OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007 - JANUARI 2008
FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008
RUPA & THE APRIL FISHES - EXTRAORDINARY RENDITION
CAROLINE HERRING - LANTANA
CARLA OLSON - DARK HORSES
GARRON FRITH - GARRON FRITH
THE LEGENDARY RHYTHM & BLUES REVIEW - COMMAND PERFORMANCE
TAS CRU - GRAVI-TAS
JO’ BUDDY & DOWN HOME KING III - WHOLE LOTTA THINGS TO DO
COLIN LAKE & WELLBOTTOM - BULLET
KEITH HAMAN - LONGEST WAY TO GO
MORRY SOCHAT & THE SPECIAL 20S - SWINGIN' SHUFFLIN' SMOKIN'
RUPA
& THE APRIL FISHES
EXTRAORDINARY RENDITION
Website
Myspace
Label: Cumbancha
Distr.: Munich Records
VIDEO 1
Dit
debuutalbum van Rupa Marya integreert van de eerste tot de laatste song. Deze
veelzijdige Amerikaanse artieste, met Indiase wortels, en haar gemengd muzikaal
gezelschap ‘The April Fishes’, laten zich niet op één
muziekgenre vastpinnen. In dertien songs vind je verschillende stijlen terug,
van zigeunermuziek over tango, milonga, wals, mariachi, drumritmes, muzikaal
cabaret tot lichte fado en filmische balletmuziek. Soms denk je aan een soundtrack
waarbij Parijs bij avondlicht wordt geëvoceerd, terwijl trompet en accordeon
de paartjes begeleiden. Wanneer de vrolijkheid, jolijt en de bohémienmentaliteit
overheersen zou je aan het equivalent van de Nieuwe Snaar kunnen denken, maar
dan met de vrouwelijke zang van Rupa. Nevengeluiden als sirene, mannenstemmen,
telefoon, uitvarende boot kleuren dan het plaatje. Rupa groeide op in Californië,
maar verbleef ook lange tijd in Noord-India en Frankrijk. Haar songs zingt zij
zowel in het Frans als in het Engels. De muziek vond zij reeds vroeg op haar
weg, wat haar niet tegenhield om tevens arts te worden. Gitaar en zang functioneren
echter als een uitlaatklep. Op dit album kiest zij grotendeels voor songs in
de Franse taal, songs die variëren van licht spottend tot melancholisch.
Op het sensuele ‘Yaad’ doet zij denken aan Lhasa of zelfs aan Teresa
Salgueiro van Madredeus. Andere songs moeten het meer hebben van het vrijbuitervuur
waarbij vooral de trompet van Marcus Cohen en drummer Aaron Kierbel een prominente
rol spelen. Het intense ‘Mal de Mer’ heeft dan weer veel weg van
een fado met de nostalgie die herinnert aan Gaetano Veloso. Trompet en accordeon
verdiepen de ‘tristesse’. Bij de trage melodische songs, ‘La
pêcheuse’, Les Abeilles, La Peinture’, onderga je dezelfde
sfeer alsof de choreografe Pina Bausch de melodielijnen en de akkoordendans
uittekende. Vooral ‘La pêcheuse’ zindert na, huiveringwekkend
mooi. Cellist Ed Baskerville, klassiek opgeleid, weet als geen ander de gevoelssnaren
te vinden. Dit album is werkelijk uniek in zijn soort, door die mengeling van
kameraadschap, vrijheidsgevoel, evocatieve chansons en muzikale virtuositeit.
Want accordeonist, trompettist, contrabassist en een sublieme cellist maken
deze cd tot wat hij is: een mozaïek van muzikale genres waarbij alle landsgrenzen
vervagen en alleen universele gevoelsimpressies en ‘joie de vivre’
overblijven. En ja, op het hoesje staat ‘Marianne’, symbool van
la Douce France, in vol ornaat zwaaiend met de vrijheidsvlag, maar in haar vlag
staat wel de wereldbol afgetekend. Een multicultureel feeëriek ‘Cirque
de la Musique’ album.
Marcie
RUPA
& THE APRIL FISHES TOUR EUROPE
14 juni, 30 CC. Leuven
15 juni, Amsterdam Roots. NL
15 juni, Live for Life. Arnhem, NL.
CAROLINE
HERRING
LANTANA
Website Myspace
Contact
Label : Signature Sounds Rounder
Records
Distr.: Munich Records
In
amper tien liedjes overtuigt Caroline Herring met haar nieuwste en derde album”
Lantana” dat ze dient beschouwd te worden als één van de
allergrootsten in de Amerikaanse rootsmuziekscène. De in Mississippi
geboren en na haar huwelijk naar Atlanta, Canada verhuisde zangeres heeft ook
voor het eerst getekend als co-producer voor deze plaat naast Rich Brotherton,
die ook al achter de knoppen zat voor haar 2003-cd “Wellspring”.
Het was in 2002 dat ze de hitlijsten bestormde met haar intens doorleefde liedjes
die ze had opgenomen op haar debuutplaat “Twilight” in 2001. Maar
even plots als ze in de spotlights kwam verkoos ze om terug een sabbatperiode
in te gaan en zich 100 procent te focussen op het moederschap van haar twee
kinderen. Een goede moeder zijn voor de kids is toch nog altijd één
der mooiste doelstellingen ter wereld. Bloed kruipt echter waar het niet gaan
kan en met de nieuwe cd “Lantana” neemt Caroline Herring de draad
terug op als singer-songwriter en bezingt ze met haar loepzuivere altstem de
dingen die ze in haar dagelijkse leven om zich heen kan waarnemen. De intensiteit
van haar wedergeboorte als zangeres blijkt uit liedjes als “Lay My Burden
Down” en de tearjerker en countryballade “Heartbreak Tonight”.
Met een haarscherp arendsoog voor de details zingt ze over de gebeurtenissen
en de dingen die doorheen de geschiedenis de cultuur van het Amerikaanse Zuiden
zijn gaan uitmaken. Daarbij gaat ze ook de moeilijkere onderwerpen niet uit
de weg zoals vrouwelijkheid, feminisme en de kwetsbaarheid van het “zwakke”
geslacht waarover ze zingt in “Song For Fay”, “Fair And Tender
Ladies” en “Stone Cold World”. Met het nummer “Paper
Gown” schreef Caroline Herring haar murder ballad over het turbulente
leven van Susan Smith uit South Carolina die - amper 23 jaar oud - ter dood
veroordeeld werd wegens het verdrinken van haar eigen kinderen. Het papieren
kleed is wat ze draagt voor de executie wordt uitgevoerd. De teksten van Caroline
Herring zijn zo “down to earth”, eerlijk en realistisch, getuige
daarvan het prachtige “States Of Grace”. “Lantana” bevat
ook twee mooie traditionals: “Midnight On The Water”, een vioolmelodie
waaraan later een tekst werd toegevoegd en de lullaby “All The Pretty
Little Horses”, in het verre verleden geschreven door een Afrikaans-Amerikaanse
slavin. In het liedje “Lover Girl” legt ze uit van waar de cd-titel
komt. Lantana is een typisch Zuiderse plant met vele bloemen waar de vlinders
met honderden omheen zwermen. Het liedje gaat over de zoektocht naar een eigen
huis en hoe je die plaats helemaal de jouwe maakt door je persoonlijke inbreng
en door het voorzien van een plaatsje voor je persoonlijke spullen. Caroline
Herring is een artieste die thuishoort op de affiche van rootsfestivals als
Blue Highways. Dat is er dit jaar niet van gekomen, maar niet getreurd: je kan
deze hoogpriesteres van het country-levenslied hoogstpersoonlijk en van héél
dichtbij komen bewonderen op vrijdag 6 juni in Toogenblik te Haren met Cara
Luft in het voorprogramma. Wij zullen er dan ook bij zijn voor een interview
met beide dames waarvan we voor Rootstime verslag zullen uitbrengen.
(valsam)
CAROLINE
HERRING LIVE
May 31 - PeTiCantus - Hoorn, NL
June 01 - Perron 55 - Venlo, NL
June 03 - In The Woods - Lage Vuursche, NL
June 04 - Cobblestone Club - Oldenzaal, NL
June 05 - Roepaen Ottersum, NL
June 06 - Toogenblik - Brussels, B
June 07 - Folk in de Wâlden Festival - Oentsjerk, NL
June 08 - Paradiso - Amsterdam, NL
CARLA
OLSON
DARK HORSES
Website Contact
Label: Music Avenue
Eind
jaren tachtig ging het niet zo best met Byrds legende Gene Clark. Een tour met
een Byrds tribute band zette kwaad bloed bij de andere vier oorspronkelijke
leden en zijn drank- en drugsverslavingen deden daarbij meer kwaad dan goed.
De Texaanse Carla Olson maakte eerder naam in The Textones en ontmoette Clark
na een optreden met diens Firebyrds in 1984. Zij bleek een katalysator en vooral
inspirator om het beste uit Clark naar boven te halen. Met zijn tweeën
maakten ze "So Rebellious A Lover" in 1986 en Clark stond weer op
de kaart. Eindelijk kreeg hij waardering voor zijn pionierswerk in de alt country
en het album sloeg aan. Olson en Clark deden nog een show samen in 1990. In
dat jaar verhuisde Mick Taylor (Rolling Stones) van New York naar Los Angeles,
waar hij met Carla Olson samenwerkte. Veel mensen hebben nog nooit gehoord van
producer / gitarist / singer / songwriter Carla Olson en dat is jammer. Ze groeide
op in Austin, Texas. Haar helden waren in haar jeugd Freddie King, Albert Collins
en John Mayall en dat is op haar albums goed te horen! Olson is een vocaal sterke
zangeres en met "Dark Horses" (Music Avenue) brengt ze een compilatie
van tracks uit haar vroegere platen "Within An Ace" (1993) en "Reap
The Whirlwind" (1994), waar ze gebruik maakt van Mick Taylor's uitmundende
gitaarspel in de nummers "Justice", "How Many Days", "World
Of Pain", "Within An Ace", "Fortune" en "Is The
Lady Gone". In twee andere songs "Dark Horses" en "Rescue
Fantasy" is het Todd Wolfe die als gitarist Olsen komt versterken. Als
afsluiters zijn er twee tracks met haar toenmalige band the Textones, twee tracks
uit het album, "Midnight Mission" uit 1984. Dat was vroeger, maar
ondertussen is Olsen één van de meest geliefde bluesmuzikanten
van nu. Waarom dat zo is, laat hij horen op "Dark Horses", dat werkelijk
van de eerste tot de laatste minuut boeit. Van de zestien nummers zijn slechts
vier van de hand van Olsen zelf, en vier songs die zij samen schreef met anderen.
Maar laat dit geen bezwaar zijn, want wat dadelijk opvalt is haar veelzijdigheid.
Zij wisselt traditionele blues af met dampende bluesrock. Daarnaast verraadt
haar muziek southern soul invloeden. Voeg daarbij haar werkelijk uitmuntende
stem - de soul druipt er vanaf - en de populariteit van in Texas geboren muzikant
is verklaard. Het valt niet mee de hoogtepunten aan te wijzen, omdat vrijwel
alle nummers juweeltjes zijn. Toch wil ik de reeds vermelde songs eruit lichten
vanwege het prachtige gitaarspel van deze leadgitaristen. Maar ook andere muzikanten
zijn te horen op sommige tracks, zo treffen we Barry Goldberg (Bob Dylan / Al
Kooper & Mike Bloomfield / Electric Flag) op keyboards in "Rescue Fantasy"
en "Is The Lady Gone". Verder is vermeldenswaard dat Olsen ook op
dit album weer gekozen heeft voor een nummer van Bob Dylan: "Clean Cut
Kid" waar we naast Barry Goldberg ook Ry Cooder op slidegitaar horen. Dat
is niet verwonderlijk want Olsen heeft de klappen van de zweep ook een beetje
van Dylan geleerd, getuige deze
video (Sweetheart Like You - 1983) . Wie zoekt op internet vindt Carla Olson
vooral vermeld omwille van haar Stones en Dylan roots. Bovendien wordt haar
lijstje verder vooral gevuld met invloedrijke artiesten als een Percy Sledge,
die zijn stem leent voor het duet "Honest As Daylight" of een Ian
McLagan (Faces) op piano. Voor liefhebbers van dit genre zijn de tracks van
deze plaat na 15 en 25 jaar noch steeds om van te snoepen. Samen met haar vrienden
klinken ze op "Dark Horses" erg overtuigend. Een lekker gesmeerde
bluesmachine die de Texas Blues en de good-time-blues-rock hoog in het vaandel
draagt. Ik zou zeggen schaf je een exemplaar aan en u zal wellicht mijn mening
als bluesliefhebber delen.
GARRON
FRITH
Website Myspace
Contact
Label : Ravine Records
CD-Baby
Soms
is het leven een samenloop van toevalligheden en omstandigheden. De Britse singer-songwriter
Garron Frith was al een tijdje bezig met optreden in de clubs in de omgeving
van zijn woonplaats Manchester toen hij op één van die avonden
in contact kwam met Simon J. Alpin, wiens solo-cd “On The Wire”
we in de maand maart nog bespraken bij Rootstime. Alpin - die goede maatjes
is met Robert Fisher en diens muzikantencollectief Willard Grant Conspiracy
- kwam met Garron Frith overeen om samen diens debuutalbum op te nemen en de
release ervan te financieren. Frith beschikt over een uiterst geschikte stem
voor de tien ballads en liefdesliedjes die uit zijn schrijverspen zijn voortgevloeid.
Beïnvloed door grote voorbeelden als Bob Dylan, Nick Drake, Tim Hardin,
Elliot Smith en de meer actuele “chanteurs de tristesse” Damien
Rice, Tom McRae, David Gray of Ray Lamontagne brengt Garron Frith zijn liedjes
op een voornamelijk akoestische wijze met hier en daar een vleugje viool, drums,
orgel en mandoline die meestal heel subtiel op de achtergrond aanwezig blijven.
Opvallend op dit album is toch wel de aanwezigheid van Green On Red ’s
voorman Chuck Prophet op elektrische gitaar in de songs “Ocean Wide”,
“Return In Kind” en “Falling Star”. Om dit voor elkaar
te krijgen moet je toch van goeden huize zijn en wat te bieden hebben als muzikant.
Deze debuutplaat is een aangename kennismaking met een jonge artiest die mits
de juiste begeleiding en het nodige gevoel voor realiteit langzaam maar ook
zeker aan een succesrijke toekomst timmert. In zijn nog jonge carrière
mocht hij toch al optreden als voorprogramma voor enkele gevestigde namen zoals
Martin Stephenson, Danny George Wilson, Neil Casal, Marah, The Fun Lovin’
Criminals en Southside Johnny And The Ashbury Jukes. Ook nog even vermelden
welke songs ons al na de eerste beluistering konden bekoren: “Get Away”,
“Again” en “Losing Myself”. Een eervolle vermelding
gaat ook naar zijn emotioneel geladen teksten, vooral in de afsluitende song
“For So Long”. Alweer een schijfje om toe te voegen aan mijn uitgebreide
collectie singer-songwriters onder het vakje “veelbelovend talent”.
Misschien zal ik hem al snel moeten verhuizen naar de afdeling “gevestigde
waarden”. De toekomstige opvolger voor deze debuutplaat zal dit later
gaan moeten bevestigen.
(valsam)
THE LEGENDARY RHYTHM
& BLUES REVIEW
COMMAND PERFORMANCE
Website Tommy
Castro
Label: Deltagroove Records
Distr.: Coast To Coast
VIDEO1 VIDEO2
Toen
we een maand geleden Randy Chortkoff interviewden, was deze filmproducent en
platenbaas wel in een erg praatzieke bui, want hij vertelde ons een drietal
primeurs, waarbij hij om zakelijk redenen vroeg om er twee ervan nog geheim
te houden, hetgeen we dan ook doen. Maar Delta Groove, nu reeds het belangrijkste
blueslabel, heeft grootse plannen, dat zal je binnenkort wel merken, en is duidelijk
niet te stuiten. Een van de dingen die we reeds wel kunnen melden (zie interview
van collega Blueswalker) is dat binnen een aantal maanden de nieuwe cd van Elvin
Bishop bij hun zal verschijnen, met een unieke rij special guests, onder meer
B.B King, Warren Haynes, Derek Trucks, Tommy Castro en nog wat anderen. Ik vertel
dat hier, omdat dit alles zijn onstaan had op deze bluescruise en de losse,
"vrienden onder mekaar" sfeer die daarmee gepaard gaat. Deze cd en
de "supergroup" om die term maar eens te gebruiken, die hier uit onstaat
is was er nooit geweest als deze cruise er niet geweest was. Ook Elvin Bishop
was gast op deze "Command Performance" en daar zijn ook de contacten
gelegd voor zijn overstap naar Delta Groove. Je ziet maar, wat een blues cruise
voor gevolgen kan hebben. Ook Tommy Castro jamt er in deze cd lustig op los.
De line up van de "Legendary Rhythm & Blues Revue" zoals het illustere
gezelschap zich noemt is naast Tommy, stergitarist Ronnie Baker Brooks, Deanna
Bogart en mondharmonicavirtuoos Richard Salwitz, beter bekend als Magic Dick
van de vroegere J Geils Band, extra gasten op enkele nummers zijn, bovendien
de zonet vernoemde Elvin Bishop, Curtis Salgado en Marcia Ball. Jams zoals deze
vind je enkel nog op bluescruises, de clubs sluiten vroeg, festivals moeten
zich aan een strak ritme houden, en bands moeten zich van concert reppen zonder
adempauze. Alleen in de relaxte sfeer van een cruise die gedurende een week
allerhande artiesten van alle aspecten van de blues samenbrengt, biedt de gelegenheid
tot zulke optredens, net als in de begindagen van Beale Street. Drank in overvloed,
niemand moet nog rijden, naar huis kunnen ze niet, wat blijft er nog over dan
spelen en jezelf amuseren. Het enige risico is dat de drank zo rijkelijk vloeit
dat het musiceren er onder lijdt, maar gelukkig is dat op deze opname helemaal
niet het geval. Bij Tommy Castro, die de blues ontdekte via groepen als Cream
en Allman Brothers, riepen die cruises de sfeer van de sixties op, toen groepen
als Grateful Dead ook uren aan één stuk doorspeelden in de Fillmore
East. Natuurlijk is het gevolg van het succes dat nu deze uitgebreide band ook
optredens moet doen op festivals, zoals onlangs te Ospel. Dat betekent volgepropte
bussen, halve volksverhuizingen, ganse vleugels van hotels afgeboekt en zo voort,
maar toch kan dit de pret niet drukken. Een van de hoogtepunten op deze party
plaat is Tommy Castro's aanstekelijke Ai Ai, Ai Ai "I Feel That Old Feelin
Comin' On" waarmee de toon voor de avond onmiddellijk gezet is. Hetzelfde
voor Magic Dick's piece de résistance "Whammer Jammer". Met
deze twee nummers na elkaar staat de tent op zijn kop. Deanna Bogart brengt
een puike versie van de Billy Preston klassieker "Will It Go Round In Circles",
haar mix van jazz en blues werkt ook in deze context. "See You Hurt No
More" is een pracht van een song op de grens van soul en blues, met prachtig
gitaarwerk van Ronnie Baker Brooks, "one for the ladies", in opdracht
van zijn vader Lonnie. Vandaar waarschijnlijk de titel van het geheel "Command
Performance". Tussen al die fijne songs springt "High On The Hog"
van Elvin Bishop er nog bovenuit, al was het maar omdat dit één
van de Blues Cruise opnames is met iedereen die even langskomt en er duidelijk
zin in heeft, funky as hell! De Margaritas hebben rijkelijk gevloeid zo te merken.
Al weten we zeker dat we dit nooit zullen meemaken, want het is enkel weggelegd
voor rijke sonoffabitches, toch blijven we die droom koesteren:"Please
Take Me On A Sea Cruise, Woo-ee! (A blues -cruise like this one, if possible,
thank you.)
(RON)
TAS
CRU
GRAVI-TAS
Website Myspace
Info: KT Management
CDBaby
Tas
Cru zou ongekookte patatten betekenen in het Frans/Canadese slang en als dit
slaat op de rauwe countryblues van gravi-Tas dan is de naam nog niet zo slecht
gekozen. Want Tas Cru met zijn occasionele jam/band, Slow Happy Boys, weet zijn
breed spectrum countryblues wel heel smaakvol samen te stellen, uitgepuurd en
recht uit het veld. De sfeer is gezet met het swampy ’12 Step Woman’
dat lekker zwoel marcheert op het ritme van de drum van Josh Bloomfield en de
bas van Chris Wroblewski. Voeg daarbij nog de piano van Chip Lamson en dit album
hoeft verder geen zout. Dat Cru op dit album het trio instrumentalisten, Slow
Happy Boys, mee op sleeptouw nam is een extra scorepunt, want het geheel doet
erg zuiders aan en lonkt naar de New Orleans sound. Tas Cru komt nochtans uit
Noordelijk Amerika en de Slow Happy Boys uit Albany, New York. Maar Cru speelde
al vaker in het zuiden, o.m. in Tulsa, Memphis en de Mississippi Delta, waar
hij op festivals de affiche deelde met de groten. Shemekia Copeland, Marva Wright,
Mem Shannon, Bob Margolin zijn slechts enkele namen van de velen. Dat opzwepende
ritme uit Louisiana hoor je ook op het zwierige ‘Cover My Love’
en in het laatste bizarre ‘Too Much Information’ waar de rumoerende
mensenmenigte en de tuba van Kendrick Beckstead a.h.w. een New Orleans paradetocht
suggereren. Maar tussen de elf songs die Tas Cru schreef, zitten ook enkele
langzamere nummers. Behalve de mooie slowblues ‘Can’t Help But Wonder’
en het narratieve meedogende ‘What Makes A Woman’, oplichtend als
een eigentijdse gospel, koester ik twee buitenbeentjes. Bij het passionele ‘Feel
I’m Falling’ zou je zelfs, indommelend op een laatavond perron,
klaar wakker worden, erop gebrand niets van deze melodische hartenkreet te laten
verloren gaan. En het slepende ‘Crazy-mean Woman’, met een John
Lee Hooker ritme, kruipt onder de huid alsof het zich daar, al naargelang de
ontvankelijkheid van de luisteraar, zinderend of rillend wil nestelen. Tas-Cru
kent er wat van om zijn album boeiend te maken, dat trouwens niet zijn eerste
is, maar wel de eerste met de Slow Happy Boys. Daarvóór had hij
al met een andere band ‘The Conrad Story Blues Band’ twee albums
opgenomen. En dat destijds uit zijn eerste soloalbum, ‘Biscuit’,
de wrange song ‘Black and Poor in New Orleans’ werd weerhouden om
in 2007 tijdens een Benefiet de tragedie van de Katrina ramp te herdenken, kan
je na beluistering van deze ‘Gravi-Tas’ gemakkelijk begrijpen. Want
met zijn ongepolijste stem, gitaar en harmonica weet deze songschrijver de juiste
sfeer te creëren voor zijn vaak diepgravende songteksten.
Marcie
JO’ BUDDY
& DOWN HOME KING III
WHOLE LOTTA THINGS TO DO
Myspace
Label: Ram-Bam Records
Distr.: Blues Promotion
Het Finse duo, Jo' Buddy en drummer "Down Home King III", timmerde al enkele jaren aan de weg voordat hun debuut "Grits & Rattles" in 2006 een ware hype ontketende. Van dit behoorlijk geslaagde debuut had in Europa zo goed als niemand nog van gehoord, echter toonde deze release aan dat we niet te maken hebben met een ééndagsvlieg, maar met een rijzende ster aan het firmament. Over de uitslag kunnen we kort zijn, want de opvolger, het nu pas verschenen album "Whole Lotta Things To Do" is uitermate geslaagd. Na het constante touren van de band, hebben ze het voor de opnamen van "Whole Lotta Things To Do", dan ook maar gewoon weer dicht bij huis gezocht in thuishaven Finland. Dit album haakt precies in, waar haar voorganger stopte en vult de leegtes aan. Voor de mensen die dan toch nog niet overtuigt waren met hun debuut, slaan Jo' Buddy en Down Home King III, nu ijzersterk terug. Dit live-album past niet alleen in de stijgende lijn van de vorige cd, maar overtreft zo mogelijk de verwachting, want Jo' Buddy weet zijn minimalistische stijl nog verder uit te bouwen en dat verdient alle lof. De tracks werden allen vorig jaar opgenomen in Finland, zeven in de Occupied Farm in Sipoo en vier in Cpon Huone in Orimattila, met Jo' Buddy op gitaar en Down Home King III op drums en andere percusie apparatuur. Met opener "Howlin' These Blues", voorzien van aanstekelijke "heartbeat" drum en aangepast gitaargeluid, laat dan ook meteen de vooruitgang horen, deze openingstrack legt meteen de herkenbaar meeslepende en minimalistische blues van Jo' Buddy vast, hetgeen de luisteraar al gauw in vervoering weet te brengen met hun rauwheid op alle mogelijke manieren die ze ten gehore brengen in hun rurale blues. Rauw als R.L. Burnside of Howlin’ Wolf, Jo' Buddy wisselt het met zijn krachtige stem schijnbaar moeiteloos af. De opbouw van de nummers is niet zo gevarieerd, want me horen voornamelijk één-akkoord-songs, zoals we die kennen als de traditionele worksongs, maar laat dit geen minpunt zijn, want "Whole Lotta Things To Do" staat vol met opwindende en buitengewoon rauwe blues, elf juweeltjes die aantonen dat we hier te maken hebben met een topmuzikant die schitterende songs kan componeren en arrangeren. Uitschieters zijn vooral het elektrische ragtime nummer "Ragtime Man", het aan Leadbelly refererende "Speedin' Up Mama", het John Lee Hooker getinte "They Don´t Know What I Do", "Do My Number", een bijna 'surf meets blues'- nummer en de prachtige slide instrumentale afsluiter "Way Back Rag". De vele stijlen van deze elf tracks voeren ons langs Ragtime, Down Home Blues, Old Spirituals, Boogie Woogie, vroege Jazz, Western Swing, Country, Zydeco, Swamp Boogie, New Orleans Rhythm & Blues, Soul, Rock´n`Roll, Rockabilly, Garage Rock, Heartfelt Ballads, Western-African Rhythms en zelfs Spaanse Flamenco ... samengevat: "Good Ol´Times"- blues. Kenners weten dat we te maken hebben met ruige vuige blues waarvoor niet doorgeleerd is: overstuurde gitaren, paniekzang en elementaire drums. Na talrijke releases van die ouwe voorvaderen van de punkblues maken Jo' Buddy en "Down Home King III", duidelijk dat er een nieuwe generatie klaar staat om de traditie op eigen wijze voort te zetten. Sterk aangeraden!
COLIN LAKE &
WELLBOTTOM
BULLET
Website Myspace
Contact CDBaby
Colin
Lake uit Portland was een dromer, gedurende een lange motorreis die hem in 2001
naar Alaska en het Noordwesten van Canada voerde, sleutelde hij aan een eigen
stijl en sound die gedurende jaren zo goed als enkel in zijn hoofd bestond.
Als beginnende gitarist en songschrijver had hij zelfs nog nooit echt opgetreden
en de band die hij aan het vormen was, bestond voorlopig alleen in zijn hoofd.
De volgende jaren echter begon Colin zich meer en meer toe te leggen op songschrijven,
gitaarspelen en zingen, en oefende zich te pletter, zodat er in de loop der
jaren resultaat begon te komen in zijn inspanningen en hij zich ontwikkelde
tot een meer dan verdienstelijk songschrijver en een soulvolle zanger. De grootste
vooruitgang maakte hij echter als gitarist, hij speelt lap slide en is daar
ondertussen ontzettend sterk in geworden, met een eigen, uiterst bluesy sound.
Begin vorig jaar was’het dan tijd om zijn debuut uit te brengen, een cd
die de naam “Wax Wane“ meekreeg, een sterke in blues gedrenkte reis
doorheen nummers omtrent liefde, dood en politiek met ongeveer de helft eigen
songs en een aantal covers van oudere bluesmeesters zoals Bukka White, maar
ook van van de toen pas overleden Chris Whitley, een man die door Colin mateloos
bewonderd werd. Later in dat jaar won Colin de belangrijke blueswestrijd voor
akoestische bluesvertolkers, namelijk “Telluride”. Ondertussen had
de groep en sound die Colin zich in gedachten opgebouwd had, vorm aangenomen.
Kevin Marcotte (bas) en Jason Stewart (drums), vervoegden hem en “Wellbottom”
was een feit. In oktober trokken ze zich terug in de Cascade heuvels van Washington
om deze “Bullet” op te nemen. In twee dagen tijd en in feite helemaal
“live” gespeeld in de studio, werd dit kleinood ingeblikt. Men zegt
wel eens, dit had hij nooit durven dromen, toch had Colin dit juist wel letterlijk
gedaan tijdens zijn eenzame motorreis zeven jaar geleden, maar of hij verwacht
had dat dit ook daadwerkelijk zou uitkomen? Ik betwijfel het. “Bullet”
heet ze dus, een zeer sterke release, bestaande uit acht sterke eigen composities,
drie bluesparels die hun sterkte reeds bewezen en één hit. Een
hit? Ja, “Red Cross” is de titel, en het is geschreven door Ian
Moser, een vriend van Colin Lake. Een topsong, waar je niet omheen kan, met
een sterke hook die duidelijk vroege Stones invloeden vertoont. Zonder de hulp
van een platenlabel en al maanden voor de cd officiel verschenen was, was de
reactie rond deze song al intens, enkel door wat airplay. Met het lekker scheurende
“Hammer” opent Colin dadelijk met een song die je wenkbrauwen laat
fronsen, een blues, en wat voor één. De lapsteel jankt en kermt,
maar wat hip hop invloeden zoals “scratching”, (D.J Redy Jedy) weven
zich rondom de authentieke bluesrock slide gitaar van Colin en maken van het
geheel iets aparts. “Station Blues” is een wat langzamere, maar
ruige blues waar Colin bijna klinkt als Sonny Landreth op enkele momenten. Opnieuw
ontmoeten wat later rauwe blues en hip hop zich in het uitstekende “Stop
Breakin Down”. Even neemt Colin dan wat gas terug, en zijn lapsteel klinkt
wat gevoeliger in het ijzig mooie “Ady’s Song”, waar de overeenkomsten
met Landreth weer het hoofd opsteken. “Mountainside” blijft wat
in dezelfde sfeer, met Colin’s slide die eens te meer hemelse klanken
fabriceert. Het nummer begint rustig, maar gaat halverwege over in een soort
jazzy jam, Allman Brothers “In Memory of Elzabeth Reed” tegemoet.
Tijd dan voor “Red Cross”, de hit in spé waarvan we de lof
al zongen zonet. Alle nummers blijven aanprijzen gaat deze bespreking wat laten
uitlopen, al deed ik het met plezier, maar een song wil ik U niet onthouden:Colin’s
versie van de song die onsterfelijk gemaakt werd door Eric Clapton met Duane
Allman, namelijk “Mean Old World” van Little Walter. Mooi, mooi,
mooi. Overeind staande nekharen, je kent het gevoel wel (…hoop ik). De
rest moet je maar zelf ontdekken, want voor éénmaal was “All
killers, no fillers!” een sticker die deze cd zou mogen sieren. Voor fans
van lekker klinkende slide gitaar, kopen die handel!
(RON)
KEITH
HAMAN
LONGEST WAY TO GO
Website Contact
CD-Baby
Als
ik de eerste song op de cd “Longest Way To Go” van Keith Haman hoor
denk ik meteen aan Ryan Adams en diens dubbelalbum “Cold Roses”
dat die enkele jaren geleden uitbracht met The Cardinals. Dit nummer had zonder
problemen op die prachtige countryplaat van Ryan Adams kunnen staan. En naast
de liedjes is ook de stem van Keith Haman haast niet te onderscheiden van deze
van het enfant terrible. Ook bij verdere beluistering van deze plaat van deze
in San Diego, Californië residerende zanger van de groep “Grizzly
Circus” duikt de geest van Ryan Adams meermaals terug op. We zouden echter
afbreuk doen aan de verdiensten van Keith Haman als zanger en liedjesschrijver
door hem alleen maar te honoreren met deze vergelijking. Hij was nog een erg
jonge twintiger toen hij in 2004 toetrad tot de groep “The Hideaways”
waarmee twee jaar later de eerste en ook enige cd werd uitgebracht: “The
Whiskey Tango Sessions”. Met die plaat stonden ze enkele weken hoog genoteerd
in de Europese Americana/alt-country hitlijst en in die stijl heeft Keith Haman
duidelijk zijn toekomst in de muziek gevonden. Gelukkig maar voor ons want dit
eerste soloalbum bevat een heel sterke reeks schitterende songs. “I Won’t
Let It Go To My Head”, “Spark Of Love” en “Buying Back
Your Soul” zijn liedjes die een plaats verdienen in de geschiedenisboeken
van de Amerikaanse alt-country. Op deze plaat is echt helemaal niets meer terug
te vinden wat enigszins nog zou kunnen herinneren aan het rock- en punkverleden
van Keith Haman. Of misschien toch een klein beetje in de nummers “Cut
You Down” en “Tonight” waarop de elektrische gitaren even
mogen scheuren. Maar die songs worden dan alweer meteen gevolgd door het in
tranen geplengde “There With You” en het op een bedje van pedal
steel voortkabbelende “Understand”. Dan heb ik nog steeds niets
gezegd over de naar mijn gevoelen sterkste song op deze plaat: “Stranger’s
Heart”. De countrymuziekinvloeden zijn overvloedig aanwezig in die songs
en de sentimentele, emotionele teksten worden met snikkende en gebroken stem
schitterend gezongen met minimalistische muzikale begeleiding op akoestische
gitaar. Als je hoort wat er tegenwoordig allemaal in de hitlijsten is terug
te vinden vraagt een mens zich toch af waarom de songs van een plaat als “Longest
Way To Go” daar niet tussen staan en deze artiest niet op de nodige airplay
kan rekenen bij de vele radiostations die ons landje toch rijk (of liever kwijt)
is. Zoals in het begin gezegd is het regelmatig behoorlijk moeilijk om het verschil
tussen Keith Haman en Ryan Adams te ontdekken. Laat dat vooral een torenhoog
compliment zijn aan het adres van Keith Haman.
(valsam)
MORRY SOCHAT &
THE SPECIAL 20S
SWINGIN' SHUFFLIN' SMOKIN'
Website Myspace
CDBaby
Niemand
minder dan Nick Moss zorgde voor de vakkundige productie van deze tweede cd
van "The Special 20s", een cd die maar iets meer dan zeven uren in
beslag nam om op te nemen, de meeste songs stonden er in één take
op, en het geheel klinkt dan ook spontaan en ongecompliceerd, zoals blues moet
klinken. Vanaf nu gaan deze jongens ook onder de wat langere naam Morry Sochat
& The Special 20S door het leven. Morry is dan ook het gezicht van de band
die zijn naam ontleent aan de “Hohner” mondharmonicas, die een type
met die naam op de markt hebben (de 560 Marine band/special 20), een bluesharp
met een bijzonder warme klank. De uit Texas afkomstige Morry Sochat woont ondertussen
bijna 20 jaar in Chicago, maar speelt nog maar bluesharp vanaf het jaar 2000.
Hun typische Chicago blues is gekruid met een stevige portie 40’s en 50’s
swing en hun invloeden komen onder meer uit de Chess stal, Muddy Waters, Buddy
Guy, Little Walter, Junior Wells en andere Chicago grootheden bepalen hun blues.
Naast wat songs van Sochat’s hand vinden we onder meer covers van George
Smith (my all time favorite harper), Muddy Waters, en Little Walter’s
“Can’t Hold Out”. Heel sterk is ook de swing “Train
Kept A Rollin” van Tiny Bradshaw. De andere leden Jim St.Marie en Shoji
Naito (Gitaar), Ted Beranis (Bas), Dave Ross (Piano/Orgel), Kenny Smith (Drums)
en Nick Krebs (tweede Harpspeler) vervolledigen de Special 20S. Wat is “'Swingin'
Shufflin' Smokin'” een perfecte titel voor wat Morry en de zijnen ons
brengen, want heel wat swing en shuffles passeren de revue en they are smokin’.
Sochat’s eigen gepende songs (zes van de twaalf) zijn sterk, en ook gitarist
Shoji Naito’s “Humboldt Slide” een instrumental, mag er wezen.
Verwacht echter geen slide gitaar, wat je zou kunnen doen bij een nummer met
die titel en geschreven door een gitarist, maar wel een dubbele portie harp,
wanneer Sochat en Krebs er volledig invliegen. Het sfeervolle en langzame door
Morry zelf geschreven “Mean & Evil Ways” is voor mij toch het
hoogtepunt op deze tweede van The Special 20S, ook al is het zowat de enige
songs die niet voldoet aan hun drie belangrijke ingredienten:“Swingin’
Shufflin’ Smokin’ ”
.
(RON)