OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007 - JANUARI 2008
FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008
TIM O'BRIEN - CHAMELEON
REBA RUSSELL - BLEEDING HEART
COLLIN HERRING - PAST LIFE CRASHING
ROKIA TRAORE - TCHAMANTCHE
TIM LEE 3 - GOOD2B3
ENDERS ROOM - RANDOM GURU
KRIS DANE - RISE & DOWN OF THE BLACK STALLION
BOB LONG AND KEITH MILLER - I WONDER TO MYSELF
TOBIAS STENKJAER - BLISSFULLY UNAWARE
CHRIS CHARLES - ALMOST PARADISE
TIM
O'BRIEN
CHAMELEON
Website
Label: Proper American Records
Distr.: Rough Trade
Als
je het over de bluegrass hebt van de afgelopen 20 jaar dan kun je Tim O’Brien
nauwelijks wegdenken. Niet dat zijn muzikale carrière zo'n commercieel
succes was, tenminste niet hier in onze Lage Landen, maar zijn deskundigheid
schopte het tot producer, muzikant en/of het verzorgen van de linernotes van
talloze projecten en albums als de soundtrack van Cold Mountain, Yonder Mountain
Stringband, Steve Earle, Robert Earl Keen, Alison Krauss, Dwight Yoakam, Mike
Seeger en talloze verzamellaars. De afgelopen jaren heeft Tim O’Brien
een dozijn of meer platen gemaakt waarop hij zich liet bijstaan door gerenommeerde
muzikanten uit de folk, country en bluegrass. Mijn favoriete bluegrassplaat
van 2000 was echter wel "Real Time" van Darrell Scott en O’Brien,
twee fabelachtige instrumentalisten die ook nog eens allebei de mooiste liedjes
schrijven. O’Brien die de de fijne kneepjes van het banjo-spel leerde
van Roger Bland (Lester Flatt) is natuurlijk al langer een lieveling van het
bluegrasspubliek, vooral sinds zijn themaplaat "The Crossing" uit
1999. Op zijn nieuwste plaat "Chameleon" treedt de folkzanger pur
sang in hem naar voren. Het album telt zestien liedjes van eigen hand die hij,
als een troubadour van deze tijd, op eigen kracht vertolkt. Zijn stem en een
keur aan snaarinstrumenten die alle met grote vaardigheid worden bespeeld: meer
dan deze eenvoudige middelen heeft O’Brien niet nodig om een persoonlijke,
intieme plaat te maken die bovendien rijk is aan afwisseling. Met zijn liedjes
voert O’Brien de luisteraar niet door diepe dalen en over hoge bergen.
Liever neemt hij ons bij de hand op een muzikale reis die via verschillende
zuidelijke staten langs de folk, bluegrass, gospel en folkblues leidt. Hij had
zijn nieuwe plaat dan ook geen toepasselijker titel kunnen geven. Daar multi-instrumentalist
O’Brien slechts één instrument per nummer (gitaar, bouzouki,
banjo of fiddle) gebruikte voor de opnames in de garage van producer Gary Paczosa,
is de muzikale inkleuring niet alleen sober maar ook simpel, gewoon diepgeworteld
in de Amerikaanse muziektraditie. Zelfs staat bij ieder nummer vermeld met welk
instrument het nummer is ingespeeld, maar hij blijkt met elk snaarinstrument
even goed uit de weg te kunnen, of hij nu bluegrass speelt met behulp van de
banjo op "World Of Trouble" of de folk speelt en hij zichzelf begeleidt
op fiddle in "Safe In Your Arms", het is allemaal even smaakvol. Bluegrass
wordt in de VS ook wel 'old time music' genoemd, maar O’Brien laat horen
dat het genre zich goed leent voor vernieuwing en zeker niet in een museum thuishoort.
Net als bij de blues is het een kwestie van continuïteit: de fakkel wordt
van generatie op generatie overgedragen. Kortweg: een blijvertje wat mij betreft,
deze "Chameleon", puur door de kwaliteit, iets tijdloos, en zit je
van begin tot eind te genieten. Een absolute aanrader.
REBA
RUSSELL
BLEEDING HEART
Website Myspace
Contact
Bleeding
Heart is ondertussen al de vierde CD van deze dame afkomstig uit Memphis, Tennessee.
Reba Russell mag dan nog niet echt bekend zijn in Europa maar daar kan deze
CD wel eens vlug verandering in brengen. Zeker als je ze ook nog eens live hebt
kunnen zien, al moet ik zeggen dat deze CD vrij kort in de buurt van hun live-prestatie
komt. Geopend wordt er op traditionele manier door middel van knap slidewerk
van de hand van de jonge gitarist Josh Roberts. ‘Red Mississippi Clay’
is dan ook een song die handelt over daar waar de blues zowat zijn fundamenten
heeft staan, hoe kan het ook anders met zo’n titel. Al meteen kunnen jullie
kennis maken met niet alleen Reba en haar zangtalent maar ook met de jonge gitarist
Josh Roberts en oude rot Robert “Nighthawk” Tooms op de Mississippi
saxofoon. Met ‘Miss Me’ gaan we even de ietwat rustigere toer op
maar dat stoort me helemaal niet want we worden getrakteerd op een mooie song
met lekkere backingvocals. Verder laat Robert Tooms ons horen ook goed overweg
te kunnen met het Keyboard, iets wat men toch als een extra troef mag zien.
Iets meer countryblues is weggelegd voor het nummer ‘Memphis Moon Tonight’
van Jimmy Tackery die tevens de ritmegitaar hier voor zijn rekening neemt. De
sensuele stem van Reba en het mooie gitaarwerk van Josh doen je zo wegdromen.
Deze song zou ik keer op keer kunnen draaien als ik op een zomerse nacht over
de autostrade cruise. Met het nummer ‘Love Is The Cure’ gaan we
dan weer iets meer richting soul, alhoewel de song heel mooi in elkaar zit is
het toch niet echt my cup a tea. Geef mij dan maar een song als ‘Levee
Prayer’ met de mysterieuze gitaarintro alsof je recht in de swamps staat.
Deze mysterieuze sfeer gaat het hele nummer door en gaat geen moment vervelen,
daar zorgt halverwege de mooie gitaarsolo wel voor. Het rustpunt na die gitaarsolo
is zo mooi gekozen en ideaal om dan langzaam maar zeker naar een mooi einde
toe te werken met nogmaals een knappe gitaarsolo. Dat doug McMinn, zoon van,
niet enkel een goed drummer is maar tevens een goed songwriter bewijst hij met
het nummer ‘Some People’, een song die zich volgens mij prima leent
om live voor interactie te zorgen met het publiek. Een song die ze afgelopen
zaterdag ook speelden tijdens het optreden op het Duvel Blues festival, was
’12 Bar Blues’. En zoals de titel al doet vermoeden is dit een onvervalste
12 bar, iets wat zeker niet mag ontbreken op een CD als deze. Doug McMinn krijgt
de gewenste ondersteuning van echtgenoot Wayne Russell op bas en samen stuwen
ze de andere bandleden vooruit. Laat ik besluiten met de vermelding dat deze
CD 12 pareltjes bevat die perfect weergeven wat Reba Russell en band in hun
mars hebben. Verder ook nog een chapeau voor onze allereigen Michel Verlinden,
die de innesleeve foto’s mocht aanleveren. Ik ben er zowat zeker van dat
we in de toekomst deze diva en haar band nog heel veel aan het werk gaan zien
in ons kleine landje.
Blueswalker
REBA RUSSELL LIVE
June 8th NETHERLANDS - Enschede - NiX BBBlues
Club
June 9th BELGIUM - Ruiselede - Bananapeel
COLLIN
HERRING
PAST LIFE CRASHING
Website Myspace
Info: Gorgeous PR Inc.
Cristina Parker – Contact
CD-Baby
“Alt-country
meets indie rock” schrijft Collin Herring zelf over zijn muziek op dit
nieuwe album “Past Life Crashing”. Het is al de derde plaat van
deze in Fort Worth, Texas wonende singer-songwriter. Hij schrijft mooie nummers
die in diverse stijlen gebracht worden, soms bijna ondefinieerbaar omwille van
de referenties naar rock, punk en beat. In 2003 verscheen het eerste album van
Collin Herring “Avoiding The Circus” dat meteen met een reeks prijzen
lopen ging. Opvolger “The Other Side Of Kindness” had wat meer tijd
nodig om positieve kritieken te vergaren. Maar dat belette Herring niet om onverstoord
aan deze derde plaat te werken. Met hulp van enkele muzikanten uit Wilco en
Son Volt en van Alejandro Escovedo en Kathleen Edwards - die op de twee schitterende
nummers “Sidekick” en “Punches” meezingt en viool speelt
– levert Colin Herring met “Past Life Crashing” een knappe
nieuwe cd af. Ook zijn vader Ben Roi Herring kreeg een taak toebedeeld op dit
album als pedal steel speler. De liedjes op deze plaat ontstonden in een periode
dat Herring door een turbulente periode in zijn leven ging. In de voorbije twee
en half jaar trouwde en scheidde hij, zat hij twee keer in rehabilitatie voor
zijn drugsprobleem en heeft hij de songs van deze plaat ettelijke keren heropgenomen
omdat hij nooit tevreden was over het afgeleverde resultaat. Door al die problemen
zijn de teksten van enkele liedjes wel zeer persoonlijk geworden en siert het
de zanger dat hij zijn gevoelens met het publiek wil delen. Er is nochtans geen
spoor van zelfbeklag of woede terug te vinden in de teksten, eerder een nuchtere
analyse van de probleemsituaties waarin hij verzeild was geraakt. Gevoelens
van spijt, terugblikken maar ook vooruit kijken naar een betere toekomst. “Beside”,
“Sidekick”, “I Guess”, “Dishes” en “Punches”
zijn ingetogen en mooie ballads maar ander liedjes zoals “Yard Cars”,
“Pictures”, “One Last Morning” en “Sandstorm”
houden een behoorlijke swing aan die nergens laat vermoeden dat Collin Herring
door een periode van lijden en afzien gaat. Een absolute verdienste is dat hij
in elk van de tien liedjes heel veel aandacht heeft besteed aan de afwerking
van de melodieën en aan de kwaliteit van de teksten. Zo doen de groten
in de muziekwereld dat steeds. We hopen voor Collin Herring dat hij zelf binnen
afzienbare tijd tot die categorie mag gaan behoren.
(valsam)
ROKIA
TRAORE
TCHAMANTCHE
Website Myspace
Distr.: Bang!
VIDEO
Sinds
de Malinese Rokia, na het winnen van een wedstrijd en na haar eerste album ‘Mouneïssa’
uit 1998, als de nieuwe Afrikaanse revelatie in Europa werd binnengehaald, heeft
deze Malinese zangeres en songschrijfster niet stil gezeten. Dat deed zij vroeger
ook al niet, want als kind reisde zij van Mali naar Algerije en naar Europa,
waar haar vader een tijdlang resideerde als diplomaat, o.m. in België.
Zij studeerde toen in Brussel, zat zelfs tijdelijk in een rappend bandje vooraleer
terug naar Mali te vertrekken om er verder haar roots te verkennen. De muziektradities
van Mali droeg zij al die tijd in zich mee, in haar hoofd en plannen. Alleen
wachtte zij op een kans om met andere muzikanten haar visie op de Afrikaanse
muziek in een eigen stijl te integreren. Die vond zij door haar lyrische songteksten
een Malinese aankleding te geven met instrumenten als de balafoon, een soort
Afrikaanse xylofoon en de n’gonu, of Afrikaanse luit. In haar vierde album
‘Tchamantché’ is de balafoon weggevallen, maar niet de n’gonu
die wederom die specifieke klankkleur geeft aan de wereldmuziek van Rokia net
als op vorige albums. Normaal is dit instrument voorbehouden aan de griot’s,
de bewaarders van de verhalen en de waarden van het volk. Op dit album zingt
Rokia opnieuw in de Bambara taal, de bevolkingsgroep waartoe zij behoort, maar
ook in de Franse taal. Ook vertolkt zij ‘The Man I Love’ van Billie
Holliday, maar dan wel op een heel originele wijze. Bovendien vermengt Rokia
haar Malinese invloeden met Westerse via aanwending van een Westerse ritmesectie
en harp. Haar nieuwe stijl vond zij toen zij de klanken van een oude Gretsch
gitaar opving en dit instrument toevoegde aan haar Afrikaanse poëtische
teksten, die zij op één na alle zelf schreef. Haar Europese producer
Phill Brown, dezelfde die ook Robert Plant producete, bepaalde mede het klankbeeld,
dat Afrikaanse, Europese en Midden-Oosten sound verenigt. Het resultaat is een
veelkleurig, lyrisch en magisch geheel, gedragen door de expressieve zang en
het bluesy stemgeluid van Rokia. Het titelnummer bekoorde me nog het meest met
die rijkdom aan verfijnde ineenstrengelende gemoedsstemmingen, overvloeiend
in mooie melodielijnen. Datzelfde bluesgevoel ontwaar je ook in het a.h.w. smekende
‘Kounandi’, pure nostalgie en in het donkere ‘Djanfa’.
Andere songs zijn meer ritmisch, zoals het repetitieve ‘Aimer’ of
neigen naar het mythische zoals het mysterieuze ‘Zen’. Haar medemuzikanten
worden niet met naam genoemd, maar ook zij zijn bepalend voor die unieke sfeer
van dit mondiaal Afrikaans/Europees album met eigentijdse blues. Want zoals
Rokia zelf zegt, ‘zij is en blijft een Malinese’. Maar als 34-jarige
met wortels in een dubbele cultuur, behoort zij tot een nieuwe generatie met
een eigen verruimde visie op de Afrikaanse muziek en wat deze aan vernieuwende
mogelijkheden kan bieden.
Marcie
ROKIA TRAORE Live
14/06/2008 - BRUXELLES - Le Botanique
02/08/2008 - NAMUR - Espéranzah Festival
TIM
LEE 3
GOOD2B3
Website Myspace
Contact
Label : Paisley Pop CD-Baby
“Tim
Lee 3” is een driemansformatie uit North Knoxville, opgericht in 2006
en bestaande uit gitarist en zanger Tim Lee, zijn ‘echtgenote-sinds-22-jaar’
en bassiste/zangeres Susan Bauer Lee en drummer Rodney C. Cash. Bij live optredens
laat het trio zich meestal ook nog bijstaan door een aantal gastmuzikanten.
Tim Lee heeft een lang verleden in de muziekbusiness door zijn aandeel in het
duo “The Windbreakers” waar hij samen met Bobby Sutcliff het mooie
weer maakte. Het echtpaar Lee schrijft samen alle liedjes die op hun album verschijnen.
Meestal zijn dat stevige rocknummers op basis van gitaar, bas en drum met een
vleugje traditionele country en bluesinvloeden. Mijnheer en mevrouw Lee tekenen
samen voor het zangwerk, solo of als harmony vocals wat in de meeste songs aan
bod komt. In een muziekstijl die nauw aanleunt bij wat we van bands als Uncle
Tupelo en Drive-By Truckers opgediend krijgen volgen de 13 songs op “Good2b3”
elkaar snel op in een vrij eenvormig arrangement. Stampende rocksongs als “’Til
The Roof Caves In” (opgedragen aan goede huisvriend Steve Wynn), “Saving
Gracie”, “Chronic Liar”, “The Bridge”, “Hindsight”
en “Stop Me” houden de snelheid hoog in de gebrachte nummers op
deze plaat. Af en toe wordt er gelukkig ook een beetje gas teruggenomen en kan
je spreken van popballads met songs als “Get Away Clean”, “Carried
Away” (dat wat op Neil Young & Crazy Horse lijkt) en “Joy”.
Voor de productie van dit album konden Tim Lee 3 een beroep doen op Craig Schumacher
die zijn sporen eerder verdiende bij o.a. Los Lonely Boys, Neko Case, The Sadies
en Calexico. Het tragere liedje “Just One More (for Larry Brown)”
zal bij nader inzien waarschijnlijk het vaakst terug uit de boxen van mijn muziekinstallatie
weerklinken. Toch is dit eerder een a-typisch nummer voor Tim Lee 3. Ook de
hidden track “I Like It Like That” is een leuk niemendalletje dat
in loepzuivere Beatles-stijl gebracht wordt. “Good2b3” is eerlijke
en complexloze rock’n’ roll gebracht door een echtpaar + vriend
die het genre zeer genegen zijn en er iets moois mee doen.
(valsam)
ENDERS
ROOM
RANDOM GURU
Website Myspace
Label : Tuition Music Distr. : Sonic
Rendezvous
Als
je zoveel cd’s bespreekt als ondergetekende ben je aangenaam verrast als
je eens iets helemaal anders in je bakje krijgt voor een korte rapportering.
“Random Guru” van Enders Room is duidelijk zo een verrassing. De
Duitse elektronicaspecialist Johannes Enders is verantwoordelijk voor deze blijde
boodschap die volledig ontwikkeld werd in de kelder van zijn huis in Weilheim.
Nu gebeuren er de laatste tijd meer rare dingen in de kelders van huizen maar
wat Enders er gedaan heeft is heel positief en klinkt fris en verfrissend. Later
dit jaar zal hij een opdracht als professor aan de universiteit van Leipzig
op zich nemen maar de voorbije maanden heeft hij zich vooral onledig gehouden
met het voortdurend experimenteren met klanken en geluiden op zijn synthesizers
en computers. Het resultaat is een soort filmische muziek met raakvlakken aan
de jazzmuziek en de elektronische popmuziek. Johannes Enders zelf speelt voornamelijk
saxofoon en doet daarnaast natuurlijk ook al het complexe computer-programmeerwerk.
Enkele muzikale vrienden dragen hun steentje bij aan het knappe resultaat. Zo
is er de Ghanese zanger Joe Frempong, trompet en flügelspeler Micha Acher
en zijn broer Markus Acher op percussie. Beide heren kennen jullie misschien
van hun bijdragen aan de muziek van The Notwist. Met de hulp van nog een aantal
instrumentalisten is “Random Guru” een plaat geworden die vooral
jazzliefhebbers zal aanspreken. Invloeden uit de hip-hop, jazz, kerkmuziek,
punk en pop zitten subliem verweven in hetgeen je als luisteraar te horen krijgt.
Groepen als Kraftwerk en Daft Punk schieten in mijn gedachten als ik deze cd
beluister. De cd begint met een nummer dat de mysterieuze titel “Ana Vrin”
meekreeg. Slimmerds onder u hebben de letters van deze titel natuurlijk al lang
omgedraaid om bij het word Nirvana uit te komen. Van dergelijke woordgrapjes
houdt Johannes Enders dus ook al. Andere favoriete tracks zijn “Sister
Peace”, “This Is Your Day” en “Like Full Moon At Noon”.
Alleen het nummer “The Age Of the Locusts” kleurt een beetje buiten
de lijntjes omwille van zijn dansbaarheid en de grooves die elkaar heel snel
opvolgen. Zoals gezegd in het begin van deze recensie: we zijn steeds aangenaam
verrast als we zo iets experimenteels onder de aandacht krijgen.
(valsam)
KRIS
DANE
RISE & DOWN OF THE BLACK STALLION
Website Myspace
Contact
Label : Eigen Beheer Distr. : Bang!
Toen
dEUS nog een piepjong Antwerps underground-groepje was uit de early nineties
speelde de nu 36-jarige Kris Dane al mee in deze formatie rond Tom Barman. Later
dook hij ook op in de groep Manic Depression, het toenmalige zijproject van
Stef Kamil Carlens. In 1992 besloot Kris Dane om zijn eigen weg te gaan bewandelen
en richtte hij de groep “Way Beyond Bitch” op. Vier jaar later stond
hij op het podium voor de finale van Humo’s Rock Rally met de groep “801
kd Concept”. De eerste plaat die onder zijn eigen naam verscheen was “Fe
Is A Male Mystic” waarmee Kris Dane vrij succesvol doorheen de Benelux
en Engeland toerde. Dan volgde een vrij lang verblijf in Amerika waar hij in
Brooklyn, New York in alle stilte verder muziek bleef componeren. Net voor de
eeuwwisseling verscheen dan het album “Boy, 26” dat hij promootte
met de hulp van een echte groep muzikanten. Muziek is zijn leven, getuige daarvan
zijn initiatief als gastheer voor jamsessies die hij organiseerde voor singer-songwriter
in de Brusselse club “The Archiduc”. Kris Dane mocht daarna een
rol spelen in twee opera’s die Tom Waits gecomponeerd had: “The
Black Rider” en “Frank’s Wild Years” waarmee hij doorheen
Europa en Asia toerde. Na een kort project met de groep “Ghinzu”
begon hij aan het schrijven en opnemen van wat uiteindelijk een trilogie zal
gaan worden. In 2007 verscheen deel 1 in de vorm van de cd “Songs Of Crime
& Passion” en nu verschijnt deel 2 met de plaat “Rise &
Down Of The Black Stallion”. Het is een mengeling van zachtere songs en
ruiger werk maar steeds met knappe vocalen van Kris Dane zelf en creatieve muziek
ter ondersteuning. Favoriete tracks zijn “From Here To Grace”, “The
Damage Done” en “Private Lee” (let op de woordspeling). Zijn
sinds enkele jaren vaste begeleidingsgroep voor optredens rond deze platen is
The Banned (let alweer op die woordspeling met “The Band”), bestaande
uit Catherine De Biasio op drums, Eric Tatepo Kembo op gitaar, François
Verrue op bas en Sandra Hagenaar op keyboards. In de pers wordt de muziek op
zijn recente cd’s vergeleken met de sound van 16 Horsepower en worden
hem ook - volgens ons niet helemaal terecht - invloeden van Johnny Cash en Nick
Cave toegewezen. Het ultieme deel 3 van de muziektrilogie zal “The Rose
Of Jericho” gaan heten en is voorzien om te verschijnen in 2009. Laat
maar komen, hoor!
(valsam)
BOB
LONG AND KEITH MILLER
I WONDER TO MYSELF
Website Contact
CDBaby
‘Stealing,
Stealing’ is het openingsnummer van het Britse duo Bob en Keith op hun
nieuw gezamenlijk album. Zij komen er dus voor uit dat hun vijftien songs ‘ontleend’
zijn. Waarom ook niet als zij de ‘préwar’ bluesartiesten
een warm hart toedragen. Vooral Tommy Johnson inspireerde hen, van wie zij drie
songs brengen en aan wie zij eerherstel willen geven door 10 % van hun winst
af te staan, opdat deze grondlegger van de blues een gepaste grafsteen zou krijgen
op zijn laatste ongemarkeerde rustplaats. Behalve deze ode aan Tommy Johnson
eren zij als duo o.m. ook Charley Patton en Big Bill Broonzy met gitaar, harmonica,
jug en kazoo. Op een enkele uitzondering na kiezen zij voor het materiaal uit
de periode 1927-1940 en deze voorliefde dateert van hun tienerjaren. Het voorbeeld
van Dave Kelly en Paul Jones verleidde hen eveneens tot navolging. Doorgaans
spelen Bob en Keith afzonderlijk in diverse bands, tijdens jamsessions of op
occasionele festivals. Maar als zij samenkomen putten zij uit materiaal, bestaande
uit oude favoriete songs en nieuwe ontdekkingen. Bob Long heeft een warme beschaafde
stem, waarin je het respect hoort dat hij voor de bluespioniers koestert. Bob
beschouwt trouwens, naar eigen zeggen, Clarksdale in Mississippi als zijn spirituele
thuishaven. Al werd het album opgenomen in Kent in de Rimshot Studio’s,
dit zou evenzo Live hebben kunnen plaatsvinden op het jaarlijkse ‘Juke
Joint Festival’ in Clarksdale, waar Bob al enkele keren op het podium
stond. Ragtime, countryblues, vaudeville en bluesstandards wisselen elkaar af.
Geen uitschieters, maar een serene opvolging van bekende songs, al kan ik nog
steeds genieten van de zoveelste versie van de ‘Maggie Campbell Blues’,
zolang eerlijk gebracht. En de humor van Blind Blake’s ‘Police Dog
Blues’ weet ik ook nog steeds te appreciëren. Dit album kan je vooral
zien als een eretribuut aan de blueslegendes, akoestische gitaarspelers van
het eerste uur, wiens songs in het geheugen bleven hangen van getalenteerde
adolescenten die hun bluesidolen nooit ontrouw werden. Integendeel verdiepten
zij zich verder in hun achtergrond en hun songmateriaal. Want interessant is
ook de toegevoegde uitleg bij elke song met korte situering van de artiest en
songtekst. Met vermelding wanneer Bob/Keith dit voor het eerst hoorde en wat
hen erin aantrok, als het ware spontane bluesdagboeknotities van twee alternatieve
bluesadepten aangetrokken door de geest van het verleden.
Marcie
TOBIAS
STENKJAER
BLISSFULLY UNAWARE
Website Myspace
Contact
Label : Songcrafter Music
We
hebben nog maar net een positieve bespreking gemaakt van de nieuwe plaat van
de Deense zangeres Amalie Riis en nu krijgen we hier al meteen een nieuw aanstormend
talent uit het Deense Kopenhagen op een schoteltje aangeboden. Op amper zesjarige
leeftijd begon Tobias Stenkjaer al te zingen in de straten van de Deense hoofdstad
en op dertienjarige leeftijd werd hem al een eerste platencontract aangeboden
nadat een meisje dat voor het grote platenlabel EMI werkte hem op straat had
zien optreden. In 2001 verscheen zijn eerste cd en alles leek er op te wijzen
dat hij daarmee aan de vooravond van een grote muzikale loopbaan stond. Maar
de wijze Tobias besloot toen om even het waakvlammetje onder zijn muziekcarrière
te plaatsen en zich vooreerst op het beëindigen van zijn middelbare studies
toe te leggen. Een slimme beslissing want de jungle van de muziekbusiness biedt
toch te weinig garanties voor een mooie toekomst. Omdat EMI hem vooral als nieuw
tieneridool wilde promoten en niet zozeer als singer-songwriter besloot hij
zijn contract met het label niet te verlengen en zijn toevlucht te zoeken bij
het veel kleinere lokale label Songcrafter Music. Hiervoor verschijnt nu een
eerste plaat onder de titel “Blissfully Unaware” waarop Tobias Stenkjaer
zich in tien popsongs kan bewijzen als schrijver en zanger van moderne liedjes.
Vocaal klinken er flarden Ryan Adams in zijn stem door en de mix van pop, rock
en alt-country tonen aan dat hij zich ook op hetzelfde muzikale werkterrein
als Adams wil gaan profileren. Zijn uitstekende stem draagt de meeste liedjes.
Songs als “Drag This Horse”, “My L.A.”, “Carry
My Cross” en “Yellow Rose” hebben hitpotentieel. In “Love
Won’t Come Easily” zijn de typische countryinvloeden nog beter hoorbaar.
Intiem, emotioneel en pijnlijk eerlijk wordt het in de titelsong “Blissfully
Unaware”, een nummer met een erg hoog Ryan Adams-gehalte inclusief diens
gebroken stemtremelo. Op gelijkaardige wijze gaat het daarna verder in het even
gevoelige “Long Way Over” en in de afsluitende song “Guided”.
Tobias Stenkjaer brengt liedjes voor schemerlicht die als ideale soundtrack
voor een reflectie over de zin van het leven dienst kunnen doen. Intimiteit
troef op de cd van dit Scandinavische talent en voor ons een aangename ontdekking.
(valsam)
CHRIS
CHARLES
ALMOST PARADISE
Website Contact
Label : Twang Music
CD-Baby
Geboren
en getogen in New Jersey trok Chris Charles ten tijde van de golden sixties
op vrij jonge leeftijd naar New York om er als drummer te gaan spelen bij de
formatie “It’s Us”. ‘The Sky Is The Limit’ was
ook zijn droom maar de realiteit van de volgende jaren bracht hem al snel terug
met beide voeten op de grond. Sinds enkele decennia woont hij in Portland, Oregon
waar hij zijn liedjes schrijft en zijn platen uitbrengt. Gekoppeld aan een ontelbare
serie optredens brengt hij zijn vele nummers live doorheen heel Amerika. Zo
vergaarde hij langzaam maar zeker een trouw publiek dat zijn nieuwe platen weet
te waarderen. Zijn vorige release “The Folksinger” uit 2006 scoorde
behoorlijk hoog in het Amerikaanse folkcircuit. Chris Charles is ook voortdurend
op zoek naar nieuwe uitdagingen en vond er zo een voor zijn nieuwste plaat “Almost
Paradise”. Hij besloot voor één keer geen eigen songs te
brengen maar een ode aan zijn langjarige vriend Tim Otto die zelf een uitgebreide
songcataloog van meer dan 200 liedjes heeft neergepend. Charles en Otto hadden
eerder ook al enkele keren samengewerkt, o.a. voor het project “Heroes
Of The West” dat ze op plaat uitbrachten in 2005. Chris Charles selecteerde
nu 15 nooit eerder opgenomen nummers uit het ruime songaanbod van zijn boezemvriend
sinds 1980 en hij nam ze op voor zijn nieuwste plaat. Dat Tim Otto een begenadigde
liedjesschrijver is kan je horen via de diversiteit van de gekozen songs. Van
catchy countryrocksongs tot gevoelige ballads wordt je doorheen een indrukwekkende
serie liedjes geleid. De geoefende en mooie stem van Chris Charles doet de rest
en geeft aan elk van deze nummers een meerwaarde. Opener “Needle And Thread”
is een meezinger van formaat, evenals “Waitin’ For The End Of The
World” en “Dangerous Man”. Afsluiter “Put Me In The
Ground” toont aan dat er zelfs ruimte is voor een grapje. Helemaal aan
het einde van de song (en van de plaat) weerklinkt een schot uit een pistool.
Tim Otto had de reputatie van liedjes te schrijven die meer wijsheid uitstraalden
dan zijn leeftijd deed vermoeden. Zo is de tekst in het liedje “Old Memories”
iets wat je eerder zou verwachten van een ervaren rot die terugblikt op zijn
leven, maar Tim Otto heeft dit nummer wel al geschreven toen hij amper 20 jaar
was. Deze cd blinkt vooral uit in gevoelsvolle, emotionele songs zoals “Good
Love Gone Bad”, pijnplaat “Heartbreak After Heartbreak” en
het schitterende “When You’re Really Alone”. Een andere opvallende
song is “Dashboard Jesus At The Train Station” dat gaat over een
onbekende taxichauffeur die een kitscherig plastieken Jesusbeeld op het dashboard
van zijn auto had laten monteren. Ter afsluiting: deze “Almost Paradise”
is een cd zoals we die van Chris Charles gewoontegetrouw aangeboden krijgen.
Een gedegen productie, mooie arrangementen, voortreffelijk gezongen en een heel
mooie songselectie. Dit concept was een schot recht in de roos. Leuke plaat.
(valsam)