OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007 - JANUARI 2008
FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008
TIM SCOTT - RARELY FALL
ROLLIN' PHATTYS - RED HOT JOE
NORTH MISSISSIPPI ALLSTARS - SHAKE HANDS WITH SHORTY
COBRA-MATICS - UNDER THE HOOD
ALEXINDER GUNN - FOLK MUSIC IS DEAD
JAY FRASER - 3 DAYS, 7 LOVERS & THE PHILISTINE
DUKE DANGER - IF IT AIN'T ONE THING, IT'S ANOTHER
THE TEX MEX EXPERIENCE - SAME
CLARENCE GATEMOUTH BROWN - LIVE AT AUSTIN CITY LIMITS (DVD)
QUARTER ACRE LIFESTYLE - BLOOD ON THE LAWN
TIM
SCOTT
RARELY FALL
Website Contact
Label : Scotland Sound
Distr. : Medicine Music
Het
breekbare stemgeluid van de uit Denton, Texas afkomstige singer-songwriter Tim
Scott is het eerste wat opvalt bij het beluisteren van zijn twee full-cd “Rarely
Fall”. Het heeft iets van Tom McRae maar ook van iemand als David Gray.
Dat blijkt eveneens uit zijn songrepertorium dat net zo nauw aansluit bij het
werk dat deze twee heren veelal plegen te brengen. In die zachte maar boeiende
stem zit steeds een droevig zangtimbre ingebouwd. Inhoudelijk schrijft hij teksten
over de liefde, het verlangen en over jalousie. Op zijn debuutalbum “Fabletown”
had Tim Scott al een tipje van de sluier gelicht over welke muzikale horizonten
hij wilde gaan verkennen. Die reis naar zijn ultieme doel wordt op “Rarely
Fall” gewoon verder gezet. Met een behoorlijk groot stuk persoonlijke
ervaringen in zijn teksten geeft de zanger zich bloot en worden zijn zielenroerselen
publiek eigendom. De elf nummers op dit album horen thuis in de muziekcollectie
van de verliefde zielen, ook als het de foute kant is opgegaan. Want enkele
liedjes geven puntgaaf de pijn en het verdriet weer na het mislopen van een
relatie. Voorbeelden hiervan zijn “Leaving A Clean Break”, “Finally
Got It Right”, “Send Regards” en “Words We Knew”.
Qua vertelstijl zou je Tim Scott kunnen vergelijken met iemand als Warren Zevon.
Onomwonden legt hij zijn ziel bloot in eerlijke teksten die iedere lotgenoot
de gewenste portie troost kunnen bezorgen. Ook producer en gitarist Eric Herbst
is er wonderwel in geslaagd om het essentiële in de songs van Tim Scott
op het voorplan te brengen en net voldoende te omkaderen met een breed instrumentarium.
Maar waar nodig werd de muzikale bijdrage ook beperkt tot het absolute minimum.
Alleen in de 9 minuten durende song “Baker’s Dozen” lijkt
het verdriet wat plaats te moeten maken voor een door een countrysound gedragen
optimistisch verhaal waarmee Tim Scott opschuift in de richting van muzikale
voorbeelden als Lyle Lovett en Peter Case. Toch boeit hij ons het meest als
de melancholie komt bovendrijven in songs als “Seven Years”, “Offer
Up His Hand”, het overgevoelige “Katrina’s Solution”
en de titeltrack “Rarely Fall”. Dit is een heel intiem, aangenaam
en geslaagd luistermoment geweest dat we graag snel willen overdoen. Tim Scott
groeit gestaag richting top.
(valsam)
ROLLIN'
PHATTYS
RED HOT JOE
Website Myspace
Contact
Label: Cimsound records (Eigen beheer)
Rollin'Phattys
is een band die met zijn debuut de traditie van de grote southern bands zoals
Allman Brothers, Lynyrd Skynyrd en Marshall Tucker band met overtuigende kracht
verder zet en er wat eigen elementen aan toevoegt. Het Tulsa stijltje, met J.J
Cale en Clapton als vaandeldragers vermengt zich hier met die hardere southern
tot een mooie mix. De ijzersterke openingssong "Plantation Girl" is
een song in de allerbeste Allman brothers traditie, net als de daar op volgende
titelsong "Red Hot Joe" met zijn dubbele leadgitaren die de hoogdagen
van Dickie Betts en "Skydog" Duane in herinnering roepen. De bluesy
boogie "Paradise Street" swingt in de allerbeste Tulsa traditie. Als
Chubby Carrier echter de rangen komt vervoegen voor de zydeco boogie "Cochon
De Lait" (Down On The Bayou) krijgen we plots een heel ander geluid, maar
niet minder boeiend, integendeel. Dit is de echte "pure" zydeco van
het diepe zuiden. Heerlijk rustig en laid back daarentegen is "My Heart
Is On Fire" waar Jeffreaux Parker, gitarist extra-ordinair, een hele mooie
sfeer opbouwt voor de heerlijke vocals van Ken Helton beter bekend als "Santa"
Cooter, vanwege zijn baardige uiterlijk, beiden hier op hun allerbest. Voor
mij het hoogtepunt op deze cd, gewoon sfeervol en lekker lui, ... een "kippevel"
song. Drumster Dixie Weather en bassist John Buckner vervolledigen deze knappe
line up. Hoe "Black Bear River" klinkt , kan je het best voor de geest
roepen als je denkt aan Z.Z Top, met naast Billy Gibbons als gast Duane Allman
op gitaar. Lekkere stevige southern rock met ballen. "Greta" doet
me daarna weer denken aan de Marshall Tucker Band, dit is de echte southern
rock, zoals de Capricorn releases tijdens hun hoogdagen. En het gaat maar verder,
de enige cover, een bluesklassieker van Mance Lipscomb "Sugar Babe"
hier helemaal herwerkt door de Phattys, heeft dat rustige swingende Tulsa sausje
over zich. "Cherry St. Blues" is een pracht van een shuffle, die een
vervolg krijgt in de instrumentale afsluiter "Kim's Cowtown Shuffle"
waar gitarist Jeffreaux zich naar hartelust kan uitleven en het zuiden nog maar
eens volop in de kijker zet. Tien prachtige "southern fried goodies",
van mij mochten het er twintig geweest zijn, want dit smaakt naar meer! Zet
ik 'm gewoon toch nog eens op repeat! Ooh ja, bijna vergeten, maar het was al
duidelijk zeker... Aanrader!
(RON)
NORTH
MISSISSIPPI ALLSTARS
SHAKE HANDS WITH SHORTY
Website
Label: Blues Boulevard
Distr: Music Avenue
We
hadden ‘m al in ons bezit van bij zijn verschijnen, nu acht jaar geleden,
maar ik kan me wel voorstellen dat velen hem toen aan hun neus laten voorbijgaan
hebben, en ik raad deze mensen dan ook aan van het juweeltje deze keer wel aan
te schaffen. De mensen van Music Avenue hebben op hun Blues Boulevard label
immers ook deze vergeten parel terug aan het daglicht gebracht. Bovendien, en
dat is ook weer één van hun sterkten, met een mooiere hoes dan
de originele release, en dat is toch ook weer mooi meegenomen. De blues georienteerde
rock zat net in een dood straatje in het jaar 2000, niks was noch boeiend of
vernieuwend in dit genre toen plots de twee zoontjes van Jim Dickinson, Luther
en Cody, met in hun kielzog de zware baslijnen van de al even zware Chris Chew
voor opschudding zorgden. Geinspireerd door de muziek van R.L Burnside en Junior
Kimbrough, van wie ze geruime tijd buren waren en als vrienden van Burnsides
zonen Gerry en Cedric, de jams in de juke joints als leerschool te gebruiken.
Dat jaar brachten ze hun debuut “Shake Hands with Shorty “uit, een
cd die het ganse genre van de blues verjongde en herschikte. Het aparte van
deze plaat was dat hij traditioneel en vernieuwend tegelijk was, met songs van
Mississippi Fred Mc Dowell en Burnside die nieuw leven ingeblazen werden. Twee
jaar geleden had ik in Peer een gesprek met Luther (gitaar) en Cody (drums)
net voor hun optreden, waar in ze me vertelden hoe deze plaat en enkele andere
daarna tot stand kwamen (zie interview sectie). Het prettige van deze re-release
is dat het herontdekken van deze toch wel belangrijke release laat horen dat
dit het begin was van een nieuw genre, waarvan onder meer de Black Keys en zijzelf
de belangrijkste bands zijn. Op dit debuut waren onder andere Jimbo Mathus,
de broertjes Gary en Cedric Burnside en Alvin Youngblood Hart als gastartiesten
aanwezig. Via de klassiekers “Shake ‘m On Down”, “Going
Down South” van Burnside en andere traditionals laten ze hedendaagse invloeden
binnensijpelen. Gospel en southern bijvoorbeeld. Zo is er het lange “All
Night Long” waarmee de cd afsluit, waar in een “jam” stijl
zonder blozen eerst losse flarden uit de Allman Brothers “In Memory of
Elizabeth Reed” de revue passeren, waarna het nummer uitsterft om wat
later los te barsten in een pure gospel apotheose, zodat ’t nummer dat
met zijn tijdsduur op de hoesinfo van iets meer dan negen minuten, uiteindelijk
de16 minuten ruim overschrijdt. Ik herhaal, laat deze tweede kans niet aan je
neus voorbijgaan, daarvoor is ze te mooi.
(RON)
COBRA-MATICS
UNDER THE HOOD
Website
Label: Original Recipe Recordings
CDBaby
"Jump
Onto My Rocket", de dubbelzinnige instrumental waarmee de Cobra-matics
van wal steken, spat in het rond als vuurwerk, dit is "rockin' and a reelin"
rockabilly blues. High energy ritmes, aanstekelijk tot en met. Ze komen uit
Providence, Rhode Island en Duke Robillard vond hen sterk genoeg om de productie
van hun debuut in handen te nemen. De vroegere gitarist van de Amazing Royal
Crowns, Johnny Maguire a.k.a The Colonel, richtte deze band op, samen met Diamond
Dan White, een jonge knappe zanger, geruggesteund door Backwards Bob Mac op
bass en Snake Kroger op drums. Veertien nummers lang nemen ze je mee op een
wilde rit met hun Hot Rod, want daaraan zijn ze, zoals zovele rockabilly fans,
verslaafd. Ze zitten meer onder de motorkap van hun fifty's cars, vandaar de
titel van hun eerste cd "Under The Hood". Dit is muziek voor de Hoedowns
waar ze samen met hun honeys veelvuldig te vinden zijn. Muziek die de sfeer
van brillantine, tatoeages en vetkuiven oproept en van Rock 'n' Roll Rumbles
muziek in de beste Stray Cats traditie. Backwards Bob Mac legt samen met Snake
een strak opwindend ritme vast, waarop The Colonel zijn gitaar kan laten op
tekeer gaan, en Diamond Dan zijn vinnige rubberen stemgeluid etaleert. Dit is
muziek zo aanstekelijk dat stilzitten een onmogelijkheid is. Wie op deze muziek
rustig kan blijven zitten, is niet alleen dood, maar waarschijnlijk in verregaande
staat van ontbinding, maar wees er dan maar zeker van dat minstens de wormen
dan zullen zitten te jumpen en te jiven! "Little Marlaina", het uiterst
sterke "Jailbait", of het aparte "Cousin Kimberly" , allemaal
knappe nummers die duidelijk op de dansspieren werken Het beste zit er dan echter
nog aan te komen, want "Burville Bounce" en vooral "Rocker"
dat al vele weken lang onze "tune" was te horen op onze myspace site
is onweerstaanbaar. Ga maar eens luisteren, hij blijft er nog wel even. Al ben
ik dan nooit een rockabilly fan geweest, die meer blues en soul de voorkeur
geef, deze jongens hebben me met hun aanstekelijke muziek ook een flinke duw
in die richting gegeven. Cobra-matics rock! (RON)
ALEXINDER
GUNN
FOLK MUSIC IS DEAD
Website Myspace
Contact
Label: Shiloh Folk Art Workshop
Alexinder
Gunn mag dan al zingen dat folkmuziek dood is, maar zolang er getalenteerde
Alexinder’s rondlopen, rijkelijk puttend uit eigen gevoelsleven, loopt
dit muziekgenre voorlopig geen risico’s. Alexinder houdt van Jack Kerouac
en westerns, Woody Guthrie en Bob Dylan, van Damien Rice en Eva Cassidy. In
zijn eerste soloalbum zijn daarvan sporadisch echo’s op te vangen, naast
andere invloeden. Weemoed en verlangen zijn inherent aan zijn songs, die hij
allen zelf schreef. Hij producete ook zelf dit album, waarvoor hij twee jobs
tegelijk aanpakte en Live optrad waar hij maar kon. Hij komt van Fredericksburg,
Virginia, en na omzwervingen in het clubcircuit van Virginia, Maryland, Pennsylvania
en New Jersey volgden optredens op festivals met als bekroning het Woody Guthrie
Folk Festival dit jaar. In zijn songs verwerkt hij liefdesthema’s, hartzeer,
bitterheid en verlangen, het ganse gamma van gemoedsschakeringen. Hij waadt
als het ware in troebel water, reikend naar vertroosting of verlossing. In ‘Cold
Water Comin’ schreeuwt hij het uit met een passionele zangstijl, vreemd
voor een jonge singer-songwriter, amper de twintig gepasseerd. Die intensiteit
verklaart hijzelf ‘als gegrepen zijnde door de muziek’, een ziekte
die hem van jongs af verteerde. Zijn besluit om muzikant te worden stond al
vast toen hij op zesjarige leeftijd Garth Brooks zag zingen en Bob Dylan’s
‘Hurricane’ betekende ronduit een openbaring. Eerst maakte hij nog
een omweg door op 16 jaar bij een rockbandje aan te sluiten. En met een lokale
band uit Stafford maakte hij de cd ‘Mercy’ toen hij 19 was. Maar
de richting die hij nu inslaat, staat voor hem vast als de juiste, zich afkerend
van luide muziek, metal en hardcore. Voor de begeleiding van zijn gekwelde songs
zorgt hijzelf met akoestische of elektrische gitaar, harmonica, keyboard en
drums, wat soms orkestraal overkomt. De nagalm van zijn stem beklemtoont vaak
het desolate, zoals in ‘The Streets Of This Town’ met een nostalgische
weerklank. Ook ‘Leavin’ Home’ grijpt naar de keel omwille
van de weerloosheid die erin doorschemert. In die zin leunt hij meer aan bij
de bluesbeleving, dan bij de folkballades van bijvoorbeeld Woody Guthrie. Al
brengt Alexinder in ‘I Know Your Here’ een eigensoortig eretribuut
aan deze folktroubadour. Alexinder kan je zien als de jonge versie van Martyn
Joseph of Peter Case, al verraden zijn songteksten een maturiteit, ongewoon
voor een eenentwintigjarige. ‘Folk Music’, it’s in the Voice
and the Mind Of Alexinder Gunn. Bijlange nog niet dood.
Marcie
JAY
FRASER
3 DAYS, 7 LOVERS & THE PHILISTINE
Website Myspace
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
Het
is al een tijdje geleden dat we nog eens iets leuks uit Australië in onze
bus mochten ontvangen. Daar komt nu verandering in met de tweede plaat van Jay
Fraser, een Australische singer-songwriter uit Brisbane, Queensland. Vorig jaar
verscheen zijn debuutplaat “Losing Home” maar die is destijds spijtig
genoeg geheel aan onze aandacht ontsnapt. Met “3 Days, 7 Lovers &
The Philistine” brengt deze sympathieke bard nu zeven liedjes op wat eerder
een ep-tje lijkt te zijn. Zes eigen liedjes waarop Jay Fraser samen met zijn
muzikale vriend Peter Hicks voor de instrumentatie zorgt. Daarnaast treffen
we hier ook één cover aan: een nummer van Blind Lemon Jefferson
getiteld “One Kind Favor”. De eerste song op de plaat “Three
Songs” wordt heel fragiel gezongen op minimale muzikale begeleiding. Echt
opvallen tussen de grote horde singer-songwriters van deze tijd doet Jay Fraser
niet met deze plaat. Dat hoeft natuurlijk ook niet echt, zolang het gebrachte
werk maar lekker in het gehoor ligt. En dat is het geval voor songs als “While
You Were Next To Me” met knap lap steel werk van Peter Hicks en “Belle”
dat door Jay Fraser alleen wordt gebracht met een dun snuifje akoestische gitaar
en mondharmonica. Ditzelfde doet hij daarna nog eens identiek over in “Someday
Girl” en in “Old Oaks Road”. Het intimistische zangwerk wordt
op een wijze gebracht die doet vermoeden dat de zanger een verlegen en in zichzelf
gekeerde persoon is. Alle songs zijn uitermate geschikt voor de late avond of
de vroege nacht en gedijen waarschijnlijk het best bij schemerduister. Als je
op zoek bent naar wat vrolijkheid moet je deze plaat echter niet in de cd-speler
steken.
(valsam)
DUKE
DANGER
IF IT AIN'T ONE THING, IT'S ANOTHER
Website Myspace
Label: Music Avenue
De
Amerikaanse zanger/gitarist Duke Danger is geboren en opgegroeid in Daytona
Beach, Florida, USA. Hij begon op de gitaar van zijn vader te spelen toen hij
5 jaar oud was. Nog voor zijn pubertijd goed en wel begon werd Duke al geïnspireerd
door bluesartiesten als Albert King, Freddie King, James Cotton, Junior Wells,
Little Milton en Etta James. Maar de grootste ontdekking moest nog komen: Duke
ontdekte BB King en was vastberaden: hij zou een bluesman worden! In Duke’s
high school periode kreeg zijn carrière steeds meer gestalte. Hij maakte
deel uit van lokale bands waar hij o.a. speelde met Duane en Greg Allman (Allman
Brothers). Duke’s bands deelden het podium met artiesten als Johnny Tillotson,
Clarence Carter, Bo Diddley, James Cotton, the Tams, the Drifters, the Coasters,
the Platters, Jackie Wilson en Albert King, artiesten waarmee Duke allemaal
in zijn latere carrière zou spelen. Danger ontpopte zich niet alleen
als blueskenner, maar ook als getalenteerd gitarist en soulblues zanger. Hij
combineert een rock ‘n’ roll presentatie met een vleugje Memphis
soul, New Orleans jazz maar bovenal alle stromingen uit zijn omvangrijke bluescollectie.
Hij noemt zijn stijl "Southern Blues", blues met meer soul dan de
bekendere Chicago of Texas blues. In 1973 verhuist Duke naar Nashville, waar
hij met zijn eerste band "Tennessee Trash" zijn gelijknamige debuutplaat
opneemt met de producer van Gladys Knight. Duke’s (inter)nationale erkenning
kwam echter in de 13 jaar als lead gitarist van de King of Rock and Roll, "Jerry
Lee Lewis", waarmee hij in diens topjaren intensief tourde en platen opnam.
Pas verscheen het album "If It Ain’t One Thing, It’s Another",
bij het label Music Avenue, een album waarop blues, R&B, Memphis soul, jazz,
rock and roll en ballades samen smelten tot een organisch geheel. Duke Danger
is een krachtige soulzanger die moeiteloos de volle arrangementen naar zich
toetrekt en brengt op deze plaat een mooi assortiment van eigen nummers en covers,
waaronder een aantal gesofisticeerde ballads, met als uitschieters, "I'm
Gonna Love You Tonight", "Lost In Love" en "One Night With
You", ballads die hij brengt met veel verve en klasse. De geweldige muzikanten
en Danger's mooie rauwe stemgeluid klinken als een klok. Bijgestaan door de
beste sessiemuzikanten maakt Danger op deze plaat ietwat gladde en gepolijste
muziek, maar wat zitten de songs goed in elkaar, wat wordt er goed gemusiceerd,
wat zingt hij heerlijk soulvol en, boven alles, wat klinkt het onweerstaanbaar
goed. Badend in een heerlijk bad van soul en rhythm & blues heeft Danger
zijn songs van geweldige melodieën voorzien die met veel emotie en power
worden gebracht. Een plaat die je maar blijft opzetten en die eigenlijk alleen
maar beter wordt. Dat de nu momenteel in Nederland verblijvende Duke Danger
klaar is om de Nederlandse blues scène wakker te schudden zal hij zeker
de volgende maanden bewijzen met zijn opzwepende live shows.
DUKE DANGER LIVE
Jun 14 2008 8:00P Ijsselop
Hilversum, Gelderland
Jun 15 2008 8:00P Hotel Arena Amsterdam, Gelderland
Jun 21 2008 8:00P Cafe Cartouche Hiversum
Jun 28 2008 9:00P Hilversum Live Blues Festival De Vorstin Hilversum
Jul 5 2008 8:00P Zomerspektakel Hilversum
Jul 6 2008 8:00P Judge "Schoollicks" Battle of the Bands Benelux Hilversum
Jul 6 2008 8:00P Zomerspektakel Hilversum, Gelderland
Jul 11 2008 8:00P The North Sea Jazz Festival Rotterdam, Gelderland
Jul 12 2008 8:00P The North Sea Jazz Festival Rotterdam, Gelderland
Jul 13 2008 8:00P The North Sea Jazz Festival Rotterdam, Gelderland
Aug 21 2008 8:00P Huntenpop Hilversum
Aug 28 2008 8:00P Geuzenpop Hilversum
Aug 30 2008 9:00P Mijdrecht Blues Festival Mijdrecht
Sep 13 2008 8:00P De Blue Note Amsterdam
Oct 15 2008 8:00P Breakitup Amsterdam
THE
TEX MEX EXPERIENCE
SAME
Website Myspace
Label: Evangeline Records
Distr.: Bertus
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO
3
Shawn
Sahm, jawel, zoon van... bracht in 2000 zijn uitstekend debuut uit, toen nog
met (posthume) hulp van zijn vader en Flaco Jimenez en Augie Meyers. Nu acht
jaar later, is er “Tex Mex Experience” de nieuwe cd en band van
Shawn. Het geheel lijkt wel opgedragen aan Doug. De Tex Mex nummers die je op
deze cd kon verwachten zijn doorspekt met sixties psychelia, wat pop, de geluiden
van dat typische Augie Meyers vox orgeltje dat van Sir Douglas Quintet zo een
unieke band maakte. “Hippie Girl (My Little Grover)” brengt zo de
jaren 60 terug, met een Beatle-esque geluid, maar wel “Made In Texas”.
De song, “Mama’s Out Rockin”, is er nog zo ééntje,
samen door Doug en zoonlief geschreven, met weer dat nostalgische geluid. Dat
stemmen ook met genen te maken hebben springt ook hier en nog meer in het hierop
volgende “Too Little Too Late” in het “oor”. Dat unieke
stemgeluid, duidelijk herkenbaar, wat jonger, maar onmiskenbaar een Sahm (gelukkig
geen Gooris). Een nummer met een zekere hitpotentie ook, mee neurieën doe
je sowieso. “The One And Only”, een mooie ballad, is mijn favoriet,
met lekkere accordeon en Hammond. “Bleed Me" en "Comin' Around
", allebei songs die dat stempeltje meedragen van het werk van vader vooral
tijdens zijn “Sir Douglas” periode, terwijl “Bajo Betty”
dan weer pure Tex Mex is, sterk herinnerend aan de Texas Tornados. Daarom dat
we deze cd vooral mogen zien als een hommage aan zijn overleden vader, maar
evenzeer aan de Beatles, waar Shawn een grote fan van is (zie clip). De song
“She Would If She Could” nog geschreven door Doug Sahm, is een stevig
rockende afsluiter van deze mooie Texaanse rootsplaat met een nostalgische knipoog.
De fakkel is doorgegeven!
(RON)
CLARENCE
GATEMOUTH BROWN
LIVE AT AUSTIN CITY LIMITS (DVD)
Website: http://www.gatemouth.com
Label: New West records
Distr.: Sonic Rendezvous
Jullie
kennen ze ondertussen wel: de "Live at Austin City Limits" DVD's,
van de gelijknamige Amerikaanse tv uitzendingen. Een van de laatste releases
die we er van toegestuurd kregen, is het uitstekende live concert van de Texaanse
duivel doe-al, Clarence "Gatemouth" Brown. Deze multi-instrumentalist
haalt de blues uit ieder instrument dat in zijn buurt staat. Eerst en vooral
zijn gitaar natuurlijk, maar ook zijn alom tegenwoordige "fiddle"
gebruikt hij veelvuldig om pure bluestonen aan te onttrekken of cajun getinte
country nummers mee neer te zetten. Texas is steeds een smeltkroes van stijlen
geweest, en Clarence is daar één van de meest prominente voorbeelden
van. Hij vermengt zonder de minste moeite en met een ongelofelijke flair: blues,
jazz, cajun, R&B, Texas funk en honky-tonk. Hij leunt sterk aan bij de big
band stijl, en zijn muziek swingt als de beste van die big bands, zoals hij
demonstreert tijdens dit optreden dat dateert van februari1996, het laatste
van zijn vier die hij er ooit deed. Hij overleed op 81 jarige leeftijd, drie
jaar geleden. Het concert begint met "Ain't That Dandy" een voorbeeld
van de met jazz doordrenkte blues van Clarence, het overbekende instrumentale
"Honky Tonk" en de mooie Texas tearjerker "Dark End Of The Hallway".
Hier neemt Clarence voor het eerst de fiddle ter hand om één van
die nummers neer te zetten, waar Doug Sahm niet veel aan zou kunnen toevoegen.
Nummers als "Leftover Blues" en "Early in The Morning" zijn
eveneens voorbeelden waar de Texaanse mix van blues en jazz een pefect beeld
geven van zijn veelzijdigheid. Uiteindelijk gaat het concert naar een fenominaal
hoogtepunt met de fiddle-apotheose "Up jumped The Devil", een nummer
waar het tempo opgedreven wordt tot de gensters uit de viool van Clarence dreigen
te spatten. Concerten als deze maken de Austin City Limits DVD's de moeite van
de aanschaf meer dan waard, met de Dts-Dolby geluidskwaliteit is het genieten
geblazen, heb je er de supergrote plasma of LCD schermen, al dan niet in high
defenition, nog bovenop, dan kan de pret helemaal niet meer stuk. Nu die zetels
nog aan de kant en je waant je in Austin, aan de voet van het podium. Wat voor
moois ligt er nog in de ijskast van "New West" voor ons?
(RON)
QUARTER
ACRE LIFESTYLE
BLOOD ON THE LAWN
Website Myspace
Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
Elektropop
en ritmische beats zijn het handelsmerk van deze vijfmansformatie uit Nieuw-Zeeland
en ook uit Amerika. Quarter Acre Lifestyle bestaat uit twee broers Aaron en
Cameron Pollock. De eerste is drummer en de tweede bassist. Dat is tot nader
order nog steeds de typische ritmesectie van een muziekgroep. Aaron verhuisde
naar Minneapolis, Minnesota in 2000 omwille van een jobopportuniteit als grafisch
ontwerper. Daardoor werd het werken aan hun muziek dus meteen een geografisch
complexe klus voor deze formatie. Begin 2006 werd een eerste cd uitgebracht
met de groepsnaam als titel. Die plaat slaagde er binnen de kortste tijd in
om in de lokale clubcircuits uit te groeien tot een veel gedraaide plaat. Met
de pas verschenen nieuwste schijf “Blood On The Lawn” wordt er nog
wat breder geëxperimenteerd met diverse elektronica maar krijgen ook de
traditionele instrumenten nog steeds een vooraanstaande plaats toegewezen. De
groepssound werd directer en voller dankzij de inbreng van gitarist Tony Masterantonio,
Sarah Anderson op keyboards en de vocale hoogstandjes van Kristin Brown. Qua
stijl duiken in de vakpers vaak terechte en soms minder verklaarbare vergelijkingen
op met de trip-hop sound van Portishead, Nine Inch Nail en Massive Attack en
de onvermijdelijke Peter Gabriel en Brian Eno als er overvloedig met synthesizers
en elektronica gespeeld wordt. De tien songs op “Blood On The Lawn”
variëren van softpop tot swingrock en deze verschillende stijlen zijn ook
wel een beetje nodig om de aandacht van de luisteraar tijdens het volledige
album te kunnen houden. De nummers die ons het meest konden imponeren waren
het atmosferische “Walk On”, het etherische en donkere “Cold
Heart” en het hitgevoelige “Escalator”. Het is duidelijk dat
Quarter Acre Lifestyle op een internationale carrière mikt met een genre
dat binnenkort de festivalweides weer zal overspoelen. Opzwepende beats en dito
drum loops en grooves zijn tegenwoordig meer dan welkom om de massa tot hysterie
te brengen. De instrumentale titeltrack en cd-afsluiter heeft dit allemaal in
één nummer vervat. Welkom op Pukkelpop omstreeks afsluitingstijd
voor liefhebbers van het genre.
(valsam)