OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007 - JANUARI 2008
FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008
GRANT PEEPLES - IT'S LATER THAN YOU THINK
LOUISIANA RED & LEFTY DIZZ - WALKED ALL NIGHT LONG
JOHN HAMMOND - BLUESMAN!
SHERMAN HUNTER - OLD NEIGHBORHOOD
JIMMY WOLF - DEEP DOWNTOWN
BILLY GIBSON BAND - THE PRINCE OF BEALE STREET (DVD) - LIVE AT RUM BOOGIE CAFE
DOUBLE TROUBLE - BEEN A LONG TIME
NATASHA BORZILOVA - CHEAP ESCAPE
NICO WAYNE TOUSSAINT - SOUTHERN WIND BLOWIN’
THE BIG FOUR - THE CONGREGATION SESSION
GRANT
PEEPLES
IT'S LATER THAN YOU THINK
Website Myspace
Contact
Label: Eigen beheer
CDBaby VIDEO
Grant
Peeples is net de kaap van de vijftig gepasseerd, geboren in Tallahassee en
als je zijn site even raadpleegt merk je dat hij een man is met een gave voor
droge humor. Toen hij op zijn vijftiende kennis maakte met de teksten en muziek
van Dylan, veranderde zijn hele wereldje, de onbezonnen jongen veranderde in
een man die nadacht over zin en onzin van het leven en verantwoorlijkheidszin
kreeg, al lachte hij wel veel minder dan vroeger. Langzamerhand begon hij ook
songs te schrijven, die niet goed waren, maar dat gaf niet want niemand hoorde
ze (voorlopig). Hij nam het songschrijven uiterst serieus, maar af en toe, in
een onbewaakt moment, kwam er ook wel iets minder diepzinnig uit zijn pen. Een
van die songs met de directe titel "I Will Fuck A Fat Girl", kwam
via via bij Hank Cochran terecht, en die belde Grant met de vraag om naar Nashville
te komen om songschrijver te worden. Na een ontgoochelend jaar in Nashville
vertok hij terug. Enkele jaren later had hij een club waar live muziek gebracht
werd. Van B.B King tot The Judds, Temptations tot Jerry Lee Lewis, iedereen
speelde er. Grant schreef nog steeds songs, maar hield ze voor zichzelf. Op
een dag besloot hij, voor éénmaal een aantal van zijn songs te
laten horen aan één van zijn artiesten, die gingen optreden. Het
was Bonnie Raitt. Ze stuurde hem een kort briefje een paar dagen later: "Mooie
songs!" Hij richtte wat later een band op met zijn vriend William Solburg,
de Wakulla band en ze namen wat songs op, maar verder kwamen ze niet. Een tijdje
later ging zijn club failliet, en Grant verhuisde naar een ver eiland voor de
kust van Nicaragua, hij nam zijn gitaar mee, want eindelijk zou hij tijd en
rust hebben om goede songs te schrijven. Het werd zijn langste non-actieve schrijversperiode.
Toen hij eindelijk terug zin kreeg in songschrijven was zijn gitaar vervormd
en verroest door de tropische hitte en de zilte zeelucht. Op een dag belde hij
William om te vragen of de banden nog bestonden van hun opnames, want van één
song "The Well" herinnerde hij zich nog een stukje van de melodie,
maar van de tekst bleef weinig over. William zei dat hij eens op zoek zou gaan,
maar dat hij zich de song nog wel herinnerde, en zong ter plaatse de ganse song
door de telefoon. Grant was sprakeloos. Nog geen week later was William dood,
omvergereden door een dronken bestuurder. Zijn broer belde Grant en zei dat
William de tape gevonden had met "The Well" erop, de dag dat hij gestorven
was. Grant zag dit als een teken, kocht onmiddellijk terug een gitaar en heeft
van toen af geen dag meer zonder spelen doorgebracht. Hij verkocht zijn hotel
en duikshop in Nicaragua en ging terug naar Florida, en deze cd is het resultaat.
Uiteindelijk, na zoveel omzwervingen is zijn doel dat hij zich vijfendertig
jaar geleden stelde bereikt: een cd met zijn eigen songs. "Down Here In
The Country", zijn debuut van vorig jaar krijgt nu een vervolg met "It’s
Later Than You Think". Je vraagt je af waarom Grant zo lang andere dingen
deed en zijn songs als het ware verborgen hield, want Grant is een prima songschrijver,
en dit niet alleen, hij brengt die teksten ook op een voortreffelijke manier
over. Keiharde teksten, "in your face" zoals men dat in Amerikaanse
termen noemt. Scherpzinnig en trefzeker, vertellend over religie, milieu, sociale
problemen, politiek. Grant duwt de vinger diep in de wonde, de titel van de
cd liegt er niet om. Prine, Mc Murthry, Kristofferson, Van Zandt zijn namen
die je voor de geest komen bij zijn manier om zijn "country" songs
te brengen. Twangy, met sobere gitaar, fiddle, pedal steel. Zijn droge humor
blijft vlijmscherp in de song "Sunshine State". Een prachtige, ironische
als "promo" vermomde song over wat er mis is in Florida, maar dit
kon evengoed over vele andere staten van Amerika gaan. Mooi is vooral "Grant’s
Talking Blues" waar Bush er goed van langs krijgt of het aan zijn overleden
vriend William opgedragen "Will Solburg Blues" dat deze prachtige
cd afsluit. Een "Americana" singer-songwriter die te lang op zich
heeft later wachten, want deze stem en vooral zijn rake teksten zijn uiterst
genietbaar. Om het met Bonnie Raitt’s woorden te zeggen "Grant,..I
liked your songs."
(RON)
LOUISIANA
RED & LEFTY DIZZ
WALKED ALL NIGHT LONG
Label: Labor Records
CDBaby
Vergeleken met Louisiana Red relatief gepolijste werk uit de jaren zestig is dit morsige "All Night Long" een opvallend werk. De talloze albums die de man maakte in zijn langlopende carrière behaalde een wisselend succes. Niettemin nam hij tracks op voor labels als Chess en Roulette, speelde met Brownie McGhee en Sonny Terry, Johnny Shines en Roosevelt Sykes. Op de uitvoering van zijn "Boogie Woogie Baby" die John Lee Hooker in zijn hoogtijddagen voor het Modern label opnam, bleef hij echter van de verdiende credits verstoten. Leed alom. Al in zijn vroege jeugd verloor hij zijn moeder, die vlak na zijn geboorte stierf en vijf jaar later zijn vader die door de Klu Klux Klan werd vermoord. Hij leefde hierna enkele jaren in een weeshuis totdat zijn grootmoeder hem onder haar hoede nam. Met de gitaar die hij later van haar kreeg, nam hij al gauw les van de lokale bluesheld Crit Walters. De daarna gekozen carrière is bekend. Bij de term Chicago Blues denken we direct aan grote namen als Buddy Guy, Howlin’ Wolf, Otis Spann en vooral Muddy Waters. Op het Labor Records label verscheen het album "Walked All Night Long" waarvan de opnames gebeurden in januari van het jaar 1976, maar pas op plaat werden gezet in 2001. Op deze plaat horen we niet alleen het ruwe gitaarspel van tevens ook vocalist Louisiana Red, maar ook op gitaar treffen we hier de uit Chicago afkomstige, linkshandige bluesgitaristst Lefty Dizz. Zijn verleden is meer te zoeken in de oude Chicagoblues school, de periode dat hij optrad met o.a. Jr. Wells en Hound Dog Taylor. De bezieling en inventiviteit die hij in deze periode aan de dag legde zou hij in latere jaren nog maar zelden evenaren. Maar beide legendarische gitaristen zjn op hun eigen manier echter wel even spannend als aantrekkelijk. Hoorbaar is ook het verschil in gitaarstijl. De ruwe gejaagde stijl en het snijdende gitaar-werk van Lefty Dizz geeft die belangrijke inbreng die hij had in de blues hier mooi weer. Hetzelfde geld voor Louisiana Red wiens akoestische slidespel juist een hoog fidelity-gehalte en een ontspannende werking heeft. Naast bekend werk als Slim Harpo's "King Bee" en Don Johnson's "Going Down Georgia" bevat deze plaat voornamelijk eigen nummers van Louisiana Red. Uptempo blues, maar vooral after hours blues .... hoewel in sommige tracks het tempo niet hoog is, doen de overstuurde gitaar en de geleidelijk aan zelfvertrouwen winnende voordracht van Louisiana Red de luisteraar sidderen op zijn stoel. Gaat het tempo omhoog, dan zet Lefty Dizz en de begeleidende piano van Kyril Bromley in een drietal songs met groot gemak een tandje bij. Louisiana Red en Lefty Dizz blijven anno 2008 van essentieel belang voor de blues aangezien elke gitarist wel wat van hun geleend heeft. Verplichte kost voor bluesliefhebbers met een voorkeur voor de meer rauwere aanpak.
JOHN HAMMOND
BLUESMAN!
Website Myspace
Label : Vanguard Records/ Comet Records
Distr.: ZYX Music
Al
zo'n 40 jaar vertolkt John Hammond op zijn eigen wijze de verschillende bluesgenres.
Dat moge dan in de Lage Landen soms onopgemerkt zijn geweest, in eigen land
is zijn pionierswerk verschillende malen bekroond met awards. John Hammond is
de zoon van de legendarische talentjager John Hammond Sr., die onder meer Aretha
Franklin, Bessie Smith, Billie Holiday, Bob Dylan en Bruce Springsteen ontdekte.
Maar hij werd vooral bekend als één van de weinige blanke bluesmuzikanten
die mee op de barricaden van de blues-renaissance in de jaren ’60 stond.
Tot vandaag heeft hij een belangrijke hand in het levend houden van oude bluessongs.
John Hammond draagt het gewicht van het genre met een geweldige naturel. Zijn
krachtig gitaar- en harmonicaspel en expressieve, diepdonkere stem doen de blues
alle eer aan. Hammond laat zich inspireren door Muddy Waters, Robert Johnson,
Jimmy Reed en John Lee Hooker. Hammond werkte ook voor zijn vier laatste albums
samen met sterren als JJ Cale en Tom Waits. Vorig jaar verscheen zijn jongste
album "Push Comes To Shove", waarop voor het eerst ook nummers staan
die hij zelf schreef. En dat John Hammond behoort tot de belangrijkste bluesmannen
uit de jaren '60, bewijst hij met het album "Bluesman!", waarvan de
release niet meer zo recent is maar nu door Zyx Music terug op de markt is gebracht.
Want met name van deze jaren '60 leverde hij klassieker na klassieker af, songs
die echter wel door vele grootheden uit de blueswereld werden geschreven. Ook
in de afgelopen jaren heeft hij nog een aantal uitstekende cd's afgeleverd,
zodat zijn oeuvre inmiddels imposant genoemd mag worden. Het verzamelen van
25 tracks op slechts één cd is een bijna onmogelijke opgave, maar
na beluistering van "Bluesman! - The Very Best Of ..." kunnen we alleen
maar concluderen dat de meesterverzamelaars van Vanguard er in zijn geslaagd
om het onmogelijke te doen. "Bluesman!" geeft een prima overzicht
van de vroege carrière van John Hammond en bevat alle hoogtepunten uit
die jaren. Hierbij is een fraai evenwicht gevonden tussen zijn bekendste en
zijn beste nummers waarop hij prachtig en genuanceerd gitaar speelt. Daarnaast
zingt hij op een onopvallende manier heel goed. De covers van al deze groten
worden hier op een zeer verrassende ingetogen manier gebracht dat ik er me er
zelf op betrapte dat ik voor het eerst zat te luisteren naar de tekst van deze
klassiekers. Dat betekent de grote klasse. Een betere kennismaking met het werk
van deze invloedrijke bluesman is er niet.
Tracks:
Bull Frog Blues, 02:27
Backdoor Man, 04:17
Tell Me Mama, 02:54
Mama Keep Your Big Mouth Shut, 03:17
Honest I Do, 02:54
My Starter Won`t Start, 02:48
The hoochie Coochie Man, 03:03
Help Me, 02:18
Got My Mojo Working, 02:45
Barbecue Blues, 03:18
Get Right Church, 01:52
Baby, Please Don`t Go, 02:19
Who Do You Love, 02:31
Sweet Home Chicago, 04:25
Five Long Years, 02:44
Southbound Blues, 03:22
Maybelline, 02:32
My Baby, 02:05
Look On Yonder Wall, 09:04
Howling For My Darling, 03:25
Ain`t That Loving You Baby, 03:19
They Call It Stormy Monday, 04:07
I Can`t Be Satisfied, 03:14
Long Distance Call, 03:19
I`m Leaving You, 03:18
JOHN HAMMOND LIVE
Alvin Lee
& support John Hammond
Vrijdag 21 november 2008
Popcentrum 013 - Tilburg
SHERMAN
HUNTER
OLD NEIGHBORHOOD
Website Myspace
Label: Mysterious Records
CDBaby
Op
zesjarige leeftijd al als koorknaapje uitverkoren worden om in het lokale mannenkoor
mee te zingen laat opvallend zangtalent vermoeden. Dat bleek inderdaad het geval
te zijn afgaande op Sherman’s latere ontwikkeling. Op tienjarige leeftijd
begon hij met gitaarlessen en nog geen tien jaar later sloot hij zich aan bij
een Rhythm’ & Bluesbandje. Sindsdien speelde hij met vermaarde artiesten
zoals Bennie Lattimore en Little Beaver, om slechts enkele namen te citeren.
Was gospel zijn eerste invloedssfeer met de ‘Dixie Hummingbirds’
en de ‘Mighty Clouds of Joy’ als lichtende voorbeelden, later liet
hij zich bij zijn gitaarspel beïnvloeden door Wes Montgomery, George Benson
en Carlos Santana. Op dit album, waarop hij soul/blues klassiekers afwisselt
met songs door hem en zijn medemuzikanten geschreven, komen vele invloeden samen.
Soms doet hij aan de Holmes Brothers denken, maar dan zonder koperblazers, dan
weer aan Earl Green, Davell Crawford, of zelfs aan de Neville’s, Ernest
Ranglin en Terry Carlier. Toch levert de soulman uit Florida met dit debuutalbum
een persoonlijk werkstuk af, dat boeit van begin tot einde. Met het eerste nummer
‘Old Neighborhood’ scoorde hij al een toptienplaats op de radio.
Samen met de gospelachtige achtergrondvocalen van Julia Foster en Karen Shirley
zet de zanger daarop soulvol in met een song die een zekere retro-sfeer oproept.
Nadien vervoegen zich ook de koperblazers in de begeleiding, wat wonderwel past
bij het krachtig stemgeluid van Sherman, vertolker van Southern soul op diep
en hoog niveau. James Palmer met trompet en Gary Palmer met saxofoon zijn als
begeleiders essentieel voor de groepssound. De jazzy begeleiding maakt de standard
‘Stormy’ tot de ideale eindgeneriek nadat de jazz- en blueslegendes
daar op het witte scherm zijn gepasseerd. Kevin Foster zorgt met orgel of keyboard
voor afwisseling of een muzikaal weerwoord naast Palmer’s sax, zoals in
het langoureuze ‘Funny How Time Slips Away’. Op ‘Is It Me
Or Is It Him’ hoor je hoe de wederzijdse inventieve muzikaliteit werkzaam
is, met zelfs wat vage Gershwin echo’s. Bij een soulblues- of jazzalbum
is het moeilijk om er een favoriet uit te halen, alsof je in een nachtelijke
bluesclub zit vlak voor sluitingstijd wanneer de muzikanten hun eigen voorkeur
laten primeren. Bij Sherman’s suggestieve ‘3 Times Love f/Last Edition’
zouden de laatste danspaartjes dan a.h.w. op vermoeide voeten opnieuw naar de
dansvloer zweven, terwijl bij de song ‘Sherman’s Love’ de
achterblijvers hun allerlaatste drankje zouden bestellen. Maar als verzoeknummertje
zou ik toch de slowklassieker ‘I Stand Accused’ prefereren, door
Sherman weeklagend gezongen als een liefdesgebed naar een onzichtbare sterrenhemel
gericht. Zijn delicate gitaarbegeleiding werkt als zijdezachte zalf. Mijn inziens
verdienen alle songs ruime Airplay, maar wie het album in bezit heeft is niet
afhankelijk van radio’s ‘goodwill’.
Marcie
JIMMY
WOLF
DEEP DOWNTOWN
Website
Label : RED REVEREND RECORDS
CDBaby
Jimmy
Wolf is een zanger/gitarist die momenteel in New York verblijft. Hij tourde
met Jimmy ‘fast fingers’ Dawkins, Bill Doggett en Larry ‘Texas
flood’ Davis. Begin jaren 90 woonde hij in Memphis en trad hij op in Beale
street en in de clubscène van Memphis. Hij heeft indiaans bloed in zijn
aderen. ‘Deep Downtown’ is reeds zijn 6de album. Ondanks zijn ervaring
in Memphis kan men zijn sound geen Memphis blues noemen. Hij overgiet zijn nummers
met een scheurende gitaar en schreeuwende stem om catchy, ruwe rock ’n
roll songs te brouwen. De bezetting van zijn band bestaat uit hijzelf op zang
en gitaar, James Cloyd op bas en Todd Minderd op drums. Opener ‘Deep Downtown’
is pure punk. Slechts 2 minuten lang, en opgebouwd zoals vele punknummers: basintro,
snelle invallende drums en meezingrefrein. Verder op de plaat vind je ‘Groover’,
die even goed van Led Zeppelin had kunnen zijn. In ‘Uzi Suzi’ toont
hij zijn gitaarkunsten. Van subtiel zacht gepingel houdt Jimmy niet. Hij speelt
snel, met korte scherpe uithalen. ‘Full Stack Attack’ is instrumentaal
en bestaat uit veel reverb en effectpedalengebruik. Slowblues moet je van hem
niet verwachten. De meeste nummers duren maximum 3 minuten en hebben een meebrulrefrein
en rete strakke drums. Van de 11 nummers pende hij er 10 zelf. Zijn grootste
invloed is Hound Dog Taylor, maar dan met een eind jaren zeventig punksausje
erover. Wie eens iets anders wil dan de traditionele Chicago blues moet deze
punkblues artiest eens uitchecken.
Bootsy Lester
BILLY
GIBSON BAND
THE PRINCE OF BEALE STREET (DVD)
LIVE AT RUM BOOGIE CAFE
Website Contact
Info: Blind Raccoon
Label: Daddy- O
VIDEO
1 VIDEO
2
Op
het North Atlantic Blues Festival in Rockland, Maine was Billy Gibson in volle
vorm zo te zien op de DVD “The Prince Of Beale Street”. Wanneer
niet eigenlijk? Billy is één van die artiesten die zich elke avond
volledig geeft, met een energie die je niet voor mogelijk houdt. Als je hem
gedurende een uurtje dat deze dvd duurt aan het werk ziet, zou je er zowaar
zelf wat hyperkinetisch van worden. Billy rent, springt en loopt over het podium
als een tweede Jagger, voortdurend in persoonlijk contact met zijn publiek (vooral
de dansende vrouwtjes krijgen veel aandacht). Hij heeft er duidelijk zin in,
en spint elke song uit tot minimum 10 minuten en meestal heel wat meer. Het
gevolg is dat er slechts 6 songs op deze DVD staan, maar we moeten toegeven
dat ze er alle zes mogen zijn. Met deze songs als bouwstenen zet Billy een performance
neer die staat als een huis, muurvast, maar toch met de nodige ruimte en plaats
om te “shaken”. Dat doet hij dan ook behoorlijk in “Keep Doin’
What Ya Doin’”, Tony Joe White’s “Polk Salad Annie”
en “Down Home”, maar ook wat gas terugnemen is soms nodig, zoals
in “Funny How Time Slips Away”, een cover van een Willie Nelson
song, zodat Billy lekker wat kan improviseren op zijn bluesharp en er bijvoorbeeld
stukjes van andere bekende nummers als ”riedels” tussengooit. In
geen tijd heeft hij dan ook de ganse weide, die in het begin rustig op een stoeltje
zat te luisteren, op de been en dansend, gedurende drie kwart van de show. “Bad
Boy” is daar vooral de grote verantwoordelijke voor, en ook de afsluiter
“Polk Salad Annie”. “Special guest” is zijn Beale Street
collega Charlie Wood, die de toesten (hier voornamelijk Hammond B3) bespeelde.
Hij is een goede vriend van Billy, samen hebben ze een bijna full time job in
de clubs in Memphis, Zo horen bijna bij het meubilair daar, en iedereen kent
ze er, Het zijn beiden prima vakmensen. De cd’s die we ooit bespraken
van Charlie zijn dan ook stuk voor stuk prima releases met funky New Orleans
achtige songs, en ook hier is het New Orleans stijltje, met “Tell It Like
It Is” vooral bekend van Aaron Neville, van de partij. Een prima optreden
daar in Rockland van onze “Prince Of Beale Street”.
Tegelijkertijd
bespreken we ook nog de laatste cd van Billy Gibson, net als de DVD een live
registratie, maar deze keer in de “Rum Boogie Café”, één
van de "hottest places" op Beale Street in Memphis, een thuismatch
dus voor Billy en zijn band. The Rum Boogie Café is tevens één
van de lokaties waar de Blues Foundation wedstrijden gehouden worden voor hun
jaarlijkse Awards. Billy warmt het publiek en zichzelf alvast op met de shuffle
"What Is Love", maar laat vervolgens met ”Love Everybody”
iedereen merken waarom hij en niemand anders ”the Prince of Beale Street”"
genoemd moet worden, met zijn virtuoze techniek maakt hij van deze medium tempo
song een demonstratie van wat een harp-ace onderscheidt van de door de weekse
mondharmonicablazer. Zijn harp kronkelt en wentelt zich rondom de basis die
de ritmesectie voor hem legt als een boa, zoals ook die andere grootmeester
van het instrument dat kan, Sugar Blue. Willie Dixon’s “Pretty Thing”
een bekende song die speciaal voor de zopas overleden Bo Diddley lijkt geschreven
te zijn, zet de sterke reeks verder. “Home At Last” een song van
Rudy Tooms die ook bekend werd onder de naam “Country Girl” in de
versie van Otis Spann. “Bad Boy” en “Polk Salad Annie”,
twee songs die eveneens op de DVD te bewonderen zijn, zijn op beide concerten
zowat de hoogtepunten., maar toch blijft het topmoment in de Rum Boogie, het
supersterke “Early In The Morning” een song waarvan ik jaren de
studioversie koesterde, maar het vuur dat hier vrijkomt in de live uitvoering
is ongeëvenaard. Tweemaal genieten van Billy Gibson’s live uitspattingen,
wat voor het oog en wat voor het oor, kan een bluesfan nog meer verwend worden?
Don’t think so!
(RON)
DOUBLE
TROUBLE
BEEN A LONG TIME
Label: Music Avenue
Bij het ontvangen van deze cd dacht ik ommiddelijk aan Stevie Ray Vaughan & Double Trouble, en vooral aan het album "Texas Flood" uit 1983, een plaat met allemaal echte blues krakers. Stevie Ray Vaughan is er niet meer maar wel de heren Chris Layton en Tommy Shannon, aka Double Trouble, die de laatste jaren opduikten als sessiemuzikanten of speciale gasten. "Been A Long Time" is in werkelijkheid ook eerder verschenen (nl. 2001), en zoals ook deze maand de re-release van Don Nix tot stand gekomen is met tal van gast artiesten vinden we hier ook zo'n lange gastenlijst. Drummer Chris Layton en bassist Tommy Shannon, zeg maar twee oude bluesrotten in het vak, vervullen alshetware op deze plaat ook hun rol als sessiemuzikanten, want op ieder nummer wordt het zangwerk door diverse artiesten gedaan, soms met minder resultaat, soms met meer. Doordat ook de composities niet echt een eenheid vormen zou je het ook een diverse artiestenplaat kunnen noemen. Dit maakt dit echter niet tot een slechte plaat, nee zeker niet. De bijdragen van Doyle Bramhall II, Dr. John, Lou And Barton, Eric Johnson, Susan Tedeschi, Jonny Lang, Malford Milligan, Willie Nelson, Kenny Wayne Shepherd, Charlie Sexton, Jimmie Vaughan, Reese Wynans, Gordie Johnson, Van Wilks, Denny Freeman, Mark Kazanoff, Bill Willis, Riley Osbourn, Tommy Taylor en Derek O'Brien maken deze plaat tot een genot om naar te luisteren. Het begint ietwat slapjes met "Cry Sky", gezongen door Malford Milligan (Storyville), maar gaandeweg komt er meer spanning in. Susan Tedeschi laat zich samen met de gitaristen Van Wilks, Kenny Wayne Shepherd en Charlie Sexton helemaal gaan op "Rock and Roll" van Led Zeppelin om tegen het eind de keisterk gezongen ballade "In the Garden" op te voeren. Samen met de liedjes daarvoor "In the Middle of the Night", "She's Alright" en "Ground Hog Day", met respectievelijk de gitaristen Jimmie Vaughan, Doyle Bramhall II en Jonny Lang zijn hier de hoogtepunten, waarvan Muddy Waters "She's Alright" ons terug laat denken aan de meest sterke momenten van wijlen Stevie Ray, maar ook het afsluitende "Baby, There's No One Like You", één van de vier songs cowritten door Layton en Shannon, met hier medewerking van Dr. John en Willie Nelson, zou als ode opgevat kunnen worden aan Stevie Ray, de voormalige broodheer. Zeg wel een romantische Dr. John, die hier de kaarsjes mag uitblazen...voorlopig althans want bij Music Boulevard verschijnen volgende weken nog mooie re-releases, waaronder ééntje van Stevie's broer, Jimmie Vaughan.
TRACKS:
1.Cry Sky - (featuring Malford Milligan)
2.Turn Towards the Mirror - (featuring Charlie Sexton)
3.Say One Thing - (featuring Doyle Bramhall II)
4.Rock and Roll - (featuring Susan Tedeschi/Kenny Wayne Shepherd/Charlie Sexton)
5.Skyscraper - (featuring Malford Milligan)
6.In the Middle of the Night - (featuring Jimmie Vaughan/Lou Ann Barton)
7.She's Alright - (featuring Doyle Bramhall II)
8.Ground Hog Day - (featuring Jonny Lang)
9.In the Garden - (featuring Susan Tedeschi)
10.Baby, There's No One Like You - (featuring Dr. John)
NATASHA
BORZILOVA
CHEAP ESCAPE
Website Myspace
Info: Powderfinger Promotions
Label : Hadley Music Group Contact
CD-Baby
Een
pittige dame uit Obninsk, Rusland stuurde ons haar debuutplaat toe en vroeg
of we onze mening over dat schijfje wilden ventileren. Geen probleem voor Rootstime,
natuurlijk. Natasha Borzilova was in een vorig leven de frontdame en akoestisch
gitariste bij de uit 6 ingeweken Russen bestaande formatie Bering Strait, gespecialiseerd
in country bluegrass gemixt met Russische traditionele muziek. Daarvoor was
ze op 18-jarige leeftijd vanuit Rusland naar Nashville verhuisd. Na het lanceren
van twee cd’s en een Grammy-nominatie hield die groep het voor bekeken
omdat de bandleden in nogal uiteenlopende muzikale richtingen geïnteresseerd
waren. Natasha Borzilova koos voor de moeilijke weg alleen en dook in haar kasten
om de songs die ze doorheen de voorbije jaren bij elkaar had gepend terug op
te rakelen. Dat waren voornamelijk liedjes in de singer-songwritersstijl die
na wat slijp- en schaafwerk klaargestoomd werden om op haar eerste soloplaat
te verschijnen. “Cheap Escape” is de titel van die plaat die elf
liedjes bevat in een pop-rocksfeertje dat we kennen van o.a. Pat Benatar en
de damesformatie Heart uit de jaren 80. Haar muziek ondergaat beïnvloedingen
van klassieke aard en vanuit de jazzmuziek, twee stijlen waarin zij zich als
gitariste en vocaliste bekwaamd had. Haar teksten worden opgebouwd rond emoties,
persoonlijke ervaringen, eerlijkheid, passie en kwetsbaarheid waarin je als
luisteraar onwillekeurig wordt meegezogen. De eerste song op de plaat is “I’m
Angry” en rockt stevig door hetgeen nog even verder gaat in de titeltrack
“Cheap Escape”. Maar daarna kruipt er toch wat meer ballad en melodie
in de songs en begint ze te klinken als Tori Amos en Jewel. “October Blue”
en “Last Touch” illustreren dat het best. Het meest hitgevoelig
is de song “How Do You Do That”, een moderne popsong met subtiele
country-invloeden hetgeen de plaat wellicht ook geschikt maakt voor airplay
in de countrystad bij uitstek: Nashville. Haar mezzo-sopraanstem is op maat
gesneden voor de liedjes die ze voor deze plaat heeft samengebracht. Haar uitspraak
van het engels verraadt overigens haar afkomst niet, wat op zich al een hele
prestatie is. In een song als “Real Fight” toont Natasha Borzilova
ook aan dat ze een begenadigde gitariste is. Dat ze een ras apart is bewijst
ze op haar website waar ze “50 fun facts about Natasha” heeft laten
opnemen. Zo leren we dat ze haar 16e verjaardag op de Noordpool heeft gevierd,
dat ze ook talent heeft als schrijfster van gedichten in het Russisch, dat ze
yogalessen geeft om een inkomen te vergaren, dat ze 8 tattoos en 14 piercings
in haar oren heeft, dat ze 5 verloren jaren in haar eerste liefde heeft gestoken,
dat ze ooit voor 30000 mensen heeft opgetreden en dat ze al 20 jaar in de muziekbusiness
actief is. Kortom, vele weetjes die uitermate belangrijk zijn als je haar knappe
debuutalbum aan het beluisteren bent.
(valsam)
NICO
WAYNE TOUSSAINT
SOUTHERN WIND BLOWIN’
Website COntact
Label : DixieFrog Records
Distr.: Parsifal
Nico
Wayne Toussaint is een Franse mondharmonicavirtuoos die het levenslicht zag
in Toulon en opgroeide in Pau (Zuid-Frankrijk) waar hij zijn eerste stappen
in de blueswereld zette. Sinds zijn 18de is hij vertrouwd met de harp maar hij
ontdekte de blueswereld reeds op zijn 15de dankzij Muddy Waters die het toenmalige
"Hard Again" opnam samen met James Cotton op de harp. Sinds toen is
Cotton steeds zijn mentor en voorbeeld van geluid en energie. Hij bestudeerde
alle harmonica-deuntjes van Cotton en Wells en kocht zoveel bluesmuziek hij
kon. Hij werd zo verslaafd aan de blues dat hij naar Chicago trok en rondreisde
in de VS. Zo komen we aan zijn tweede naam die hij te danken heeft aan zijn
peetvader "Wayne" die van Amerikaanse afkomst is en in Minneapolis/Minnessota
verblijft. Daar vertoefde Nico lang genoeg om er de blues legends te ontmoeten
en er zelfs met hen te "jammen". De man die hem echter het meest heeft
beïnvloed is de harpspeler uit Minneapolis, Mr. R.J. Mischo. Toussaint
speelde zelfs enkele malen met hem in authentieke blues bars tot hij deze stijl
volledig onder de knie had. In 1998 lanceerde hij "My Kind of Blues",
een CD die hij opnam met de backing band van R.J. Mischo en waarmee hij de 'Euroblues
Trophy '98' en 'Best Young French Artist' won. In 1999 verscheen "Blasting
the Blues", een dijk van een plaat met fantastische muzikanten zowel uit
Amerika als uit zijn geboorteland. De CD telt 9 originele nummers en 3 covers
van Muddy Waters, Slim Harpo en Lightin' Slim. In 2002 kwam zijn dubbel-CD "Transgender"
uit waarmee hij definitief doorbrak in Europa. De eerste CD werd opgenomen in
Frankrijk en daar heeft hij Bryan Lee en zijn band achter zich. Op het tweede
schijfje staan opnames gemaakt in de USA en nu zijn het de muzikanten van James
Cotton die hem ondersteunen. Vorig jaar verscheen zijn album "Southern
Wind’ Bmowin' ", wederom een prima CD met veel variatie. Zo opent
de CD met een rocker van formaat, genaamd "Put It Down". Dat Nico
ooit nog samen met z’n vader een band had zullen velen wel weten, zoniet
vertelt het nummer "Southern Wind" je hier alles over. Ik ben steeds
weer verrast van hetgeen Nico uit z’n bluesharp haalt en wat hij vocaal
bereikt, ik blijf erbij dat dit momenteel de nummer één in Europa
is. Maar laat ik zeker ook niet vergeten melding te maken van de andere, al
even klasse volle, bandleden. Zo krijgen we in deze elf tracks knap gitaarwerk
te horen van Henri “Rax” Lacour en verrast Antoine Perrut me niet
alleen regelmatig op de basgitaar maar ook op de alt saxofoon (luister maar
eens naar "Mali – Mississippi"). En op de drums zorgt Vincent
Thomas voor de rake klappen en tevens een schitterende solo op hetzelfde nummer
nml. "Mali Mississippi". Op "Long Bab" bewijst Nico ook
goed overweg te kunnen met het accordeon en waan ik me even in het verre zuiden
van Amerika. En we blijven in het verre Amerika met het meer singer/songwriter
nummer "Livin’ On The Highway" waarin Nico beschrijft hoe het
leven als muzikant onderweg voelt. En zo telt deze CD in totaal niets dan pareltjes
en ben ik er zeker van dat het live weer de moeite is om hen te gaan zien. En
wat de CD betreft, hij hoort zeker thuis in de CD collectie van iedere roots
liefhebber en we spreken hier niet alleen over een CD voor in je CD-speler maar
je kan hem ook in je computer stoppen. Ook dan kan je alle nummers één
voor één beluisteren maar kan je verder ook de teksten terugvinden
en ook een interview zien en horen van Nico Wayne Toussaint. Een interview waarin
hij vertelt wie hij is, welke zijn invloeden zijn en met wie hij zoals gemusiceerd
heeft. Kortom Nico brengt nu bijna tien jaar met zijn band een stomende set
Chicago blues die niemand onberoerd laat. Yvan Jacobs heeft dit geweten want
Nico Wayne Toussaint behoort momenteel tot één van de hoogtepunten
binnen het huidige aanbod van harmonica blues en staat daarom dit jaar op de
affiche van Hookrock in Diepenbeek.
HOOKROCK
2008
O5 – 07 - 2008
ROUTE 66 (BE)
THE GHOSTRIDERS feat. DEEP CREEK LUKE (BE)
THE RHYTHM BEATS (BE)
THE RHYTHM BOMBS (BE)
SIMON CRASHLEY & THE ROADMASTERS (SWE)
NICO WAYNE TOUSSAINT (FR)
THE NIMMO BROTHERS (UK)
THE
BIG FOUR
THE CONGREGATION SESSION
Website Myspace
Label: Tub-Thumper Records
Distr.: Bertus
Photo: Melvin Kobe
Als
je het voor mekaar krijgt om zonder noemenswaardig plaatwerk als breekijzer
om je doorbraak te forceren toch te worden uitgenodigd voor gerespecteerde festivals
als het Belgium Rhythm & Blues Festival in Peer, Duvel Blues, Rhythm Riot
Sussex in Engeland, Moulin Blues Xmas, jazzfestivals in Dusseldorf, Breda en
op rock’n roll festivals in Italië dan moet je wel uit het goede
hout gesneden zijn. Een jam tijdens één van deze festivals, nl.
het New Orleans Festival 2000 te Stuttgart, leidde dan ook tot het formeren
van deze combinatie. Het vijf man sterke Belgisch-Nederlandse gezelschap The
Big Four, genaamd naar het big beat ritme van de New Orleans muziek, geniet
dan ook een uitstekende live-reputatie. J.B.’ Hurricane’ Biesmans
(vocals, tenor-, baritone- en soprano-saxophone), Bird Stevens (backing vocals,
upright bass, trompet, akoest. gitaar), Dr. Basie J. (vocals, piano, Fender
Rhodes, Hammond), Frankie Gomez (drums, percussie) en Mo Gomez (gitaren) overtuigen
op hun plaatdebuut met een zeer eclectische benadering van tal van blues- en
rootsgenres. Hun mix van elementen uit zowel blues, jazz, jump, boogie, soul,
swing als funk leidt tot een niet zo alledaagse plaat waarop sfeer vrijwel voortdurend
het sleutelwoord blijkt. De muziek op hun cd: "The Congregation Sessions",
kunnen we dan ook best omschrijven als swingende Rhythm ‘n Blues en cool
grooves uit de jaren 40 - 50 tot heden. In de spirit van deze lang vervlogen
jaren spelen ze eigen nummers, instrumentals, afgewisseld met langvergeten covers.
Mannen als Sam Butera, Gene Krupa, Louis Prima, Willis 'Gator' Jackson, Jack
McDuff en Ray Charles worden een warm hart toegedragen en dat straalt door in
het uitstekende spel: een verbazend hete sax, rollende drums, snedig gitaarwerk,
met een boogie woogie-piano en een opzwepende bas. De eersteling van The Big
Four staat vol met liedjes die het hart van elke rechtgeaarde rootsmuziekliefhebber
geregeld een eerder ongezond ritme zullen opleggen. Luister vooreerst maar eens
naar hun eigen nummers als het saxepos in het openingsnummer "Honey Tongued"
en het New Orleans getinte "The Preacher" met wederom dat fraaie blazerswerk
van J.B., het prachtige jazzy instrumentale "A Big Chunk", het meer
bluesy "Early In The Morning" tot het afsluitende "Black Beans".
Maar best weten ze ook te imponeren door oude songs nieuw leven in te blazen,
als het met boogie woogie doordrengde "The Wobble", een swingende
jumpblues van Jimmy McCracklin of Henri Mancini’s "The Pink Panter
Theme". Kortom: veertien schitterende songs - hete R&B, koele Jazz
grooves, stomende Rock'n'Roll en pittige New Orleans second line songs. Wij
zijn behoorlijk onder de indruk!
THE BIG FOUR LIVE
Jul 12 2008 Sjock festival - Gierle
Jul 27 2008 Gentse Feesten (Radio Modern) - Gent
Aug 9 2008 Zelzate marktfeesten - Zelzate