OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007
JANUARI 2008 - FEBRUARI 2008 - MAART 2008
AQUARIUS BLUE - FOREVER BLUE
DARRELL RAINES - MOANIN' TIME
THAN - HEART MUSIC SOUL MUSIC
THE NORTHSTAR SESSION - NEW PREHISTORIC TIMES
GUY TORTORA - LIVING ON CREDIT
MOTOR CITY SHEIKS - HOMBRES PERFECTO
BOGS VISIONARY ORCHESTRA - MALADROITS UNION
THE SOAKED LAMB - HOMEMADE BLUES
GREG LISHER - TRAINS CHANGE
PETE CUMMINS - THE BRILLIANT ARCHITECT
AQUARIUS
BLUE
FOREVER BLUE
Website Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
De
titelloze debuut-cd van Aquarius Blue stamt al uit 1999 en was enkele heel lokaal
succesvol. In 2001 volgde daarna een tweede album “R-U-Blue-2?”.
Aquarius Blue is het alter-ego van de Amerikaanse muzikant en multi-instrumentalist
Eric Bilodeau die met zijn tijdloze muziek zowel de geest als het lichaam van
de luisteraar aan het werk wil zetten op de akoestische en elektronische klanken
die hij produceert in zijn songs. Bilodeau speelt alles dus zelf en laat enkel
buddy Jim Fogarty toe als toetsenist (orgel en piano) en drummer. Met heel veel
aandacht voor de kwaliteit van de productie kan je de sound van het derde album
“Forever Blue” toetsen aan het geluid dat we kennen van o.a. Wilco
en Tom Petty. Er zit gitaarrock bij, veelal moderne rocktunes maar ook enkele
rustigere songs. Tussen de veertien nummers is er voor elk wat wils terug te
vinden. “Choose” is het eerste nummer op de cd en is een goede en
moderne popsong met wat etherische klanken. De overleden “Soda Pop”
Steve duikt in de bluesy rocksong “Sideshow” op als mondharmonicaspeler.
Dan is het tijd voor een eerste rockballad in “Never Felt So Right (Goodbye)”
over een teloorgegane relatie waarvoor blijkbaar geen traan gelaten dient te
worden. “Certainly Unsure” is hedendaagse Britpopmuziek en dat kan
ook gezegd worden van “No Magic”. Vocaal is Eric Bilodeau niet direct
een grote stem te noemen, eerder oppervlakkig en die beperking sijpelt in sommige
liedjes jammer genoeg door, zoals in “Los Banditos” en in “Turn
A Light On”. Dit hoeft echter niet altijd een probleem te zijn want de
songs zijn stuk voor stuk knap opgebouwd en van moderne arrangementen voorzien.
Het hart en de ziel van de muzikant zijn wel duidelijk hoorbaar aanwezig in
meerdere nummers, zie als illustratie daarvoor o.a. “Rendezvous”
en de drie ballads ”So Long”, “Looking Glass” en “When
O When”. Eindconclusie voor het rapport: Aquarius Blue is geslaagd met
voldoening maar met duidelijk nog ruimte voor verbetering.
(valsam)
DARRELL
RAINES
MOANIN' TIME
Website Myspace
Label: Bluzpik Rekordz
CDbaby VIDEO
Darrell
Raines werd geboren en is opgegroeid in Miami, Florida. Darrell's eerste muzikale
belevenis kwam van een oom die hem een 1969 Gibson SG cadeau deed toen hij nog
erg jong was. Al gauw volgde hij lessen gitaar en piano aan de muziekschool
van Dade. Hij studeerde af in 1987 als gegradueerde voor deze instrumenten.
Wat later toerde hij al door Europa samen met de Joey Gilmore band als onderdeel
van the Soul Rhythm & Blues tour van Ichiban Records in Atlanta. In 2003
kreeg hij dan een plaats aangeboden als gitarist / pianist in die band. Enkele
jaren later kwam de erkennig, in 2005 als finalist in de International Blues
Challenge, een jaar later als winnaar en daar bovenop nog eens als genomineerde
voor de Albert King Award. Hij bleef tot de zomer van 2006 toeren met Joey Gilmore
en besliste dan om een volgende stap te zetten, namelijk zijn eigen band. In
2005 had hij eerst echter nog een solo cd gemaakt, die de naam "Introducing"
meekreeg. Op deze "Moanin Time", zijn eerste eigen productie met band,
horen we een artiest aan het werk die vooral opvalt door zijn relaxte, laid-back
stijl van spelen en zingen. Zijn stem is voor die song goed geschikt, en dat
begrijpt Darrell precies wel. In de enkele fellere songs, zoals "Your Love"
en "Baby Caught A Train" van Howlin Wolf, dat in feite oorspronkelijk
"Who's Been Talking" genoemd was door de Wolf himself, is zijn stem
niet meer zo sterk. Als gitarist echter weet Darrell wel volop te overtuigen.
Geen fel en blufferige gitaarspel, maar rustige, mooie, wat funky dingen, die
wat invloeden met zich meedragen van zowel Robert Cray als Doug Macleod. "Dug
Hole" en "Makin’ Ends Meet" getuigen hiervan en zijn songs
die half gesproken en half gezongen de aandacht van de zangkwaliteiten mooi
verleggen naar het subtiele maar mooie gitaarspel van Darrell. Al bij al is
dit toch een interessante cd van deze gitarist / zanger, waarvan vooral het
rustige karakter en ontspannen gitaarklanken de sterke elementen blijken. De
man kent gelukkig zijn kwaliteiten en ook zijn zwakheden, en door beide exact
te doseren, is "Moanin’ Time" een geslaagde release.
(RON)
THAN
HEART MUSIC SOUL MUSIC
Website Myspace
Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
Than
is Na-than-iel Slade uit Edinburgh, Midlothian, Engeland. Onder het pseudoniem
Than wil hij zich naar de muziekliefhebber profileren als een moderne singer-songwriter
van mooi afgewerkte laid back liedjes en betekenisvolle teksten. “Heart
Music Soul Music” is een debuutalbum met veertien tracks, opgenomen in
een Schotse studio, met muziek in diverse genres zoals rock, blues, reggae en
samba. Een aandachtige luisteraar herkent echter ook sommige referenties naar
de rootsmuziek waarmee hij opgroeide: Engelse folksongs, Welsche rijmpjes, orkestrale
muziek en koormuziek. Voor de opnames kon hij rekenen op de begeleidingsgroep
The Ruffness en op producer Robin Wynn Evans die vroeger de popgroep The View
ontdekte. Met de folk-popsong “Cigarette” begint de cd op een vrolijk
toontje in Jack Johnson-stijl, die we later nog eens terug zien opduiken in
“Tourist”. Die lijn wordt nog even verder doorgetrokken in “Everybody
Knows” waarin het loepzuivere stemwerk van Nathaniel Slade opvalt. Een
aantal liedjes blijft in het geheugen gegrift na een eerste beluistering en
je betrapt jezelf al snel op meeneuriën. Dat is ondermeer het geval voor
“Beautiful Morning”, “Twilight” en voor de titeltrack
“Heart Music Soul Music”. Dat hij ook niet bang is om grappig uit
de hoek te komen bewijst het nummer “Hippy Shit”. In liedjes als
“Playboy” en “Twilight” zijn de teksten dan weer zo
treffend en direct dat je gedwongen wordt om even stil te staan bij de boodschap
die de zanger via zijn liedjes probeert mee te geven. Dit valt nog het meest
op in het donkere en trieste “My Mind” waarbij een zweverig koorgeluid
op de achtergrond als sfeerbepaler dienst doet. “Coco” is dan weer
een nummer met een behoorlijk hoge Crowded House-gehalte. “Back Of Your
Hand” is een uiterst knap opgebouwde en ritmische latin salsa-song met
drijvende beats en bongo’s. “After Twilight” zit alweer op
een totaal ander spoor met een scherpe gitaarpopsound en schreeuwerige Muse-achtige
vocalen. “Heart Music Soul Music” staat voor een hedendaags popalbum
van een getalenteerde artiest die vocaal vergeleken wordt met o.a. John Lennon
en als songschrijver met Bob Dylan omwille van de scherpe maatschappijkritische
teksten. Eén overall-conclusie: we gaan nog van Than horen.
(valsam)
THE
NORTHSTAR SESSION
NEW PREHISTORIC TIMES
Website Myspace
Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
In
oktober 2005 verscheen er een eerste ep van The Northstar Session uit Hollywood,
Californië onder de titel “Little Lies”. De groep was een jaartje
eerder opgericht door singer-songwriter Matthew Szlachetka die met Kane McGee,
Dave Basaraba en Paris Patt als The Northstar Session nu een eerste full-cd
op de markt brengt: “New Prehistoric Times”. Daarop staan elf rocksongs
met veelal Americana en country-bluesinvloeden. De jongens houden van gitaarrock
(daarom zeker niet loeiend hard, hoor), zoveel wordt duidelijk gemaakt in songs
als “Straight To You” en “Easier”. Muziekcritici vergelijken
de sound van de groep met werk van Wilco, The Wallflowers en Counting Crows.
Dat laatste zou wel eens kunnen komen door de hulp die de groep in de studio
kreeg van Matt Malley van de Counting Crows. Er zit wel veel melodie en aandacht
voor de song zelf in de meeste nummers op “New Prehistoric Times”.
Bijvoorbeeld “All At Once”, “Poldy And Moldy” en “Been
Here Before” geven perfect weer wat we bedoelen. Op het uitstekende “All
Roads” speelt overigens ene Gerry McGee de leadgitaar. Hij is de vader
van bandlid en drummer Kane en was vroeger een gewaardeerde gitarist bij o.a.
The Ventures, Kris Kristofferson en Emmylou Harris. Beste song, althans volgens
onze bescheiden mening, is “Hard To Be Found”, een trage ballad
met een tekst die moet aanzetten om na een tegenslag de koe bij de horens te
vatten en opnieuw aan de opbouw van je leven te beginnen. “Morris”
is een vlotte meezinger geworden en zou niet misstaan op de IPod van de frequente
jogger. Het album wordt afgesloten met “Worlds Apart”, een song
over de arrogante president van Amerika en over de heilige oorlog waarin alleen
hij blijkbaar gelooft: "He knows that he's right / It's a war he must fight
/ He has God on his side / We know it's just his foolish pride". Afsluitend
nog even een globale beoordeling meegeven voor “New Prehistoric Times”:
verdienstelijk, inhoudelijk knappe songs en een frisse popsound van een groep
die allicht tot een blijver kan uitgroeien mits een goede tweede cd.
(valsam)
GUY
TORTORA
LIVING ON CREDIT
Website Myspace
Contact
VIDEO
Pasadena
is een oud stadje in Zuid-Californië met zijn bekende Colorado Boulevard,
die ooit deel uitmaakte van Route 66. Het is daar dat Guy Tortora opgroeide
in een familie met Italiaanse achtergrond. Daarmee weet je ook waar Tortora
zijn multiculturele inspiratie vandaan haalde met Hank Williams en Hillbilly
als eerste richtingwijzers. Die invloeden kwamen van zijn vader, maar de zoon
wou uitbreken en zijn eigen muziek zoeken. Dus reisde hij als singer-songwriter
naar Canada en nadien naar Europa om voorlopig in Engeland halt te houden. Ook
qua muziekgenres wil hij zijn vleugels uitspreiden en zich niet tot één
stijl beperken. Hij varieert regelmatig. Zo klinkt ‘Like it That Way’
ritmisch folky in een typisch Eric Bibb zangtimbre. ‘Nobody’s Fault
But Mine’ van Blind Willie Johnson verandert hij in iets jazzy. Daarin
accentueert pianist Janos Bajtala het pittige New Orleans ritme. In zijn band
zitten verder nog bassist Brendan Canty en drummer Mike Thorne. Guy Tortora
is ook de Deltablues toegewijd, zoals in het bitterzoete ‘Cotton Was King’,
waar hij bewijst dat hij naar de ziel van de ‘originals’ kan doorstoten.
Als Giles King daarbij nog eens de ‘tristesse’ met zijn mondharp
omlijst, dan ademt de song de gesmoorde echo’s uit van de oorspronkelijke
bewoners van het desolate achterland. Tekst en muziek werken suggestief, zodat
landschappen en geschiedenis zich a.h.w. voor je ogen ontrollen. Je zou zijn
stijl ‘breedspectrum’ blues kunnen noemen, want zowel ballades als
countryritmes vormen een vloeiend geheel. Guy Tortora is sterk aan zijn opmars
begonnen. Want sinds hij in Engeland woont krijgt hij overal positieve reacties.
Hij treedt er vaak op, zoals trouwens ook elders in Europa, hetzij solo akoestisch
hetzij met zijn band. Hij deelde het podium met Peter Green en John Mayall en
op de radio was Paul Jones vol lof. Allemaal begrijpelijk, want zijn songs hebben
een hoog emo-gehalte. In sommige gaat een bittere ondertoon schuil of sluimert
de kritiek tegen het sociale onrecht. ‘Mama’s Tired’ en vooral
het intrieste ‘Share Croppers’ spreken boekdelen. Het meest hield
ik nog van ‘God Don’t Change’ met die combinatie van blues/americana
zwier, waar de rauwe stem van Guy en de backing vocals a.h.w. in een averechtse
spiritual bitter wijwater uitgieten. Dat Tortora zich niet in een hokje wil
laten opsluiten is aan te moedigen, maar ik hoop wel dat hij zijn slide gitaartechniek
en zijn dobro trouw wil blijven, want dat kan hij als de beste.
Marcie
MOTOR
CITY SHEIKS
HOMBRES PERFECTO
Website Myspace
Label: Eigen beheer
CDbaby
James
Harman meets Los Lobos. Dat is om met de deur in huis te vallen de bondige omschrijving
van wat je hier te horen krijgt. Of Fabulous Thunderbirds meet Freddy Fender.
Om maar te zeggen dat zowel Texaanse blues met sterke gitaar en mondharmonica
invloeden als Tex Mex trekjes in de muziek van deze Motor City Sheiks hun plaats
hebben. En dat brengen ze met verve. Deze band klinkt inderdaad als de top acts
die ik hier juist genoemd heb, geen amateuristische beginnersbandje die wel
door de beugel kunnen en langzamerhand groeien tot iets wat "niet slecht"
is, zoals we wel regelmatig horen hier. Nee, deze Sheiks hebben vanaf het begin
olie aangeboord en hun bron is nog lang niet uitgedroogd. Zijn ze dan "Hombres
Perfecto"? Naar mijn mening wel degelijk, hun muziek heb ik alleszins weinig
op aan te merken. Hun derde cd herinnert me aan het debuut van de Thunderbirds.
Hetzelfde vuur, hetzelfde geluid, sterke songs, blues zoals ik hem graag mag
nuttigen, rauw en onbespoten. Zoals de naam het al aangeeft komen onze Sheiks
uit Detroit, "the motor city", en ze brengen ons "old school"
American roots music, al zou ik het gewoon "straight ahaid blues"
noemen. Tussen die blues zit natuurlijk hier wat verborgen, een snuifje honky
tonk, een greepje surf, en wat Mexicaanse conjunto op gepaste tijden, maar het
blijft knappe blues, borderblues, deze keer niet uit Laredo, Brownsville, het
Rio Grande gebied of El Paso, neen uit Detroit, Michigan. Belangrijkste man
in de band is Emmanuel X Garza, hij zorgt natuurlijk voor 't Mexicaanse element
en neemt tevens de zang en de gitaar voor zijn rekening. Mark Robinson is de
man die voor het harpgeluid zorgt, voor de vocals en met zijn accordeon ook
nog wat bijdraagt aan het Mecicaanse sfeertje. Chris Rumel bespeelt de upright
bas en drummer Craig Calder zorgt voor de strakke beat. Zoals ik al zei, moest
ik dadelijk denken aan James Harman bij de openingssong "Like A King"
een prachtige shuffle met Mark Robinson (die deze song schreef), in topvorm
op mondharmonica. Na deze song kon het voor mij al niet meer stuk, en dat zou
ook niet gebeuren, want het niveau zakt op geen moment "Mi Voy A Ir"
is zoals de titel al duidelijk laat vermoeden, een stukje Mexicaanse huisvlijt.
De bijdrage van Mark Robinson op zijn gloednieuwe accordeon bepaalde deze song,
want hij werd geschreven rond zijn nog wat beperkte kennis van het instrument
door Emmanuel. Deze hoopte hier of daar wat Flaco Jimenez of Joel Gruzman soleerwerk
te kunnen uitlokken, maar de accordeonbijdragen van Mark bleven bescheiden doch
effectief, en de song is desondanks zeer geslaagd te noemen. "She's My
Baby" natuurlijk, de overbekende Sonny Boy cover en bovendien niet de enige,
want ook "Key To Your Door" is er één. Beide werden
uitstekend gecoverd, Mark Robinson blijkt een prima leerling van de meester.
"Not Now Jr" is meer een stukje studiolol en doet me erg denken aan
het korte eindfragment op die eerste Fabulous Thunderbirds "Los Fabulosos
Thunderbirds". Titelsong "Hombres Perfecto" een typische ouderwetse
Chicago blues à la Muddy Waters, maar door Emmanuel voorzien van Spaanse
tekst, wat het geheel een gans andere feel geeft. "Commanche" was
een instrumental uit de film Pulp fiction, alleen is de sax hier vervangen door
een mondharmonica, de Mississippi sax. Een mooie gitaarinstrumental, wat geinspireerd
door "The Honeydripper" kreeg de naam "Kessler's Groove".
Nog even steken Mexicaanse invloeden de kop op in de country Porter Wagoner
tune "Satisfied Mind", herwerkt tot een conjunto song. Nog wat rockabilly
in "Cool Rockin Mama" en het zit erop! Musicas Perfecta de Hombres
Perfecto: how about a hand for The Motor City Sheiks!
(RON)
BOGS
VISIONARY ORCHESTRA
MALADROITS UNION
Website Myspace
Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
A.
Bogs is de centrale figuur van Bogs Visionary Orchestra, een op zijn minst opzienbarend
stel muzikanten uit Brooklyn, Ney York. Zijn Visonary Orchestra bestaat uit
vrienden Bobby Antosca, Jill Pittman, Timothy Dick en Jonah Dalhart. Daarnaast
werd nog een beroep gedaan op een resem andere lokale muzikanten voor een kleine
bijdrage aan dit album. “Maladroits Union” is de tweede cd van deze
formatie en bevat net als debuutalbum “Recession Special” uit 2003
een serie deuntjes die stuk voor stuk gebaseerd zijn op stokoude countryliedjes
die wellicht enkele honderden jaren geleden rond het kampvuur gezongen werden.
Het gaat eigenlijk om heel simpele melodietjes, soms tot op het naïeve
af. De titeltrack is een haast celebraal kerkgezang dat je mits wat goede wil
ook onder gospel zou kunnen catalogeren. “The Infinite Possibilities (Of
Universal Love)” is een eerste echte song maar wordt zo goed als zuiver
a cappella gezongen, enkel op het einde krijgen we een vleugje lap steel mee.
A. Bogs is blijkbaar een man van principes en grote theorieën, zo meent
hij dat de mensheid naast het consumeren van wereldse dingen ook een persoonlijke
taak heeft om nieuwe dingen te creëren. Hij wil iedereen die boeken leest
dan ook aanmanen om ook zijn eigen verhaal neer te schrijven en dat iedereen
die naar muziek luistert ook zijn eigen deuntje te maken. Liedjes als “Regret”
en “Doin’ My Time” lijken nog het meest op een conventionele
song maar er wordt toch voornamelijk geëxperimenteerd op “Maladroits
Union”. Soms met kinderlijk simpele melodietjes op een banjo-riedel zoals
in “Times Are Hard”, “Finding My Way” en “Come
Go With Me” maar soms ook louter muzikaal zoals in “Interlude”
en in “Baby Goodnight”. Naar mijn gevoelen verkies ik “Just
For Me” als beste song van dit album dat absoluut een tweede beluistering
nodig heeft om het inhoudelijk te doorgronden.
(valsam)
THE
SOAKED LAMB
HOMEMADE BLUES
Website
Label: Eigen beheer
CDbaby
VIDEO
Deze
band uit Portugal heeft stijl, dat merk je al dadelijk aan hun sobere maar klassevol
hoesje en dito "arty" website. Hun muziek is blues en jazz met een
jaren dertig sfeertje er om heen. De verbinding die Portugal altijd al had met
blues door zijn fados, de Portugese blues zoals deze muziekvorm wel eens genoemd
wordt, trachten deze muzikanten met hun "Homemade blues" duidelijk
te maken met 6 eigen songs en evenveel covers, waaronder werk van Howlin’
Wolf, Reverend Gary Davis en Vera Hall. Zangeres Mariana Lima en gitarist/mondharmonicaspeler
Alfonzo Cruz zijn zowat de kern van deze formatie, zij schrijven de songs en
nemen het belangrijkste deel van de sound voor hun rekening. Mariana beschikt
over een mooie stem, zeer geschikt voor dit soort pre-war bluessongs, maar ze
mist voor mij nog wat vuur en bezieling. De songs zijn mooi en zuiver gebracht,
maar soms wat lusteloos voor een blueszangeres. "Another Man Done Gone",
de song waarvan fragmenten gebruikt werden door Moby is knap en het overbekende
"Saint James Infirmary" is door de behandeling op de Soaked Lamb wijze
een uiterst geschikt nummer, de nostalgische sfeer past prachtig bij zo'n song.
Helemaal een nummer dat speciaal voor "Soaked Lamb" gemaakt, lijkt
wel de hoofdsong uit de film "The Color Purple", het mooie "Miss
Celie's Blues", een Quincy Jones/Lionel Richie compositie. Heel authentiek
klinkt ook "Doomed To Heaven Rag", een vrolijke song die wat het zigeunerritme
van "Hot Club De France” met zich meedraagt en tot mijn grote verwondering,
een eigen geschreven song van ons duo is. Als Alfonso Cruz "Tumstones Under
Oak Trees" brengt, een song die wat in een Tom Waits sfeertje baadt, zijn
we minder overtuigd, het geheel klinkt wat geforceerd. Mariana Lima komt de
boel redden met een mooie uitvoering van "Rope Strechin' Blues" van
Blind Blake en daarna durft ze het zelfs aan om overtuigend a capella af te
sluiten met de jazz traditional "Work Song" een Cannonball Adderley
klassieker. Een rommelige hidden track die dan volgt en die vol zit met echt
storende geluiden hadden ze beter weggelaten volgens mij, of was dit gewoon
om de titel "Homemade Blues" duidelijk te illustreren? Desondanks
toch een mooie plaat zeker voor de liefhebbers van pre-war blues.
(RON)
GREG
LISHER
TRAINS CHANGE
Website Myspace
Contact
Label : Chiseled Out Records
Sinds
meer dan 10 jaar heeft gitarist Greg Lisher in alle rust kunnen werken aan de
dertien liedjes die hij nu voor zijn nieuwste soloalbum “Trains Change”
heeft weerhouden. We weten allen dat net als bij de wijn een lange rijpingstijd
voor een kwaliteitsstijging zorgt en dat geldt ook nu voor deze songs. Greg
Lisher is een gevestigde waarde in het muziekgebeuren en kenners weten dat hij
vele jaren gitaarwerk verricht heeft bij “Camper Van Beethoven”
en bij “Monks Of Doom”. In het gezelschap van bandleden van beide
groepen trok hij de studio in te Santa Cruz, Californië waar ze hun beste
beentje hebben voorgezet om een uitstekend album af te leveren. De intussen
45-jarige Greg Lisher beleeft de topdagen van zijn muzikale loopbaan op “Trains
Change”. Toen hij in 1985 na een ontmoeting met David Lowery door deze
laatste werd gevraagd om permanent lid te worden van “Camper Van Beethoven”
besefte Lisher dat zijn toekomst in de muziek verzekerd was. Toen de groep in
1990 ophield te bestaan kon hij terugvallen op een vaste plaats in het nieuwe
zijproject “Monks Of Doom” naast Victor Krummenacher, Chris Pederson
en David Immergluck. Toen na enkele jaren ook die groep stopte speelde hij nog
een tijdje bij “Cracker” en belandde hij ook in de heropgerichte
“Camper Van Beethoven”. Daarmee was de cirkel rond en was er ook
ruimte voor muzikale zijstappen in solo-projecten. Een eerste solo-album “Handed
Down The Wire” verscheen in 2001 en nu krijgen we dus “Trains Change”
op onze boterham als muzikaal beleg in 13 schijfjes. De cd werd opgenomen op
Lisher’s eigen label “Chiseled Out” en verschijnt pas in de
rekken op 22 april maar zal de diehard fans van Camper Van Beethoven absoluut
kunnen boeien want de songs liggen in dezelfde lijn. Het gekende gitaarspel
van Lisher in die groep is hier al meteen waar te nemen in de eerste song “City
Of Big Dreams”. In “Television” met een lekker voortkabbelende
gitaarriff en drumbeat laat Greg Lisher ook horen dat hij vocaal onderlegd is.
“All I Want” en “afsluiter “Handed Down The Wire”
kan je toevoegen aan het lijstje echte popsongs op dit album. Er staan ook drie
erg verschillende maar zeer aangename instrumentale stukjes op deze plaat: het
zonnig vrolijke “Irish Sea Song”, het melancholische “Foals
On The Flipside” en de energieke jazzy titeltrack “Trains Change”.
Een speciale vermelding krijgt Lisher nog van ons voor het zeer mooie “Between
The Two Of Us” en het sfeervolle “Better Than Nothing”. Dit
is een modern geproduceerde Americana-plaat geworden die probleemloos een plaatsje
zou moeten krijgen in de collectie van elke liefhebber van dit genre.
(valsam)
PETE
CUMMINS
THE BRILLIANT ARCHITECT
Website Myspace
Contact
Label : Sidekick Records
CD-Baby
“The
Brilliant Architect” is de eerste cd die Pete Cummins uit Dublin, Ierland
als soloartiest heeft uitgebracht. Toch is deze man al enkele decennia actief
in de Ierse rootsmuziek als lid van de groep The Fleadh Cowboys en heeft hij
opnames achter de rug met o.a. Townes Van Zandt (op diens laatste cd “No
Deeper Blue”), Nanci Griffith (op de Grammy Award-winnende cd “Other
Voices Other Rooms”) en The Chieftains. Eind jaren zestig speelde hij
ook nog basgitaar in de begeleidingsgroep van folksuperster Donovan. Zijn ervaren
collega’s van The Fleadh Cowboys hebben hun maatje naar volle vermogen
bijgestaan bij de productie van dit debuutalbum met elf liedjes die met diverse
muzikale invloeden op plaat werden gezet. Zo hoor je blues, country, rock, pop
en typische Ierse muziekinvloeden in de nummers. Tien van de elf liedjes zijn
zelfgeschreven door Pete Cummins en via die éne cover “Train Of
Love” heeft hij zijn respect willen aantonen voor de schrijver van die
song Johnny Cash. Een andere song uit dit album is “Flowers In Baghdad”
die gedurende zeven maanden in de hitlijst op de Neil Young “Living With
War”- anti-oorlog-website stond en er tot op een dertigste plaats geraakte.
De song beschrijft het gevoel van een correspondent in Irak die zich beklaagt
over het feit dat elke vorm van kleur uit Baghdad geweerd wordt sinds de Amerikaanse
invasie. Andere aanbevelenswaardige titels op “The Brilliant Architect”
zijn “State Of Grace”, de countrysong “Buring All Your Candles”,
het bluesy “Damaged Man” en de titeltrack “Brilliant Architect”.
Het nummer “Bad End Of The Creek” lijkt zo fel op “I’ve
Got Dreams To Remember” van Otis Redding, inclusief orgel en blazerssectie
dat ik me enkele vragen dien te stellen over auteursrechten. Briljant kan ik
de cd niet noemen maar er is een duidelijke schittering waar te nemen bij de
beluistering van dit album en daar zijn wij ook al mee tevreden.
(valsam)