALD AND THE WIDOW MAKERS - GRAVEL ROADS AND SKYSCRAPERS
KEVIN HUBBARD - CATNIP
VARIOUS ARTISTS: THE ULTIMATE TRIBUTE TO LED ZEPPELIN
THE PRESIDENTS OF THE UNITED STATES OF AMERICA - THESE ARE THE GOOD TIMES PEOPLE
SIMON HOIRUP - SPECIAL
AMERICAN GUN - THE MEANS & THE MACHINE
SON JACK JR. - WHEN THE DEVIL CALLS
DAVID
GOGO
VIBE
Website
Label: Dixiefrog Records
Distr.: Bertus
Snarenridder
David Gogo is een graag geziene gast op allerhande bluesfestivals in Europa
en Amerika. Als grote inspiratiebron heeft hij vooral veel boodschappen gedaan
bij de SRV-man, en dat is inderdaad altijd te horen geweest. Toen de Canadese
gitarist Gogo, ter ondersteuning van "Dine Under The Stars" in 1999
voor het eerst naar Europa kwam waren de verwachtingen erg hoog gespannen. Gogo
werd ons toen voorgespiegeld als de spectaculairste gitarist die Canada sinds
wijlen Jeff Healey had voorgebracht, en zou dat even later op het Moulin Blues
komen bewijzen. Na dit optreden werd het in Europa lange tijd stil rond David
Gogo. Tot in 2002 zijn album "Skeleton Key", verscheen voor het Dixiefrog-label.
Op dit album waren 11 nummers te horen waaronder vijf eigen composities die
van grote maturiteit getuigden en covers van o.a. Willie Dixon, Otis Rush en
Albert Collins. In 2004 was het de beurt aan Gogo's zesde album, "Vibe".
Naast eigen nummers waren hier ook weer songs geschreven door o.a. Tom Wilson,
Craig Northey (The Odds/Colin James) en John Capek (gekend van het nummer, "Rhythm
of My Heart" van Rod Stewart). Uitschieters op deze plaat waren voornamelijk
de nummers "I'll Do Anything" en "300 Pound Shoes", waarin
hij zowel vocaal als op gitaar het meest schitterde. Gast Jeff Healey was ook
te horen met een prachtige gitaar solo in het strakke "She's All Right".
Deze plaat verscheen bij Cordova Bay Records, het label waar ook zijn laatste
album "Acoustic (Official Bootleg Series - Volume 2)" verscheen. Op
deze plaat kregen we een andere artiest te horen: bedaarder en rijper. Gogo
hoeft zich niet meer zodanig te bewijzen, en dat loont. Hij brengt hier, zoals
de titel al aangeeft, tien akoestische nummers, waaronder vijf originals en
vijf covers, songs waarin hij op een perfecte manier gebruik maakt van zijn
1930 National Steel -, 1915 Gibson - en een gewone '12-string' gitaar. Daar
zijn album "Vibe" nooit op de Europese markt verschenen is, komt daar
nu, wel drie jaar later, in de Benelux verandering in. En dit dankzij Dixiefrog
(Bertus Distributie) die deze CD releasen, ommiddelijk gevolgd met een mini-tour
van Gogo door België en Nederland. "Vibe" is over de hele linie
zeer breed georiënteerd, want behalve een puik stukje blues, staat deze
plaat ook bol van rock en soul. De gitaarvaardigheden van deze Canadees zijn
werkelijk ongekend, luister even naar het funky "Silk And Stone" of
het rockende "Cry Harder", songs waarin hij op de van hem bekende
wijze, maar licht voorspelbaar, zich kan uitleven. Dit is een gitarist die je
beslist ooit live gezien moet hebben. Wij bevelen "Vibe" hierbij echter
zeer nadrukkelijk aan, maar ook zijn volgende optreden in Bierbeek tijdens het
Bierbeek Blues’d Up Festival.
DAVID GOGO LIVE
Bierbeek Blues’d Up Festival
zaterdag 5 april 2008
CC De Borre te Bierbeek
SALLY
MORGAN
WANDERING THROUGH WALLS
Website Myspace
Contact
Label : Bare Fruit Records
CD-Baby
Men
zegt dat bepaalde gaven en talenten vaak erfstukken zijn. Zo hoef het niet te
verbazen dat de overgrootvader (trompettist), grootmoeder (operazangeres) en
vader (professioneel klassiek gitarist) allemaal voor een deel verantwoordelijk
mogen gesteld worden voor de muzikale genen die bij Sally Morgan terug te vinden
zijn. Oorspronkelijk zag ze haar toekomst ook in de wereld van de klassieke
muziek en studeerde ze opera en klassieke fluit maar al gauw kwam haar interesse
voor het schrijven en zingen van eigen liedjes op het voorplan. Zo belandde
ze in de wereld van de akoestische folkmuziek die ze momenteel vanuit Boulder,
Colorado in de streek probeert aan de man te brengen via vele optredens en nu
ook aan de ruimere wereld via haar debuutalbum “Wandering Through Walls”.
Zij hecht veel belang aan de inhoud van haar teksten waarin ze haar eigen gevoelens
en waarnemingen maar ook zuivere improvisaties weergeeft. Daar rond spreidt
ze een bedje van lichtjes rockende en soulvolle folkmuziek. De eerste cd bestaat
uit tien zelfgeschreven liedjes die ze samen met enkele muzikanten uit Boulder
heeft opgenomen. Hierbij heeft Sally Morgan ook een speciaal plaatsje gereserveerd
voor Peter Sharpe, een getalenteerde muzikant die de backing vocals op haast
alle nummers verzorgt en een knap staaltje mandolinespel laat horen in het afsluitende
nummer “Hurricane”. De meeste songs zijn eenvoudige en melodieuze
ballads zoals “Not Gonna Lay Down”, “This Buzzing Sound”,
“Glory”, “Harbour Winds” en “Joanne’s Song”
maar af en toe zit er ook wat meer swing in de liedjes. Voorbeelden daarvan
zijn “Roll With Me” en de mooie op Bruce Hornsby-achtig pianospel
gebaseerde liedjes “Angela” en “Walk With Love”. In
de pers wordt haar stijl van songschrijven vergeleken met die van Patty Griffin
of Gillian Welch maar wij vinden toch dat ze eerder een geheel eigen geluid
heeft weten te creëren. Sally Morgan bewijst met deze cd dat ze het songschrijversvak
goed beheerst en dat ze met haar typische stemgeluid ook nog een brede toekomst
voor zich liggen heeft. “Wandering Through Walls” is daarom een
geslaagd debuutalbum te noemen.
(valsam)
STEVE
GUYGER
RADIO BLUES
Website Myspace
Contact
Label : Severn Records
Distr. : Rounder / Munich Records
VIDEO
Harmonica
virtuoos Steve Guyger (geboren in Philadelphia, PA) wordt ook omschreven als
één van de betere topvocalisten van de nieuwe generatie blueszangers.
Hij speelde een tijd voor Jimmy Rogers, Steve Freund, James Cotton en Louisiana
Red, vooraleer hij een succesvolle solo-carrière startte. Je kan zijn
muziek het best omschrijven als laid-back "swampy" blues . Dit is
dan ook het ideale terrein voor zijn heerlijke, soepele stem die de muziek helemaal
naar zich toe trekt. In perskringen wordt hij omschreven als één
van de topacts in de hedendaagse blues scène. Zoals de Wisconsin Blues
Society schreef: "One of the great harp players of today who easily ranks
with the likes of Charlie Musselwhite, Rod Piazza and Kim Wilson of the Thunderbirds."
Dus niet alleen vocaal, maar vooral als mondharmonicaspeler behoort hij bij
deze topklasse. Op zijn vorige cd "Past Life Blues", die dateert van
1999, bewees hij reeds zijn klasse met een pak eigen nummers, maar ook schitterende
covers van Robert Nighthawk en George “Harmonica” Smith. Guyger
is op zijn nieuwe album "Radio Blues" hoorbaar sterk beinvloed door
Little Walter, Papa Lightfoot en Big Walter. De veertien tracks op "Radio
Blues" zijn allemaal van zo'n klasse, en worden met behulp van klasse muzikanten
ook zo fraai gebracht, dat je wel een diehard bluesfundamentalist moet zijn
om niet te bezwijken voor hun charme. Want naast Guyger (vocals, harmonica)
zelf, vinden we hier niemand minder als Johnny Moeller (Fabulous Thunderbirds),
die zijn gitaar soms flink laten jammeren, maar ook Steve Gomes (bas), Robb
Stupka (drums) en Bill Heid (piano, orgel). Van deze nummers zijn tien songs
geschreven door Guyger zelf, naast vier covers, zoals Rudy Toombs "I'm
Shakin' ", Muddy Waters "Let Me Hang Around" en Joe McCoy's "Oh
Red". Origineel is het allemaal niet: je hebt het al eens eerder gehoord,
maar daarmee nog niet altijd beter. "Radio Blues" bevat wederom mooi
harpspel en de openende shuffle "Lookie Here" belooft veel goeds.
Het latijns-getint "School Is Over" behoort tot het betere werk op
deze plaat, toch hebben we het nog meer voor ander eigen werk als, "Won't
You Come Out Tonight" en de mooie slow blues, "I Can See By Your Eyes".
Op het eveneens rustige "Let Me Hang Around", doet Guyger ons meteen
denken aan Little Walter, waar een ander nummer als "Blues Won't Let Me
Be", meer een zeer gevoelige tribute is naar Carey Bell, omwiile van het
prachtige chromatische harpspel en de dreigende zang. Op "Radio Blues"
laat het schitterend harmonica-geluid van Guyger en de aanwezigheid van meester-gitarist
Johnny Moeller ons genieten van 14 songs die in het verlengde ligt van zijn
vorige Severn release, al is dit reeds negen jaar geleden. Gewoonweg schitterende
nummers waarin zijn innemend harpspel tot de verbeelding spreekt en dan weet
je wel wat u te wachten staat. Absolute aanrader!
MIKE
MACDONALD AND THE WIDOW MAKERS
GRAVEL ROADS AND SKYSCRAPERS
Website Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
Mike
MacDonald is geen Schotse hamburgerketeneigenaar maar een alt-country muzikant
uit Boston, Massachusetts die muzikaal in hetzelfde water zit te vissen als
gevestigde namen als Ryan Adams, Johnny Cash, Uncle Tupelo, Whiskeytown en Son
Volt. Samen met zijn begeleidingsgroep The Widow Makers (mooie naam, toch) verrast
hij vriend en vijand op deze erg mooie debuut-cd “Gravel Roads And Skyscrapers”.
Het leven in deze Amerikaanse stad heeft Mike MacDonald geïnspireerd om
songs te schrijven over het wel en wee van wat er allemaal gebeurt in een hedendaagse
grootstad. Als student audio-engineering in Orlando verhuisde hij naar Los Angeles
voor een stage bij Universal Records die hem beloofd was maar niet echt bleek
te bestaan. Dus zocht hij maar werk en kreeg dat in een opnamestudio waar hij
enkele moeilijke jaren beleefde. Ondertussen schreef hij ook wat liedjes in
zijn vrije tijd en hoopte hij om ooit te kunnen doorbreken en een kans te krijgen
om zijn songs op te nemen. Om aan de kost te geraken tekende hij voor een periode
van 4 jaar bij de U.S. Coast Guard en die stuurden hem voor een opdracht naar
Boston. Daar vormde hij zijn groep The Widow Makers en samen werkten ze hard
aan de songs voor een eerste cd die hier nu in de speler zit. En die bovendien
verbazend knap is: Americana van de bovenste beste plank, gebracht door een
gedreven en gemotiveerde zanger en groep. In het swingende countrynummer “Broken
Records and Broken Hearts” toont hij de luisteraar de ware aard van zijn
muzikale bedoelingen: “Wanna live just like an outlaw / Willie, Waylon
and the Tennessee Three / Nashville hasn't been the same since Hank died in
'53 / wanna hear sad songs on the jukebox / three chords and a steel guitar
. . . there ain't nothin' like a honky tonk bar”. Ook country-tearjerker
“Whiskey In A Bottle”, “Nothing In My Head” en “Maybe
I’ll Win” zijn wat we dijken van songs durven te noemen. Zowel tekstueel
als muzikaal zit alles op de juiste plaats in deze liedjes die je hardhandig
bij het nekvel grijpen om je nadien niet meer los te laten. Het zangtalent van
Mike MacDonald wordt nog eens in de verf gezet in de nummers “Don’t
Say Your Leaving” en “A Little Bit More”, knappe countrysongs
in zuivere Ryan Adams-stijl. Zelf zegt hij dat het hem moeilijk valt om vrolijke
liedjes te schrijven. Zijn voorkeur gaat uit naar een stevige depressie of een
periode van afzien om dan de beste liedjesteksten te kunnen schrijven. We denken
dat het binnenkort afgelopen zal zijn voor Mike MacDonald met het controleren
van de binnenkomende schepen op drugs en wapens en voorspellen hem graag een
succesvolle muzikale toekomst in de hedendaagse alt.countryscène.
(valsam)
KEVIN
HUBBARD
CATNIP
Website Contact
CDBaby
Een
stemmige cd opleggen met klassieke gitaar doet het altijd, zeker op een grijze
dag als de regenbuien elkaar over de daken achterna jagen De warmte die daarbij
wordt geregenereerd, slorpt dan spelenderwijs alle kilte op. Als de gitarist
ook nog in Spanje gestudeerd heeft onder leiding van gitaarvirtuoos Eliot Fisk,
- Masterclass in Granada -, dan zijn alle garanties aanwezig om een relaxte
intieme sfeer te creëren. Kevin Hubbard is afkomstig van Duxbury, Massachusetts,
en kent alle finesses van jazz, rock en blues. Als adept van Julian Bream voelt
hij zich daarnaast sterk aangetrokken tot de klassieke gitaarmuziek. Hij kreeg
privé gitaarlessen van de beste jazz- en klassieke gitaarmeesters en
mag zich Bachelor of Arts noemen, in de branche muziek, afgestudeerd met grote
onderscheiding. In ‘Catnip’ brengt hij negentien uitvoeringen van
sfeervolle Etudes, Sonatina’s of andere odes aan gitaarmeesters. Naast
zijn gitaaridolen uit Europa -o.m. Carulli, Carcassi, Sor en Luis Milan- plaatst
hij ook broederlijk de Braziliaan Antonio Carlos Jobim, plus drie eigen composities.
De fragmenten duren nooit lang en Fernando Sor mocht van mij wat meer cd-play
krijgen, maar je kan niet alles hebben. Want Kevin Hubbard weet met fijngevoelige
souplesse telkens de juiste melodische tonen op te diepen uit het gevarieerd
componistenoeuvre. Als je naar Tarrega’s Lagrima luistert, voel je het
heimwee in en rond je hartstreek zuchten. Iemand die regelmatig concerten geeft,
al twee cd’s uitbracht met zowel klassieke als jazzcomposities, zelf een
kleinood als ‘Three’s the Charm’ kan scheppen, verdient terecht
een plaatsje tussen de grootmeesters.
Marcie
VARIOUS
ARTISTS:
THE ULTIMATE TRIBUTE TO LED ZEPPELIN
Label : Pepper Cake
Distributie : Zyx Music
Welk is de beste
manier om de veertigste verjaardag van Led Zeppelin, één van de
meest legendarische rockbands uit de muziekgeschiedenis te huldigen? Inderdaad,
trommel een schare uitgelezen muzikanten bij elkaar die stuk voor stuk “Die
Hard” fans van het eerste uur zijn en laat ze in hun eigen stijl een tribuut
cd samenstellen. De aankondiging van het reünieconcert van Led Zeppelin
in de O2 Arena in London, bracht een ware schokgolf teweeg. Voor de beschikbare
tweeëntwintigduizend kaartjes die voor een slordige honderddrieëntachtig
euro het stuk van de hand gingen, boden zich maar liefst twintig miljoen gegadigden
op het internet aan om een ticket te bemachtigen. Voor velen een grote ontgoocheling,
maar niet getreurd, geruchten doen de ronde over een geplande tournee. In afwachting
daarvan kan deze dubbel-cd de brug slaan naar een toekomstige live-act. Een
kaskraker als Led Zep, met over de driehonderd miljoen verkochte platen, verdient
enkel gecoverd te worden door de crème van de rockscene. Niet voor niets
echter draagt deze cd de titel “Ultimate Tribute”, want het illustere
gezelschap dat deze eer naar zich toehaalt bestaat uit meestergitaristen als
Steve Lukather, Dweezil Zappa, Steve Morse, Walter Trout, Albert Lee, Pat Travers
of “Skunk” Baxter. Ander instrumentarium wordt verzorgd door Doane
Perry (drums), Billy Sherwood (bass) en Rick Wakeman (keyboard), om er maar
enkele te noemen. Robert Plant heeft een uniek stemgeluid en het moet gezegd
dat de heren Michael White, Eric Bloom, Joe Lynn Turner en Jack Russell zich
perfect van deze moeilijke taak kwijten. Niet dat de andere performers qua zangkwaliteiten
het onderspit moeten delven, maar zij benaderen het beste het timbre van Plant,
met op kop Jack Russell van Great White, die in “Dazed And Confused”
bewijst het volledige spectrum van Robert Plant’s stembereik aan te kunnen.
In het eerste deel van deze dubbel-cd wordt er niet veel buiten de lijntjes
gekleurd en doen de artiesten hun uiterste best om een zo waarheidsgetrouw mogelijk
kopie van het origineel af te leveren. In “Rock And Roll” geeft
het stevigere gitaarscheurwerk van Toto’s leadgitarist Steve Lukather
het nummer een zwaarder tintje en Albert Lee betovert “D’Yert Maker“
met zijn Tele twang en zijn bekende picking style. Echt avontuurlijk wordt het
pas op de tweede cd, waar “Black Dog“ als barokstuk op piano wordt
ingezet door Keith Emerson, gevolgd door de begeleiding van een volledig klassiek
orkest om dan af te glijden naar de traditionele uitvoering. Mooiste en origineelste
bijdrage wordt geleverd in de bewerkingen van “Houses Of The Holy”
en “Whole Lotta Love” door bluesrock gitaarvirtuoos Pat Travers,
die beide nummers een eigen accent geeft, niet in het minste door zijn aparte
zangpartijen. Voor elk wat wils op deze cd. Hij bevat zowel schitterende bewerkingen
van “The Originals” als prachtige, maar meer authentiek gehouden
covers, gebracht door artiesten om van te dromen. Een schijfje dat in geen enkele
cd-rek van een ware Led Zeppelin fan mag ontbreken.
Blowfish
THE
PRESIDENTS OF THE UNITED STATES OF AMERICA
THESE ARE THE GOOD TIMES PEOPLE
Website Myspace
Contact
Label : Cooking Vinyl Distr. : V2
Music
The
Presidents Of The United States Of America (PUSA) is een driemansformatie uit
Seattle die in 1993 werd opgericht door Chris Ballew en Dave Dederer, beiden
toen nog op school. Eerst traden ze op als duo maar al gauw vonden ze dat ze
nog een drummer konden gebruiken en zo vervoegde Jason Finn beide heren en was
PUSA een feit. Hun eerste titelloze plaat verscheen in 1995 op een lokaal labeltje
PopLlama Records. Hun catchy en humoristische songs vol zelfkritiek sloegen
meteen aan bij een groot publiek en ze scoorden enkele hits met songs als “Peaches”
en “Lump”, een nummer dat later nog op een grappige wijze geparodieerd
werd door Weird Al Jankovic als “Gump”. Hun eerste album leverde
al meteen een nominatie op voor de Grammy Awards. De volgende full-cd getiteld
“II” kreeg ook heel wat goede kritieken maar was toch niet zo’n
groot verkoopsucces. Na vele optredens over de hele wereld besloot de groep
in 1998 om er mee op te houden omdat Chris Ballew pas vader geworden was en
meer tijd bij zijn gezin wilde doorbrengen. Toch verscheen er nog een derde
cd “Pure Frosting” met daarop twee liedjes die een groot succes
werden: “Video Killed The Radio Star” stond op de soundtrack van
de film “The Wedding Singer” en “Cleveland Rocks” werd
gekozen als begintune voor “The Drew Carey Show”. Gedurende drie
jaar hielden de groepsleden zich bezig met soloprojecten tot ze in 2000 besloten
tot een reunie. Een eerste single “Jupiter” sloeg meteen aan en
leidde tot een nieuw album “Freaked Out & Small” waarvan snel
25.000 exemplaren verkocht werden. Daarna gingen de leden weer een tijdje hun
eigen weg tot ze in 2004 besloten om er opnieuw full-time tegenaan te gaan.
“Love Everybody” was de nieuwe cd en Andrew McKeag werd als nieuwe
gitarist bij de groep gehaald, initieel als stand-in voor Dave Dederer die ook
koos voor meer familieleven en later als definitief groepslid. Nu verscheen
de recentste cd van PUSA onder de titel “These Are The Good Times People”
en ook nu weer krijgen de heren ruime aandacht en positieve kritieken in de
globale muziekpers. En ook wij zijn best enthousiast over dit schijfje met veertien
songs, waarbij meestal moderne pop en rocksongs gespeeld worden. “Mixed
Up S.O.B. (Son Of A Bitch)” is de eerste gitarensong op de plaat. De grapjes
worden opgestapeld in “Ladybug”, in “Sharpen Up Those Fangs”
en in “Bad Times”. In de pers worden er nogal eens vergelijkingen
getrokken met The Shins en dat is niet geheel onterecht. Luister maar eens goed
naar “Loose Balloons” en naar “French Girl”. In “Truckstop
Butterfly” - een nummer dat bijna 20 jaar geleden geschreven werd en nu
pas op plaat verschijnt - kiezen PUSA voor een countryrocksound en het nummer
“Flame Is Love” is big band swing en rockabilly. De albumafsluiter
“Deleter” is zuivere funk met blazers en met een gastzanger Fysah
Thomas die normaal soulsongs brengt. Ik heb me alvast goed geamuseerd met het
beluisteren van “These Are The Good Times People”. Deze drie heren
zijn in elk geval meer waardige Presidents of The United States Of America dan
de laatste drie echte presidenten van de USA. Good Times Rule.
(valsam)
Wat
kan Myspace toch een mooie en aangenaam uitvloeisel van internet zijn, via dit
medium kwam ik reeds in contact met vele uitstekende muzikanten. Zo ook deze
keer: De Deense gitarist Simon Hoirup die reeds 3 cd’s op zijn actief
heeft, kwam via deze weg in mijn vizier en dat is iets waar ik heel blij om
ben. Zodoende kreeg ik de kans, of beter gezegd, had ik de eer om deze cd’s
te mogen beluisteren en er wat over te mogen schrijven zodat meer mensen eindelijk
deze klassegitarist kunnen leren kennen. Simon, die momenteel 46 is speelt bijna
40 jaar gitaar, vanaf zijn zevende namelijk. Zijn vader was een professionele
jazz en blues pianist, van hem leerde hij zijn eigen bluesakkoorden, op zijn
tiende zat hij al in zijn eigen band en nam op 16 jarige leeftijd samen met
zijn rockband “The Wild Horses” een album op, de eerste LP in Denemarken
opgenomen door een minderjarige. Dan begon hij zijn gitaartechniek verder uit
te bouwen met het jammen samen met andere bekende Deense muzikanten. Hij stichte
de rockband Sidewalk, die dezelfde manager had als Abba, Stickan Andersson.
Sidewalk was ondermeer Dr John’s begeleidingsband tijdens Scandinavische
tournees, na omzwervingen als gitarist tijdens de jaren negentig in musical
producties en met andere bluesbands stichtte hij in 1999 zijn eigen band, de
Simon Hoirup band en in 2002 resulteerde dat in het sterke debuut: “Strongly
Related“.
ASTRONGLY
RELATED
Dit debuut uit mei 2002 begint dadelijk supersterk met een langzame, sfeervolle instrumental: “Astethic Wave”, een beetje blues, wat fusion, heerlijke gitaarmuziek waar ik wel pap van lust. Je hoeft niet nog méér te horen om door te hebben dat Simon een gitarist van hoog niveau is. Als op het volgende nummer de jonge beloftevolle Deense zanger Rune Funch de vocals voor zijn rekening neemt in “Life Wouldn’t be The Same” krijgt dat nummer nog wat meer power, en “Cry Baby Cry” met de stem van James Loveless, dé beste bluesvocalist van Denemarken is een wat funky midtempo blues, waar James en Simon het beste van hun kunnen tonen. Het gitaarwerk van Simon is in deze song sober, maar net wat het nummer vraagt. In “BluesEyes” een soulvollle blues die wat de sfeer ademt van “As The Years Go Passing By “ van Deadric Malone, trekt Simon echter alle registers open en speelt de sterren van de hemel. Terug tijd voor een instrumental, in een juist afgewogen verhouding vermengen jazzy en funk elementen zich in “Just Like That”, met mooie Hammond b3 passages van Martin Kaufmann. “You Are Something Special” zingt Rune Funch met veel gevoel, en als Simon halverwege de song zijn solo aanvangt denk ik net hetzelfde, Simon’s ingetogen gitaarspel is groots, net vanwege zijn dosering, nooit protserig of wat ik noem: “Kijk Mamma, zonder handen”, maar de juiste noten op de juiste plaats. Als in “Space Place” met James Loveless als zanger, het rockende ritme en die soulvolle stem met elkaar in de clinch gaan, lijkt het wel even of de Texaanse “supervoice” Malford Milligan de microfoon overgenomen heeft. James is niet voor niets een van Denemarken’s beste stemmen. “Admiration” de laatste song kon niet beter gekozen zijn, want dat is het gevoel dat ons na de beluistering dit debuut bekroop. Wat zitten er nog mooie verborgen muzikale verrassingen hier en daar. Je ziet, het hoeft niet altijd uit de States te komen: het hoge noorden, vooral Denemarken, heeft ons de laatste tijd al heel wat moois geschonken, denk alleen al maar aan Mike Andersen en Thorbjorn Risager, en nu deze Simon Hoirup.
OPEN
UP
Iets meer blues rock invloeden in de openingssong “Been To Long” van opvolger “Open Up”. Zanger deze keer is Shaka Loveless, jawel de zoon van….en momenteel een topact met zijn band Gypsies in Denemarken. Deze jongen kreeg het duidelijk met de genen mee, zijn stem bezit al evenveel soul als die van papa. Het totaalgeluid van “Open Up” is waarschijnlijk mede door hem wat meer pop en funkgericht en ook de medewerking van de tweede vocaliste Trille Palsgaard brengt op dat gebied power in de band. “Going All The Way” en ”Behind The Lights” zijn songs met een ongelofelijke power, die vol zitten met blues-rock invloeden. Trille werkte mee aan zoveel projecten dat het onbegonnen werk is om met een opsomming te beginnen, haar stem is zo gewild dat half muzikaal Denemarken om van haar diensten gebruik maakte.Terecht, zo blijkt, haar krachtige stem past ook bij Simon’s muziek wonderwel. Opvallend bij “Open Up” is dat Simon zich op deze CD wel erg weggecijferd heeft. Zijn gitaar speelt hier niet de belangrijkste rol, maar is een klein maar belangrijk deel in het totaalgeluid, en de blues maakt in ruime mate plaats voor het rockritme van deze sterke jonge line-up van de Simon Hoirup Band, vooral in songs als “Down Down Down” en “Always Longin’”. Het is pas in de titelsong, waar beide zangers mooi de vocals delen, dat het bluesy aspect en Simon’s heerlijke gitaarwerk terug aan de oppervlakte komt. Shaka en Trille laten ons bovendien volop genieten van hun sterke stemmen in dit duet. Ook nog een pluim voor Martin Kaufmann, die met zijn Hammond regelmatig John Lord van Deep Purple in herinnering brengt met een gelijkaardig klankbeeld. Het mooiste nummer blijft echter voor ons de instrumentale afsluiter “Free” een prachtig stukje gitaarvirtuositeit met invloeden à la Jeff Beck. Lezers die regelmatig reviews van ondergetekende lezen weten dat ik daar een boontje voor heb. Kippenvel moment, deze song.
L.A.
INSTRUMENTALS
Net of Simon Hoirup het wist.
Als ik op het eind van voorgaande CD liet merken dat ik smelt voor goede bluesy
gitaarinstrumentals in het fusion genre, dan krijgen we nu een hele CD van dit
lekkers voorgeschoteld. Voor deze CD ging Simon naar Los Angeles en kreeg er
medewerking van Kim Hansen op keyboards, de bassist van Spyro Gyra, Al Jarreau
en Randy Crawford, namelijk Roberto Vally en de overbekende drummer Ricky Lawson
(Micheal Jackson, George Benson, Phil Collins, Yellow Jackets). De opnames stammen
van de zomer van 2007, namen slechts 4 dagen in beslag, en hetgeen we te horen
krijgen is uitermate sterk, toch zeker voor hen die houden van een knap stukje
gitaarwerk. Even luisteren naar deze 10 eigen composities. Wat meteen opvalt
is de hechtheid van de band, ongelooflijk dat deze mensen nog nooit samenspeelden.
Hier merk je pas wat het betekent topmuzikant te zijn. “Happy en Groovy”
een shuffle die de cd opent is laid back en zet de toon voor de rest van de
cd, dit is muziek zoals we die gewoon zijn van mensen als Larry Carlton, Jeff
Beck, Lee Ritenour, Robben Ford en John Scofield. Al heeft Simon die naambekendheid
van deze muzikanten nog niet, toch kan hij gerust in dit rijtje plaatsnemen.
In “Song Of Life” zijn er weer die Jeff Beck invloeden, terwijl
“Pure Matter” een bluesy nummer met mooie keyboards van Kim Hansen,
net als op de andere cd’s toont waarin Simon een ware meester is, namelijk
de dosering van zijn gitaarspel, zeker niet te veel, maar ook niet te weinig,
de juiste noten op de juiste plaats. “Angelic” duidelijk wat geinspireerd
door “Tears in Heaven” is weer zo een laid back, easy to listen
blues nummer waarmee deze plaat vol staat. Soms zijn er wat Knopfler invloeden,
zoals in “Light It Up” waar zelfs even Chet Atkins om de hoek komt
kijken op het eind. “Line Out” is jazzy maar eveneens vol blues
tegelijkertijd, iets wat deze CD zo apart maakt. “Willing To Go Through”
voor mij het hoogtepunt van deze “L.A. instrumentals”, heeft het
allemaal, het “happy”, wat funky ritme en die mooie melodielijnen
die zo typisch zijn voor Hoirup. Ook de afsluiter “In Another World”
is een zoveelste sfeervolle rustige instrumental die op de stijl van de hoger
vermelde gitaristen geënt is. Wie net als wij wat verfijnde bluesy fusion
gitaarmuziek hoog in het vaandel voert, zal zeker van deze “L.A. Instrumentals”
met volle teugen genieten. Spijtig dat dit voorbij is, duw nog eens op die play
button, schat.
(RON)
AMERICAN
GUN
THE MEANS & THE MACHINE
Website Myspace
Contact
Label : Diamond D Records
American
Gun is een groep die in 2004 werd opgericht door enkele muzikale anciens uit
Columbia, South Carolina. Eind 2004 brachten de Midlanders een eerste album
uit “Demos, Guns & Girls” waarmee ze al gauw een reeks optredens
wisten te versieren. Er was alsmaar meer vraag naar opnames van de groep maar
hun beperkte cd-prints waren te snel uitverkocht en dus besloten ze maar om
de muziek van dat album gratis aan de fans aan te bieden via hun internet-website.
Ondertussen werd noest verder gewerkt aan verse songs voor een nieuw album.
Dat werd “Dark Southern Hearts” uit 2006 met 12 liedjes die allemaal
geschreven werden door de twee singer-songwriters van American Gun: Todd Mathis
en Donald Merckle. Het leverde de groep meerdere positieve reviews op in de
vakpers, zowel in de Verenigde Staten als in Europa en enkele songs uit die
cd zijn nadien op indie compilatiealbums beland. Recentelijk werd dan een derde
cd opgenomen die wij hier wat nader willen belichten: “The Means &
The Machine”. Voor dit album wisten ze enkele topmuzikanten te mobiliseren
zoals Chris Stamey (Yo La Tengo, Caitlin Cary, Tift Merritt en Whiskeytown)
op keyboards en voor de mixing van de songs en Al Perkins (The Flying Burrito
Brothers) op lap en pedal steel. Wilco, Steve Earle, Son Volt en Cracker zijn
maar enkele namen die gelinkt worden aan de muziek van American Gun: Americana,
rootsrock, folk en blues verweven met een behoorlijke portie alt.country. De
mandoline speelt al meteen een belangrijke rol in “Drunk Girls”
waarmee het album wordt afgetrapt. Wat opvalt is dat de songs van de hand van
Todd Mathis meer folky zijn, wat vlotter qua melodie en ook wat vrolijker qua
teksten dan de nummers die door Donald Merckle geschreven werden. Die hebben
een wat donkerdere ondergrond en vereisen wat meer denkwerk van de luisteraar.
Mathis tekende zo voor “Horses” en het gitaarrocknummer “Neil
Young Mood” maar hij kan ook rustiger uit de hoek komen zoals in “Nature
vs. Man”. Persoonlijke favoriete songs op dit album zijn “Girl Done
Gone” en de romantische Whiskeytown-ballad “First Impressions”
met harmony vocals van gastzangeres Lauren Moore en knap pedal steelwerk van
de legendarische Al Perkins die in een verre verleden nog meespeelde op het
album “Exile On Main Street” van The Rolling Stones. Op het einde
van deze cd worden nog eens alle registers opengetrokken met een cover van de
traditional “Moonshiner” en het op een song van Garland Jefffeys
lijkende nummer “Jesus Gave Us Rock And Roll” met deze alleszeggende
tekst: “Jesus gave us alcohol, yes he did / turned that water into wine
/ oh my God it tastes so fine / Jesus gave us alcohol, yes he did.'. “The
Means & The Machine” is een aangename Americana-plaat van een groep
die voor mij nog wat meer songs voor de eeuwigheid mag vastleggen. Ik zal ze
graag beluisteren en bespreken voor Rootstime.
(valsam)
SON
JACK JR.
WHEN THE DEVIL CALLS
Website Myspace
Contact
CDbaby
VIDEO
Son
Jack Jr. is still alive! Singer/songwriter/gitarist Son Jack Jr. woont in Seattle,
WA. en heeft één grote passie: de blues, en dan voornamelijk de
Delta blues. Feitelijk groeide hij op in Londen en speelde reeds gitaar vanaf
zijn negende. Laat in de jaren 70, begin jaren 80 was hij steeds op tour om
in 1983 zich volledig uit de muziekwereld te verwijderen. Maar nu na 24 jaar
laat hij weer van zich horen met zijn debuut "Introducing...Son Jack Jr"
dat eerder in 2006 verscheen, en nu "When The Devil Calls". Een onvoorziene
comeback van de man die met zijn National Resophonic en Martin gitaren bewijst
dat hij het gitaarspelen zeker nog niet verleerd blijkt te zijn en qua schrijven
van songs een grote stap voorwaarts te hebben gemaakt. Beïnvloed en geïnspireerd
door het gitaarwerk van o.a. Skip James en Blind Willie Johnson, is meteen ook
de reden dat nummers als, Skip James’s "Devil Got My Woman"
en "Blind Willie Johnson’s "Soul of a Man", op deze plaat
niet konden ontbreken, maar ook Eddie Vinson’s "Cleanhead Blues"
is misschien wel het hoogtepunt van deze verrassende cd. 13 nummers zijn er
op "When The Devil Calls" gezet, waarvan er tien geschreven door Son
Jack Jr. zelf. Het geheel doet soms zo wat denken aan die goede oude blues,
gemixt met invloeden van de prewar blues meesters, waarin Son Jack Jr. alle
ruimte heeft om te sliden en te fingerpicken. Hij speelt zeer gemoedelijk en
gevoelig, maar is absoluut nergens agressief, zoals in de openende tracks: "I’m
Son Jack Jr." en "Dance of the Living Dead", songs die meteen
de toon voor de hele plaat aangeven. Persoonlijk vind ik naast het juist vernoemd
rockende "Dance of the Living Dead", het rustige old-time country
picking "If I Should Fall", het gitaar geladen "North Wind",
de songs "It Could Be Worse" en het instrumentale "The Lynching
Tree", die respectievelijk van Fred McDowell en Skip James zouden kunnen
zijn, de meest uitschietende tracks op dit album, songs waarin Son Jack Jr.
bewijst hier ook een uitstekend songwriter te zijn. "When The Devil Calls"
is er niet om uit de bol te gaan, integendeel, Son Jack Jr. verstaat de kunst
te boeien, zoveel is zeker. Meer zelfs, hij laat je huiveren. Zijn prachtig
stemgeluid, zijn perfect getimede licks en zijn niet aflatende liefde voor de
Mississippi Delta doen in mij veel bewondering opwekken. Kortweg: Welcome back,
Son Jack Jr.! Terug met een album waarvan alle zelfgeschreven songs bij mijn
eerste beluistering een onuitwisbare indruk maken. Hij beleeft en verwoord de
blues zoals hij die zelf aanvoelt. Onversneden blues in zijn puurste vorm, hartstochtelijk
en levenskrachtig bepalen de sound van "When The Devil Calls".