OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007 - JANUARI 2008
BELINDA BRUCE and the TAWNY STARS - THE GOOD LIFE
VARIOUS ARTISTS - FOOT TAPPIN’ & DANCE AT THE SCREAMIN’ FESTIVAL VOL. 1
RAG - AND - BONE - RAG - AND - BONE
TOUMANI DIABATE - THE MANDE VARIATIONS
DEENA RUBINSON - TURN IT SILVER
JEROME GODBOO - HUMDINGER
KIMMIE RHODES - WALLS FALL DOWN
BRUCE PIEPHOFF - THE CHESTNUTT TREE
BRISA ROCHE - TAKES
STEVEN ALVARADO - LET IT GO
BELINDA
BRUCE and the TAWNY STARS
THE GOOD LIFE
Website - Myspace
- Contact
Label : Bee-Side Records
CD-Baby
De
in Vancouver, Canada wonende Belinda Bruce beweert dat Lucinda Williams, Gillian
Welch, Suzanne Vega, Joni Mitchell en Fleedwood Mac aan de basis lagen voor
haar keuze om zelf nummers te schrijven en ze voor een live publiek te komen
zingen. In 2005 debuteerde Belinda Bruce met de cd “Dream Yourself Awake
(Maximum)” en daarmee kreeg ze al meteen een weliswaar nog geringe internationale
erkenning. Lokaal in Canada leverde dat album haar wel direct enkele award-nominaties
op. Makkelijk herkenbare en absorbeerbare liedjes met knap zangwerk dat klinkt
zoals de ons welbekende seventies-popsongs van o.a. bovenvermelde dames-zangeressen.
Een mix van folkpop, country en rootsrocksongs die ze zich helemaal eigen gemaakt
heeft en die onmiskenbaar ook een eigen stempel hebben meegekregen. Op dit tweede
volwaardige album “The Good Life” brengt Belinda Bruce 10 eigen
liedjes waarbij ze in opener “Dirtly Little Secret” al meteen haar
troeven op tafel legt. Knap opgebouwde songs met variërende instrumentatie
en mooie arrangementen aangevuld met een fijn stemgeluid dat de luisteraar direct
kan boeien en meeslepen. In “Citysongs” levert ze een ode af aan
het stadsleven waar zij persoonlijk ook wel weet van te genieten. Een erg mooie
song is “Rust” dat met een countrymelodie, een heerlijk accordeonintermezzo
en met een koude rillingen bezorgende, hartverscheurende stem op een innemende
wijze wordt gebracht en één – zoniet het – hoogtepunt
van deze cd is geworden. Ook “Careful What You Wish For” is een
liedje dat ik vast en zeker nog vaker ga spelen tijdens één van
mijn - in eigen gezin alleszins - legendarische muziekavonden. Laat ons nog
even verder titels noemen van sterke tracks: “Heaven Knows”, “Blackout”,
de parelmooie sleper “Carry You Home” (met hemels subtiel orgeltje)
en de titeltrack “The Good Life” waarin het stadsleven alweer onvolprezen
bejubeld wordt. We begonnen deze bespreking met een opsomming van de idolen
van Belinda Bruce maar hebben een vaag vermoeden dat haar naam binnen enkele
jaren ook zal genoemd worden door op dat ogenblik beginnende zangeressen. Ze
lijkt aardig op weg om een gevestigde naam in de muziekscène te worden.
Dit soort muziek heeft gegarandeerd een ruim publiek en kan op elk moment van
de dag gedraaid worden, voornamelijk als je even op zoek bent naar wat frisse
moed om de dag door te komen. “The Good Life” is een cd die ik maar
al te graag wil aanbevelen aan de fans van het betere dames-zangwerk, zoals
bijvoorbeeld dat van alweer de bovenvermelde popvrouwen. Ook een eervolle vermelding
en een waaier van verdiende pluimen voor de begeleidingsband “The Tawny
Stars” (Jane Gowan, Ryen Froggatt, Matt Brain en multi-instrumentalist
Jon Wood) die zorgen voor vaak subtiele maar altijd zeer mooie instrumentale
bijdragen aan de algemeen hoge kwaliteit van de songs. Good luck to Belinda
Bruce!
(valsam)
VARIOUS
ARTISTS
FOOT TAPPIN’ & DANCE AT THE SCREAMIN’ FESTIVAL VOL. 1
Website - E-mail: crazyrecordhop@wanadoo.nl
Label: El Toro Records
At Koning is een Nederlandse
DJ. Al zijn hele leven zit At tot over zijn oren in de muziek van de jaren ’30
tot de vroege jaren ’60 van de vorige eeuw (zolang is dat inderdaad al
geleden). Inmiddels bouwde At als DJ een flinke reputatie op. Hij reist de wereld
rond om te gaan DJ’en op leuke feestjes waar vetkuiven, omgeplooide jeanspijpen
en hotrods nooit van de lucht zijn. Kijk zeker eens op zijn website en ook op
deze van het Screamin’ Festival
in Spanje, waar At vorig jaar ook van de partij was. At heeft de naam meer te
doen dan louter plaatjes afwisselen: hij blijkt zeer leuk om bezig te zien,
kan een aardig pasje dansen en weet hij hoe hij het volk op de dansvloer krijgt
en daar ook houdt. Zijn belangrijkste wapen is uiteraard de muziek. El Toro
Records heeft At nu de kans gegeven 27 van zijn favoriete swingers te verzamelen.
‘DJ At’s Crazy Record Hop Presents: Foot Tappin’ & Dance
At The Screamin’ Festival Vol. 1’ is werkelijk een schitterend plaatje
geworden dat je zin doet krijgen om je grootste speakers de living in te zeulen,
je dansschoenen aan te trekken en een party te geven! Deze CD wordt trouwens
voorgesteld op een release party die op 23 februari 2008 doorgaat
in Het Gildenhuis, Dorpsstraat 42 in Stekene. Naast een DJ-set van ondermeer
At zullen er ook optredens zijn van The Hometown Gamblers en The Hillbilly Stringpickers.
De inkom is gratis – wat wenst een mens nog meer? Let’s spin the
disc!
(Pieter Jan)
Tracks:
1 Rockin' At Migdnight Roy Brown
2 I Wanna Know The Golden Gate Quartet
3 Chew Your Bubblegum Ella Fitzgerald
4 Safronia B. Calvin Boze
5 Crazy With Love Guy Mitchell
6 Bingo Pat Boone
7 Windy City Boogie J.T. Brown
8 So Let's Rock Bob Wills
9 Good Golly Miss Molly Little Richard
10 Hey, Pretty Baby Rochell & The Candles
11 On The Beach At Bali-Bali Tommy Dorsey
12 That's All You Gotta Do Jack Ford
13 Boot 'Em Up The Du-Droppers
14 Little' Lovin Mimi Roman
15 Rootie Tootie Paul Howard
16 Tennessee Saturday Night Ella Mae Morse
17 The Girl I Left Behind me Bob Wills
18 Are You Forgetting The Royals
19 Soft Pillow Amos Milburn
20 Shake 'Em Up Baby Roy Brown
21 Jim Dandy LaVern Baker
22 Tend To Your Business James Wayne
23 Boogie Woogie Cowboy dude Martin
24 Move Me Baby Jimmy Whitterspoon
25 Rock Me Daddy Laurie Tate
26 Who's Gonna Know The Miller Brothers
27 Hey Spo Dee O Dee Wild Bill Moore
RAG
- AND - BONE
Website: http://www.rag-n-bone.com/
Contact : band@rag-n-bone.com
Label: MusicSpot / Whitelabel
http://www.cdon.com/
VIDEO
1 VIDEO
2
Er wordt heel veel goede muziek gemaakt op onze planeet. Leuke muziek, ook. Aardige muziek. Aangename muziek. Maar af en toe duikt er iemand op dat waarvan je heel zeker weet: dit is anders, unieker en beter dan de concurrentie, dit is muziek die door de komende generaties ontdekt en herontdekt zal worden. Rag - And - Bone is zo één van die zeldzame muzikanten. Dat bewijst zijn bij vlagen uitermate verrassend debuut waarop dertien rootsliedjes ommiddelijk alle twijfels die iemand zou kúnnen hebben over Zweedse muzikanten onverbiddelijk van tafel veegt. Wat mij betreft is dit nog gauw even het meest sympathieke Americana-plaatje van de laatste maanden geworden. De uit Malmö komende Mats Nilsson schrijft aanstekelijke liedjes met al even pakkende en soms geestige teksten. Eigenlijk staan zijn teksten bol van de clichés en zinsneden waar menig Amerikaans songwriter waarschijnlijk hoofdschuddend een streep door zou zetten. Mats Nilsson komt er geheel in stijl mee weg. Het past bij hem, al zijn liedjes dragen iets eigens mee. Of je zijn muziek nu goed vindt of niet, de man kun je op gehoor met geen mogelijkheid niet aardig vinden. Zo kwam hij in contact met de hedendaagse muziek van Roy Harper, Neil Young, Bob Dylan, Richard Thompson, Ryan Adams, of de blues van Sonny Terry, Sonny Boy Williamson II, Leadbelly, Skip James, Richie Havens, Big Bill Broonzy, Robert Johnson en Mississippi John Hurt. Daarenboven heeft hij ook heel wat opgepikt van een vroegere generatie bands uit het verleden zoals Led Zeppelin, The Band en Gram Parsons. Ik ben nogal onder de indruk van de kwaliteit van de songs op deze cd van deze veelzijde singer-songwriter. Ze kunnen makkelijk wedijveren met de betere Americana uit de States. Mats Nilsson componeert heel melodieuze songs die het midden houden tussen fraaie countryrock, Americana, blues en rock & roll. Zelf bespeelt hij akoestische gitaar, harmonica en theremin, naast een elftal vrienden met wie hij de opnames deed in de Admiral Street Recordings in Malmö, de studio van Pontus Snibb. We mogen gerust van competente muzikanten gewagen die op al hun instrumenten voor een zeer warme en aangename sound zorgen. Van bij de eerste beluistering nestelen de songs zich in je oor en je bent verkocht. Je kunt amper stil zitten tijdens het radiovriendelijke "Kiss The Sad Boy". In deze collectie zit geen enkele minderwaardige song. Zijn muziek valt zeker niet te catalogiseren onder de noemer alt.country, integendeel. Voor je het weet ben je enkele van de songs aan het meezingen want zo pakkend en goed in het gehoor liggend krijgen we ze ook niet elke dag geserveerd. Rag - And - Bone klinkt zo divers, maar één zaak is zeker: dertien maal raak, met verdere uitschieters de folk-getinte songs: "According To Your Plans", "Fame Is Just The Last Way Out" en "The Hammer And The White Heat" naast het bluesy "Rambler Stomp". Dan zijn er de songs, overgoten met een flinke soul, zoals het openende "Mayfly Blues" of "Aiming For Love", een duet met met gaste Maria Davidson, maar het is al knap genoeg dat zijn songs het hele album weten te boeien en tilt Rag - And - Bone boven de gemiddelde releases uit. DatMats Nilsson maar lekker zijn eigen gang mag blijven gaan, want ik kan het niet verbergen dat ik een boontje heb voor deze jongens uit het hoge noorden.
TOUMANI
DIABATE
THE MANDE VARIATIONS
Label: World Circuit Records
Distr. : Munich Records
Om met een parafrase te beginnen: niemand bespeelt de kora zoals de Malinese
Toumani Diabaté. De kora, een luit met 21 snaren, eigenlijk een Mandingo
harp, is a.h.w. zijn handelsmerk, want wat Toumani uit dit instrument weet te
toveren grenst aan eeuwenoude magie. ‘The Mandé Variations’
ontvouwen zich als bladeren die geleidelijk aan het licht doorlaten, geheimzinnig
en meditatief. In acht instrumentale improvisaties, met een klassiek patroon,
beeldt Toumani met zijn kora de West-Afrikaanse ziel uit, wereldmuziek met een
mythisch gehalte. In het West-Afrikaanse Mandé stond het woord centraal,
want vertellen is scheppen en herinneren. Bij Toumani is dat de koramuziek,
waarmee hij werelden en gemoedsstemmingen creëert.
Geboren
in Bamako in 1965 en behorend tot de kaste van de griots leerde Toumani al op
vijfjarige leeftijd de kora bespelen, zoals vóór hem zijn vader
en grootvader. Zijn vader Sidiki Diabaté werd de koning van de kora genoemd,
de zoveelste generatie van koraspelers in zijn familie. En Toumani nam deze
traditie over door naar zijn vader te kijken. Het kora-instrument bestaat zevenhonderd
jaar maar werd meestal als een begeleidingsinstrument aangewend tot zijn vader
deze als een solo-instrument introduceerde. Toen Toumani zijn eerste publieke
optreden maakte, vroeg men hem terstond om ‘l’Ensemble National
du Mali’ te vervoegen. Omstreeks 1985 begeleidde hij zangeres Kandia Kouyaté
tijdens haar tournee in Frankrijk. In 1987 brak hij international door met zijn
soloalbum Kaira, te vertalen als vrede. Van dan af ging het in een stroomversnelling.
In 1988 speelde hij in nog België, maar daarna maakte hij wereldreizen
met zijn vertrouwde kora op doortocht in Europa, Amerika, Afrika en Azië.
Hij bracht er een spirituele boodschap, overlevering uit het Mandingorijk en
organiseerde in eigen land kora-festivals. Overal werd hij onthaald als één
van de meest getalenteerde muzikanten uit West-Afrika. Naast zijn instrumentele
albums waarop hij solo speelt werkte hij mee aan gezamenlijke albums, waarbij
de namen van bassist Danny Thomson, blueszanger Taj Mahal en instrumentalist
Ali Farka Touré de bekendste zijn. Met deze ‘Mandé Variations’,
een volledig instrumentale cd, voegt Toumani weer een lyrisch werkstuk toe aan
zijn lange lijst van albums. Als een grootmeester van de kora zet hij melodische
lijnen uit, afwisselend klassiek en filmisch improviserend. De instrumentele
melodieën vloeien als helder water over de Afrikaanse bodem, overal zilverglans
en mysterie achterlatend. ‘Kaounding Cissoko’ kan je beluisteren
als een wonder van tederheid. Dit draagt hij op aan de overleden Kaounding,
amper 38 jaar oud, een koraspeler uit Senegal die deel uitmaakte van de band
van Baaba Maal. In één nummer brengt hij hulde aan Ali Farka Touré,
intussen ook overleden. In de andere improvisaties laat hij de droom en de beelden
hun eigen impressionistische weg zoeken, zoals in het intieme ‘Elyne Road’.
Zijn stijl is uniek en de kora-klanken, ietwat gelijkend op het harpspel, zijn
met niets te vergelijken. Alsof de Malinese Johan Sebastian Bach aan het musiceren
is, maar meer visionair en beeldend. Best om de acht nummers niet te scheiden,
want de sereniteit en de droom van deze Mandé variaties worden best niet
onderbroken. Dit album, dat de roots van de virtuoze Malinees blootlegt, verdient
een ovatie, want zijn improvisaties getuigen van universele wereldklasse. Naar
aanleiding van het folkfestival in Dranouter honoreerde Toumané gastland
België als zijn vaderland op Europese bodem omdat hij hier ooit zijn eerste
internationaal concert speelde. België mag vereerd zijn met dergelijk compliment
van deze grootmeester koraspeler. (releasedatum: 25-02-08)
Marcie
DEENA
RUBINSON
TURN IT SILVER
Website - Myspace
- Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
In
een bijgevoegde biografie zegt singer-songwriter Deena Rubinson van zichzelf
dat ze nog altijd moet wennen aan dergelijke omschrijving van het muzikale werk
dat ze via haar platen wil afleveren. Toch is ze een zangeres en liedjesschrijfster
ten voeten uit. Al leek ze eerder voorbestemd om in iets totaal anders te schitteren.
Op tienjarige leeftijd was Deena Rubinson namelijk nationaal kampioen synchroon
zwemmen. Maar ze besloot al op jeugdige leeftijd om haar geluk en haar toekomst
te zoeken in de muziek. Wonend en werkend in New York begon ze eigen liedjes
te componeren op haar akoestische gitaar die ze nadien mocht ten gehore brengen
in clubs zoals CBGB’s en “The Bitter End”. Nu woont Deena
Rubinson in Los Angeles en werkt ze haast constant aan de uitbouw van een carrière
in de muziekwereld. “Turn It Silver” is haar tweede full-cd na voorganger
“Goodbye Cinderella” uit 2005. Met ontwapenend eerlijke, maar ook
slimme en uitdagende liedjesteksten en haar intieme live concerten heeft ze
zich inmiddels een stevige reputatie weten uit te bouwen. Qua stijl heeft zij
zich laten beïnvloeden door artiesten als Elvis Costello voor de muziek,
Patty Griffin voor de teksten, Bonnie Raitt voor de bluesy sound en de schurende
stem en Lucinda Williams voor al dit mooie samen. Alle vier zijn deze artiesten
echter in de eerste plaats vertellers van boeiende verhalen in hun songs en
dat is wat Deena Rubinson ook wil doen. Met woorden over menselijke relaties,
over de banden die mensen sluiten of over hoe diezelfde mensen dergelijke moeizaam
opgebouwde banden domweg weer verbreken. In enkele liedjes op deze cd demonstreert
ze hoe dat moet: “Heaven’s Gate”, “Keep The Door Open”
en “He Told Me”. De boodschap in de songs is niet altijd even positief;
in “Train” en in “Happy’s Not My Style” komt ze
behoorlijk kritisch uit de hoek, maar dat gaat haar even goed af als in de romantische
en passionele songs. Opvallend nummer is “Long Dark Night Ahead”
dat volledig a capella wordt gezongen met op de ganse song geen enkel instrument
te bespeuren. Titeltrack en afsluiter “Turn It Silver” is de meest
hitgevoelige en radiogeschikte song en hoort eigenlijk zonder meer in de hitlijsten
thuis.De muziek waarop al die verhalen gezongen worden positioneert zich ergens
tussen folk, country en pop. Ergens las ik over haar dat ze houdt van lange
wandelingen op het strand terwijl ze af en toe sipt aan een dieetcola en nadenkt
over hoe ze haar onlangs gebouwde huis zal afwerken. Misschien moet Deena Rubinson
ook eens beginnen na te denken over hoe ze haar muzikale toekomst verder wil
gaan uitbouwen, want daar ligt absoluut nog veel potentieel.
(valsam)
JEROME
GODBOO
HUMDINGER
Website - Myspace
- Contact
Info: Brian Slack, Zeb Productions zeb@vl.videotron.ca
Cdbaby
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO 3
VIDEO 4 VIDEO
3 VIDEO
4
Al
maanden prijkte het album "Humdinger" van Jerome Godboo op mijn lijstje
van nog dringend te beluisteren cd's. Want wat ik over Godboo's album had gelezen
loog er niet om. Enthousiaste recencies vielen hem in het afgelopen jaar in
de internationale pers ten deel en uiteraard wilde ik nu wel eens weten in hoeverre
dit schijfje ook mijn oren zou weten te strelen. En ja, ik schaar me volledig
achter de scribenten die reeds eerder hun liefde verklaarden aan de nieuwe blues.
In twaalf songs, allen door hem zelf geschreven, roept Jerome Godboo herrinneringen
op aan Buddy Guy en Junior Wells, de meer traditionele Chicago blues, maar dan
in een moderne versie overladen met zijn heerlijk harmonicaspel. "Humdinger"
is de twaalfde release voor Godboo in de laatste twintig jaar, en op deze plaat
opgenomen in de Vyner Road Recording Studio in Toronto, CA, kon Godboo rekenen
op zijn swingende band: drummer Al Cross, gitarist Shawn Kellerman en producer
/ bassist Alec Fraser. Van de "nieuwe blues" artiesten die zich de
laatste jaren hebben aangediend, heeft Godboo een groot publiek bereikt. Je
zou kunnen stellen dat komt doordat hij de minste eisen aan de luisteraar stelt
en hapklare swingende blues maakt, waar geen hond zich een buil aan kan vallen.
Zijn eerste band vormde hij op twaalfjarige leeftijd in Ottawa en werd tijdens
deze jeugdperiode al gauw een gerespecteerd zanger. Maar Jerome heeft de laatste
twintig jaren van Toronto zijn thuisbasis gemaakt. Zijn reputatie verbreidde
zich aanzienlijk wanneer hij eind jaren '80 zanger werd bij The Phantoms. Tien
jaar later startte hij zijn solo carrière, met als resultaat het live
album "Live at Healeys" (2002) met als gastmuzikant Jeff Healey natuurlijk.
Maar ook de albums "Pain And Glory" (2004) en "Live in Tel Aviv"
(2006) waren een groot succes. Zo ook dit nieuwe album "Humdinger",
is een zeer prima album met een prachtige mix van moderne soul en harmonica
blues. De twaalf songs zijn allemaal van zo'n klasse, en worden met behulp van
klasse muzikanten ook zo fraai gebracht, dat je wel een diehard bluesfundamentalist
moet zijn om niet te bezwijken voor hun charme. De samenstelling van de songs
is gevarieerd en roept op tot een waar bluesfeest. Met zowel eigen werk en met
eerlijke recht toe en rechtaan blues raakt deze cd de juiste snaar, zoals in
de swingende titeltrack, een nummer waarop Godboo op meesterlijke wijze harmonica
speelt en de zang verzorgt. Hierna gaat het in een stevig tempo door met het
aanstekelijke en funkyachtige "Eye On You". Met "Janey Jane"
waarop Godboo extra schittert op zijn harmonica, krijg je nog meer bluesgevoel,
een gevoel dat je ook krijgt bij het nummer "Wounded Healer", een
zwijmelend bluesnummer met prima gitaarwerk van Shawn Kellerman. Ook in de volgende
songs hoef je voor originaliteit bij Jerome Godboo niet aan te kloppen, maar
als blueszanger laat hij de concurrentie niettemin met verbluffend gemak achter
zich. Na jaren van opnames en touren met o.a. the Phantoms, Alannah Myles, Dutch
Mason, Jeff Healey, Ronnie Hawkins, Jack de Keyzer, Jimmy Bowskill en Suzie
McNeil, heeft hij een eigen geluid, reeds heel wat naam gemaakt, maar is zonder
twijfel de meest getalenteerde muzikant in de blues-scène van de afgelopen
jaren. Blues vormt de basis voor deze prachtige plaat, maar ook invloeden uit
de soul, funk en rock bepalen de sfeer op "Humdinger". Voor zo’n
artiesten moet een grote carrière zijn weggelegd. Hij bewees dit al op
zijn vorige albums, gewoon omdat 't puur draait om de intensiteit die Godboo
met zijn soulvolle stem uitstraalt, gekoppeld aan het soort swingende harmonicaspel
dat verrekt slim is opgebouwd, een authentiek bluesgeluid combineren met een
meer eigentijdse sound. Een ster in wording, en hopelijk moeten we ook niet
meer lang wachten voor een opvolger van dit prachtige album "Humdinger".
KIMMIE
RHODES
WALLS FALL DOWN
Website - Myspace
Label: Sunbird Records
Info: Joanna Serraris / Musemix
Kimmie
Rhodes is een Amerikaanse zangeres-gitariste die al enige jaren prachtige liedjes
levert. Deze singer-songwriter, voor velen die haar beter kennen als "The
Queen of Austin", staat bekend om haar samenwerking met Willie Nelson,
Waylon Jennings, Emmylou Harris, Beth Nielsen Chapman, Joe Ely en nog vele anderen.
Alshetware een superster die gezien haar staat van dienst niet bij het grote
publiek bekend is. Kimmie Rhodes is een countryzangeres, geboren in de Amerikaanse
staat Texas en begon haar zangcarrière al op zesjarige leeftijd als lid
van het Family Gospel Trio. Later trad ze op in de bekende lokalen van Austin,
waar Willie Nelson haar zag optreden en haar uitnodigde in zijn studio. Ze nam
er twee CD's op, "Kimmie Rhodes and the Jackalope Brothers" en "Man
in the Moon". Dat was het begin van een kleurrijke carrière die
haar finale nog lang niet heeft bereikt. In de Amerikaanse country- en folkscene
heeft ze een enorme reputatie opgebouwd. Ze deed concerten en nam albums op
met collega artiesten als Townes Van Zandt, Willie Nelson, Waylon Jennings,
Emmylou Harris, Gillian Welch, Floyd Domino en vele anderen - werd gevraagd
voor tal van radio- en TV-programma's wereldwijd en trad op, samen met o.a.
Emmylou Harris en Dave Matthews in het vermaarde TV-programma Austin City Limits.
In een ander programma van dat zelfde Austin City Limits was ze te zien met
Willie Nelson, Waylon Jennings, Kris Kristofferson en Billy Joe Shaver. In The
Late Night Show van David Letterman zong ze op zijn verzoek het hemelse "West
Texas Heaven". Behalve een uitmuntend zangeres is ze ook een begenadigd
songwriter. Willie Nelson, Trisha Yearwood, Wynona Judd, Waylon Jennings, Joe
Ely en anderen namen haar songs op. Daarnaast is ze ook nog toneelschrijver
en actrice. In 1998 schreef ze de musical "Small Town Girl". Voor
de film Mrs. Winterbourne deed ze de soundtrack, evenals voor de ook hier bekende
TV-serie "Touched By An Angel", een nummer waarmee ze ook de Top Tien
in de hitlijst van Billboard bereikte. Ze schreef samen met Emmylou Harris de
song "Ordinary Heart" wat gebruikt werd als soundtrack voor de film
"Happy Texas". Kimmie deed ook een duet met de Ierse singer/songwriter
Kieran Goss en in 2005 toerde ze met Kieran door Ierland waar ze onthaald werd
door een zeer enthousiast publiek. Reden temeer om Kieran uit te nodigen op
haar nieuwe album "Walls Fall Down". Sinds Kimmie in 1996 "West
Texas Heaven" het licht deed zien, was het wachten op een plaat die in
de schaduw van dit bescheiden meesterwerk kon staan. Op "West Texas Heaven"
gingen ijzersterke zang, krachtige liedjes en een trefzekere productie hand
in hand, nog afgezien van de gastrol van Townes van Zandt in "I’m
Gonna Fly", één van zijn laatste officiële optredens
op plaat. De enkele platen die in de jaren daarna volgden vielen alle tegen.
In het ene geval dreef haar geloof aan de Heer Kimmie Rhodes tot krachteloze
muzikale geloofsbelijdenissen, in andere gevallen schortte het aan de productie
of het songmateriaal. Ook met haar album "Windblown" (2005) maakte
de belofte die de zangeres nog immer aankleeft wederom niet waar. Deze plaat
die ook de soundtrack is bij een toneelstuk met dans als thema, was vooral een
groeiplaatje. Datzelfde jaar verscheen dan ook "Ten Summers", een
album dat zoals de titel het aangeeft, de beste songs verenigt die Kimmie sinds
haar album "West Texas Heaven" heeft geschonken. In 2006 wist ze ons
te verrassen met de cd "Small Town Girl", een soundtrack bij de gelijknamige
musical, waarop we wederom konden genieten van de mooie verhalende songs en
fantastische muzikanten, waaronder: Wes McGhee, Gabe Rhodes, Joe Gracey, Marcia
Ball, Freddie Krc, Johnny Gimble, Butch Hancock, Beth Nielsen Chapman, en waarbij
Joe Ely en Willie Nelson zich beperken tot het vermelden van de voornaamste
betrokkenen. Voor haar nieuwste album kon ze ook weer goede muzikanten aantrekken
om in haar eigen studio in Austin negen zelfgepende songs, maar ook Townes Van
Zandt's klassieker "If I Needed You", Lennon/Mc Cartney's "Fool
On The Hill" en "Sex & Gasoline" van Rodney Crowell op te
nemen. Naast haar Ierse vrienden, Keiran Goss (akoest. gitaar) en Ann Kinsella
(backing vocals) treffen we in de begeleiding ook multi-instrumentalist en co-producer
Gabriel Rhodes (haar zoon), onder de rockende ritme sectie, dummer John Gardner
en bassist Glen Fukunaga (Dixie Chicks, Joe Ely, Don Williams); en cello grootmeester
Brian Standefer (Alejandro Escovedo, Patty Griffin) aan. De meest in het oog
springende liedjes op deze aangenaam voorbij trekkende collectie zijn wat ons
betreft, de openende titeltrack "Walls Fall Down", "Ive Been
Loved By You" en "Beautiful", zelf geschreven songs waarmee ze
ons nog het meest weet te bekoren, maar ook de andere mooie verhalende songs
zijn van een zangeres van het kaliber Emmylou Harris. Het verschijnen van "Walls
Fall Down" is voor haar een reden om een nieuwe Europese tour te plannen.
Haar optredens zijn dan ook bloedstollend mooi. In haar homeland suggereert
men dat, als West Texas een stem zou hebben - het de stem van Kimmie Rhodes
zou zijn. Misschien wel het best bewaarde geheim van Texas. "Walls Fall
Down" is in ieder geval een roots-plaat van het allerhoogste niveau!
KIMMIE RHODES LIVE
25.03.2008 InTheWoods Lage Vuursche NL
29.03.2008 Café 't Vöske, Berg & Terblijt NL
30.03.2008 Paradiso, Amsterdam NL
01.04.2008 Stania state Oentsjkerk NL
03.04.2008 Transvaria, Den Haag NL
04.04.2008 Erve Kots/Stonevalley, Lievelde NL
05.04.2008 De Boerderij, Oudenaarde, Belgie
06.04.2008 Perron 55, Venlo NL
BRUCE
PIEPHOFF
THE CHESTNUTT TREE
Website - Myspace
- Contact
Label: Flyin’ Cloud Records
Cdbaby
Er
bestaat veel kans dat U, net als ik trouwens, nog nooit hoorde van Bruce Piephoff,
een singer-songwriter van Nederlandse afstamming, uit Greensboro, N.C, die folk
blues materiaal brengt . Toch heeft Bruce al 16 cd’s op zijn palmares.
De songs werden opgenomen in de studio van Jim Ritchie, een singer songwriter
uit Texas, die “Tennesee Bottle” schreef voor Kenny Rodgers, verschenen
op diens succesvolle “Gambler” cd. De 17 nummers op de cd zijn allemaal
eigen composities en Bruce werd in de studio bijgestaan door Scott Walker (neen,
niet dié) op fiddle en cello, Sam Frazier op gitaar, David “Driveway”
Moore op mondharmonica, Bill Payne (neen, niet dié) op dobro en vocale
steun van Renee Mendoza. De eerste bedenking die ik me maakte na een viertal
songs beluisterd te hebben was: “Hoe komt het dat deze man na 15 cd’s
nog zo onbekend is hier, want dit mag er duidelijk wezen“. Het best kan
ik ‘m vergelijken met John Prine, Townes Van Zandt of meer nog Loudon
Wainwright III, dezelfde vertellende stijl, prima teksmateriaal en ook regelmatige
de droge “tongue in cheek” humor. Een mooi voorbeeld hiervan is
“Count No Count Nightmare #36”. De invloed van de afkomst van zijn
voorouders merken we in het hieropvolgende “The Chestnut Tree”,
een sfeervolle song over Anne Franks’ ondergedoken leven in een Amsterdams
dakkamertje met enkel een uitzicht op een oude kastanjeboom, een prachtsong.
De bewondering van Bruce voor de legendarische Charlie Poole, één
van de populairste vertolkers van bluegrass rond 1920 met zijn stringband North
Carolina Ramblers, mag blijken uit het feit dat zijn cd’s verschenen op
Flyin’ Cloud, een label opgericht door Charlie’s neef, en door het
tribute, de “Ballad Of Charlie Poole” op deze cd. Op deze cd staan
bovendien drie “spoken word” nummers, mooie verhalen verteld met
die stem die geknipt is voor zulke dingen. Bruce Piephoff is een eersteklas
storyteller, dit wordt eens te meer bewezen met de knappe song “Jesse”
het verhaal van Jesse Owens, de Olympische goud winnaar, die Hitler’s
Arische droom aan diggelen sloeg, maar achteraf ook in Amerika niet echt de
vruchten kon plukken van zijn prestaties. Deze lijn van sterke nummers gaat
door want nummers als “Jasper’s World Of No Return”, “The
Day Will Come” en “The Vanishing Hitchhiker” bewijzen dat
Bruce Piephoff (uitgesproken als Pea’off, zoals Edith Piaff) als storyteller
weinig concurrentie heeft. Hopen dat de echte doorbraak niet meer lang op zich
laat wachten.
(RON)
BRISA
ROCHE
TAKES
Website - Contact
Label : Discograph
Distr. : Bang!
Er
belandde een wat speciale plaat op onze redactie en ik heb de eer gekregen om
daar wat meer over te vertellen aan onze lezers. Vanuit de Franse lichtstad
Parijs levert de Amerikaanse uit Californië afkomstige ex-jazz zangeres
Brisa Roché met “Takes” een heel knappe cd af. Ze ziet er
fysisch een beetje uit als Björk maar daar houdt de vergelijking met die
Ijslandse lijster alweer op. Muzikaal zit ze in totaal ander vaarwater en kiest
ze voor meer akoestisch georiënteerde songs die een beetje schatplichtig
zijn aan folk, country en blues. In haar bijgevoegde biografie worden The Mamas
And The Papas en Velvet Underground als inspiratiebronnen vermeld. Toch begon
Brisa Roché (haar echte naam is overigens Roche, die ze met toevoeging
van een accentje verfranste) in het jazzcircuit op te treden en in die stijl
werd in 2005 ook haar debuutalbum “The Chase” opgenomen op het legendarische
Blue Note Records platenlabel. Voor “Takes” kon ze o.a. rekenen
op de steun van gitarist Nick Zinner (The Yeah Yeah Yeahs) en mixwerk van Henry
Hirsch (Lenny Kravitz). In 15 zelfgeschreven liedjes wisselt Brisa Roché
af tussen psychedelische, zwevende songs zoals het vrolijk swingende “Heavy
Dreaming” of het etherische “High” en knap gezongen ballads
zoals “The Drum”, “Trampoline” en “Without A Plan”
waarbij ik even aan het werk van Cat Power en Feist moet denken. Beste song
is “Call Me” dat ze op een sensuele wijze erg mooi inzingt. De sixties
en seventies herleven in songs als “Whistle” (dat zich overigens
makkelijk laat meefluiten) en Velvet Underground hoor ik terug in “The
Building” en in “Pitch Black Spotlight”. Meestal krijg je
loom zangwerk op laid back en dromerige, mysterieuze popmuziek. Het artwerk
voor de hoes nam Brisa Roché overigens helemaal voor eigen rekening en
dat verdient een speciale pluim. Op 12 maart kan je deze dame live aan het werk
gaan zien in de Botanique te Brussel. Misschien toch eens proberen.
(valsam)
STEVEN
ALVARADO
LET IT GO
Website - Myspace
- Contact
Label : Mott Street Records
CD-Baby
Vanuit
New York City bereikte ons nieuw werk van singer-songwriter Steven Alvarado,
die ons in 2005 al wist te verrassen met zijn debuutalbum “The Howl Sessions”.
Eerder had hij al twee cd’s in eigen beheer opgenomen onder de titels
“Mercy” en “Bleed”. De meeste bekendheid verwierf hij
doorheen de voorbije jaren opvallenderwijze voornamelijk in Engeland en Frankrijk.
Zijn liedjes behandelen meestal onderwerpen in de emotionele sfeer en vaak kijkt
hij op een eerlijke wijze naar de onderlinge verhoudingen tussen de mensen,
zijn eigen privé-ervaringen in het leven daarbij zeker niet uit de weg
gaand. De nieuwste cd van Steven Alvarado heet “Let It Go” en zal
officieel pas in april 2008 verschijnen. Ze bestaat uit 10 zelfgeschreven nummers
in diverse snelheden, gaande van swingende rock tot slakkengangtrage ballades.
De muzikanten die deze plaat met hem opnamen zijn niet van de minsten: gitarist
Mark Ribot (Tom Waits, Elvis Costello, T-Bone Burnett), drummer Kenny Wollesen
(Norah Jones, Rickie Lee Jones, Rufus Wainwright), pianist Rob Burger (Beth
Orton, Lucinda Williams en Rufus Wainwright) en bassist Joe Quigley (Lisa Loeb
en Shawn Colvin). De meeste songs zijn nogal donker opgebouwd, maar nummers
als “New York” over het wilde leven in deze wereldstad en “It’s
For You” (de eerste single uit het album) met een drijvende percussie-groove
contrasteren daar op een knappe manier mee. Enkele teksten gaan over de gevoelens
van pijn over een verloren liefde en “Nobody Knows” is een weergave
van de verscheurende eenzaamheid en het verdriet dat je ervaart als je een geliefde
moet missen. Steven Alvarado zal in 2008 een uitgebreide tournee maken doorheen
Amerika en Europa. Wij hopen hem hierbij ergens aan het werk te mogen zien en
horen.
(valsam)