JANUARI 2008 - FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008
JUNI 2008 - JULI 2008 - AUGUSTUS 2008 - SEPTEMBER 2008 - OKTOBER 2008
EACH
MONTH MORE THAN 100 REVIEWS FOR YOUR ROOTS LOVIN' EARS!
|
NELS ANDREWS - OFF TRACK BETTING
JAY FLASH - THE LOSER
JOE IADANZA - TRAVELING SALESMAN
SHEARWATER - ROOK
JEN LOWE - FROM THE END OF THIS HALLWAY
SKYLA BURRELL - TOUGH LUCK
BIG BOY BLOATER - THAT AIN’T MY NAME
PAUL MARK & THE VAN DORENS - BLOOD & TREASURE
THE OFFRAMPS - SPLIT THE DIFFERENCE
PAT SHANNON - MIDNITE CAFE
NELS
ANDREWS
OFF TRACK BETTING
Website Myspace
Label : Reveal Records
Distr. : Lucky Dice
De
van oorsprong uit Albuquerque, New Mexico afkomstige singer-songwriter Nels
Andrews schijnt zijn aanhang vooral in Europa te hebben, en ondanks zijn bejubelde
cd "Sunday Shoes" (2004) blijft hij nog altijd volslagen onbekend.
Volkomen onterecht, want Andrews manifesteert zich op zijn nieuwe studioplaat
"Off Track Betting", als een buitengewoon getalenteerd singer-songwriter.
Zijn muziek valt moeilijk te omschrijven, omdat vreemde eend in de bijt Andrews
ditmaal uit meerdere van elkaar gescheiden bronnen put. Verwacht van Andrews
niet een stoffig folkproduct, maar eerder een schijfje waarop elementen uit
de beste Americana en roots tradities versmolten zijn met hedendaagse moderne
snufjes. En voelbaar is zijn streven de liedjes toegankelijk te houden. Hij
is een singer-songwriter met een lekker warme stem met een klein beetje gruis,
die best weet zijn donkere teksten namelijk te voorzien van verrassende arrangementen,
die hem soms richting folk brengen, zoals in de ballade "Lady Of The Silverspoon”
en het door pedal steel gedragen "Shoot Out The Stars". Andere track
die de luisteraar zal aanspreken is o.a. het afsluitende "Dollar And The
Dream", waarin hij Amerika viseert. Het knappe van deze plaat is dat Andrews
moderne technieken weet te combineren met prachtige composities. De teksten
zijn even duister als de hoes, maar de prachtige melodieën zorgen ervoor
dat deze plaat toch iets 'lichts' heeft, dit heeft natuurlijk te maken met de
productie, want deze keer was het multi-instrumentalist Todd Sickafoose (Ani
DiFranco) die deze plaat produceerde. Voeg daarbij sterspelers als Adam Levy
(Norah Jones), Michael Jorgensen (Wilco), Ben Perowsky (Joan As Policewoman)
en gastvocalisten Ana Egge en AJ Roach, krijgen we nu een productie die wel
klinkt als een klok, kraakhelder met veel nuances. Vergelijken maken met anderen
is eigenlijk zinloos, al doen de meest spaarzame arrangementen soms wat denken
aan Calexico, Richmond Fontaine, Ray Lamontagne ... OK, geen vergelijkingen.
Centraal staan ook nu de vertellingen en de wat licht-hese stem van Andrews.
Hij schrijft prachtige verhalen over mensen in voor hen onwennige situaties,
over relaties, veranderingen in een mensenleven. Liedjes die lijken te zinderen
van de warmte van de woestijn en die ook nauwelijks mid-tempo genoemd mogen
worden. Sommige van Amerika’s diepste emoties liggen vast in zijn DNA
en ze komen eruit via songs die recht op het hart mikken, de geest prikkelen
en naar de heupen zakken. "Off Track Betting" is fraai geproduceerd
en zit vol muzikale hoogstandjes, maar de songs staan gelukkig altijd centraal.
Songs die ondanks hun diepgang lekker in het gehoor liggen en stuk voor stuk
tijdloos klinken. Andrews is natuurlijk een een fantastische zanger en liedjesschrijver
en muzikaal is het album absoluut rijker dan "Sunday Shoes". Maar
"Off Track Betting" is nauwelijks te vergelijken met "Sunday
Shoes". Het zijn beiden ijzersterke cd’s met ieder een eigen opbouw
en aanpak.
NELS ANDREWS LIVE dinsdag 04
november - Election Night,
Groningen Nels speelt om ca. 16:30 uur |
JAY
FLASH
THE LOSER
Myspace Contact
CDBaby VIDEO
Met
de wintermaanden voor de deur wordt deze plaat met experimentele intrieste songwriters-folk
een riskante zaak. Want somberheid en de ondraaglijke zwaarte van het bestaan
dreigen je te overmeesteren. Maar wat een muzikale schoonheid, welk aangrijpend
pianospel, wat een klankrijkdom zal je beroeren. Welke uitgeschreeuwde passie
en beklemmende lyriek zal je meeslepen? Nick Cave met Janácek, Leonard
Cohen met Zbigniew Preisner, Sigur Ros met Nick Drake, Bjork en Radiohead vermengen
zich. Deze twee laatste rekent Jeff Flashinski zelf tot zijn invloeden. Maar
wie is deze Jeff of Jay Flash, die met zijn debuut-cd het gemoed zo diep weet
te raken. Als je ontdekt dat deze jeugdige artiest amper 25 jaar oud is, worden
de intrigerende vraagtekens nog groter. Muzikant Jay Flash, residerend in Milwaukee,
Wisconsin studeert nog aan de Universiteit maar heeft zowel klassieke piano
als gitaaropleiding gehad. Tussendoor geeft hij concerten in de Riverwest regio.
Zijn muziek die hij omschrijft als ‘Experimental Electronic’ is
dus alles behalve deze van een Loser. Ontegensprekelijk gaat het hier om een
zeer begaafd musicus, want anders kan je onmogelijk dergelijke muziek op de
wereld zetten waar de schroei- en kippenvelmomenten elkaar opvolgen. Soms voel
je beiden tegelijk zoals in ‘Dead Dream’, meedogenloos aangrijpend.
De titels illustreren een niet al te vrolijk wereldbeeld. ‘Nobody Knows
My Name’, ‘Down’, ‘Dead Dream’, ‘A Warning’
doen er geen doekjes om. Toch zitten er sprankeltjes hoop verborgen temidden
van al dat doemdenken en die narratieve zwaarmoedigheid. Alsof hij in de chaos
van het bestaan op zoek is naar een nieuw evenwicht met de muziek als baken.
Het instrumentale pianostukje No.1 neemt immers zo’n verwachtingsvolle
vlucht dat je je willens nillens aan de klanken wil vastklampen om die mooie
droomvaart niet te missen. En voor ‘Hope’ gezongen met een fluisterstem
ontbreken alle woorden. Wat is welsprekender dan ‘can you imagine how
something so badly wants life?’. Jay’s stem herinnert soms aan Rufus
Wainwright maar met gevoeliger, soms grimmige dan weer zachtere intonaties.
Jay Flash laat immers de muziek primeren en maakt zijn zang daaraan ondergeschikt.
Piano, synthesizer, gitaar, de drum van Dawson Barrett, tillen de songs op naar
een dimensie waar muziek als het ware nog de enige taal is die overblijft. ‘Apology’
waar hunker en aanvaarding zich verzoenen, komt over als een eigentijdse ‘Soul
Of A Man’. De jeugdige Jay Flash zingt ergens ‘It’s not Hip
tot be Sad’. Gelukkig heeft hij daar lak aan, want wanneer hij zijn poëtisch
meesterwerkje afsluit, zou je hem willen tegenhouden na zijn smeekbede ‘forgive
me I had to depart’. Maar zij die deze twaalf songs in hun bezit hebben
kunnen deze telkens opnieuw en opnieuw afspelen het ganse jaar door. Dit winteralbum
is immers niet seizoensgebonden.
Marcie
JOE
IADANZA
TRAVELING SALESMAN
Website Myspace
Contact
CD-Baby
Vanuit
het New Yorkse Roslyn, Long Island probeert de folk- en rockzanger en Americana-songschrijver
Joe Iadanza met op persoonlijke ervaringen gebaseerde liedjes een succesvolle
muzikale carrière uit te bouwen. Met een unieke sound voor ogen nam hij
tien liedjes op voor een zopas officieel gereleasde debuutplaat getiteld “Traveling
Salesman”. Voor de opname van deze plaat verzamelde hij enkele klassiek
geschoolde muzikanten om zich heen zoals violiste Carolin Pook, bassist Craig
Akin en drummer Joe Hertenstein. Samen produceren ze een mooi muzikaal geheel
dat al tot volle ontplooiing komt in de titeltrack waarmee de cd van start gaat.
Zelf speelt Joe Iadanza op akoestische en op elektrische gitaar waarmee hij
zichzelf ook begeleidt tijdens de vele solo-optredens in bars en clubs in New
York en omgeving. Onmiskenbaar aanwezig in enkele songs is de liefde voor jazz
die in de sound werd verweven. “Traveling Salesman” is vooral een
sfeervolle plaat geworden waarop enkele heel sterke songs zijn terug te vinden.
Zo houden wij hier vooral van “Lovers In The Park” met zijn heerlijke
catchy drumritme, het voor romantische zielen geschreven prachtige nummer “In
My Heart” met schitterend vioolspel door Carolin Pook en van “Sunshine
Blues” waarbij ik tevergeefs geprobeerd heb om mijn meewiegende voeten
stil te houden. Ook het door de mooie harmony vocals tot een prachtsong uitgegroeide
nummer “Your Song” en het tragische verhaal van “One More
Lonesome Tune” slagen er in om bij de luisteraar gevoelens van ontroering
op te wekken. Het heel mooie slotakkoord in “Rainy Day” met de slide
dobro gespeeld door David Mowry van het vader-en-zoon duo ‘Beaucoup Blue’
is de spreekwoordelijke kers op de taart. In de vakpers vergelijkt men Joe Iadanza
met zangers als Bob Dylan, Cat Stevens, James Taylor en – volgens ons
de meest treffende vergelijking – met Jim Croce. Een serie sterke liedjes,
een uitstekende begeleidingsgroep en een opvallend stemgeluid, daarmee geloven
wij dat Joe Iadanza het zal gaan maken in de business.
(valsam)
SHEARWATER
ROOK
Website Myspace
Label : Matador Records
Distr. : V2 Records
Na
het album “Palo Santo” was de uitdaging groot voor de formatie Shearwater
(= pijlstormvogel) om nog beter te doen maar frontman Jonathan Meiburg ging
deze challenge aan en levert met de nieuwe cd “Rook” (= kraaiachtige
roekvogel) opnieuw een ijzersterk, dromerig en vocaal erg sterke plaat af. In
tien songs weet hij de fans van het eerste uur definitief voor zich te winnen
met melancholische popsongs en voortreffelijk zangwerk. Naast zijn af-en-aan
relatie met de groep ‘Okkervil River’ is Shearwater nu de voornaamste
bezigheid van deze eigenaar van een schitterende falsetstem die volgens ons
meteen ook het allerbelangrijkste instrument van de groep is. Als songschrijver
en zanger van breekbare liedjes beweegt Meiburg zich op het randje van het melodramatische
en sentimentele maar zijn soms pathetische nummers gaan nooit over die rand.
Daardoor beklijven de liedjes de geïnteresseerde luisteraar en dingen de
meeste liedjes naar airplay in programma’s als ‘Duyster’ tijdens
de zondagavond op Studio Brussel. Gelukkig maar dat er wat afwisseling in de
songritmes wordt gebracht en dat we tussendoor naar richting rock neigende songs
als “Century Eyes” en “On The Death Of the Waters” mogen
luisteren. Toch zijn het voor Shearwater typische songs als de eerste single
“Rooks”, “Levithian, Bound”, “Century Eyes”,
“The Snow Leopard”, “I Was A Cloud” en cd-afsluiter
“The Hunter’s Star” die ons weten te beklijven en dwingend
naar de strot grijpen. Ook erg mooi is het zachte “South Col”: een
door pianoklanken gedragen walsje waar de emoties overvloedig in aanwezig zijn.
Als part-time ornitoloog laat zanger Jonathan Meiburg ook in zijn hobbykaarten
kijken door over vogels en hun boeiende bestaan te zingen zoals in “Rooks”.
Enig minpunt aan deze cd is dat er amper 35 minuten muziek te beluisteren valt
en als de songs goed zijn vinden wij dat toch nog wat minnetjes. Met een hele
bus vol gastmuzikanten die op de meest rare en ongebruikelijke instrumenten
komen bijdragen aan de mysterieuze sound van Shearwater hadden ze volgens ons
nog enkele extra songs uit de mouwen kunnen schudden. De tien epische popsongs
die wel op het album staan zijn echter van uitstekende kwaliteit. Misschien
geldt hier dan ook het gezegde dat een ‘verwend nest nooit helemaal tevreden
zal zijn’. Laat ons derhalve maar besluiten dat “Rook” een
schitterend (maar toch te kort), grandioos, magistraal kippenvelalbum is van
een groep die voor ons in de toekomst niet veel meer fout zal kunnen doen. We
zullen dus vanaf nu niet meer twijfelen en volmondig beamen dat het bij een
volgende plaat van Shearwater toch nog altijd een ietsje beter kan.
(valsam)
SHEARWATER
- THE DEAD SCIENCE (USA) - LONGHORNE SLIM (USA)
Nov 8 2008 de Nachten Festival - Antwerp |
JEN
LOWE
FROM THE END OF THIS HALLWAY
Website Myspace
Contact
Label : El Pooch Records CD-Baby
Jen(nifer)
Lowe is een getalenteerde jongedame uit West Hartford, Connecticut die al geruime
tijd muzikaal actief is als drumster en percussioniste waarin zij sinds enkele
jaren ook een gereputeerde professionele lesgeefster is. Zij is naast een knappe
verschijning ook een begenadigde songschrijfster en zangeres, hetgeen ze bewijst
op haar recent verschenen debuutplaat “From The End Of This Hallway”.
De cd bestaat uit amper 8 liedjes en duurt nauwelijks een half uur maar Jen
Lowe heeft het principe gehanteerd om enkel sterke liedjes op te nemen en meer
kwaliteit dan kwantiteit te willen bieden. In een mix van vlotte Americana en
catchy popsongs volgen de mooie nummers elkaar snel op, te beginnen met “Waitress
Song” over herwonnen vrijheid na het beëindigen van een relatie en
het intens doorleefde “Swing Or Choke”. Aanstekelijk is ook “Coming
To Get You” en “Anywhere” dat een sober arrangement meekreeg
van producer Tim Acres. Het met knap pianospel omkaderde “Just The Rest”
klinkt aanstekelijk en nodigt uit tot meewiegen op de tonen van een catchy melodie.
Ook het grappige “Hell” heeft zo’n leuke ritmiek gebaseerd
op minimale percussie, een simpele basriff en gospelachtig zangwerk van Jen
Lowe. “Tragedy” is een haast volledig akoestisch gebracht donkere
song waarin haar mooie stem ten volle tot uiting kan komen. De inspiratie voor
de eenvoudige, eerlijke en kwetsbare songs op dit album haalde zij uit haar
eigen leven en uit de positieve en minder leuke ervaringen die ze in relaties
onderging. Met het liedje “On A Boat” zijn we al toegekomen aan
het einde van “From The End Of This Hallway”, een cd die we als
een zeer sterk debuutalbum kunnen katalogeren. Jen Lowe is een talent waar we
zeker nog meer van zullen gaan horen in de toekomst.
(valsam)
SKYLA
BURRELL
TOUGH LUCK
Website Myspace
CDBaby
VIDEO
1 VIDEO 2 VIDEO
3
De
Skyla Burrell Blues Band behoort tot een van de hardst werkende blues bands
van Amerika, met op zijn minst tweehonderd live shows per jaar kunnen ze het
etiket "full time musicians" wel waarmaken. Met haar debuut "Workin
Girl Blues" kwam ze al sterk uit de hoek en nu 4 jaar later, of 800 optredens
verder, is Skyla uitgegroeid tot een professionele performer, en de band tot
een goed geoliede bluesmachine. Samen met haar gitarist Mark Tomlinson schreef
ze afwisselend de nummers op haar eerste twee cd’s ook deze keer is het
niet anders, alles is eigen materiaal. Skyla is afkomstig uit L.A, maar groeide
op in Orange County, California. Zoals meestal het verhaal gaat, begon ook zij
met gitaar spelen op haar tiende, begon een eigen groepje toen ze nog maar dertien
was, speelde in meerdere high school bandjes en op haar achttiende kwam dan
haar eerste echte muzikale wapenfeit. Met hulp van de bekende Mike Campbell
(jawel, Tom Petty's leadgitarist) nam ze haar eigen eerste demo op. Later deed
ze ook de backing vocals op diens eerste solo album. Naast zang en gitaar is
Skyla ook een bedreven pianiste, bassiste en drumster. Haar rechterhand, leadgitarist
Mark Tomlinson begon zijn carrière echter als drummer en niet met de
eerste de besten, namelijk John Lee Hooker, Bo Diddley, Big Time Sarah en Bobby
Radcliff. Deze dame, bijna nooit gestoken in jeans, maar steeds in vrouwelijke
zomerjurkjes, ziet er misschien dan daardoor wel minder stoer uit, maar van
al de vrouwelijke bluesgitaristen die ons de laatste tijd overspoelen, en dat
zijn er heel wat, maakt ze wel het meeste indruk op mij. Ze imponeert op twee
gebieden zelfs, ze speelt een stevig potje bluesrock gitaar en wat haar vooral
typeert is haar heerlijke bluesy rockstem. Die houdt het midden tussen die van
(vooral) Susan Tedeschi, Bonnie Raitt en Sue Foley. Een krachtige en toch soulvolle
bluesy, warme stem die samen met haar voortreffelijke gitaarpartijen ervoor
zorgt dat “Tough Luck” volstaat met sterke uitvoeringen van haar
meestal zelfgepende songs op deze derde cd. Hoogtepunten zijn onder meer het
sterk rockende “Long Hard Trip”, de shuffle “Straight From
The Heart” en de slow blues “Heart Of Tin”. De afsluiter “Whiskey
And Reefer” lijkt me ook een nummer dat live de stemming er zonder moeite
in brengt. Een boogie van het zuiverste gehalte waar Skyla ’s stem een
hoog Tedeschi gehalte haalt, net als op een paar andere songs. Overtuig je zelf
met de clips, en dan vooral video1, een live registratie van “Love So
Stong” uit haar debuut, die je ditmaal rustig full-screen kan bekijken,
want de kwaliteit is uitstekend. Deze dame verdient meer naambekendheid, wat
mij betreft kan ze bij een volgende release plaatsnemen tussen bekendere stijlgenoten
als Bonnie, Susan, Ana en Sue. Ze was in 2006 al even op Europese podia, in
2009 opnieuw…en dan in België, vrienden organisatoren?
(RON)
BIG
BOY BLOATER
THAT AIN’T MY NAME
Website Myspace
CDBaby
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO 3
Nog
dit najaar trekt de gitaarspelende Brit door België en afgaande op dit
album belooft het een hete avond te worden met een cocktail van jump, boogie
woogie, swing en hitsige blues. Tel daar nog de saxen bij van Li’l Lisa
Jane en Tim Chimes plus de piano van Matt Empson en het publiek zal onder hoogspanning
komen te staan. Dit album ‘That ain’t my name’ geeft al een
voorsmaakje. Al meer dan vijftien jaar scheert Big Boy hoge toppen als gitarist
èn zanger, toerend door Canada, USA en Europa. De lijst van vermaarde
muzikanten waarmee hij het podium deelde wordt ieder jaar langer. Willekeurig
citeer ik in het verleden Rosco Gordon, Nappy Brown, Lazy Lester, Wanda Jackson
en Jimmy McCracklin. Als jonge snaak was Big Boy al geobsedeerd door muziek
en zelf gitaar spelen werd voor hem een ‘must’. In Engeland wordt
hij dan ook de deken van de jumping Rhythm & Blues genoemd. Op dit inmiddels
vijfde album staat zijn vijfkoppige band hem opnieuw terzijde. De ritmesectie
met Dave Terrey op drums en Mike Powell met bas is gewoon fenomenaal. Mike Powell
is tevens één van de ‘City Shakers’, bluesband waar
Bloater soms bij aansluit. Op het album komen de naoorlogse jaren a.h.w. opnieuw
tot leven alsof de vreugde van de bevrijding zich moet ontladen via uitbundige
gezamenlijke muziek. Dat is grotendeels de verdienste van de saxofonisten en
van pianist Matt Empson die van Fats Domino’s ‘Please Don’t
Leave Me’ een swingend nummer maken. Big Boy’s schuurpapieren stem,
die soms vergeleken wordt met deze van Big Joe Turner, krijgt een enkele keer
gezelschap van Lisa Jane’s vocalen met wat jazzy echo’s. Op ‘Man
Or Monkey?’ komt haar pittig feministisch temperament naar boven, zich
dezelfde vraag stellend als Charles Darwin eeuwen voor haar. Sprankelende pianoklanken
vergezellen haar speels gezongen research. Alle songs drijven op dat aanstekelijk
ritme dat ideaal is om motoristen tijdens hun nachtelijke langeafstandsritten
wakker te houden. Ikzelf zou liefst ‘Give Me What You Got’ uitkiezen
van D. Hoare met die schitterende saxen en piano om non stop te kunnen beluisteren
tijdens een TGV rit Brussel/Parijs. Verveling uitgesloten. Je zou Big Boy’s
vijfde album een prettig gestoord geheel kunnen noemen, maar daarvoor hebben
alle muzikanten een te hoog instrumentaal IQ. En Suelee’s creatief artwork
op de cover heeft dan weer een hoog artistiek IQ.
Marcie
BLUES
IN SCHOTEN The
Mighty Bluetones (BE) |
PAUL
MARK & THE VAN DORENS
BLOOD & TREASURE
Website Myspace
Label: Radiation Records
Info : Gfi-promotions
VIDEO 1
VIDEO 2
Ze
komen uit New York, Paul Mark & The Van Dorens, en voor deze Blood &
Treasure trokken ze naar de befaamde Ardent studios in Memphis, samen met producer
Jeff Powell. Klinkt de naam je bekend? Wel als je werk van Stevie Ray Vaughan,
BB King en Bottle Rockets in je bezit hebt, want ook voor hen stond hij voor
de productie van een aantal cd's garant. Blood en Treasure volgt de twee jaar
geleden verschenen, en zeer goed ontvangen "Trick Fiction" op, maar
in 't totaal is het reeds Paul Mark's zevende voor het Radiation label. Dit
maakt van hem natuurlijk een door de wol geverfde songwriter en performer. Vooral
dat laatste onderscheidt hem van de grijze middelmaat waarmee we dikwijls te
maken krijgen. Zijn teksten zijn doordacht en anders. Mark schrijft songs die
ergens over gaan. In het bluesgenre is dit eerder de uitzondering. Op deze "Blood
and Treasure belicht hij een breed spectrum van de amerikaanse rootsmuziek.
Soms rock, soms blues, R&B, soul, het zit er allemaal in. Hij vermengt ze
tot een smeeuig geheel, en brengt ze op een krachtige manier die het het beluisteren
meer dan waard maken. Het stampende "Everything Is Nothing", een verhaal
over de unieke kwaliteiten van zijn vriendinis luchtig, maar het daarop volgende
"Don't Get Me Started" is dat al veel minder. Gezongen met hart en
ziel, soulvol zoals een Otis Redding het zou zingen. "Perp Walk" lijkt
zo uit de Motown studios te komen, hoewel blues het hoofdingredient is. Nog
meer soul in "Raise The Roof", een vraag en antwoord song, die klinkt
als de klassiekers in dat genre. Dansen geblazen in de pure rocker "Lotta
Things To Say", stilzitten onmogelijk. Alles klinkt alsof het klassieker
zijn, die hun degelijkheid reeds lang geleden bewezen hebben, zelfs deze rocker
is 100% original rock & roll. "Feed The Machine" heeft echter
wel erg dicht bij "Polk Salad Annie" gelegen, maar nietteminprachtig
gebracht in lekker klinkend Stax soundje. "Im Still High" is een lazy,
nostalgish klinkende bluey song met een hilarische tekst, gebracht met datzelfde
vakmanschap van altijd. De instrumentale afsluiter, een vinnige bluesgitaar
instrumental, waar Paul Mark laat horen ook op dat gebied een meester te zijn.
Prachtige cd, met zowat de tofste, en dikwijls zeer humorvolle teksten die ik
de laatste tijd te horen kreeg, en een reis doorheen, soul, rock 'n' roll en
blues op de meest authentiek klinkende wijze. Je waande je met "Blood &
Treasure" even in de Sun, Motown en Stax studios van weleer.
(RON)
THE
OFFRAMPS
SPLIT THE DIFFERENCE
Website Myspace
Contact
Label : Deluxe Records
Het
Amerikaanse trio The Offramps - bestaande uit Jeremy Porter, Jason Bowes en
Mike Popovich - hebben we ook vorig jaar al eens over de vloer gekregen bij
Rootstime. De boys uit Plymouth, Michigan presenteerden toen hun debuutplaat
“Hate It When You’re Right” en konden op positieve kritieken
rekenen in de vakpers en ook vanwege ondergetekende. Nu zijn ze weer van de
partij om hun jongste worp “Split The Diffference” aan ons voor
te stellen. Daarop hun vertrouwde mix van klassieke powerpop-songs die opgebouwd
worden op een vers bedachte riff en waarbij ze in hun liedjes een harmonie proberen
te creëren tussen de energieke uitstraling van punk, rock en de oerdegelijke
kwaliteit van Americana. Toch mogen we hieruit niet concluderen dat The Offramps
geen keuze kunnen maken wat betreft de muzikale richting die ze uit willen gaan.
Wellicht zijn het de diverse muzikale invloeden die ze in hun leven ondergaan
hebben die ze in hun eigen nummers niet helemaal kunnen uit de weg gaan. En
dat hoeft daarom dan ook helemaal niet storend te zijn. Twaalf volwaardige tracks
en een kort bonusstukje vormen de songlist van dit album. “Actual Events
(Based On)” is de rocksong waarmee stomend wordt afgetrapt en waarin de
gitaarlicks elkaar in razend snel tempo opvolgen. Die stevige sound is in zowat
alle mooi gearrangeerde tracks terug te vinden. The Offramps spelen sinds zowat
zes jaar samen nadat ze elkaar ontmoetten toen ze elk nog bij andere bands actief
waren. Ze spelen sindsdien op grote festivals maar ook de kleine clubs of zelfs
bars in Noord-Amerika worden niet ontweken. Ook over hun portie radio-airplay
mogen ze in Amerika zeker niet klagen. Hun commercieel goed in het oor liggende
rockgeluid zal daar wel de voornaamste oorzaak van zijn. Energieke liedjes als
“Everything On A Longshot”, “Can’t See”, “Take
You Away”, “Short Of Suicide” en “Thunder” lenen
zich uitstekend tot een paar minuten rockende, complexloze radiomuziek. Alleen
in de vlotjes voortkabbelende countryfolk-getinte songs “Alimentar Las
Moscas” en “Race Among the Ruins” wordt het gas eventjes maar
teruggedraaid. Dit zijn dan ook vrij a-typische Offramps-songs en lijken ons
daarom meer geschikt voor het repertoire van bijvoorbeeld The Jayhawks. In de
song “Where Do We Take It From Here?” lijken ze wat ons betreft
een overbodige vraag te stellen. Ook voor de eventuele volgende platen zou ik
aan de jongens willen voorstellen: verstand op nul en maar flink blijven doordrammen.
Live kan ik me heel goed voorstellen dat The Offramps een publiek kunnen boeien
want dit soort muziek is ook zeer geschikt om complexloos met een schuimend
biertje in de hand op rond te shaken. ‘Having a good time’ lijkt
ons dan ook het allesoverheersende ‘leitmotiv’ van The Offramps
te zijn. Dit tweede album “Split The Difference” met zijn op passionele
wijze gebrachte vette rocksongs zal dat nobele objectief zeker helpen te realiseren.
(valsam)
PAT
SHANNON
MIDNITE CAFE
Website Myspace
Contact
Label : Bagit Records
CD-Baby
Pat
Shannon is een Ierse muzikant uit de streek van Dublin. Als mid-veertiger draait
hij al meerdere jaartjes mee in de lokale muziekbusiness met regelmatige optredens
in één van de vele Irish pubs waar hij zijn eigen geschreven liedjes
ten gehore brengt. Als zoon van een muzikaal actieve moeder – zij was
pianiste en gaf muzieklessen – kreeg hij de muzikale microbe met de paplepel
(of was het via de borst?) mee van kindsbeen af. In het gezin waarin hij opgroeide
speelde muziek altijd al een cruciale rol. Soms werd er gezongen of muziek gespeeld
met een aantal andere familieleden. Op andere momenten speelde de radio op de
achtergrond. Het was in dergelijke habitat dat Pat Shannon schuchter aan eigen
liedjes begon te schrijven. In zijn jeugd kreeg hij dan een spijtig ongeval
waardoor hij ernstige kwetsuren opliep aan de hand waardoor hij niet meer kon
spelen op zijn geliefde instrumenten drums of accordeon. Omdat hij de vingers
niet meer volledig kon buigen begon hij maar op een piano te spelen en zijn
liedjes te componeren. Zo belandde hij in lokale groepjes waarin veelal coversongs
gespeeld werden maar na een tijdje ook plaats werd gemaakt voor enkele van zijn
eigen liedjes. Doorheen de laatste jaren trad hij op in Groot-Brittanië
en af en toe ook op het Europese vasteland. Zelfs op ferryboten en cruises mocht
hij zijn liedjes ten gehore brengen aan reizende passagiers, gaande van covers
van klassiekers tot Keltische en typisch Ierse liedjes. Nu verscheen er van
Pat Shannon een full-cd onder de titel “Midnite Café” met
12 eigen nummers en 1 bonus song “Time Enough”. In zijn liedjes
hoor je zo de invloeden van artiesten waar hij zelf altijd heeft naar opgekeken
zoals The Beatles, Roy Orbison en de Ierse bard Van Morrison. Vooral de zangstijl
van Orbison is nadrukkelijk aanwezig in enkele tracks zoals “Midnite Café”,
“All My Life” en “Stay Tonight”, allemaal liedjes met
een licht rockende sound. Er zijn geen zwaarmoedige liedjes te bespeuren op
“Midnite Café” maar vooral makkelijk verteerbare liefdesliedjes
en ballads in pure sixties-stijl. Al is de countryrock in “Time Enough”
en “Shapes And Sizes” ook best te pruimen. Alleen de “I Was
Made For Loving You”-intro van het liedje “My Fantasy” lijkt
ons net een beetje te veel gekopieerd van de Kiss-rockklassieker zonder dat
hij hiervoor royalties zal moeten betalen. Deze cd is zelf geen klassieker maar
bevat toch een hele reeks door Pat Shannon genietbaar en professioneel gebrachte
liedjes.
(valsam)