OKTOBER 2007 - NOVEMBER 2007 - DECEMBER 2007
JANUARI 2008 - FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008
PHIL PRITCHETT AND THE FULL BAND - THE BULLFIGHTER RETURNS
POOR BILLY - MOONLIGHT STRANGER
WILLIE NELSON - MOMENT OF FOREVER
ALBERT COLLINS - LIVE FROM AUSTIN, TX (DVD)
JIM COFEY - BLACK BOX ALLEGATIONS
RODNEY PARKER & FIFTY PESO REWARD - THE LONESOME DIRGE
CARRIE NEWCOMER - THE GEOGRAPHY OF LIGHT
JIMMY RANKIN - EDGE OF DAY
OLD MAN LUEDECKE - PROOF OF LOVE
ROUGH SHOP - HERE TODAY
PHIL
PRITCHETT AND THE FULL BAND
THE BULLFIGHTER RETURNS
Website Myspace
Contact
Label : Eigen Beheer
CD-Baby
Phil Pritchett
noemt zichzelf P2 omwille van de dubbele P in zijn naam. Hij is een 37-jarige
muzikant die al zijn eigen albums produceert en zo heeft hij er al tien op zijn
palmares staan. Dat doet hij ook nog eens in eigen beheer in zijn eigen Trinidad
World Recording studio in Forth Worth (Texas). Hij speelt bijna alle instrumenten
en schrijft en zingt alle liedjes. Met zijn groep “The Full Band”
- bestaande uit 2 man (Stu Wiley op drums en J.W. “Blu” Marshall
op bas) - groeide Phil Pritchett mettertijd uit tot een internationale act met
een zeer energieke show die zowel in Amerika als in Europa, Zuid-Afrika en Australië
succes oogst. Zopas verscheen dit nieuwe album “The Bullfighter Returns”
met daarop acht eigen songs in pure popstijl met een gitaarrock-sound, Hammondorgel
en uitstekend zangwerk van dit duiveltje-doet-al. De beginsong “All I
Want To Do Is …” is al meteen goed voor een stevige rocker. De titeltrack
gaat nog even verder op dit elan en daarna volgt wat ons betreft de beste song:
“Girl Of All Seasons”, waarin ik grote flarden muziek en ook de
stem van Tom Petty meen te ontwaren. Dit is geschikt voor veel airplay en een
radiohit. Diezelfde Petty zou ook de song “Living Isn’t An Easy
Thing To Do” voor zijn rekening hebben kunnen nemen. Heel sober en naakt
is het haast akoestisch gebrachte “Thieves In The Market” met een
mooi Hammondorgel-intermezzo en “If You Listen To Too Many People”
brengt moderne Americana-rock. In elk nummer op dit album kan je gemakkelijk
herkennen dat deze man een doorwinterde songschrijver is die de knepen van het
vak al lang in de vingers heeft. Hij weet overduidelijk met welk soort songs
hij zijn publiek tijdens live shows kan inpakken. Zo is succes met “I’m
Gonna Find That Girl” al bij voorbaat gegarandeerd. “The Bullfighter
Returns” duurt nauwelijks 31 minuten maar mocht wat ons betreft gerust
twee keer zo lang doorgaan. Toch wordt al rockend afgesloten na een klein half
uur met “Find My Own Way (And Be Happy With Where I Go”. Te kort,
maar toch heel plezant om complexloos door de boxen te schallen.
(valsam)
POOR
BILLY
MOONLIGHT STRANGER
Website Myspace
Contact
CDbaby
Soms valt er
een verrassing uit de lucht onder de vorm van een Cd die je van het begin tot
het einde intrigeert. Telkens als ik ‘Snake With 7 Tails’ beluister,
wekt dit de energie op van zeven kandijklontjes. De ontdekking komt uit Denemarken
aangevlogen, waar je niet direct een slang of een ‘Hootcie Koo Man’
verwacht, maar wel fabeltjes. Nochtans is dat datgene waarover ‘Poor Billy’
zingt, een groepje Deense knappe muzikanten, die op zoek gingen naar de goudaders
in de modder van Amerika, maar dan symbolisch. Karsten Olesen schreef de tien
nummers met plezier en fantasie. Zelf speelt hij harmonica en een enkele keer
akoestische gitaar. De dynamische ritmesectie van bassist Jesper Holt Andersen
en drummer Soren Poulsen geeft extra élan aan dit album. Karsten is gezegend
met een hees/warme stem die het midden houdt tussen Willy Deville, Tom Waits
en Frankie Miller. Zijn verbeelding zet zich om in songteksten die zowel lyrisch,
ironisch als mythisch zijn. In de rootsmuziek van dit Deens kwartet vang je
Mississippi Delta invloeden op, maar ook de Engelse bluessound uit de sixties
jaren. Alles in een energieke stijl verpakt. Thin Lizzy en The Doors zijn ook
niet ver weg. De dobro, banjo en gitaren van Peter Sandegaard laten de countryritmes
doorsijpelen. In ‘On Your Own’ zie je a.h.w de schimmen van de troubadours
aan de horizon wegdansen. Geen enkel zwak nummer onder deze tien. De ‘Lovetrain’
rijdt op het tempo van de harmonica en de drum door Poor Billy’s bevreemdend
landschap. Over ‘Moonlight Stranger’ met reminiscenties aan Tom
Waits spreidt het maanlicht zijn mysterie. ‘Fables’ met banjo is
speels en dubbelzinnig als een kinderliedje. De ‘Golden River’ glijdt
soepel en grillig door Karsten’s hersenspinsels. En de ‘Snake’
is gewoon de Top. Poor Billy trad op in Denemarken in zowat alle locaties en
regio’s. Het wordt tijd dat deze band uitbreekt over de landsgrenzen,
liefst naar België vooraleer verderop te trekken. Want zoals Ian Siegal
een ontdekking was, plaats ik ook dit album van onze verre Noorderburen bij
de soortgelijke muzikale hebbedingetjes.
Marcie
WILLIE
NELSON
MOMENT OF FOREVER
Website
Label: Lost Highway Records
Distr.: Universal Music
Amerikaanse zanger en songschrijver Willie Nelson werd in 1933 geboren te Abbott, Texas. Groeide op bij zijn grootouders en vanaf zijn tiende jaar speelde Willie gitaar in diverse lokale bands. Na een periode bij de luchtmacht had Willie Nelson vele baantjes. Hij verkocht bijvoorbeeld huis aan huis bijbels en encyclopedieën. Met het geld dat hij aan zijn eerste song "Family bible" verdiende reisde Willie Nelson naar Nashville, het hart van de country muziek. Toen in het voorjaar van 1960 Nelson in een roestige Buick Nashville binnenreedt was hij vastbesloten het te gaan maken. Twee jaar later was zijn faam als songschrijver gevestigd middels klassieke hits voor Faron Young, Ray Price en vooral Patsy Cline die van "Crazy" een evergreen maakte. Andere songs uit die periode, dan denken we graag terug aan "Funny how time slips away" (Jimmy Elledge), "Wake me when it's over" (Andy Williams) en "Pretty paper" (Roy Orbison). In 1970 brandde het huis van Nelson in Nashville tot de grond toe af. Hij verhuisde naar Texas. Met Texas als basis tourde Willie Nelson in de jaren zeventig onophoudelijk door de Verenigde Staten van Amerika. In deze periode veranderde zijn stijl in een modernere countrystijl. Na zijn creatieve hoogtepunt aan het begin van die jaren zeventig, zijn alom gewaardeerde meesterwerk "Red Headed Stranger", volgt het legendarische tv-programma Austin City Limits, waar Nelson in 1974 de eerste pilot-aflevering deed. Hoeveel platen levende legende Willie Nelson precies op zijn naam heeft staan weten we niet, maar dat dit aantal de honderd al lang gepasseerd is is absoluut zeker. Hieronder een aantal absolute meesterwerken, maar ook voor dramatisch slechte platen draait de singer-songwriter uit Forth Worth, Texas, zijn hand niet om (denk maar eens aan zijn reggaeplaat "Countryman"). De man die sneller albums uitbrengt dan dat wij ze kunnen kopen of luisteren, komt nu dan toch gelukkig wederom met een volwaardig album dat echt de moeite waard is. Zo wist hij ons twee jaar geleden reeds te verrassen met het album "Songbird", een plaat in een productie van Ryan Adams. Hij was er in geslaagd om het beste uit Willie Nelson naar boven te halen: doorleefde countrymuziek, precies die muziek waarmee Nelson het diepst weet te ontroeren. En dat Nelson graag samen werkt met jonger talent is nu ook te horen op zijn nieuwste cd, "Moment Of Forever". Hij kan zo zijn kennis en ervaring delen met deze nieuwe generatie en vervolgens de frisse kijk van de 'leerling' toevoegen aan zijn eigen bagage. Ook op dit nieuwe album is het resultaat verrassend goed, want de oude meester werkt hier samen met de veel jongere countryheld, Kenny Chesney, die samen met Buddy Cannon de kraakheldere productie van "Moment of Forever" verzorgde en tevens te horen is in het duet "Worry B. Gone". Willie Nelson schreef drie nummers zelf, waaronder de gevoelige, typische Nelson ballad "Always Now"; en zingt ook een aantal covers waaronder de titeltrack, "Moment Of Forever" van Kris Kristofferson, de eerste single "Gravedigger" van Dave Matthews en "Louisiana" van Randy Newman. Het hoogtepunt van dit even sfeervolle als krachtige album is misschien wel het afsluitende "Gotta Serve Somebody" van Bob Dylan. Warm aanbevolen voor Nelson-fans! Op donderdag 15 mei komt hij naar de Elisabethzaal in Antwerpen!
WILLIE
NELSON LIVE
ELIZABETHZAAL, ANTWERPEN
15 MEI 2008 - 20.00
ALBERT
COLLINS
LIVE FROM AUSTIN, TX (DVD)
New West Records - Sonic
Rendezvous
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO
3
Albert
’Iceman’ Collins werd geboren in Texas, Leona als een ver familielid
van Lightnin' Hopkins en groeide op met muziek en gitaar. Gedurende de jaren
40 en 50 nam hij de bluesgeluiden en -stijlen uit Texas, Mississippi en Chicago
in zich op. Later zou hij deze geluiden op z'n eigen manier gebruiken. Collins
vormde zijn eerste band in 1952 en was twee jaar later de de hoofdspeler in
verschillende bluesclubs in Houston. Op het einde van de jaren 50 koos hij als
gitaar de Fender Telecaster en ontwikkelde een eigen geluid met onder andere
z'n "attack" vingerstijl. Albert begon op te nemen vanaf 1960 en gaf
vele singles uit, waaronder vele instrumentale zoals "Frosty". In
de lente van 1965 verhuisde hij naar Kansas City. Vele opname studio’s
in Kansas City waren echter gesloten in de helft van de jaren 60. Om toch te
kunnen opnemen, verhuisde hij dan maar naar Californië in 1967. Nadat hij
een optreden had gegeven met Canned Heat introduceerden leden van deze band
hem bij Liberty Records. Collins tekende, en gaf z'n eerste LP uit onder Imperial
Records, een zusterlabel, in 1968. Albert verbleef nog vijf jaar in Californië,
waarna hij in 1973 naar Texas verhuisde en er een nieuwe band vormde. Hij tekende
bij Alligator Records in 1978. Hij nam "Ice Man" op en gaf het ook
uit. Zeven albums volgden nog onder Alligator Records, voordat hij in 1990 bij
Pointblank tekende. In de vroege jaren 90 tourde Collins door de Verenigde Staten,
Canada, Europa en Japan. Zo maakte deze ondertussen populaire bluesmuzikant
in 1991 zijn eerste opwachting in deze tv-show, de Austin City Limits. Hij speelt
uiteraard zijn lijflied "Frosty" met zijn grote band, maar ook diverse
nummers zoals "Mr. Collins, Mr. Collins", "Travellin' South",
"Put the Show on the Other Foot", "Head Rag" en de titeltrack
van zijn toen laatste album "Iceman", dat begin dat jaar bij het Pointblank
label verscheen. Met uitgebreide band kwam hij zeer toonbaar voor de dag, wat
deze DVD toch zeker aan te raden maakt. "The Iceman Cometh" was een
gevleugelde uitdrukking als Collins in zijn hoogtijdagen het podium opkwam.
Zijn bijnaam had hij niet aan zijn bleke gelaatsuitdrukking of vervelende persoonlijkheid
te danken, maar aan zijn gitaar picking stiel, hij beroerde de snaren zonder
plectrum waardoor hij een mooie doordringende klank uit zijn instrument toverde.
Helaas gebruik ik hier overal de verleden tijd want de Iceman is niet meer onder
ons, twee jaar na het concert op de DVD overleed de bluesreus, veel te vroeg
(24 november 1993). Des te mooier dat we hier een fraai document hebben van
de bluesstijl met veel blazers waarbij Albert zijn getergde zang begeleid met
felle gitaarlicks. We missen hem.
JIM
COFEY
BLACK BOX ALLEGATIONS
Website
Myspace
Label: Naked Productions
Distr.: Bertus
De
aandachtige rootstime.be-lezer maakte al kennis met België’s nieuwste
ster aan het fun(k)firmament in mijn review van hun (stomende) optreden in de
Borderline op 14 december 2007. Toch stel ik de band graag nog even voor. Jim
Cofey (toen nog: Jim Cofey’s Soul Kitchen) was eertijds een uitvloeisel
van opnamesessies die Jan Ieven (Bass & Vocals - El Fish, Rhythm Junks),
Steve Wauters (Drums - Last Call, Big Dave) en Patrick Cuyvers (Vocals, Keyboards,
Hammond - Hideaway, Soul Spirit) samen deden voor Lurrie Bell in 2005. De chemie
was er en het drietal bleef samen musiceren. Deze “founding fathers”
recruteerden dan Rob Vanspauwen (Guitars), Gert Servaes (Percussion) en Igor
Maseroli (Saxophones) om de huidige Jim Cofey line-up te vervolledigen. Met
hun aandeel in bands als El Fish, The Rhythm Junks, Last Call, Hideaway, Soul
Spirit kunnen de bandleden imposante adelbrieven voorleggen. Als de beperkte
informatie die daarover beschikbaar is, klopt, ontleent de band haar naam aan
John Coffey, het hoofdpersonage van de blockbuster “The Green Mile”
met Tom Hanks en Michael Clarke Duncan in de hoofdrollen. De band geeft aan
sterk beïnvloed te zijn door de New Orleans-funk van de zestiger en zeventiger
jaren van de vorige eeuw. Illustere exponenten daarvan zijn ondermeer Dr. John,
The Meters (luister eens naar “Liver Splash” en “Good Old
Funky Music”), Eddie Bo (“Check Your Bucket”), Jon Cleary,
Allen Toussaint & Jimmy McGriff (“Black Pearl”). Andere namen
in dezelfde galerij zijn Mary Jane Hooper, “Mad” Professor Longhair
en The Explosions. In het voorjaar van 2007 werd een demo opgenomen met daarop
“The Blame”, “Fat Cakes”, “Doney’s Theme”
en “Seems Like Yesterday”. Deze fourtrack werd verrassend door de
Belgische nationale radio (Radio 1 en Radio 21) opgepikt. In december 2007 dook
de band dan de studio (Motormusic & The Groove) in voor de opname van “Black
Box Allegations”, hun langverwachte eerste album. Producer van dienst
was Kristof Michiels, allicht beter bekend als DJ 4T4 (Hof Van Commerce / Ultrasonic).
Die keuze verklaarde Jan Ieven al aan een collega van het Metrotime-magazine:
“Ik heb al veel platen gemaakt en ik heb ondervonden dat het interessant
is om een beroep te doen op iemand die niet evident lijkt als keuze. Als je
werkt met iemand die hetzelfde doet als jij, dan ga je nooit verrassende resultaten
krijgen.” Het is de diversiteit in ‘s mans muzikale smaak die hem
de job als producer opleverde. De fourtrack had me al doen watertanden naar
het album. Dat album, met twaalf kleurrijke geluidsdragers uit lang vervlogen
tijden (cassettes) op de cover, is er nu eindelijk. De voorbije anderhalve week
heb ik het waar mogelijk meegezeuld en nu is het tijd voor de review.
Opener “A Lie Is A Lie” lijkt te gaan over het terugvallen op leugentjes
om het leven te kunnen leiden dat men graag wil leiden. Mooie pianosolo van
Cuyvers. Instrumental “Bricks & Tiles” steekt van wal op de
ritmes van Gert Servaes’ percussie en Steve Wouters’ drums. Het
ontbolstert zich daarna tot een uptempo song met uiterst leuke bas- en saxlijnen
van Jan Ieven en Igor Maseroli. Rob Vanspauwen sluit af met een leuke gitaarsolo.
Aan Rob: wah-wah of talk-box? Nice anyway! “Seems Like Yesterday”
was op de fourtrack één van mijn favorieten (de groove, de Rhodes?).
De fourtrack-versie deed mij ongelooflijk denken aan de gepatenteerde Blue Blot-sound.
De albumversie verschilt op verschillende vlakken: het tempo ligt hoger, de
“feel” zit gans anders door het het wegvallen van percussie en de
roffelende drums, de song is er veel “ruiger” op geworden. Nieuw
zijn ook de trompetten van gastmuzikant en jazz-prodigy Carlo Nardozza die het
nummer uitzingen. “Kinky Reputation”, de vooruitgeschoven single,
is volgens mij wat de jongens bedoelen wanneer ze aan New Orleans denken. Ik
word er in elk geval blijgezind van. “She’s So Guilty” gaat
op het met “Kinky Reputation” ingeslagen New Orleans-pad door: ik
hou van de sax-riff, de leuke ritmes, de blazers en de modulaties die in die
song zitten. Feels like dancin’! “Waste Of Time”: mooi opgebouwd
nummer dat wat mij betreft op z’n best zit komt waar saxsolo en gastzangeres
Kathleen Vandenhoudt samenkomen. Alhoewel ballads mij eerder nooit dan zelden
kunnen smaken, is “The Table” bepaald geslaagd te noemen. Dit nummer
toont aan hoeveel kracht kan uitgaan van muzikanten die hun partijen ingetogen
inspelen. Wie goed luistert, hoort hier dat het album gemasterd werd vanaf een
vinylplaat. “Fat Cakes” is een cover van “world’s greatest
blues organist” Jimmy McGriff. In “The Blame” maken we kennis
met de derde gastmuzikant, Nick Caris (zie Grupo Go), die een mooi eind wegblaast
op de trombones om de band zo tot in een superleuke bridge te duwen: listen
for yourselves! “That Ain’t Bad”: lekker happy – I love
the lyrics. “Chew The Fat” is opnieuw een instrumental. Met “Four
Corners”, een song die Allen Toussaint schreef voor Lee Dorsey sluit het
album in schoonheid af. Jim Cofey is een super liveband die met “Black
Box Allegations” een heel sterk en divers album aflevert. Noteer nu al
het Belgian Rhythm n’ Blues Festival in je agenda, want men heeft de band
(terecht) op de affiche geplaatst. Andere gigs vind je terug op hun webstek.
My advice: Buy ‘em. See ‘em.
Pieter Jan
JIM COFEY LIVE
4
Mei
Crossroads Café Antwerp
12 Juli
BRBF Blues festival Peer
29 Aug.
Gevarenwinkelfestival Herselt
RODNEY
PARKER & FIFTY PESO REWARD
THE LONESOME DIRGE
Website Myspace
Contact
Label : Sidekick Records
CD-Baby
Zo’n
vier jaar geleden hoorden we voor het eerst van de Amerikaanse formatie Rodney
Parker & Fifty Peso Reward toen hun debuutplaat “Blow The Soot Out”
in eigen beheer werd uitgebracht. Deze cd leidde tot wat lokaal succes in Texas
waar de groep zijn thuisbasis heeft in Denton. 2008 moet het jaar van de definitieve
doorbraak worden. Daarvoor moet de nieuwe cd “The Lonesome Dirge”
als springplank dienen, een album met afwisselend Americana-rock, bloedstollende
ballads en pure roadhouse-rock in de stijl van Steve Earle en Son Volt. De eerste
song op deze plaat “Firefight” is daar een uitstekend voorbeeld
van. Je kan moeilijk stil blijven zitten als dit dynamische en stuwende nummer
door de versterkers schalt. Helemaal in de mood om urenlang door te rocken wordt
je meteen terug met de voetjes op de grond gezet en grijpt de passionele rocksong
“10 Lb. Test” je naar de strot. De door overvloedige liters whisky
doordrenkte schurende stem van Rodney Parker doet de luisteraar nog net een
opwellende traan uit de ooghoeken vegen. Deze song geloof je helemaal, willen
of niet. Dan volgt een eerbiedwaardig - haast sacraal - eerbetoon aan Bruce
Springsteen in de vorm van een uitstekende en gepersonaliseerde rockcoverversie
van diens “Atlantic City”. The Boss zal er heel blij mee zijn. Parker
beschikt over de gave om van het ene genre naar het andere te switchen zonder
maar een greintje aan geloofwaardigheid in te boeten. De emotionele ballade
“Brother” wordt net zo gemakkelijk verorberd als songs zoals “Wild
Man From Borneo” (een heel mooie cover van de Kinky Friedman-song), “Tell
Me What It Is” en het elke vrijgezel meteen overtuigende Pogues-achtige
“I’m Never Getting Married”. De ijzersterke stem van Rodney
Parker overtuigt elke twijfelaar finaal in de emo-song “Ghost” die
daarenboven van indrukwekkend blazerswerk voorzien werd. Zelfs het hoempa-countrydeuntje
“In The River” zal niemand onberoerd laten. Helemaal op het einde
wordt de luisteraar nog eens tot diepgaande bezinning opgeroepen via het mooie
“11 Hours” dat bijna meer Springsteen is dan Bruce zelf. “The
Lonesome Dirge “is een ijzersterke plaat, maar dat diende allicht niet
meer herhaald te worden na bovenstaande recensie. We moeten uitermate voorzichtig
zijn met de omschrijving “meesterwerk” maar schaf deze plaat toch
maar blindelings aan op mijn aanraden. Ik neem met dit advies geen enkel risico
en je zal je deze uitstekende aankoop zeker niet berouwen.
(valsam)
CARRIE
NEWCOMER
THE GEOGRAPHY OF LIGHT
Website Myspace
Label: Rounder Records
Distr.: Munich Records
VIDEO 1 VIDEO
2
Met
haar wortels in het zuidelijk Indiana, waar geodes in het landschap opgenomen
zijn, ogenschijnlijk achtergelaten stenen, leert Newcomer ons hoe je moet kijken
om de schittering in de kern van de dingen te ontdekken. Want de kristallen
schoonheid zit in de holte verborgen en herinnert aan het mysterie van het leven.
Naar het mooie in haar folky songs moet je echter niet lang zoeken. Dat sprankelt
alle richtingen uit. Carrie Newcomer is dan ook een begenadigd singer-songwriter,
die in enkele zinnen feeërieke beelden weet te penselen. De violen van
Chris Wagoner, de piano van Gary Walters en vooral de cello van Mary Gaines
verrijken het impressionistisch kleurenpalet. Carrie’s poëtisch talent
lijkt aangeboren en hiermee plaatst zij zich in het rijtje van Mary Chapin Carpenter,
Gillian Welch en Krista Detor, allen vrouwelijke dichters die met fijne toetsen
een eigen wereld weten te creëren. Zij toerde trouwens ook met Alison Krauss.
Net zoals in het serene ‘Geodes’ wordt in het beschouwende ‘Leaves
Don’t Drop (They Just Let Go)’ haar fascinatie voor de geheimen
van de natuur onthuld. Het sublieme pareltje ‘You’d Think By Now’,
waar de cello en piano een ragfijne sluier over spreiden, tast naar de het wezen
van de dingen. In haar elegante songs duiken zowel Appalachian als religieuze
invloeden op, waar zij als gelovige Quaker ontvankelijk voor is, met meditaties
over het licht en de schaduw in het leven van elkeen. Haar zangstijl is melodisch
en de warmte van haar fluwelen stem doet geboeid luisteren. Tussen al die contemplatieve
reflecties, duiken af en toe ook country geïnspireerde songs op, die voor
afwisseling zorgen. Carrie Newcomer producete zelf dit album, samen met David
Weber, naar schatting al haar elfde album bij Rounder. Haar songs begeleidt
zij zelf met gitaar of banjo, maar naast de genoemde cello en piano, hoor je
ook nog ukulele, harmonica, lapsteel, drums en meerstemmige vocalen. En de lichtval
op haar lyrische songteksten is deze van een mysticus.
Marcie
JIMMY
RANKIN
EDGE OF DAY
Website Myspace
Label: Song Dog Records
CDbaby
Nova
Scottia in Canada, we hebben er al een paar artiesten van besproken, een extra
mooi gedeelte van het voor de rest ook prachtige Canada. Jimmy Rankin is er
één van de Americana artiesten en singer songwriters die het stilaan
begint te maken. Solo dan toch, want voorheen, tot 1999 was hij lid van een
van de meest succesrijke Canadese rootsbands, die ginds samen meer dan 2 miljoen
cd’s verkochten en talloze awards wonnen: “The Rankins”. Dit
is reeds zijn derde solo release: na het debuut uit 2000 “Song Dog”,
opgedragen aan zijn pas verongelukte broer. Het werd een puur singer-songwriter
album met Jimmy en een aantal bevriende muzikanten. Dan volgde in 2003 “Handmade”
die zijn titel waarmaakte door het gebruik van bijna enkel akoestische instumenten:
hoofdzakelijk banjo, gitaar en dulcimer. Nu met deze “Edge of Day“gaat
hij weer een stap verder. Een cd met een overdadige muzikantenlijst, waarbij
me tussen de minder bekende namen, een naam direct in het oog springt: Colin
Linden, die de plaat produceerde en ondermeer allerhande akoestische en elektrische
gitaren ter hand nam alsook dobro’s, mandolines en nog wat andere snaarinstrumenten.
Het resultaat is prachtig, een knappe en boeiende Americana cd, of moet ik hier
spreken van Canadiana, met een aantal songs die sterke radiokwaliteiten hebben.
Neem bijvoorbeeld “Slipping Away”, een echte sterke song, die na
een paar beluisteringen je geheugen moeilijk nog verlaat. Prachtig gezongen,
een melodie om van te snoepen. Als het niet zo een negatief beladen woord was
zou ik van een “hit” spreken, laten we het houden op een topsong,
waarbij ook het “rake” gitaarwerk van Colin Linden aan bijdraagt.
Bijna dezelfde kracht bevat “Got To leave Louisiana” rijkelijk voorzien
van fiddle. Deze plaat is ook een “sleeper” zoals men dat in vaktaal
noemt. Bij de eerste beluistering doet ze weinig, maar na een aantal draaibeurten
laat ze je niet meer los. Terwijl ik dit schrijf is “Heaven Is The Last
Place” de volgende song die toeslaat, weer zo’n mooie melodie, Jimmy’s
stem die je grijpt en langzaam naar zijn “verhalende” poetische
teksten toetrekt… Ik geef me over!
(RON)
OLD
MAN LUEDECKE
PROOF OF LOVE
Website Myspace
Contact
Label: Black Hen Music Rounder
Records
Distr.: Munich Records
Het lijkt tijd om eens een mooie bluegrass - cd te bespreken, want zoveel cd’s vol met banjo’s en samenzang worden er hier de laatste tijd ook weer niet besproken. Niks mis mee, want we blijven ervan genieten. Zeker als het werk voorzien wordt van het Black Hen Music keurmerk. Nog steeds één van de meest toonaangevende en betrouwbare labels als het gaat om rootsmuziek uit Canada. Dit land blijft zich dan ook de laatste maanden (zeg maar laatste jaren) alsmaar meer profileren als het Americana-land bij uitstek. Vooral daar waar het singer-songwriters betreft blijven de uitstekende releases elkaar van daar uit aan een zeer hoog tempo opvolgen. Zo is er nu bijvoorbeeld ook weer "Proof Of Love", de voortreffelijke nieuwe van Chris "Old Man" Luedecke. Diens tweede heeft echt alles, wat wij van een goede singer-songwriterplaat roots/bluegrass-stijl verwachten. In een productie van Steve Dawson tekent Chris Luedecke hier voor elf eigen composities en twee herwerkte traditionals, waarin hij zich op geheel eigen wijze buigt over het leven van alledag met al z’n snikken en grimlachjes. Luedecke is niet zomaar een Canadees die de clichés van het genre op een onpersoonlijk hoopje gooit. Zijn vorig album "Hinterland" (2006) grossierde in geslaagde en gesmaakte folk muziek die terug gaat naar laat de jaren 50, prille begin jaren 60, maar dan wel in een nieuw moderne uitvoering. Dat hij een onvoorwaardelijke aanbidder is van Pete Seeger, John Prine en Jack Elliot, is ook op zijn tweede plaat duidelijk te horen, en willen we het resultaat meteen verklappen dat alles zeer boeiend en bloedmooi is. De banjo mag al eens klateren zoals voorts alleen de Canadese berg- en valleiriviertjes dat kunnen en de nummers zoeken onderweg soms hogere regionen op. Dat geeft Chris Luedecke veeleer het aura van een 'gewone' singer-songwriter. De sfeer van zijn platen is er één van warme donkerte: een prachtige, karaktervolle stem die de hakken van de songs in het zand zet, terwijl zijn banjo en akoestische gitaar, overgoten met soms spookachtige effecten van Steve Dawson, het album doen klinken alsof het in een donkere, verlaten hut is opgenomen. Waar soms per ongeluk een streep zonlicht binnen schijnt en zo niet toevallig voor de zwakke momenten zorgt. Op Luedecke's platen staan steevast een paar nummers die je, net als bepaalde foto’s of juwelen, nooit meer wilt kwijtspelen. Ook nu weer: "Ain't Goin' My Way" bijvoorbeeld, waarin naast, het uitmuntende fiddle- en banjospel, John Reischman op mandolin en Rose Cousin met de perfecte backing schitteren, hetgeen deze song er niet van weerhoudt te verdrinken in een kolkende waterval van schoonheid. Ook in het prachtige "Little Bird" kan Luedecke rekenen op de treffende backing vocals van deze Rose Cousin. Bijgestaan wordt Luedecke op "Proof Of Love" overigens niet enkel door snarenvirtuoos Steve Dawson. In het zopas genoemde "Ain't Goin' My Way" komt zo ondermeer mando-virtuoos John Reischman voorbij en daarin en elders stoten we ook nog op de namen van bassist Mark Beaty (The Be Good Tanyas, drummer John Raham (The Be Good Tanyas, Kinnie Starr), Adrian Dolan (The Bills) op viool en de backing vocals verzorgen Alice Dawson en the Sojourners naast de reeds vermelde Rose Cousin. De samenwerking met de gospel band, the Sojourners, in het nummer "Johnny Has Gone For A Soldier", behoort dan ook tot een hoogtepunt, misschien wel het bijzonderste nummer van deze plaat. Het album kent een simpele maar effectieve samenstelling van uptempo nummers die telkens gevolgd worden door een rustige ballade. Hoewel het snelle getokkel op banjo erg aanstekelijk klinkt, bevalt het kalme werk het meest. Heerlijk loom worden we van het trage dansnummer "Sad As A Forest", dat ons terugbrengt naar de vijftiger jaren, en het is prachtig om te horen hoe verlaten de banjocaster klinkt op "The Drawing Near", waarin Chris werkelijk een bar room/back porch jam sessie weet te creëren. Mooie stem heeft deze Chris wel. Helder, warm, vertrouwd en bovenal prettiger in het gehoor liggend. Zijn composities spreken dan ook tot de verbeelding, maar ook de voortreffelijke traditionals, als "Lulu My Darling" naast "Just Like a River", een song die hij in zijn ééntje brengt. De hoes van het album reflecteert de pure en authentieke sfeer die rondom de muziek hangt. Het wordt niet mooier gemaakt dan het is, want wie goed rondkijkt en luistert, weet dat de wereld vol schoonheid zit om je constant over te verwonderen. Dat doet Old Man Luedecke ook.
ROUGH
SHOP
HERE TODAY
Website Myspace
Contact
Label : Perdition Records
CD-Baby
Andy
Ploof, John Wendland en Anne Tkach vormen samen het muzikale trio “Rough
Shop” waarmee ze traditioneel geïnspireerde rootsmuziek brengen,
beïnvloed door folk en country. Qua instrumentatie houden ze het echter
sober waardoor het geheel een akoestisch tintje meekrijgt. Na “Far Past
The Outskirts” in 2006 is “Here Today” hun nieuwste cd met
twaalf liedjes die op één na allemaal door de muzikanten zelf
werden geschreven. Daarbij hebben ze elk een aantal liedjes voor hun rekening
genomen waarvoor ze ook om beurten de vocalen verzorgen. “Clean Slate”
en “Wandering Tonight” zijn rustige jazzy liedjes aan het begin
van de plaat. “Dance All Night” en “Reasons” zijn uptemponummers
met al wat meer bluegrass- en folkinvloeden. In “Dear Mama” zingt
Anne Tkach - die we nog kennen uit haar periode bij “Hazeldine”
en “Nadine” - een heel mooie en emotionele ode aan haar moeder op
de tonen van een accordeonwalsje waarvoor Peter Hesed werd ingehuurd om de trekzak
te hanteren. Het uit multi-instrumentalisten bestaande muzikantencollectief
bekoort ons nadien verder in “Drink Up And Go Home”, een cover van
een Freddie Hart-countrysong uit diens cd “A Hurtin’ Man”
uit 1967. Ook “’Til The Well” is een aanstekelijk walsje met
meer hartverscheurend zangwerk, deze keer afkomstig van Andy Ploof. Doorheen
de hele plaat is het duidelijk dat Ploof meer vanuit observaties schrijft en
zijn inspiratie zoekt in de geschiedenis van de originele Amerikaanse muziek
uit de periode rond het einde van de 19e eeuw. Naar onze mening steken de vijf
liedjes die door bassiste Anne Tkach met bijzonder zuivere en heldere stem gezongen
worden er toch nog even bovenuit. De erg mooie cd-afsluiter “Stumbling
Angel” illustreert het best waarom we deze mening meenden te mogen ventileren.
Daarenboven toont dit nummer aan dat ook John Wendland prachtige liedjes kan
schrijven. Rough Shop was op hun eerste album nog een zestal maar de inkrimping
tot akoestisch trio is de kwaliteit van hun muziek zeker ten goede gekomen.
Op “Here Today” toont de groep dat ze nog veel meer in hun mars
hebben en daarom is dit een aanbevelenswaardig plaatje voor de fans van pure
rootstraditionals waarbij meezingen of mee neuriën absoluut niet verboden
is.
(valsam)