OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007 - JANUARI 2008
WES AND VICTORIA - THE BALLAD OF BILLY SAIGON
BUDDY HOLLY - NOT FADE AWAY
ART BLAKEY - THE MESSENGER
ALELA DIANE - THE PIRATES GOSPEL
XAVIER CARDRICHE - SORTA-LIKE-A-DEMO
LARRY MILLER - OUTLAW BLUES
JEFF LANG - WHATEVER MAKES YOU HAPPY
JAKE LA BOTZ - GRAVEYARD JONES
LOVESPIRALS - LONG WAY FROM HOME
LORI WILLCUTS - BLACKEYED SUSANS
WES
AND VICTORIA
THE BALLAD OF BILLY SAIGON
Website- www.babamuse.com
Label: eigen beheer
http://cdbaby.com/cd/wesvictoria
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO 3
Het
begon voor Wes and Victoria allemaal in San Antonio in Texas met Augie Meyers,
jullie kennen hem allemaal als de keyboardspeler van Sir Douglas Quintet, de
man met zijn onafscheidelijk rode Vox orgeltje, en later bij diezelfde Dough
Sahm solo op accordeon voor de prachtige Tex Mex nummers die hij schreef. Wel
deze Augie deed tijdens het verorberen van sterk gekruide Mexicaanse schotels
met zijn verhalen over toeren en optredens, de zin om ook artiest te worden
aanwakkeren. Onder zijn leiding begonnen ze als duo in de bars van San Antonio
op te treden, wat later evolueerde dat naar bands als de folk band Little Smoke
of zelfs een punkrock act. Langzaam verdwenen de covers ten voordele van eigen
materiaal, en omdat ze dat aan een groter en meer betrokken publiek wilden laten
horen verhuisden ze naar Austin, zoals jullie al weten, dé Amerikaanse
muziekstad bij uitstek. Het resultaat liet niet op zich wachten, ze traden al
vlug op samen met Lucinda Williams, Townes Van Zandt, The Sir Douglas Quintet,
Donavon, Eric Anderson, Jesse Dayton en vele anderen. Ze openden al vlug een
eigen studio vlakbij de universiteit van Texas, de “Track Shack”
en namen er hun eerste LP op. Toen de huurperiode van de studio ten einde liep,
werd het L.A. met zijn filmstudios waar ze hun terrein naar verlegden. Ze namen
op samen met Robert Altman, Hans Zimmer en andere beroemde regisseurs, en deden
studiowerk voor tv producties, gecombineerd met optredens in de overbekende
gelegenheden als de “Whiskey A Go Go” en “The Troubadour”.
Toen begonnen echter de tegenslagen hun carrière te bemoeilijken, eerst
waren er een aantal periodes van ziekte voor beiden en wat later kreeg Victoria
een zeer zwaar ongeval dat haar voor 3 jaar verhinderde om nog haar mondharmonica
te bespelen, wegens onder meer een uiterst gecompliceerde kaakbreuk. Tijdens
die periode schreef Wes de nummers van deze cd en nam al een gedeelte ervan
op. Toen Victoria eindelijk terug mondharmonica kon spelen begonnen ze stilaan
opnieuw met optreden en het afwerken van de cd, maar voor de tweede keer werd
Victoria door ziekte voor 3 jaar geveld. Na revalidatie begonnen ze vol moed
weer aan optreden en nu is de cd vervolledigd en zit hier in mijn cd speler,
het resultaat van geduld, doorzetting, nooit opgeven en hopen. Al deze elementen
zitten natuurlijk ook verwerkt in teksten en muziek van deze “Ballad Of
Billy Saigon”. Het hoesje, de tatoeage van een arm van een oorlogsveteraan,
illustreert de titelsong. Als muzikanten voor dit meesterwerk van volharding
hebben ze enkele topmuzikanten kunnen strikken die je even met je ogen doen
knipperen als je het lijstje ziet. Als duidelijk aanwezige gitaristen zijn er
zo bijvoorbeeld de meester gitarist Albert Lee, de fantastische Stephen Bruton
en pedal steel gitarist Chris Lawrence (Mike Ness, Dallas Wayne). Het lijste
van de overige topmuzikanten is wat lang om op te noemen, maar allen zijn topmusici.
De sound van het geheel kunnen we best beschrijven als laid back Americana en
singer - songwritermuziek, al is één song van stevige Stones gitaarriffs
voorzien ("Love Got A Mind On His Own"). Je bemerkt op andere momenten
soms wat invloeden van Dylan in Wes’ zangstijl, versterkt door de harmonicalijnen
van Victoria ("Trail Of Tears"). De teksten zijn helend en de mondharmonica
van Victoria is als een soundtrack op zichzelf. “Reunion“ en “Beautyway”,
beiden prachtsongs, zijn voorbeelden van deze twee elementen welke elkaar perfect
aanvullen. Bovendien heeft deze lange cd een geluidskwaliteit die ik zelden
tegenkwam en dat alles samen maakt dat deze cd die bijna letterlijk bloed zweet
en tranen heeft gekost, een klein juweeltje is geworden, een plaat die per draaibeurt
meer en meer bezit van je neemt.
(RON)
BUDDY
HOLLY
NOT FADE AWAY
1957: The Complete Recordings
Label: El Toro Records Myspace
Cdbaby
VIDEO
In
1941 op zijn vijfde jaar doet Buddy Holly (Charles Hardin Holley geboren Lubbock,
Texas 7-9-1936, gestorven Mason City, Iowa 3-2-1959) samen met zijn broers Larry
en Travis mee aan een talentenjacht. Hoewel zijn broers zijn speelgoedviool
ingevet hadden zodat hij hun optreden niet kon verstoren, leverde het zingen
van "Down The River of Memories" Buddy de eerste prijs op met een
waarde van $5. Op 1 september 1953 deden Buddy Holly en zijn beste vriend Bob
Montgomery auditie voor radiostation KDAV in Lubbock. Het tienerduo kreeg een
halfuur durende show op zondagmiddagen, waar ze optraden met country en bluegrass.
Op 14 oktober 1955 speelde het trio Buddy Holly, Bob Montgomery en Larry Welburn
in het voorprogramma van Bill Haley and the Comets in Lubbock. Een talentscout
uit Nashville raakte onder de indruk van Buddy Holly, wat er uiteindelijk toe
leidde dat hij een contract sloot met Decca records. Op 9 januari 1956 geven
Buddy Holly & the Two-Tones (Sonny Curtis en Don Guess) de aftrap voor een
14 data omvattende country & western tour in Little Rock, Arkansas. Zij
staan helemaal onderaan de lijst op de aankondigingen, waar de namen van artiesten
als Hank Thompson, George Jones, Wanda Jackson en Cowboy Copas. Op 25 februari
1957 nam Holly "That'll Be the Day" op in Norman Petty's studio in
Clovis New Mexico. De single werd uitgebracht op het Brunswick label (dochtermaatschappij
van Decca) en toegeschreven aan The Crickets. Op 23 september van dat jaar werd
het een nummer 1 hit. Vlak daarna werd "Peggy Sue" uitgebracht, dat
de nummer 3 bereikte in de hitlijst. In december dat jaar trad hij met beide
nummers op in de Ed Sullivan Show. Op 25 januari 1958 scoorde Holly zijn derde
"Top Tien hit Oh Boy!". Op 5 januari 1959 bracht Buddy zijn laatste
hit uit "It Doesn't Matter Anymore". Na een optreden op 2 februari
1959 in Clear Lake, Iowa charterde Holly een 4-persoonsvliegtuigje, een Beechcraft
Bonanza, slechts enkele mijlen na het opstijgen crashte de Beechcraft om 01u05
's nachts in een maisveld. Alle inzittenden: Holly, Valens, Richardson en de
21-jarige piloot Peterson waren op slag dood. Buddy Holly was één
van de eerste artiesten, die niet alleen uitvoerend artiest was, maar ook zijn
eigen nummers schreef. Bob Dylan, Paul McCartney en vele andere beroemde artiesten
werden door Holly beïnvloed. Het Spaanse El Toro label specialiseert zich
al enige tijd in het uitbrengen van uitstekende rock ’n roll en rockabilly.
Geluid en vormgeving zijn authentiek en onderstrepen de liefde voor het genre
van het label. Met de nieuwe collectie "1957 The Complete Recordings"
- Buddy Holly songs brengt El Toro een vervolg op het vorig jaar verschenen
"Hollybilly", waarop dit label de complete output van Holly uit 1956
uitbracht. Een dubbelaar met de complete opnames die Holly in 1956 opnam voor
de Amerikaanse Decca alsmede een aantal demo’s die hij maakte met Norman
Petty in Lubbock. Met "Not Fade Away - 1957 The Complete Recordings",
ditmaal bestaande uit 3 CD's, gaan we deze keer naar het zeer productieve jaar
1957 terug, een compilatie die wederom vergezeld gaat van een informatief boekwerk
en een complete discografie. Maar het is vooral het muzikale dat onze aandacht
trekt, waarin grote hits als: "Not Fade Away", "Peggy Sue",
"Maybe Baby", "Words of Love", "Ready Teddy",
"Peggy Sue", "Look at Me" en "Mona" de revue passeren.
Veel van deze hits zijn hier soms in demo, live en definitieve versie te horen.
Met zijn begeleidingsgroep The Crickets scoorde hij klassiek geworden hits als
"That Will Be The day", "Oh Boy", "Peggy Sue"
en "Rave on" en groeide hij uit tot een tieneridool, in weerwil van
zijn onopvallende uiterlijk, met onafscheidelijke grote bril, en zijn bescheiden
maar karakteristiek hikkende stemgeluid. Er valt voor de liefhebber veel meer
te smullen op deze compilatie, want sommige tracks worden opgeluisterd met interviews,
radioshows en zelfs een ontluisterend telefoongesprek tussen Buddy en Deccabaas
Paul Cohen. Decca gaf hem niet genoeg artistieke vrijheid en terwijl hij kon
fluiten naar zijn laatste opnames voor dat label richtte hij The Crickets op.
Met deze legendarische begeleiders nam hij in Clovis onder leiding van Norman
Petty werk op voor het Brunswick en Coral label. Precies dat is zijn meest invloedrijke
werk gebleken en dat kun je met deze verzamelaar "1957The Complete Recordings"
in zomaar 90 tracks diepgaand ontdekken.
ART
BLAKEY
THE MESSENGER
Website Label: JazzCAT (JC 2507)
Distr.: Codaex - be@codaex.com
Arthur
(Art) Blakey leefde van 11 oktober 1919 tot 16 oktober 1990 en is niet alleen
één van de grootste Amerikaanse jazzdrummers maar ook één
van de invloedrijkste jazzmuzikanten tout court. Blakey was één
van de uitvinders van de bebop. Bop of bebop is een jazzstijl die complexe ritmes
en harmonieën bevat die vaak een dominante positie in de song innemen.
Vaak heeft een nummer een thema waarop alle instrumentalisten kunnen soleren
of dat ze (vaak licht aangepast) herhalen. Blakey was echter niet alleen een
drummer, hij stond ook te boek als een groot bandleider. In de jaren '40 begon
Blakey als drummer van verscheidende bands ervaring op te doen in het jazzwereldje.
In die jaren bekeerde hij zich tot de Islam en nam de naam Abdullah Ibn Buhaina
aan. Eind jaren '40 en begin jaren '50 drumde hij onder meer bij Miles Davis,
Bud Powell en Thelonious Monk. Meer dan 30 jaar lang maakte Blakey albums en
trad hij op met zijn eigen band The Jazz Messengers. Deze band was ontstaan
uit een aantal bands die Blakey samen met Horace Silver leidde. Na vijf jaar
verliet Silver de band en ging Blakey alleen verder. De band kreeg toen de naam
Art Blakey and the Jazz Messengers. In deze legendarische band kregen vele jonge
muzikanten de ruimte om zich aan het grote publiek te laten zien. Blakey's credo
was dan ook: “I'm gonna stay with the youngsters. When these get too old
I'll get some younger ones. Keeps the mind active.” Freddie Hubbard, Wayne
Shorter, Donald Byrd, Cedar Walton, Lee Morgan, Benny Golson, Wynton Marsalis,
Branford Marsalis, Keith Jarrett, Lonnie Plaxico en John Hicks zijn slechts
enkele van de grote artiesten die in zijn band zijn begonnen. De opnamen op
“The Messenger” dateren van 1957. Opener ‘Cubano Chant’
is een een jazzy cha-cha-cha van pianist Ray Bryant. ‘Oscalypso’
is een latin-song waarin het thema van de hand is van bassist Oscar Pettiford.
De vier overige nummers zijn van Blakey zelf. ‘Toffi’, ‘Ya
Ya’ en ‘Elephant Walk’ zijn zeer latin-getinte songs met percussie,
hollers (kreten) en vaak sterk piano en fluit. Dit zijn niet Blakey’s
bekendste nummers, dus geen zorg indien de tracknamen niet dadelijk een belletje
doen rinkelen. Luister zeker even naar “Moanin’”, zowel in
de versie van Art Blakey als in deze van Roy Paci & Aretuska. Blakey swings!
(Pieter Jan)
Tracklist:
1. Cubano Chant
2. Oscalypso
3. Come out and meet me tonight
4. Toffi
5. Ya Ya
6. Elephant Walk
ALELA
DIANE
THE PIRATES GOSPEL
Website - Myspace
Label: Fargo Records
Distr.: Munich Records
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
"Beter
laat dan nooit": een schoolvoorbeeld van dit maar al te ware Vlaamse gezegde
is "The Pirate's Gospel" van de 24-jarige Alela Diane. Deze singer-songwriter
timmert al een paar jaar aan haar weg. En met deze nieuwe CD is ze al aan haar
derde schijfje toe. Een album dat al in 2004 werd opgenomen en in eigen beheer
uitgebracht, kreeg in de VS een gewijzigde versie en is nu pas tot ons gekomen.
Maar het lange wachten loont de moeite, want dit is een parel van spaarzame,
getormenteerde folk. De CD is dan ook van typische Amerikaanse singer-songwriters
makelij. Niks nieuws zou je kunnen denken ware het niet dat er de speciale,
eigen stem is van Alela. Ze schrikt er ook niet voor terug om bepaalde tekstlijnen
bijna mantra gewijs te herhalen, iets wat eigen is aan de gospel invloeden die
haar songs kleuren. Die gospel invloed is er, maar haar songs kun je moeilijk
als negrospirituals of gospel afdoen, daarvoor is de thematiek te werelds. Diane
werd al meer dan eens vergeleken met Cat Power. Begrijpelijk, want beide dames
kiezen voor een uitgepuurde stijl en injecteren hun folk met een flinke dosis
soul en gospel. Diane klinkt echter nog een stuk ouder en onwereldser dan Cat
Power. Neem nu het titelnummer, dat aan oeroude zwarte slavensongs refereert
en zo authentiek klinkt dat het een vooroorlogse veldopname zou kunnen zijn,
recht uit de katoenvelden. Alela Diane heeft Sioux-bloed in de aderen; geen
toeval allicht dat haar karakteristieke en bezwerende stem dan ook aan Buffy
Sainte-Marie herinnert. Alela heeft een eigen stem, en daarnaast valt nog iets
op en dat is de manier waarop zij efficiënt gebruik weet te maken van backing
vocals binnen haar muziek. De manier waarop ze die gebruikt geven haar songs
een speels karakter en dragen bij tot een hogere beluisterbaarheid. Alela verhuisde
van de buiten, Nevada City, naar San Francisco, maar heeft ook maandenlang rondgezworven
in Zuid-Frankrijk. Daar schreef ze ook de nummers voor deze CD, tijdloze folkliedjes
als "Tired Feet", "The Rifle" en het reeds vernoemde titelnummer,
een CD die misschien daarom erg folky klinkt en toegankelijk is voor Europese
oren. Andere songs van hetzelfde hoge niveau zijn ook "Can You Blame the
Sky?", een rauwe gospel die begeleid wordt door een hartverscheurend huilende
mandoline en het bitterzoete "Pieces of String" waarin zowaar twee
kinderen het achtergrondkoortje verzorgen. Opvallend in haar teksten: het verlangen
naar familie, een thuis, geborgenheid en de adembenemende natuur waarin ze is
opgegroeid. "The Pirate's Gospel" raakt ook afwisselend aan unieke
singer songwriters als Karen Dalton, Dusty Springfield, Regina Spektor, Jolie
Holland en Joanna Newsom. Een prachtig debuut dat ontroert en betovert. Alela
Diane is een rastalent dat verdient gekoesterd te worden.
XAVIER
CARDRICHE
SORTA-LIKE-A-DEMO (EP)
Website - Myspace
- Contact
Label : Atomic Powered Records
CD-Baby
Als je de naam Xavier Cardriche
leest verwacht je wellicht dat we een cd van een Franse artiest gaan bespreken,
maar dat klopt deze keer niet helemaal. Deze Xavier is een rasechte New Yorker
uit Brooklyn die akoestische Americana-songs brengt op dit ep-tje dat de originele
en grappige titel “Sorta-Like-A-Demo” meekreeg. Het is onze eerste
kennismaking met de muziek van deze singer-songwriter en bevat liedjes die hij
een tijdje geleden samen met enkele lokale New Yorkse muzikanten opnam. En die
introductie valt echt wel mee want deze zanger is zeker een opkomend talent.
De vijf songtracks gaan over hoe de jongere generatie omgaat met de steeds toenemende
druk van de maatschappij. Zo gaat het nummer “Cheap” over een workaholic
die langzaam maar zeker op een fiasco afstevent en niet zal slagen. “Driving
Out” gaat over alle verplichtingen die opgelegd worden en de vele eisen
van de maatschappij die op je afkomen als je volwassen wordt. Ook “Be
Mine” en “Try Claire” zijn knappe liedjes die op eenvoudige
wijze weergeven welk soort muziek we in de toekomst van deze artiest mogen verwachten.
In het nummer “Meagan” - dat gebaseerd is op oorspronkelijke Keltische
muziek - wordt verhaald over de wijzigingen in prioriteiten die iemand tijdens
zijn hectische leven doorvoert om de richting en de objectieven van zijn hart
te kunnen volgen. De teksten van de liedjes zijn vergelijkbaar met filmscenario’s
wat niet zo verwonderlijk is omdat Xavier Cardriche in het dagelijkse leven
ook werkzaam is in de filmindustrie. Muzikaal zit hij in dezelfde vijver te
vissen als populaire singer-songwriters à la Damien Rice, David Gray
en Tracy Chapman die hun gezongen boodschappen ook allemaal door voornamelijk
akoestische gitaarmuziek laten begeleiden. Xavier Cardriche zal in maart 2008
een korte tournee doorheen Europa maken om zijn muziek te promoten. Daarbij
zal hij de nummers van “Sorta-Like-A-Demo” brengen, aangevuld met
songs die momenteel nog klaargestoomd worden om een plaatsje te krijgen op zijn
later dit jaar te verschijnen full-cd.
(valsam)
LARRY
MILLER
OUTLAW BLUES
Website - Myspace
Info: Gfi-promotions
E-mail: gfi-promotions@ntlworld.com
Label: BIG guitar records
VIDEO 1 VIDEO
2
Toen
ik de man met het cowboy hoedje op de hoes van “Outlaw Blues” zag,
verwachte ik muziek in de stijl van Waylon Jennings, of eerder nog, diens zoon
Shooter, stevige rockgetinte country dus, maar ditmaal zat ik er compleet naast.
Loeiende keiharde gitaren, bluesrock pur-sang, dat is wat Larry Miller maakt,
genre Rory Gallagher anno 2008. Van langzaam (Calling All The Angels) tot uptempo
(Rebekah). Larry zingt de longen uit zijn lijf en speelt de sterren van de hemel,
één brok energie en dynamiek van begin tot einde is hij. Wanneer
ik Larry zo even vergeleek met Rory Gallagher was dat niet zomaar, luister maar
even naar “Storm Coming” dan begrijp je wat ik bedoel, Larry’s
stem is wel anders, maar de gitaarsound van Rory (hier met slide) is er helemaal,
en niet alleen in dit nummer. Daarbij komt dat Larry’s Fendergitaar er
uiterlijk even haveloos en afgeleefd uitziet als die beruchte Stratocaster van
Rory ooit, alleen heeft Larry de zijne omgedoopt tot “Larryocaster”.
Larry is volledig autodidact, komt uit Guilford, Surrey in Engeland en brengt
bij deze reeds zijn vijfde cd uit. De Engelse pers gooit met titels als ”De
enige opvolger van Gallagher” terwijl anderen hem de Engelse Stevie Ray
noemen. Met het eerste kan ik volledig akkoord gaan, het tweede is een eerder
vergezochte vergelijking. Feit is dat deze tien nummers bevattende release bluesrock
bevat waar ik me wel kan mee verzoenen, iets wat de laatste tijd minder gebeurt
omdat de meeste platen in dat genre vol staan met clichématige en ellenlange
solo’s die ik enkel kan beschrijven als inspiratieloos “gepiel”
van het type ‘kijk mama, zonder handen!” . Niets van dit alles by
Larry Miller, dit is wel hard, de gitaren beuken dat het een lieve lust is,
maar dit is bluesrock met een ziel, dit ademt de “bluesrock van de sixties”
sfeer uit, iets wat wel weggelegd lijkt voor de Britten. Een paar prima songs
herbergt deze cd zeker: “Only One Woman I Want” is daar één
van, een nummer met Peter Green en Fleetwood Mac allures, evenals “Blues
Forever”, beide toevallig de rustiger songs uit het aanbod. Zou ik dan
toch oud aan het worden zijn? Wie moet deze cd zeker aanschaffen, wel de Gallagher
fans van vroeger zeker, maar ook zij die houden van wat Peter Green en Britse
bluesrockbands zoals Savoy Brown, Groundhogs en consoorten ons vroeger brachten.
(RON)
JEFF
LANG
WHATEVER MAKES YOU HAPPY
Website - Myspace
Info: Lickshot Entertaiment / Wagram Records
Distr.: Bang!
VIDEO 1 VIDEO
2
Jeff
Lang heeft tot op heden tien albums op zijn naam staan: Dig Deep To Bury Daddy
(2005), Whatever Makes You Happy (2004), No Point Slowing Down (2003), Everything
Is Still, Disturbed Folk Vol. 2, Cedar Grove, A Crowd in Every Face, Native
Dog Creek, Disturbed Folk en Ravenswood. In 1994 nam hij deze laatste plaat
op, maar blijkbaar is zijn carrière niet heel erg van de grond gekomen,
want platenmaatschappij Telarc kwam reeds met een verzamel-cd "Prepare
Me Well" op de proppen. Ook was hij te horen op "Dislocation Blues",
een plaat die hij opnam met wijlen Chris Whitley. Om zijn carrière verder
te ondersteunen is er nu ook een re-release van het album "Whatever Makes
You Happy". En eerlijk gezegd "happy", dat zijn we wel! In zijn
jonge jaren werd de jonge Jeff ondergedompeld in de elementaire blues van Skip
James, de rauwe gospel van Blind Willie Johnson, het gitaarwerk van Jimi Hendrix,
de slide gitaar van Ry Cooder, en de songwriting van Bob Dylan en Richard Thompson.
Hij leerde eerst clarinet spelen maar door de jaren heen voegde hij daaraan
een hele reeks van instrumenten zoals lap steel, (acoustic, electric and bass),
gitaren (acoustic, national, supro resophonic, bottleneck), drums, percussie,
chumbush, ukulele, weissenborn, harmonium, tenor banjo en wind samples. Op korte
tijd groeide hij uit tot één van de boeiendste Australische gitaristen.
Chart Magazine in Canada omschreef hem als ... 'the new Slide Guitar King Of
The World'. Hij schrijft liedjes en daarmee basta. Hij wil geen bepaalde boodschap
overbrengen. De blues van Jeff Lang wordt door de kruisbestuiving met rock en
Keltische muziek toegankelijk voor liefhebbers van de betere popmuziek. De opnamen
van "Whatever Makes You Happy" klinken fantastisch en Lang heeft een
krachtige, maar soepele stem. Hij weet zijn boodschap in verhaaltjes sterk over
te brengen, en de opmerkelijke instrumentaties, dragen sterk bij aan de kracht
van dit werk. De cd laat zich beluisteren als een roadmovie voor de oren. Jeff
Lang is volgens mij ook een van de weinige bluesmannen die het aandurft af te
wijken van de gebaande bluesmuziek paden. De muziek past precies bij die teksten.
"Whatever Makes You Happy" bevat 15 songs, allemaal geschreven door
Jeff, waaronder vier intrumentals. Hoogtepunten zijn "By Face Not Name"
met vocale steun van Suzanah Espie en Jeff op zijn lap steel gitaar. "Rejected
Novelist Fails Again" is misschien het best geschreven en hier komt Jeff
stevig uit de hoek door zijn elektrische gitaarspel. "The Road Is Not Your
Only Friend" met gebruik van mandolin en viool is meer een blue-grass-song,
die meer aanleunt bij Keltische muziek. Lang's album blijft dusdanig verrassen
dat je aan het eind niet meer weet wat je allemaal hebt gehoord. Dus begin je
gewoon opnieuw. En opnieuw. Steeds weer klinken zijn songs ongelooflijk hypnotiserend,
je komt gewoon niet weg uit de hypnose, songs waar regelmatig zijn prachtige
gitaarspel (zoals in "Alive in There" en "The Day I Got Chewing
Gum Stuck in my Hair") voor een degelijke verrassing zorgen. Ik heb altijd
bewondering gehad voor artiesten die onder alle omstandigheden zichzelf blijven.
Jeff Lang is er één van.
JAKE
LA BOTZ
GRAVEYARD JONES
Website - Myspace
- Contact
Label : Charnel Ground Records
Info: Boogietown Agency
Cdbaby
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO
3 VIDEO
4
"Graveyard
Jones" (2006) is het vierde album van Jake La Botz, na het akoestische
album "Used To Be" uit 2001, "The Original Soundtrack To My Nightmare"
uit 1999 en het zeer goed ontvangen album "All Soul And No Money"
uit 2004. Deze nogal egaal rockende singer-songwriter die een bluesverleden
achter de rug heeft, de States zowat van binnen en van buiten aan den lijve
meemaakte en zelfs mocht bijrollen in films zoals o.a. Animal Factory, aan de
zijde van de onnavolgbare William Dafoe, speelde een belangrijke rol als gitarist
in de band van Grey DeLisle, maar de wortels van Jake La Botz liggen overduidelijk
in de van blues doordrenkte muziek. Het bewijs daarvoor staat op "Graveyard
Jones" een zompig en apart bluesplaatje waarbij geesten van stokoude bluesmannen
opdoemen. De songs in een mix van rock, blues, soul, country, folk en gospel,
zijn even losjes in elkaar gezet als dat ze gespeeld worden. Netter misschien
dan bij Tom Waits en Jon Spencer, maar wel met dezelfde kenmerkende nonchalante
losheid. Toch is "Graveyard Jones" geen eenvoudige, stereotiepe bluesplaat,
daarvoor leunt La Botz te veel op de rock-'n-roll. La Botz maakt er een duister
feest van met strijkers en blazers. Soms moet je door het schorre stemgeluid
en het maniakale spel aan Tom Waits denken, maar er is geen moment dat hij in
slaapverwekkende clichés vervalt. La Botz overtuigt zowel in het luide,
stampende werk als "Grandma’s Photographs", in meer introverte
songs zoals de opener "Tiny" met Doug Livingston op pedal steel en
"Sadness Is The Grave". Soms denk je gewoon dat de boel op hol slaat
zoals in "Heaven Is The Only Hell" en "Another Song For The Dead"
met de wriemelende saxen van Jeff Turmes. Kortweg: Met "Graveyard Jones"
laat een herboren La Botz horen, die dan weer eens lekker rockend (twang) en
vervolgens heerlijk soulful te werk gaat. Getuige de teksten heeft La Botz het
licht gezien. Hopelijk is dat duurzaam, dan staat ons nog wat moois te wachten.
Jake La Botz & Fred Lani on tour
09-02-08 CCRM Lessines
(B)
10-02-08 Wirwar Turnhout (B)
11-02-08 Blauwe Wolk Zottegem (B)
12-02-08 Spirit of 66 Verviers (B)
13-02-08 't Leeuwke Sint Pieters Leeuw (B)
15-02-08 MJ Tamines (B)
16-02-08 Iduna Poppodium Drachten (NL)
Line up
Jake La Botz (guitar)
Fred Lani (guitar)
Gerry Fievez (drums)
LOVESPIRALS
LONG WAY FROM HOME
Website - Myspace
- Contact
Label : Chillcuts / Eigen Beheer
CD-Baby
Distr.: Ariel Publicity
“Long
Way From Home” is al het derde album in zowat tien jaar van het duo Lovespirals,
bestaande uit singer-songwriter Anji Bee en multi-instrumentalist en platenproducer
Ryan Lum. Deze nieuwe plaat vermengt dromerige pop en folkrock met Americana,
soulvolle jazz en bluesklanken, hetgeen niet toevallig de 2 stijlen zijn die
voornamelijk terug te vinden waren op hun debuutalbum “Windblown Kiss”
en de tweede cd “Free & Easy”. De teksten die Anji Bee schrijft
handelen over verleiding, tristesse en geestelijk verlangen en Ryan Lum schrijft
daar dan telkens weer de ideale soundtrack bij. Van de tien nummers die op “Long
Way From Home” terug te vinden zijn, zijn er ondertussen al drie als single
uitgebracht: “Motherless Child” - een herwerkte versie van de traditional
die we ook van Paul Simon kennen - “This Truth” en “Caught
In The Groove”. Met dit laatste laid-back gespeelde bluesy nummer begint
het album en daarmee wordt toch wel de toon voor de rest van deze cd gezet.
“Empty Universe” is een hoopgevend verhaal over het feit dat er
zelfs voor de eenzaamsten onder ons altijd wel iemand is die we als een echte
vriend mogen beschouwen. De sensuele dreampopsound gaat gewoon verder in “Treading
The Water” en in “Once In A Blue Moon” dat ook weer relaxte
bluesgitaarklanken laat horen en de jazzy stem van Anji Bee toelaat om alle
toonaarden te ontplooien. Lekker verder luieren kan je doen op het zomers zwoele
“Sundrenched” en het op pianoklanken relaxt echoënde “Nocturnal
Daze” of het zacht swingende “Lovelight”. De cd sluit af met
een knap muzikaal werkstukje en de subtiel naar stomende sex verwijzende tekst
in “Lazy Love Days”. Qua muziekstijl kan je Lovespirals onderbrengen
bij het groepje Mazzy Star, Red House Painters, Cowboy Junkies en Mojave 3 maar
eigenlijk hebben ze voornamelijk een eigen(zinnig) geluid. Lovespirals is een
vrij populaire groep in het podcasting circuit waar ze sinds 2005 mee begonnen
zijn. Zij waren één van de eerste groepen bij het Podsafe Music
Network dat door PodShow-eigenaar Adam Curry (ex Veronica-dj in Nederland en
echtgenoot van Patricia Paay) werd opgericht. De single “Motherless Child”
van Lovespirals werd ook meerdere keren geremixt door indie bands. De liedjes
op dit album stralen romantiek, eenzaamheid, droefheid en donkerte uit en de
wijze waarop de songs gebracht worden onderstreept dit zeer nadrukkelijk. Loungemuziek
kan je het niet echt noemen, maar heel ver is het daar toch ook niet van verwijderd.
Iets om op te zetten als je in de zomer in de zon ligt te bruinen en een stationsromannetje
zit te verorberen. Aangenaam beluisterbaar werk van dit duo waarbij de chemie
uitstekend werkt en dat zeker nog meer moois in petto heeft. Om in de gaten
te houden.
(valsam)
LORI
WILLCUTS
BLACKEYED SUSANS
Website
Info: Red Haired Girl Publicity
rhgpublicity@yahoo.com
Label: Eigen Beheer
Cdbaby
Op
deze derde cd van Lori Willcuts staan 9 composities van eigen hand en één
cover. Deze country en Americana cd heeft als hoofdthema: liefde. De liefde
van een vader voor zijn kinderen bijvoorbeeld, zoals de semi trucker-song en
tevens titelsong: “Black Eyed Susans”. Of in het romantische “Moonlit
Shores” en “Grace Is Waiting”, over het terugkeren van een
“genezen” verslaafde moeder naar haar achtergelaten dochtertje.
Al deze songs hebben de liefde als thema, echter op een andere manier dan op
de meeste cd’s. Lori is één van die diepgelovige zangeressen,
die de ”Christian” boodschap van naastenliefde in haar teksten zeer
belangrijk acht. Nu is daar niks mis mee, er is al genoeg haat en onverdraagzaamheid
op de wereld, zolang het niet te melig gaat worden. Lori beweegt zich hier op
de rand, en de teksten buiten beschouwing gelaten, is dit een best te genieten
combinatie van Americana en traditionele Nashville country. Haar stem bevat
zowel elementen van Dolly Parton, als van Mary Chapin Carpenter en het modernere
geluid van Faith Hill. De gospel song “Abide With Me” is de enige
cover, het nummer is een traditional, maar Lori heeft er door de uiterst sobere
begeleiding iets aparts van gemaakt en haar stem komt op deze song het best
tot haar recht. Niet de stuff die we hier direct gewoon zijn om te bespreken,
maar na al die duivelse muziek, zoals de blues toch dikwijls genoemd werd, hadden
we nu toch wat tegengif nodig, en Lori zorgt met haar goede boodschap van liefde
en hoop voor het nodige op “Blackeyed Susans”.
(RON)