OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007 - JANUARI 2008
FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008
GIRLS IN HAWAII - PLAN YOUR ESCAPE
CLINT SUTTON - CLINT SUTTON
J. SCOTT HINKLE - BLUERIDGE MARTINI
AMELIE RIIS - SAFE AND SOUND
DANA FUCHS - LIVE IN NYC
BO DIDDLEY - YOU CAN'T JUDGE A BOOK BY TE COVER
JOEYJOHN - AMERICANA
MICHEL LELONG/ANICET DEBIEN - HOME COOKIN’
BECKY SCHLEGEL - FOR ALL THE WORLD TO SEE
PAMELA DANZY - LET ME BE ME
GIRLS
IN HAWAII
PLAN YOUR ESCAPE
Website Myspace
Contact
Label : 62 TV Records
Distr. : Bang!
In
2004 kwam een groepje uit Braine l’Alleud (bij ons Eigenbrakel geheten)
op hun sloffen aan met de cd “From Here To There”. Tot ieders verbazing
– misschien ook wel hun eigen – scoorde dit album torenhoog, eerst
in de nationale hitlijsten en nadien ook in Scandinavië, Frankrijk, Duitsland,
Oostenrijk, Italië en Spanje. Zelf in Japan en Amerika bleek Girls In Hawaii
geen onbekende meer te zijn voor de echte muziekliefhebbers. In Vlaanderen en
Nederland bleef het relatief rustig maar daar zou nu wel eens verandering in
kunnen komen met de langverwachte opvolger van dat succesalbum. “Plan
Your Escape” heet dit nieuwe schijfje met 12 moderne rock- en popsongs.
Al bij de eerste song “This Farm Will End Up In Fire” krijg je onweerstaanbare
melodieuze pop geserveerd en de daarop volgende “Sun Of The Sons”
en “Birthday Call” zijn daar geen uitzondering op. De pers linkt
Girls In Hawaii aan de songs en de muziek die we jarenlang van Grandaddy ingelepeld
kregen. Ook wij vinden dit een vrij eerbiedwaardige vergelijking, maar toch
denken wij dat deze jonge wolven stilletjesaan hun eigen roedel verdienen. Het
is niet allemaal pure rock op “Plan Your Escape” alhoewel “Bored”
zeker onder deze noemer geklasseerd mag worden. Er is ook een paragraaf gewijd
aan intimistisch gezongen liedjes zoals “Shades Of Time”, het muzikale
epos “Fields Of Gold”, het sfeervolle “Colors” in pure
Sparklehorse-stijl en de afsluitende titeltrack “Plan Your Escape”.
Voor de opnames van deze plaat trokken de heren in complete afzondering in een
afgelegen huisje ergens in een Waals boerengat genaamd Pussemange. Daar kwamen
ze pas uit toen alles klaar was. Beducht voor het gekende probleem om een evenwaardige
tweede plaat voor elkaar te krijgen hebben ze erg veel aandacht besteed aan
details, zowel tekstueel als muzikaal. Het wemelt van speciale effecten en geluidjes
die zelfs in de omringende natuur werden opgenomen (zoals hondengeblaf, luidende
kerkklokken en een knallend onweer). De uitdrukkelijke bezorgdheid van de band
om elk nummer een unieke en vaak dromerige melodie mee te geven heeft zeker
ook heel wat tijd in beslag genomen bij de opnamen van deze plaat. Met “Plan
Your Escape” bevestigt Girls In Hawaii dat ze nog lang niet uitgezongen
zijn en zich langzaam maar pertinent zeker naar de Europese top aan het werken
zijn. Songschrijvers en afwisselende zangers Lionel Vancauwenberghe en Antoine
Wielemans verdienen een internationale doorbraak voor al hun zwoegen. Een beetje
support van de internationale muziekpers + een snuifje geluk is er nog nodig
om helemaal in dat opzet te kunnen slagen. Alvast alle mogelijke succes toegewenst
vanwege de redactie bij Rootstime.
(valsam)
Het
lijkt me de week wel van de doe-het-zelver. We hadden nog maar pas zo’n
thuisklusser bij de plaat van “One Wolf” en hier is er al weer eentje
die alles zelf geschreven heeft, alle instrumenten zelf speelt, het zangwerk
en de opnamen persoonlijk verzorgt. Deze uit Cameron, West-Virginia stammende
Clint Sutton speelt in het dagelijkse leven de hoofdrol als frontman bij de
groep “Slop Models” en voelde zich nu geroepen om ook eens een soloplaat
op te nemen. Het is een collectie melodieuze gitaarpopsongs geworden in een
directe rock and roll-stijl. In de pers levert dit werk hem vergelijkingen op
met o.a. Matthew Sweet, The Posies en Teenage Fanclub. In zijn thuisstudio werkte
hij elf nummers uit in nagenoeg dezelfde directe stijl. Veel snerpende gitaren,
een vette bas en dito drumbeats vormen de traditionele instrumenten waarmee
deze plaat werd opgenomen. Powerpop dus die valt beluisteren in songs als “Somebody
Told Me”, “Because”, “Tomorrow” en “Theory”.
“You’re To Blame” bevat wat meer countryelementen maar eigenlijk
is op dit album nauwelijks een rustpunt te bespeuren. Als je van conventionele
uptempo rockmuziek houdt moet je misschien toch eens even van naderbij gaan
luisteren bij CD-Baby naar de elf songs op dit debuutalbum van Clint Sutton.
(valsam)
J.
SCOTT HINKLE
BLUERIDGE MARTINI
Website Myspace
Contact
Label : Casa Montana Records
CD-Baby
J.
Scott Hinkle kreeg de laatste sacramenten al toegediend op dezelfde dag als
hij geboren werd. Gelukkig bleek dat ze daarmee een beetje te voorbarig waren
geweest. Als kind van een Amerikaanse militair was hij voorbestemd om voortdurend
te leven in andere werelddelen waar zijn vader op missie werd gestuurd. Uiteindelijk
belandde hij permanent in North Carolina waar hij al snel onder de indruk kwam
van de daar zeer populaire bluegrass-muziek die elke week op televisie werd
gepresenteerd in de Porter Wagner Show. Ook andere muzikale stromingen zoals
folk, blues, rock en country drongen mettertijd langzaam zijn leefwereld binnen.
Toen hij op een dag zijn eerste akoestische gitaar kreeg leek zijn toekomst
beklonken: liedjes schrijven en zingen was wat hij voor de rest van zijn leven
wou en zou gaan doen. Zijn Nashville-roots zijn ook vandaag de dag duidelijk
terug te horen in de elf liedjes die J. Scott Hinkle heeft opgenomen op zijn
cd “Blueridge Martini”. Het ons inziens beste nummer op die plaat
is “Don’t Live Faster Than Your Angels Can Fly”, een rustig
voortkabbelende country-folksong met subtiele, vrouwelijke en engelachtige harmony
vocals afkomstig van Beth Wood. In “Take My Bones To Alabama” horen
we die originele bluegrass-sound maar ook een genre als cajun komt aan bod in
het nummer “Voodoo Choo Choo”. Afsluiter “Over Yonder”
kan als een echte gospelsong geklasseerd worden, mede dankzij het Swannanoa
Angel Choir dat hierop heerlijk mooi meezingt. “Fall Down 7, Stand Up
8” is een song die jazz, blues en boogie woogie op een leuke wijze in
elkaar laat overvloeien. Qua bezongen onderwerpen krijgen we op deze plaat natuurlijk
de obligate relatieproblemen, liefdesverdriet in het qua tekst erg sterke “Burn
The Boat” en verliefdheden, maar er is ook een prachtig kinderliedje met
“Giving Dreams” dat in duetvorm met Beth Wood wordt gebracht. Zo
krijgen we ook nog een vlam-in-de-pijp truckerssong in “Trucker’s
Lament” en de pedal steel wordt bovengehaald als sfeerzetter in “Thief
Of Hearts”. “Just In Case” bezingt de liefdesverklaring tussen
een man en vrouw die samen voor het altaar staan voor hun huwelijk. Allemaal
heel melodieus knap in elkaar gestoken songs en haast poëtische teksten
kenmerken de liedjes op “Blueridge Martini”. Het talent van J. Scott
Hinkle als singer-songwriter doet de rest, naast zijn knap gitaar- en mandolinespel.
(valsam)
AMELIE
RIIS
SAFE AND SOUND
Website Contact
Label : Songcrafter Music
De
Deense zangeres Amalie Riis staat al op de podia om haar liedjes te brengen
van toen ze pas zestien geworden was. Op 19-jarige leeftijd verscheen haar debuutplaat
“Places Where to Go” waarin ze haar potentieel als singer-songwriter
voor het eerst etaleerde. Dat leverde haar mooie recensies op en motiveerde
haar om keihard aan een opvolger voor die eersteling te gaan werken. De vruchten
van die noeste arbeid staat nu in elf liedjes vervat op de nieuwste plaat “Safe
And Sound”. Recent huwde ze met een Zweed en werd ze geconfronteerd met
een Deense wet die verbiedt om een echtgenoot afkomstig uit een niet-Europees
land in Denemarken toe te laten als hij huwt met een Deense vrouw die nog geen
24 jaar is. Daarom verhuisde zij zelf maar naar het meer tolerante Malmö
in Zweden. De nu 22-jarige artieste heeft aan maturiteit gewonnen in de afgelopen
jaren en dat weerspiegelt in haar songteksten die over de dingen des levens
van een jonge volwassene gaan. In een mengeling van Americana, pop en folk horen
we moderne liedjes die zich laten vergelijken met het vocale werk van bijvoorbeeld
Edie Brickell en de sound en de vormgeving van Sheryl Crow. Zelf kijkt Amalie
Riis op naar de grote Amerikaanse songwriters Carole King en James Taylor die
er steeds opnieuw in slagen om hun verhaal geloofwaardig en tot in het detail
beschreven weer te geven in een song van drie à vier minuten. Met fluisterende
stem begint ze aan de plaat met het intimistische “Nothing You Can Do
About It”. In het akoestisch gebrachte “Writing You A Letter”
hoor je hoe belangrijk de keuze van de juiste woorden voor Amalie Riis is. Zij
klinkt heel Amerikaans - een beetje als Shawn Colvin - in een aantal nummers
zoals “I’ve Got Nothing”, “Your Old Cello” en
“My Heaven”. Haar liedjes worden gedragen door haar loepzuivere
en mooie stem. Zij is van plan om zoveel mogelijk binnen- en buitenlandse optredens
te verzorgen om een zo breed mogelijk publiek te bereiken. Met de hedendaagse
grote belangstelling in onze contreien voor wat er muzikaal wordt aangeboden
vanuit het hoge Noorden zie ik ze daarom snel graag terug op de Benelux-podia.
“I Think I Love You” zingt ze lief in het afsluitende nummer op
“Safe And Sound”. Laat dat nu toch toevallig wederzijds zijn.
(valsam)
DANA
FUCHS
LIVE IN NYC
Website Contact
Distr: Bertus
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO
3
De
film "Across The Universe" die genomineerd werd voor de Academy Awards
en de Golden Globe bracht haar verleden jaar in één klap in de
belangstelling. Dana vertolkte er de rol van de rockzangeres Sadie, en iedereen
die haar in die film bezig gezien had, ging op zoek naar meer materiaal van
haar. Dat is er sinds kort weer, met de live registratie (Op CD en DVD) van
haar concert in de New Yorkse B.B King club. Nadat we haar debuut "Working
For A Lifetime" hoorden waren de verwachtingen dan ook hoog gespannen,
en een aantal van die songs krijgen we hier in powervolle versies opnieuw live
te horen. Haar gitarist Jon Diamond, "The master of the telecaster",
is tevens haar producer, co- songschrijver en rechterhand, een onmisbaar man
in haar band. Haar stem heeft dezelfde power als Janis Joplin, die ze dan ook
met veel verve vertolkte in de musical "Love, Janis". Hoewel Dana
meer een rock dan een bluesvertolkter is zal haar optreden te Peer op zaterdagavond
zeker hoge ogen gooien, de power die van deze (mooie) dame uitgaat is onbeschrijfelijk.
Ze is dus niet alleen een streling voor het oog, maar wat voor ons, Rootstimers,
belangrijker is natuurlijk, is dat haar muziek vooral een streling voor het
oor is. Met songs als het sterke "Strung Out" en "Bible Baby"
die respectievelijk handelen over verslaving en hypocriete religiueze toestanden,
geeft ze ons een blik in haar leefwereld, haar songs gaan over dingen waarmee
ze betrokkenheid had of heeft. "Enkel over zulke dingen kan ik zingen,
om de passionele toets in mijn songs met volle overtuiging te brengen"
zegt ze. Religie is belangrijk voor haar, want het ijzersterke, gospelgetinte
"God's Song" is een hoogtepunt op deze cd. Het is met deze song dat
ze ook bewijst waarom ze de enige is die eventueel met Janis Joplin mag vergeleken
worden. Longcapaciteit en stembanden voldoen in alle geval al aan de eisen.
"Misery", "Songbird", "Helter Skelter" en "
I'd rather Go Blind" zijn ook nog vier gegronde redenen om U naar Peer
te reppen die zaterdagavond, net na Watermelon Slim en voor Little Feat, kan
het nog mooier? Wat mij betreft heeft Peer één van zijn beste
programmaties sinds jaren, want het zullen de bands zijn met minder grote namen
die voor de aangename verrassingen zullen zorgen, neem het van mij aan!
(RON)
BO
DIDDLEY (1928 - 2008)
De Amerikaanse rocklegende Bo Diddley is maandag 2 juni 2008 overleden, de aan diabetes lijdende zanger en gitarist stierf in de Amerikaanse staat Florida aan een hartfalen. In mei van vorig jaar was hij de hoofdact in Hof ter Lo in Antwerpen en Moulin Blues festival in Ospel maar in augustus van datzelfde jaar had hij een hartaanval gekregen, nadat hij drie maanden eerder al werd getroffen door een beroerte die zijn spraakvermogen had aangetast. Hij werd 79 jaar.
BO
DIDDLEY
YOU CAN'T JUDGE A BOOK BY TE COVER
Website Label: Music
Avenue VIDEO
Bo
Diddley werd in 1928 in McComb in Mississippi geboren als Ellas Bates. In zijn
jeugd leerde Bo Diddley viool spelen van O.W. Frederick van de Ebenezer Baptist
Church. Op de middelbare school kreeg hij de bijnaam "Bo Diddley"
van zijn klasgenoten. Diddley volgde lessen om instrumentmaker te worden. Hij
leerde gitaren en violen bouwen. Tijdens zijn voortgezet onderwijs periode speelde
hij in bandjes uit zijn buurt. Na het examen deed hij allerlei werk en speelde
in zijn vrije tijd in bands om wat bij te verdienen. In 1950 kwam de maraca-speler
Jerome Green bij de band. Het jaar daarop Billy Boy Arnold de harmonica speler.
Niet lang daarna kreeg hij de mogelijkheid om een demo te maken van zijn nummers:
“Uncle John” en “I’m A Man”. De demo werd door
diverse platen maatschappijen afgewezen maar in het voorjaar van 1955 kwam hij
bij Leonard en Phil Chess van het Chess label en die zagen er wel wat in. Op
2 maart 1955 nam hij zijn eerste single op, met 2 A kanten. "I’m
A Man" en "Bo Diddley". "Uncle Joe" werd op verzoek
van de Chess-broers herschreven met een tekst die meer op Bo zelf sloeg. Het
singletje werd een groot succes en de naam van Bo was gevestigd. Zijn grootste
succes scoorde hij in 1959 toen "Say Man" de derde positie haalde
in de R&B-hitlijst. Hoewel hij ook in 1962 nog een hit scoorde met "You
Can't Judge A Book By The Cover" verklaarde hij later nooit royalty's te
hebben gekregen. Ondertussen was hij veelgevraagd en toerde geregeld door de
Verenigde Staten van Amerika. In de band speelden in die tijd muzikanten die
ook zelf later naam zouden maken: drummers Clifton James en Frank Kirkland en
pianist Otis Spann. In de zestiger jaren speelden vooral Engelse bands nummers
van Diddley, zoals de Rolling Stones, The Who, maar ook The Doors, Tom Rush
en Ronnie Hawkins maakten gebruik van zijn werk. In de zeventiger jaren trad
Diddley vooral veel op in Europa. In 1976 verscheen het album "20th Anniversary
of Rock 'n' Roll", waarop twintig bekende muzikanten meespeelden. Diddley
bleef nieuwe nummers schrijven en bleef ook in de laatste decennia van de twintigste
eeuw regelmatig optreden. Zo ook in 1983 was hij in Europa voor tal van optredens.
Op de compilatie "You Can't Judge A Book By The Cover" (Music Avenue)
horen we op het live gedeelte van dit album "Mainsqueeze", een band
bestaande uit Eric Bell (Thin Lizzy) op gitaar, Dick Heckstall-Smith (Colosseum)
op saxophone, Dave "Munch" Moore op keyboards en Keith Tillman op
basgitaar. De typische Bo Diddley kenmerken zijn duidelijk hoorbaar in de drie
welbekende afsluiters "Roadrunner", "I'm A Man" en "Mona
(I Need You Baby)", nummers die door talloze artiesten van de jaren ’50
tot nu werden gecoverd. Zijn stampende latin-achtige beat, de Diddley beat,
ik kan het hier niet nadoen, maar als je goed luisterd hoor je het op bijna
al zijn platen terug en zijn speciale effecten zoals: echo, vibrato en verstoring
van het geluid, "sprekende of mompelende" gitaar vinden we ook terug
op het tweede gedeelte van deze cd, met tien extra studioopnames met o.a Billy
Boy Arnold en Little Walter op harmonica, respectievelijk in de nummers "Bo
Diddley" en "Diddley Daddy" en The Moonglows geven backing vocals
in "I'm Looking For A Woman". Kortweg: Bo Diddley, bijgenaamd 'the
Originator', bluesheld sinds de prille jaren vijftig, de man van de ‘jungle
beat’; bevruchter van ongeveer vijf opeenvolgende generaties blank Anglo-Amerikaans
c.q. Europees rockgeweld… En ook wel een beetje: “Die Met Zijn Rechthoekige
Gitaar”, is gemeten in hits niet de meest succesvolle artiest aller tijden,
maar de invloed die Diddley op latere rock ’n roll, R&B en rockartiesten
heeft gehad is enorm. Daarmee is de titel voor deze compilatie wel zeer goed
gekozen: "You Can't Judge A Book By The Cover".
JOEYJOHN
AMERICANA
Website Myspace
Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
“Americana” is
al de negende plaat van Joey John, een muzikant en filmmaker uit New York City.
Na een lange verblijfsperiode in Parijs keerde hij terug naar Amerika om er
deze plaat op te gaan nemen. Eerder dit jaar verscheen ook al een plaat onder
de titel “Magic Beans”, een uit 8 songs bestaande rockopera over
sex, drugs en rock’n’roll in New York. De groep “Joeyjohn”
bestaat naast Joey John uit Irina Yalkowsky op gitaar, Pete Caldes op drums
en Joe Klompus op bas. Niet-permanent groepslid Christine Gatti speelt verder
nog piano op 3 songs op dit album. De muziek op deze plaat gaat recht naar de
kern van de rock- en de bluesmuziek. Daarnaast horen we kritische teksten gezongen
worden over het rijke Amerikaanse verleden en de misschien minder rijkelijke
toekomst voor de USA. Als filmmaker heeft Joey John ook een indrukwekkende reeks
kortfilms gemaakt die meestal via internet te bekijken zijn. Ook wij mochten
twee dvd’s van hem ontvangen, getiteld “Poetry Without Papers”
over zijn verblijf in Ile-de-France nabij Parijs en met live opnamen van optredens
in CBGB’s en in een Franse club. De tweede dvd is “Blowjob In A
Bar”, een anderhalf uur durend verslag over zijn leven, zijn liefde en
zijn muziek. Ook hier wordt ons een hele reeks fragmenten van live shows aangeboden.
”Americana” bevat negen liedjes die in totaal amper een half uur
in beslag nemen. De songs gaan van grunge tot rock en pop en werden zonder veel
afwerkkunstjes op de plaat gegooid zodat het eerder rauw en ongekunsteld overkomt.
“Wrench” is het eerste nummer op de cd en illustreert meteen goed
wat we hiermee bedoelen. “Roadrunner” en “Cigarette Money”
hebben wat meer aandacht voor de melodie maar laten daarom de gitaren niet minder
scheuren. Daarna wordt heel even een rustperiode ingelast met het volgens ons
mooiste liedje van de plaat: “Leave You”. “Gotta Know”
laat nadien het gitaargeweld weer losbarsten en de headbangers onder u krijgen
even de vrije ruimte. Powerpop is het sleutelwoord voor de song “Baby
Blue” en voor het afsluitende “L’il Devil”. Zoals eerder
vermeld: ruw en rauw, dus warm aan te bevelen voor wie niet zo van franjes houdt.
(valsam)
MICHEL
LELONG - ANICET DEBIEN
HOME COOKIN’
Website Myspace
Contact
CDBaby
Voor
gitaristen, hetzij in opleiding, hetzij in het professioneel stadium, kan dit
album intrigerend uitpakken, want gitaartechnisch wordt op dit album van de
Fransmannen de flat-picking techniek, de finger-picking en de Kentucky stijl
gedemonstreerd. Zij illustreren dit aan de hand van vijftien nummers, instrumentaal
of gezongen, bestaande uit western swing, Appalachian songs, ragtime, boogie,
traditionals en gospel. Het meeste materiaal van die ‘old time’
muziek dateert van vóór 1935 en leent zich uitstekend om met een
Martin gitaar of met banjo te spelen, zoals Michel Lelong dat doet, of met een
Dupont, handgemaakte basgitaar, die Anicet’s voorkeur wegdraagt. De oude
Afro-Amerikaanse muziek van Mississippi John Hurt, Jelly Roll Morton, The Mississippi
Sheiks enz. moet toch een zeker magnetisme uitstralen dat ook Fransmannen zich
graag in hun blueserfenis verdiepen. Voor getalenteerde gitaristen is het echter
niet zo verwonderlijk om zich aan oude countryblues en swing te wagen. Robert
Lelong, geboren in Tours in 1961, oefende al met zijn gitaar sinds zijn dertienjarige
leeftijd, aangemoedigd door zijn oudere broers. In 1993 kwam zijn eerste LP
uit en hij wijdde ook enkele boeken aan de countrygitaristen Merle Travis, Jerry
Reed en Chet Atkins vooraleer naar Amerika te reizen en zich nog meer in de
verschillende Noord-Amerikaanse muziekstijlen te verdiepen. In 1999 volgde een
educatief boek, waarin gitaartechnieken worden uiteengezet om het spel te variëren,
door kenners erg gewaardeerd. Dat hij nu zelf les geeft is evident. Internationaal
plaatste hij zich naast gitaarvirtuozen als Louisiana Red en Stefan Grossman.
Op deze cd laste hij overigens twee composities van hemzelf in, ‘Hot Jam’
en ‘Home Cookin’, waarbij swing en musette zich met elkaar verzoenen.
Bovendien zingt hij met warmte, want ‘Wayfaring Stranger’ dat al
van 1858 dateert, weet hij met diepgang en breekbare emotie te vertolken. Bassist
Anicet Debien zet op discrete wijze zijn eigen stempel op dit album, al riskeert
hij naast Lelong, met zijn jarenlange ontwikkelde en docerende ervaring, wat
te vervagen. Toch is zijn bijdrage essentieel om dit scala aan gitaartechnische
kundigheden aparte spirit te geven. Wanneer het duo ‘Sittin’ On
The Top Of The World’ of ‘St. Louis Blues’ speelt dan klinkt
dit zoals de bezieling van twee aangespoelde Franse ‘musiciens’
die zich temidden van de zuidelijke Staten van Noord-Amerika welkom voelen,
omringd door een schare fans van akoestische countryblues.
Marcie
BECKY
SCHLEGEL
FOR ALL THE WORLD TO SEE
Website E-mail
We
krijgen ze hier niet zo vaak op onze luister/schrijftafel, de pure country cd’s,
en in feite vinden we dat helemaal niet zo erg, want meestal zijn ze naar onze
smaak wat te melig. Wanneer ze echter zo goed gebracht werden en zo vol sterke
songs zouden staan als deze “For All The World To See” van Becky
Schlegel, mogen ze me dagelijks een fikse lading komen bezorgen. Eerst en vooral
is er Becky’s stem, zowat een kruising tussen een engel en een nachtegaal,
een van de puurste, zuiverste keelgeluiden die ik ooit hoorde. Er zit wat van
Claire Lynch en wat van Alison Krauss in die stem, maar bovenal heeft ze haar
eigen timbre. Een fusie van folk, bluegrass en country is wat haar songs dat
eigen stijltje bezorgt. Die nummers die ze schrijft, grijpen je stuk voor stuk
aan, ze zijn passioneel en uniek, hoewel de teksten meestal gaan over eigen
belevenissen en dagelijkse ervaringen. Haar grote ontdekking aangaande haar
stemgebruik was dat ze merkte dat met wat minder power in haar stem, ze zoveel
kon winnen aan gevoel, en dit veranderde haar manier van songs schrijven eveneens.
Pas exact op haar zevenentwintigste verjaardag schreef ze haar eerste song en
nu is ze ondertussen een begenadigd songschrijfster. Gedurende jaren was ze
één van de “Country Benders” een band die haar moeder
opgericht had. Ze speelde er piano, maar de laatste jaren is ze overgeschakeld
naar gitaar, veel handiger om mee te nemen naar optredens, zegt Becky. Met haar
bluegrass band “True Blue” bracht ze een cd uit: “This Lonesome
Song” die meteen genomineerd werd voor “Bluegrass recording of the
year” (in 1998). Voor releases in 2000 en 2001, gebeurde hetzelfde, en
in dat jaar nam ze de prijs mee naar huis. In 2002 ruilde ze True Blue voor
een solo carrierè en ze bracht snel haar debuut “Red Leaf”
uit. Ze huwde banjo speler Heath Loy uit True Blue en ondertussen is ze de moeder
van een bijna tweejarig dochtertje. Debuut. “Red Leaf” werd gevolgd
door “Drifter Like Me”, een cd die de doorbraak voor een groter
publiek voor haar forceerde. Ondertussen heeft ze zich voor deze derde eigen
cd omringd met een handvol prima muzikanten, waaronder in de eerste plaats,
de voor deze cd zeer belangrijke Bo Ramsey op gitaar. Brian Fesler, een fantastische
banjospeler bepaalt ook zeer sterk de sound van deze cd. Gordon Johnson op bas
en de mandoline van Jeff Midkiff zijn de belangrijke elementen die de songs
nodig hadden. “We hebben daar zeer veel aandacht aan besteed” zegt
Becky, “We keken wat de songs nodig hadden, en niet wat wij van de songs
wilden”. Deze aanpak maakt van de cd een regelrecht juweeltje. De songs,
die hoofdzakelijk “tranentrekkers” zijn in de ware zin van het woord,
werken voor de meeste fans als therapie bij verdrietige dingen die in hun eigen
leven gebeurden. Veel songs zijn dan ook trage nummers, vol gevoel en passie,
passie die echter in de gevoelige kleine nuances zit, zoals het mooie “Lonely”.
Er staan echter ook enkele up- tempo songs tussen deze melancholische songs,
zoals het echte bluegrass meesterwerkje “99%”. Met deze sterke “For
All The World To See”, staat deze dame aan de drempel van de doorbraak.
Voor bluegrass en betere country fans een dame om te volgen. Al zal je er binnenkort
sowieso meer van horen. (Release 17 juni.)
(RON)
PAMELA
DANZY
LET ME BE ME
Website Myspace
Label : JMD RECORDS
CDBaby
Pamela
Danzy groeide op in de swamps van Louisiana. Haar eerste ervaringen in het zingen
deed ze op in het plaatselijke kerkkoor. Later ontdekte ze artiesten zoals Etta
James, Delbert McClinton en LeRoy Parnell. Vanaf haar 16de zong ze in locale
bands die optraden in de kleine dorpjes in het Texaanse/Louisiaanse grensgebied.
Na haar studies verhuisde ze naar Shreveport, Louisiana waar ze in honky tonk
bars zong. Om haar carrière verder uit te bouwen verhuisde ze naar Nashville,
Tennessee. Daar kreeg ze professionele begeleiding, maar werd ze in het commerciële
country genre geduwd. Dit was duidelijk niet de richting die ze uit wilde. Ze
keerde Nashville de rug toe en verhuisde naar Austin, Texas. Sedert 2 jaar werkt
ze vandaar uit en lijkt ze haar eigen geluid gevonden te hebben. Haar debuutcd
‘Let Me Be Me’ is daar het resultaat van. Er wordt sterk geopend
met John Hiatt’s ‘Lovers Will'. Onmiddellijk valt haar mooi bluesy
stemgeluid op. Ze zorgt voor kippenvel in nummers zoals ‘Let Me Be Me’,
‘Save Me’ en ‘Love’s Been Rough On Me’. In deze
ballads bezingt ze haar liefdeservaringen. ‘Cryin’ Days’ is
uptempo en heeft een mooie slidegitaar begeleiding. ‘One less monkey’
is een lekker opgewekt en funky nummer. Er wordt ontroerend afgesloten met ‘When
the day is done’. Met ‘Let Me Be Me’ heeft Pamela een mooi
plaatje gemaakt. De productie is dik en orde en buiten haar mooie stem is ook
de muzikale begeleiding van degelijk niveau. Ik weet niet of ik haar een goed
lief moet wensen. Want dan kan ze geen onroerdende liefdesballads meer vertolken.
Maar muzikale aanbidders heeft ze zeker verdiend.
Bootsy Lester