OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007
JANUARI 2008 - FEBRUARI 2008 - MAART 2008
MALCOLM MIDDLETON - SLEIGHT OF HEART
JESSE MALIN - ON YOUR SLEEVE
GREYHOUND GEORGE - DELTA DOG
ANTHONY GOMES - MUSIC IS THE MEDICINE
TONY MECCA - HELLO, GOODBYE & EVERYTHING IN BETWEEN
GAVAN ANDERSSON - YOUTH IN ASIA
JEFFREY JAMES SUTHERLAND - ALL MY NEAR MRS.
DOUG HOEKSTRA - BLOOMING ROSES
BILLY BRAGG - MR. LOVE & JUSTICE
ARTHUR ADAM - IN A CABIN WITH
MALCOLM
MIDDLETON
SLEIGHT OF HEART
Website Myspace
Label: Full Time Hobby Records
Distr.: PIAS
VIDEO 1 VIDEO
2
Het Schotse Arab Strap mag dan voltooid verleden tijd zijn, zowel Aidan Moffat als Malcolm Middleton vervolgen solo gewoon hun eigen weg. Aiden Moffett zorgde bij de band voor die in een vet Schots accent uitgesproken teksten over sex, drank en sex. Malcolm Middleton nam de prachtige muziek achter die teksten voor zijn rekening maar is sinds zijn solo- debuut met de prachtige naam "5:14 Fluoxytine Seagull Alcohol John Nicotine" (2002), "Into The Woods" (2005) en zijn vorige plaat, "A Brighter Beat" (2007) duidelijk gegroeid, al gaat zijn nieuwste cd "Sleight Of Heart" wat meer terug naar de basis, met een ingetogen en bijna akoestisch geluid. Middleton toont zich bovendien weer eens een begenadigd tekstschrijver van liedjes, waarin een gezonde dosis melancholie ontwapenend wordt gebracht. Het album begint met het voor Middleton begrippen opgewekte "Week Off", een uptempo song met Barry Burns van Mogwai op piano en Jenny Reeve op viool. Deze song is nog geen minuut onderweg als je merkt dat je naar hartenlust zit mee te treuren met zijn wereldleed. Wat volgt zijn nog acht goede en vooral ook afwisselende songs. Erg gelaagde songs, waarvan iedere song gericht is op het hart, zonder te vervallen in sentimentaliteit. Gelukkig vinden we genoeg van Middleton’s weinig positieve kijk op het leven, de wereld en op zichzelf terug in "Just Like Anything" en "Total Belief". "Sleight of Heart" bevat meer viool en piano dan de voorganger, maar ook hier vallen de vocalen van Jenny Reeve van The Reindeer Section op. Zij heeft een prachtige stem die de vocalen van Middleton goed aanvult. In deze nummers komen Middleton’s teksten vol met "sadness and misery" goed tot hun recht. "Sleight of Heart" bevat drie covers: Madonna’s "Stay", King Creosote’s "Marguarita Red" en Jackson C. Frank’s "Just Like Anything", niet voor de hand liggende nummers, maar Middleton zet deze songs volledig naar zijn eigen hand en zo is van het origineel niets meer te herkennen. Tekstueel is Middleton hoe dan ook weer goed op dreef, al blijft hij zowel qua tekst als muziek vasthouden aan zijn bekende onderwerpen, die hij weet te combineren met elegante melodieën en ontwapenende zang. "Sleight of Heart" is gewoon een must-have.
MALCOLM MIDDLETON
LIVE
Zaterdag 12 April 2008
Botanique, Brussel
JESSE
MALIN
ON YOUR SLEEVE
Website
Myspace
Label : One Little Indian Records
Distr. : Bertus
Zelden
iemand zo energiek zien optreden als Jesse Malin. Het was enkele jaartjes geleden
in de Rotonde, de kleinste zaal van de Botanique (na de toiletten). Het toen
nog beperkt opgekomen publiek ging volledig uit de bol en genoot van deze New
Yorkse protégé van Ryan Adams die vaak in één adem
de nieuwe Springsteen wordt genoemd omwille van zijn passie en energie tijdens
de optredens. Blijkbaar heeft Jesse Malin hier nog niets van verleerd (zie concertverslag
door Blowfish op onze concertreview-pagina’s over zijn fantastische show
in Hof Ter Lo te Borgerhout op 21 maart 2008). Tijdens die live-shows deinst
hij er ook niet voor terug om zijn muzikale helden te eren met een coverversie
van hun songs. Zo is Springsteens’ “Hungry Heart” en “Helpless”
van Neil Young bij elke show van Jesse Malin steeds weerkerende verplichte kost.
Het was nochtans pas in 2002 dat hij in de schijnwerpers verscheen met zijn
prachtige cd “The Fine Art Of Self Destruction”, geproduceerd door
’s mans beste vriend Ryan Adams. Twee jaar later verscheen het tweede
album “The Heat” en begin 2007 was er “Glitter In The Gutter”,
zijn derde full-cd met daarop de song “Broken Radio”, een wondermooi
duet met The Boss himself. Tussendoor had hij bijdragen afgeleverd voor twee
tribute-albums voor Bruce Springsteen en The Clash. Jesse Malin is net 40 jaar
geworden en viert deze gebeurtenis met een tribute-plaat aan zijn muzikale voorbeelden
met covers van liedjes die zijn muzikale loopbaan hebben beïnvloed. “On
Your Sleeve” is een eerlijke hulde aan zijn idolen en zijn lievelingssongs.
14 covers nemen ons mee doorheen de rockgeschiedenis zoals Jesse Malin ze beleefd
heeft in zijn prille artiestenjaren. “Looking For A Love” van Neil
Young bijt een beetje verwacht de spits af en “Do You Remember Rock’n’Roll
Radio” van The Ramones wordt op een erg knappe wijze van een eigen versie
voorzien. “Sway” - een vrij onbekende Jagger/Richards-compositie
- wordt door Malin opnieuw in de spotlights gebracht en “Gates Of The
West” van The Clash krijgt hier een modern likje verf opgespoten. Ook
eerder onbekend is de song “Russian Roulette” van de groep The Hold
Steady. De New Yorkse ex punker en rockster brengt een behoorlijk eigenwijze
en swingende versie van de Paul Simon-klassieker “Me And Julio Down By
The School Yard” waaruit vooral héél veel respect blijkt.
Net als voor het legendarische “Walk On The Wild Side” van die andere
oer-New Yorker Lou Reed. Met Malin’s nasale stem klinkt “Harmony”
van Elton John plots heel anders dan de versie van de gebrilde homo-pianist.
Ook “Operator” van The Kills wordt in een leuk verrassend totaal
nieuw kleedje gestopt. Nog drie keer kijken we op bij het beluisteren van wat
bekendere coverversies: “Sam Cooke’s “Wonderful World”,
Tom Waits’ “I Hope I Don’t Fall In Love With You” en
Harry Nilsson’s “Everybody’s Talking”. Kritische stemmen
zullen beweren dat er niets wereldschokkends op “On Your Sleeve”
staat en ik wil ze maar al te graag gelijk geven. Maar niet zonder even fijntjes
te vermelden dat ik me toch behoorlijk geamuseerd heb en luidkeels meegekweeld
heb met deze liedjes uit ons collectieve muzikale geheugen. In afwachting van
nieuw eigenhandig geschreven werk draai ik maar al te graag deze cd van Jesse
Malin, een all-time favorite van uw dienaar en ondergetekende (valsam)
GREYHOUND
GEORGE
DELTA DOG
Website Myspace
Contact
CDbaby
Wat
maakt dat Canadezen, Zweden en nu ook Duitsers naar de Resonatorgitaar grijpen
om hulde te brengen aan de oorspronkelijke countryblueshelden uit het diepe
Zuiden van Noord-Amerika. Ergens moeten vanachter de sterren toch bepaalde bluesmannen
uit het Deltagebied erop toezien dat hun blueserfgoed niet verloren gaat door
hun inspiratie uit te lenen aan bluesadepten met de juiste ‘Vibe’.
Greyhound George is een van hen. Dertig jaar lang stond hij open voor deze muziek
terwijl hij zich in menig bandje nuttig maakte als slidegitarist/muzikant. Maar
pas nu komt hij op de voorgrond met een soloalbum dat hijzelf producete. Als
je daartussen een zelfgeschreven song als ‘Greyhound’s Blues’
inlast, dan mag je erop wedden dat Arthur Blind Blake, Tampa Red en Blind Lemon
Jefferson hem als blanke geestesgenoot zullen aanhalen. Greyhound George, of
Jürgen Schildmann, neemt songs van hen over, maar schreef er zelf ook tien.
Hij begeleidt zichzelf met gitaar, dobro, harmonica en voetritmes op een daartoe
speciaal geconstrueerd ‘elektrische vloer’, wat een modern effect
geeft. Op ‘Wiggle Your Tail’ doet hij dit met de hulp van mandoline.
Modern is ook dat hij op sommige nummers de draak steekt met de nieuwe elektronische
verworvenheden, zoals op ‘Virtual Bluesman’. De ‘originals’
zouden het ongetwijfeld ook niet kunnen nalaten. ‘Rattlesnake Rag’
is dan weer een getrouwe imitatie van hoe songschrijvers jaren terug kippen
en hanen via hun gitaarsnaren tot leven brachten, maar hij doet het met slangengeratel.
En in ‘No Mo’ gaat het ook over Babe’s die niet deugen. Bassist
Helmut Sprick en vrouwlief Heidi doen af en toe ook mee, wat eigentijdser aandoet.
Maar de zucht naar vrijheid in het hunkerende ‘I Wish’ van Billy
Taylor is van alle tijden. Treffend weet ‘George’ dezelfde sfeer
op te roepen als de bluespioniers, destijds alleen met behulp van hun akoestische
gitaar. Soms zitten er wat funky of reggae invloeden te wachten om zich in de
Delta Dog vast te bijten, maar de gloedvolle ‘Resonator’ domineert
op een wijze die George’s album vooral authentiek maakt. Als je zijn afsluitend
melancholische ‘Greyhound’s Lonesome Song’ beluistert, hoor
je daarin de droeve weerklank van ‘The House of the Rising Sun’.
Greyhound George dankt iedereen die zich inzet om de Blues in deze eeuw vitaal
te houden. Hij mag er zichzelf toe rekenen, want als hij zich afvraagt hoe het
verder moet als ‘the Blues is Gone’, met iemand als hij zie ik dat
zo gauw niet gebeuren.
Marcie
ANTHONY
GOMES
MUSIC IS THE MEDICINE
Website
Myspace
Label: Ruf Records
Distr.: Munich Records
Ruf
Records, het Duitse label dat bekend staat voor releases waarop het steviger
gitaarwerk centraal staat, heeft met deze "Music Is The Medicine"
van Anthony Gomes weer een schot in de roos afgevuurd. Gomes speelt bluesrock
met een hart vol soul en zelfs wat pop rock invloeden. Een exceptioneel album
met twaalf eigen songs, twaalf momenten waar de gitaar centraal staat en die
mooi in mekaar zitten. Anthony bespeelt zijn Fender op een bijna virtuoze manier
en zijn knappe stem heeft een gruizig randje dat 10 jaar ouder klinkt dan de
jeugdige leeftijd die hij er uit ziet. Een erg doorleefde stem zo blijkt, krachtig
en toch soulvol in de subtielere momenten. Hij verjongt met zijn poppy elementen
de blues door er dingen aan toe te voegen die er normaal niet bijhoren. Een
punt wat hij gemeen heeft met Sean Costello, die voor mij zopas één
van de beste en vernieuwendste bluesplaten van dit jaar afleverde. Maar we hebben
het hier over Anthony Gomes. Zijn mix van funky, met wat pop aangelengde blues
is bedwelmend. Zijn begeleidingsband sluit bij hem aan als een goed passende
handschoen, of het nu funky, heavy blues is of langzame ballads, ze omhullen
zijn leadgitaar met de passende klanken. Ook de productie van Jim Gaines is
natuurlijk weer perfect, zoals we hem gewoon zijn, hij is de juiste man op de
juiste plaats, speciaal voor gitaristen. Anthony deed de co-productie, en het
rijke geluid, met oog voor detail, imponeert zelfs de meest veeleisende luisteraar.
In elk van de vele genres die op dit cedeetje de revue passeren is hij perfect
bezig. Neem nu "Bluebird", een song die is wat goede bluesrock zou
moeten zijn, melodisch en toch met een stevige rock riff, terwijl het funky
ritme de basis vormt en naar het einde toe Anthony uitbundig soleert en zo de
gitaarfreaks voor zich wint. Anthony spreekt zo niet alleen de headbangende,
luchtgitaar spelende luisteraars onder ons aan, maar ook zij die houden van
een wat soulvol en eleganter geluid. "Stand Up" is daar een erg sterk
voorbeeld van. Het funky dansritme dat doorheen de song loopt wisselt met de
heavy gitaargeluiden in een perfecte balans. Het rustigere lichtjes gospel getinte
"Love Is The Answer" is er nog zo ééntje: het bewijst
dat bluesrock met de nodige vernieuwende elementen best een boeiende muziekvorm
kan zijn. "Everyday Superstar" waar de "tube" uit de jaren
70 nog even nieuw leven ingeblazen wordt en voorzien van luchtige funk &
pop elementen, maar evenzeer met de nodige scheurende gitaren, is weer zo'n
prachtsong. Draai evenwel de volumeknop op rood, want zo kan je deze "Music
Is The Medicine" van Anthony Gomes toch het best genieten. Al klinkt hij
anders, natuurlijk blijft 't bluesrock, so play loud!
(RON)
TONY
MECCA
HELLO, GOODBYE & EVERYTHING IN BETWEEN
Website Myspace
Contact
Label : Outstanding Records
CD-Baby
Hij
is echt van alle markten thuis en voegt elementen van rock, pop, folk, rock’n’roll
en rootsmuziek toe aan zijn songs. We hebben het over Tony Mecca, een singer-songwriter
uit Philadelphia, USA, intussen al 52 jaar geworden, gehuwd en in het trotse
bezit van vijf kinderen en zes honden om te onderhouden. Toch heeft hij blijkbaar
nog tijd over om zich met zijn grote passie muziek bezig te houden. Zijn nieuwste
cd “Hello, Goodbye & Everything In Between” bestaat uit niet
minder dan 22 liedjes met een grote diversiteit qua stijl, tempo en muzikaal
genre. In 2003 verscheen een eerste album van Tony Mecca onder de titel “Purple
Monkeys” en twee jaar later was er “Princes Of The New Dark Age”.
Met zijn aanstekelijk schurende stemgeluid en catchy melodieën slaagt hij
er in om meteen de aandacht van de luisteraar voor zich en zijn nummers te winnen.
Via de songteksten probeert hij de geïnteresseerde muziekliefhebber aan
te zetten tot nadenken en speelt hij in op diens emoties. De pers dicht hem
capaciteiten toe van collega-zangers als Bruce Springsteen, John Prine en John
Mellencamp. Het dient gezegd dat zijn Americana-sound inderdaad vrij dicht bij
de muziek van deze artiesten aanleunt en derhalve de gewone man/vrouw in de
straat meteen aanspreekt. Vrij eenvoudige deuntjes gaan er probleemloos is als
zoete broodjes. Ook de romantiek krijgt een behoorlijk groot aandeel in de songs
op dit album, bijvoorbeeld in “Boy Meets Girl” en “Love to
Me”. Tony Mecca speelt ook alle instrumenten op deze plaat, behalve keyboards
en mondharmonica dat hij over laat aan zijn goede vriend David Decca. Vocaal
doet hij eerder zeldzaam beroep op twee dames, Gina Davis doet duo vocals voor
de song “Yeah Yeah Yeah” en Stephanie Davis voor “Jack”
evenals wat backing vocals. Ook zoon Cory Mecca mag één keer meedoen
in het nummer “The Night We Danced”. De titel van de plaat indachtig
begint het album met de song “Hello” en wordt afgesloten met “Goodbye”.
De twintig andere liedjes staan dus voor “Everything In Between”.
Zo zijn er zuivere storytelling-songs zoals “Plain Jane And And Average
Joe”, “An American Kid (Tuesday Weld)”, “Jack The Ripper”
en “The Night We Danced” afgewisseld met swingende rocksongs zoals
“We Always Lie”, “Casanova” en “Morning Coffee”.
Hoogtepunten voor ondergetekende zijn het emotionele “Father Dear…”
en de song “These Irish Eyes”, opgedragen aan de mooie kijkers van
Louise McGoldrick, een oud vrouwtje en tevens zijn grootmoeder waar hij 13 jaar
lang voor gezorgd heeft. Tony Mecca brengt boeiende verhalen op vrij gemakkelijk
te verteren muziek en levert zo een heel mooie derde cd af.
(valsam)
GAVAN
ANDERSSON
YOUTH IN ASIA
Website
Label:Tara Hall Productions
Met
een muzikale voorgeschiedenis die teruggaat tot voor 1800 is het begrijpelijk
dat Gavan Andersson het muziekmaken met de genen meekreeg. Hij startte al heel
jong op piano en dwarsfluit, maar toen hij op dertienjarige leeftijd van zijn
oudere zus een gitaar cadeau kreeg was hij al gauw tot dat instrument bekeerd.
In 1969 begon hij als studiotechnicus bij A.B.C studios in Melbourne. Drie jaar
later zat hij echter meer aan de andere zijde van het glas en begon hij meer
en meer als studiomuzikant te werken met bekende Australische rootsmuzikanten.
Momenteel is hij de gitarist van Andy Cowan, de rootszanger en pianist van Melbourne,
waarvan we enkele weken geleden de verzamelaar "Anthology" bespraken.
Toch wou Gavan ook eens zijn eigen kunnen tonen op dit mini album dat 6 nummers
bevat en zo zijn kunnen als side-man en multi instrumentalist bewijzen. En of
Gavan daarin geslaagd is! Al dadelijk van in het begin zijn we daarvan overtuigd,
want "Laying The Rail", een song over het keiharde leven van de spoorwegarbeiders
in de hete Australische zon, is in één woord prachtig. Levon Helm,
J.J Cale en Clapton zijn een paar namen die boven komen tijdens het beluisteren.
"Watch The News" is alweer een sterke song, gedragen door de mooie
saxofoon van Jimmy Sloggett en Gavan's slide gitaar terwijl Gavans stemgeluid
hier wat aan Dr. John doet denken. "Strangers Hands" is prachtig,
ook al door het Hammond werk van Andy Cowan. De gelijkenissen met de muziek
van de Band steken weer erg de kop op in het "Rustige Home Cookin",
"Monkeys On Your Back" en eigenlijk nog het meest in "Train Don't
Run" waar daarbij nog eens een mooie slidepassage bijkomt à la Little
Feat zodat het even lijkt of Levon Helm en Lowell George een duo presentatie
deden. Net nu je er echt intens begon van het genieten is het dan spijtig genoeg
al gedaan. Soms zijn mini cd's een zegen, maar als er muziek gemaakt wordt zoal
hier, blijf je alleen maar op je honger zitten. Gavan Andersson is voor mij,
getuige deze Youth in Asia, niet langer een sideman. Hij kan zijn mannetje meer
dan alleen staan. Een full cd vol met dit materiaal, zeker spek voor mijn bek,
en met mij ook voor vele andere fans van goede rootsmuziek, zoals de bands waarvan
ik net de namen noemde. Gavan heeft 't wel verdiend.
(RON)
JEFFREY
JAMES SUTHERLAND
ALL MY NEAR MRS.
Myspace Cdbaby
VIDEO
Het
schijnt dat hij het jaren lang als ‘Stand-Up’ komiek probeerde waar
te maken, want humor is hem op het lijf geschreven. Die humor sijpelt ook door
in zijn songs, al is deze van het wrange soort. Maar de rol van dichter bohémien
lag deze man uit Tennessee toch beter en het liefst verwerkte hij zijn poëtische
teksten in energieke songs. Als kind oefende hij immers al stiekem op de gitaar
van zijn oom en amper acht jaar oud schreef hij al een hartbrekende song. In
2003 trok hij naar Nashville en begon intensief te schrijven, zodat weldra twee
opeenvolgende albums werden uitgebracht. Met deze ‘All My Near Mrs.’
is hij al aan zijn derde toe, een combinatie van country en americana, spaarzaam
overgoten met wat rock ‘power’ van het genre Warren Zevon. Zijn
stem herinnert ook beangstigend aan deze van Zevon en de vraag is dan of dit
als een voordeel of nadeel werkt. Maar Jeffrey heeft zijn eigen jagende stijl
en songvoorkeuren. Hij put daarbij uit zijn wereldse ervaringen, opgedaan in
het artiestenmilieu en zijn woelig bestaan. Dat levert songs op met weerhaakjes
aan de ene kant ‘She’s My Curse’ en bitterzoete melodieën
aan de andere, ‘She Knows Me’ en ‘The Lines On My Face’.
Liefdessongs mogen ook niet ontbreken bij een countryman, zeker als je daaraan
verslavend vastzit, behalve aan de Cigarettes en de Booze. De begeleiding met
gitaren, pedalsteel en drum verlevendigt deze typische Nashville cd, een verzameling
van aanstekelijke songs. En ‘Where Has My Country Gone?’ heeft een
‘Jerry Jeff Walker’ dynamiek. Maar als fan van de overleden Warren
Zevon vind ik het uiteraard mooi meegenomen dat ik datzelfde stemtimbre kan
terugvinden in de wijze waarop Jeffrey zijn herinneringen gestalte geeft. ‘The
Whisper of My Shadow’ straalt trouwens dezelfde melancholie uit, waarmee
Jeffrey aantoont dat hij met simpele woorden suggestief weet om te springen.
Marcie
DOUG
HOEKSTRA
BLOOMING ROSES
Website Myspace
Contact
VIDEO 1 VIDEO
2
Een
Amerikaanse singer/songwriter die Doug Hoekstra heet, dat kan niet missen: zo
iemand moet iets met Friesland te maken hebben. En inderdaad, de man die onder
die naam in de Verenigde Staten een aardige staat van dienst in de muziek heeft
opgebouwd, heeft zijn wortels in Marrum, een dorp in het noorden van Friesland.
Van daaruit waagde zijn grootvader zich ooit aan het grote avontuur om in Amerika
een nieuw leven te beginnen. Doug Hoekstra debuteerde in platenland in 1994
met het album "When The Tubes Begin To Glow", gevolgd door nog eens
drie eigenzinnige albums. Sindsdien kan Doug in Amerika bogen op een trouwe
aanhang, en heeft hij een welverdiende reputatie gekregen als een man met een
oor voor frasering en oog voor detail. Een man die bekend staat als een "songwriter’s
songwriter". Hoekstra speelde in eerste instantie in een band in Chicago,
maar kwam er al snel achter dat hij beter tot zijn recht kwam als soloartiest.
Op die manier kon hij zijn zelfgeschreven liedjes veel beter overbrengen. Hoekstra
zegt zelf: "Vlak nadat mijn eerste album uitkwam, ben ik van Chicago naar
Nashville verhuisd en toen kwam mijn carrière een beetje op gang. Met
die band waarin ik zat speelden we alternatieve country met invloeden uit de
blues. We speelden ook dingen van John Lee Hooker. Die invloeden vind je in
mijn solowerk terug. Daarnaast hoor je allerlei elementen uit de popwereld,
want ik luister naar heel wat soorten muziek en pik overal wat van mee. In elk
genre zit namelijk wel wat goeds". Het gebied van pop-, rock- en folkmuziek
onderzoekend, combineert Hoekstra ritmische vindingrijkheid met een verbazingwekkend
gevoel voor melodie om zo een geheel eigen terrein te ontdekken. Met een kenmerkende
indringende stem en sterk gevoel voor harmonische structuur, heeft deze singer-songwriter,
die nu al een aantal jaren met groeiend succes vanuit countryhoofdstad Nashville
opereert, met zijn negende album, "Blooming Roses", alweer een album
van verrassende breedte en diepte vervaardigd. Afwisselend eenvoudig en complex
openbaart "Blooming Roses" een onderliggende filosofie dat ieder onderdeel
van een opname er is om elk nummer te dienen en te versterken. Variërend
van eenvoudige gitaarpartijen naar blije poppretmakerijen worden de nummers
aaneengeregen door Doug's charmante stem en opvallend eerlijke teksten, en mede
dankzij producer David Henry (Josh Rouse) zijn deze songs nog eens van zeer
fraaie arrangementen voorzien. We vinden hier een breed palet aan stijlen, van
ingetogen liedjes als "Instinct" tot rockende songs als "Part
Of The Problem, Part Of The Solution", het zorgt dat dit album ook na een
paar keer horen boeiend blijft. Hoewel zijn muziek niet direct in een hokje
te stoppen is, zijn muziek wordt weleens avantgarde-Americana genoemd, zijn
er overeenkomsten met Bob Dylan, Nick Drake en Leonard Cohen. "Blooming
Roses" neemt de muzikant en luisteraar mee door sonische rijken voorbij
het bereik van de meeste singer-songwriters.
BILLY
BRAGG
MR. LOVE & JUSTICE
Website Myspace
Label : Cooking Vinyl
Distr.: V2
Sinds
December 2007 behoort Billy Bragg (z’n echte naam is Stephen William Bragg)
tot de roemrijke generatie van de vijftigers. De helft van die halve eeuw heeft
hij doorgebracht als vertolker van voornamelijk protestliedjes op negen albums.
“Mr. Love & Justice” is de jongste worp van deze Britse nationale
trots die er in slaagde om zijn volk een geweten te schoppen via zijn songteksten
over de politieke, culturele en sociale geschiedenis van Groot-Brittannië.
Amper twintig was hij toen hij een vooraanstaande rol opeiste in de Britse punkscène
met zijn groep Riff Raff die de ene na de andere single in de hitlijsten bracht,
o.a. het knappe “I Wanna Be A Cosmonaut”. In 1981 verkoos Billy
Bragg om het te proberen via een solocarrière. Zijn liedjes zijn geënt
op blues en politiek geïnspireerde folksongs. Via honderden optredens met
gitaar en versterker doorheen heel Engeland slaagde hij er in om doorheen de
jaren een hondstrouwe fanbasis te verwerven. In de teksten van zijn liedjes
verwerkt hij woede, passie en humor die op de meest direct mogelijke wijze worden
geuit. In 1984 verscheen een eerste album “Life’s A Riot with Spy
vs. Spy”. Toen Margaret Thatcher overging tot het sluiten van de eeuwenoude
mijnindustrie in Engeland was Billy Bragg de man die hier het luidst tegen protesteerde
in zijn liedjes. Het leverde hem een titel als ikoon en symbool op voor de strijd
van de Britse mijnwerkers. Zijn tweede cd “Brewing Up With Billy Bragg”
stond vol met strijdliederen en oproepen tot politieke solidariteit. Hij outte
zich als een fervente aanhanger van de Labourpartij in Engeland en trad meermaals
op tijdens de verkiezingscampagne in 1987. Zijn derde cd was tot op heden ook
zijn meest succesvolle: “Talking With The Taxman About Poetry” leverde
enkele hits op en ook zijn samenwerking met Johnny Marr van The Smiths voor
die plaat kreeg ruime persaandacht. Daarna focuste Bragg op zijn carrière
als echtgenoot en als vader van een groeiende familie. In 1998 verscheen “Mermaid
Avenue” een album met tot dan onafgewerkte liedjes van de overleden folkster
Woody Guthrie waarvoor Bragg samenwerkte met o.a. Natalie Merchant, blueszanger
Corey Harris en de heren van de Amerikaanse alt-countrygroep Wilco. Twee jaar
later verscheen part II van die Mermaid Avenue-sessies en beide albums werden
genomineerd voor een Grammy Award. Het leverde hem ook de bewonderende jaloezie
van Bob Dylan op die deze klus ook graag zelf had geklaard. In 2000 verhuisde
Billy Bragg van Londen naar Dorset in het zuidwesten van Engeland en daar begon
hij op te treden met zijn vaste begeleidingsgroep The Blokes. In 2003 verscheen
“Must I Paint You A Picture?” als dubbele retrospectieve cd met
veertig liedjes die zijn muziek en leven de voorbije decennia bepaald hadden.
En nu speelt hier “Mr. Love & Justice”, zijn negende cd en volgens
de muziekpers zijn meest oprechte en beste album met liedjes die nog steeds
zijn maatschappelijke betrokkenheid illustreren maar toch ook wat ruimte laten
voor oprechte gevoelens van liefde en andere hartaangelegenheden. “I Keep
Faith” (met backing vocals van niemand minder dan Robert Wyatt), “M
for Me”, Something Happened” en “If You Ever Leave”
zijn nu al klassieke lovesongs. “The Beach Is Free” en “Mr.
Love & Justice” leveren mooie rocksongs op en ook het protest tegen
de ongelijke strijd van de soldaten in de oorlogen in Afghanistan en Irak wordt
beklemtoond in “Farm Boy” en in “Sing Their Souls Back Home”.
Cynisch wordt Billy Bragg in “I Almost Killed You” en in “The
Johnny Carcinogenic Show”. We willen deze keer echt niet te diep gaan
in het beschrijven van de songs op deze plaat. We willen wel zeggen dat je dit
album onverwijld aan je eigen platencollectie zou moeten toevoegen zodat je
binnen enkele tientallen jaren aan de kleinkinderen kan vertellen dat je deze
klassieker in 2008 meteen hebt aangeschaft toen hij op de markt verscheen omdat
je toen al direct de topkwaliteit van deze cd wist te onderscheiden.
(valsam)
ARTHUR
ADAM
IN A CABIN WITH
Website Myspace
Contact
Label : Almost Modern
“In A Cabin With…”
is een project van de Nederlandse Green Motel-studio waarbij producer Maarten
Besseling een actuele artiest uitnodigt in een houten huisje (zie hoesfoto)
dat ergens in de buurt van Valdemarsvik in Zweden staat. Aldaar wordt een akoestische
set gedurende een weekje zo goed als live geregistreerd en het geheel wordt
nadien op cd uitgebracht. Arthur Adam (Ten Cate) is zo’n getalenteerde
singer-songwriter die deze eer nu te beurt viel. In een beklijvend naakte versie
brengt Arthur Adam zijn liedjes op een wijze zoals we die ook kennen van artiesten
als Sufjan Stevens of Damien Rice. De eerste song “Things Are Moving”
kluistert je aan de speakers en kan meteen als representatief voor de gehele
sessie gebrandmerkt worden. Dromerige en lieflijk gezongen nummers volgen elkaar
continu op en muzikaal wordt alles beperkt tot een vleugje piano of gitaar,
heel sober geproduceerd en gearrangeerd. Bijzonder genereus zijn deze jongens
trouwens want je kan de hele plaat zomaar gratis downloaden op de website van
Arthur Adam. De man beschikt over een heel intrigerend stemgeluid en heeft ook
het songschrijven meer dan behoorlijk onder de knie. Getuigen daarvan zijn prachtsongs
als “You Say You Need Me”, “We Should Never Argue” en
het van een stevige drumbeat voorziene “Useless People, Baby”, tevens
de meest commercieel gevoelige song. “Pavement”, “A Brief
Encounter With Life”, “Life Before Us” en de lichtjes jazzy
afsluiter “For The Mourning” zijn stuk voor stuk voer voor intellectuele
denkers die dat graag in de grootste rust wensen te doen. Mocht je echter uit
zijn op een stevige portie vrolijkheid dan ben je bij deze Arthur Adam niet
aan het juiste adres. Maar als je voorkeur er naar uit gaat om melancholisch
weg te dromen op de tonen van poëtische songs wil ik je de “In A
Cabin With…Arthur Adam” met veel plezier aanbevelen.
(valsam)