JANUARI 2008 - FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008
JUNI 2008 - JULI 2008 - AUGUSTUS 2008 - SEPTEMBER 2008 - OKTOBER 2008
EACH
MONTH MORE THAN 100 REVIEWS FOR YOUR ROOTS LOVIN' EARS!
|
TAB BENOIT - THE SEA SAINT SESSIONS
GIANT SAND - proVISIONS
SCOTTY HILLS - WONDERLAND URGENCY
RED HOT BLUES SISTERS - RED ON BLUE
THE DEMON TEDS - SUPERCHARGED AND OVERHAULED
ARTHUR LOUIS - BLACK CAT
JULIE NEUMARK - DIMESTORE HALO
STEVEN CHARLES CECIL - THE BE-BOP SESSIONS
TIM VANHAMEL - WELCOME TO THE BLUE HOUSE
THE RESONATORS - INTRODUCING...
TAB
BENOIT
THE SEA SAINT SESSIONS
Website Myspace
Label: Telarc blues
Distr.: Codaex
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO 3
Telarc
staat bekend om zijn bluesopnames van superieure geluidskwaliteit, en niet alleen
dat, ook op muzikaal gebied zijn de Telarc blues recordings een begrip voor
pure kwaliteit. Gedurende de volgende weken zullen we dan ook enkele hoogtepunten
uit hun catalogus opnieuw belichten. Opnames die al enkele jaartjes oud zijn
maar ondertussen al de status van klassieker benaderen. De muzikanten die erop
meespelen behoren dan ook tot de top van de Amerikaanse blues. Eerste in het
rijtje is een cd van Tab Benoit uit 2003 "The Sea Saint Sessions".
Tab is een van de bekendste gitaristen uit New Orleans, en hij heeft voor deze
gumbo de beste ingrediënten gebruikt, waaronder muzikanten als Big Chief
Monk Boudreaux, Cyril Neville, Brian Stoltz en George Porter, Jr. en verder
een portie uitstekend gitaarwerk, soulvolle vocalen en de echte Nawlins ritmes.
Het begint allemaal met "Baby Blue" voorzien van uitstekend gitaarwerk
van Brian Stolz, terwijl de ritme sectie bestaande uit Carl Dufrene (bas) met
Daryll White (drums) voor een superhecht geluid zorgt. Deze bayou boys spelen
samen als een Siamese tweeling, een perfecte eenheid van geluid. "Boat
Launch Baby" is een dansnummer, een zydeco jump met echte New Orleans invloeden.
"Sufferin Mind", de Eddie Jones klassieker, of beter gezegd, Guitar
Slim, want onder deze naam vergaarde Eddie roem. Tab brengt deze langzame blues
met zijn uitstekende stem in de glansrol en doorspekt met heerlijk gitaarwerk.
Brian Stolz neemt even het roer volledig in handen op "Hustlin' Down In
New Orleans", een song over de gevaren van het "French quarter".
Alsof de jongens in je living live zitten te musiceren zo klinkt "Monk's
Blues", een nummer met grote inbreng van Big Chief Monk, waarbij deze samen
met Tab heen en weer "converseert". Een heerlijke song, waarvan Tab
zegt op de liner-notes: "We captured moments and exactly what was going
on. I like that style of recording." Op "Makin The Bend", samen
geschreven met George Porter Jr, geeft deze laatste een demonstratie van zijn
superioriteit, en buiten zijn bas speelt hij hier ook nog gitaar. Het prachtige
en sfeervolle "Darkness" is mijn persoonlijke favoriet Hier haalt
Tab werkelijk het onderste uit zijn ziel en gitaar in deze langzame blues vol
emotie. Deze prachtige "Sea Saint Sessions" wordt afgesloten met "Plareen
Man" met Cyril Neville als zanger naast Tab, en Big Chief Monk op tambourine.
Het heen en weer wisselen tussen deze twee sterke stemmen en het gitaargeluid
van Tab, geven het geheel een authentieke live sfeer, maar met al de kwalitatieve
perfectie van de Telarc studio’s erin verwerkt. Heerlijke muziek. Hou
je ogen (en vooral oren) open voor meer van dit Telarc lekkers, want dit zijn
de grand cru's van de bluesopnames die we even in terug in herinnering halen
voor je. Moest je ze ooit over het hoofd gezien hebben, laat 't niet opnieuw
gebeuren.
(RON)
Telarc (distr.:
Codaex) biedt een aantal albums goedkoper aan winkels dan normaal. Voor
dit label is het - uiteraard - de bedoeling dat de handelaars ze dan ook
goedkoper in de winkelrekken leggen. Telarc hoopt dat de bluesfans op
deze manier opnieuw meer albums gaan kopen. Het zijn dan ook cd's die
het verdienen om gekocht te worden omwille van de muziek. Voor Telarc
is het ook meteen een test om te zien of mensen terug meer cd's kopen
als die goedkoper zijn. De prijs is namelijk een veel gebruikt argument
om er geen meer aan te schaffen. JUNIOR WELLS - Better
of with the Blues |
GIANT
SAND
proVISIONS
Website Myspace
Label : Yep Roc Records
Distr. : Munich Records
We
zagen Howe Gelb onlangs nog in het voorprogramma van Willard Grant Conspiracy
in Gent. De man leek ons toen een beetje over zijn hoogtepunt heen te zijn.
We wisten toen echter nog niet dat hij in het Hoge Noorden hard werkte aan een
nieuwe cd, een waardige opvolger voor de zeer bejubelde en succesrijke gospelplaat
“Giant Sand Is All Over …The Map”. Het resultaat van deze
noeste arbeid ligt nu in onze cd-speler en heet “proVISIONS”. De
in Tucson, Arizona residerende Howe Gelb heeft vier jaar na de vorige plaat
opnieuw een knap meesterwerkje afgeleverd met 13 typische Giant Sand-songs.
Voor het zangwerk heeft hij voor wat afwisseling gezorgd door naast zijn eigen
grommende stem ook het engelengezang van Isobel Campbell, Neko Case en M. Ward
op deze plaat te zetten. Hierdoor is de variatie tussen de nummers wat groter
en gaat deze cd nergens aanleiding geven tot verveling of eentonigheid. Giant
Sand (oorspronkelijk ‘Giant Sandworms’ geheten) is door de voorbije
decennia heen de kweekvijver geweest voor meerdere succesvolle bands als Calexico,
The Band Of Blacky Ranchette, OP8 en The Friends Of Dean Martinez die allen
in hetzelfde genre mettertijd hun eigen weg hebben ontwikkeld. Met drie Deense
muzikanten (Thoger T. Lund, Peter Dombernowsky en Anders Pedersen) speelde Howe
Gelb de nummers eerst in een Deense studio in waarna hij de finale afwerking
in Tucson deed en er ook de zangpartijen aan toevoegde. Deze zweverige en lome
lo-fi spaghetti-westernmuziek geënt op countryklanken met bijna ingesproken
en soms cynische songteksten is het handelsmerk van deze sympathieke en grappige
gozer die zijn publiek bijzonder aangenaam weet te vermaken bij live optredens.
Het album “proVISIONS” start met een schitterende ballad “Stranded
Pearl” die door Isobel Campbell en Howe Gelb op prachtige wijze gezongen
wordt. De muzikale basis van de meeste songs bestaat uit gitaar- of pianoklanken
en monotone, jazzy drumbeats. Muzikaal wonderkind M. Ward draagt zijn steentje
bij aan de song “Can Do” en Neko Case helpt Howe Gelb vocaal op
schitterende wijze in het nummer “Without A Word”. Verder nog lekkere
laid back-tunes waar je als luisteraar enkel maar vrolijk kan bij worden. Als
sfeermakers kunnen songs als “Out There”, “The Desperate Kingdom
Of Love” (een song van PJ Harvey), “Increment Of Love” en
het o zo gevoelige “Spiral” vele malen door de speakers gestuurd
worden. In die laatste song krijgen we een filosofische Howe Gelb te horen die
een tekst zingt als “there’s a lot of people out there having a
hard time tonight, among the whispers of revolution and shouts of hang on tight,
a lot of crippled hearts out there, some will never mend”. Mooie en pijnlijke
momenten in het liefdesleven kunnen beiden aan bod komen in de songs van Giant
Sand en vrolijkheid wordt constant afgewisseld met somberheid, verdriet en pijn.
“Pitch And Sway” krijgt zelf een politiek tintje mee en cd-afsluiter
“Well Enough Alone” adviseert de luisteraar om attent te blijven
voor het dreigende gevaar in deze maatschappij. Twee songs hadden beter niet
op deze cd gestaan wegens te afwijkend van de rest en te experimenteel: “Saturated
Beyond Repair” en het lawaaierige “World’s End State Park
(Wordless)”. Maar elke cd-speler heeft tegenwoordig ook een skip-toets,
dus “proVISIONS” kan je toch zo kopen.
(valsam)
Giant
Sand LIVE |
SCOTTY
HILLS
WONDERLAND URGENCY
Website CDBaby
VIDEO 1 VIDEO
2
Hij
was de eerste drummer van de Canadese Perpetrators en is dat sinds kort terug,
maar Scotty heeft ook een eigen cd gemaakt ondertussen, en wat voor één!
Helemaal anders dan wat de Perpetrators doen, maar o zo goed! Pure ouderwets
klinkende soul is dit, die me dadelijk herinnert aan wat de Impressions en later
Jerry Butler en Curtis Mayfield brachten, doorspekt met hier en daar wat lichte
rock invloeden, zoals in "Really Don't Know". Dat Scotty Hills een
uitstekende stem heeft, kon hij al bewijzen met die ene song die hij bij de
Perpetrators mocht brengen, een cover van Taj Mahal's "Loving In My Baby's
Eyes" waarin hij schitterde op "The Gas And The Clutch". Op zijn
eigen debuut "Wonderland Urgency" staan 11 zeer sfeervolle nummers,
waarop vooral Scotty's stem in de hoofdrol staat. De Rhodes piano van Marc Arnould
is ook een grote bijdrage aan de algemene sfeer van de mooie blue eyed soul
plaat. Ik noemde al Curtis Mayfield maar ook de sfeer van de latere Hall &
Oates opnames hoor je hier terug, vooral in de koortjes waarvoor Scotty zelf
grotendeels tekent. Vooral het prachtig mooie "Simone" valt onder
de laatste category. Een nummer wat ik nog enorm veel ga draaien, wees gerust.
Net als "Tell Me What You Want", nog zo'n prachtnummer. Helemaal in
de sfeer van die oude Impressions opnames en de Paramount sound is "Writings
In The Sand", hemelse trompetjes en violen net zoals ze moeten wezen en
heerlijke sixties background vocals, een genot voor het oor. Dat deze drummer
van een full tilt blues & rock band ook nog crooner kwaliteiten in zich
droeg had ik nooit verwacht, maar van de Nat King Cole klassieker "The
Very Thought Of You" zet hij hier een even suikerzoete versie neer, waarvan
ik nooit kon vermoeden dat me zo iets ooit zo zou smaken, en toch.. wat een
knappe song met die stem van hem. Toen deze uiterst sympathieke kerel me enkele
weken geleden deze promo kopie van zijn gloednieuwe cd toestopte had ik nooit
kunnen denken dat ze dit soort muziek zou bevatten. Muziek die zo totaal anders
is dan wat hij doet bij de Perps. Al had ik al een klein vermoeden toen hij
tijdens het Perpetrators optreden in Verviers zijn plaats achter het drumstel
wisselde met Jason, de beroemde "Dr. Boogie" gitaar greep, en één
van zijn eigen soulsongs inzette, het sterke "Roller Coaster Love"
(Zie foto). Nog veel minder verwachtte ik echter dat ik van deze cd zo met volle
teugen zou gaan genieten nu, want ik moet het toegeven, I'm loving every goddamn
minute of it, Scotty!
(RON)
RED
HOT BLUES SISTERS
RED ON BLUE
Website
Label: Peace Code Records
CDBaby VIDEO
Het
"Red Hot Blues Sisters" verhaal begon voor mij allemaal in 2005, toen
ik tijdens een zoektocht naar nieuw talent stuitte op een EP’tje van deze
band: "Hot Of The Press" heette het ding, en de paar songs die erop
stonden overtuigden mij al meteen. De soulvolle stem van zangeres Suze Simms
had het allemaal, de bluesy feeling van Bonnie Raiit, maar evenzeer de power
van Tina Turner of Chaka Khan. Daarbij kwam het uitstekende gitaarwerk van die
andere blues zuster Terri Ann Wilson, en samen vormden ze in mijn ogen een vrouwelijk
bluesduo dat zijn gelijke niet kent. Onze Rootstime bespreking viel in goede
aarde ginds in Seattle, en was dan ook geruime tijd te lezen op hun site. Eveneens
waren onze quotes terug te vinden in hun persmappen. Vervolgens kwam "Flood
in The Basement" met de bekende vrouwelijke producer Bonnie
Hayes, die ook enkele cd's van Bonnie Raitt producete en daarna "Feel
The Burn" waarvoor ook de groepsnaam tijdelijk
even in The Red Hotz veranderde. Onnodig te zeggen dat ook deze twee cd’s
van zeer hoog gehalte waren, zoals je al kon lezen in onze toenmalige reviews.
Nu is er dus "Red On Blue", en opnieuw betrap
ik me erop hoe zeer ik van die stem van Suze hou, voor mij is ze één
van de beste blueszangeressen die ik ken, het gevoel in haar stem is uniek.
Voor de Europese tournee van vorig jaar waarbij ook even België aangedaan
werd, was er een interview met beide dames gepland dat in laatste instantie
niet kon doorgaan, maar niet getreurd, ze gingen terugkomen in 2008 zegden ze,
maar weer pech, want nu ging de hele tournee niet door. Anyway, het zal er ooit
wel van komen, want de "zusjes" worden belangrijker. Meer collega's
beginnen ze nu ook plots te ontdekken. Terecht, deze dames hoeven geen goed
bewaard geheim te blijven, ze verdienen het dubbel en dwars om als top act erkend
te worden, want dat zijn ze. Deze cd in net als zijn voorgangers tot de rand
gevuld met uitstekende nummers, gebracht met power, enthousiasme en vakmanschap.
"Caffeine" heeft wat Nawlins ritmes in zich en heeft het over de nadelen
van overmatig koffiegebruik. "One More Heartache" de Smokey Robinson
klassieker of Willie Dixon's "Can't Judge A Book", als ze coveren
doen ze dat goed en met een fijne neus voor de songs die hen echt liggen. Het
eigenhandig gepende "Enough To Cry" is een brok emotie, waarmee Suze
zich tot bij de subtop zingt, een Betty Lavette waardig. Dat ze houden van het
werk van Willie Dixon bewijzen ze nog eens met hun versie van "Bring It
On Home", dat, hoeft het nog gezegd, het al dadelijk schopt tot één
van de betere versies van deze veel gecoverde song. "Mama's Bussiness"
heeft dat lekker ouderwetse met zijn blazers en ragtime feeling. Afsluiter R.B.
Blues, toevallig mijn initialen...maar zover gaat de liefde niet. Ruth Brown
staat voor R.B, niet ondergetekende. Suze is weer op haar best in deze ballad.
Kippevel nummer,.. zo moet blues gezongen worden! Ze wonnen al meerdere awards,
maar nu gaan ze voor de prestigieuze Memphis Blues Challenge, vorig jaar gewonnen
door Sean Carney, die net als zij, ook vanaf zijn pril debuut onze volle aandacht
had. Zou het scenario zich herhalen? Hopelijk voor de dames. We cross our fingers.
Als we dan toch een randbemerking mogen maken, het hoesje had een ietsje mooier
gekund, maar hoe zei Dixon het ook alweer: "Dont Judge A Book, By Looking
At It's Cover". Meer dan waar in dit geval... Aanrader!
(RON)
THE
DEMON TEDS
SUPERCHARGED AND OVERHAULED
Website Myspace
Contact
Label : Demonland Records
Hangt
de kat in de gordijnen? Kruipt uw lieflijk hondje angstig onder tafel? Dan is
de orkaan losgebarsten en hebben de Demon Teds hun nieuw album “Supercharged
And Overhauled” losgelaten op uw huiskamer. Ze hebben al hun duivels ontbonden
op dit schijfje met dertien turbodrived songs, aangevuld met een charmant extraatje
in de wellustige vorm van hot chick Rock-a-Bella die het parcours twistend mag
afronden in pure rock-’n-roll stijl met “Stupid Cupid”, een
cover van Neil Sedaka. Dertien eigen nummers vol pompende adrenaline, die wel
eens voor ongelukken zouden kunnen zorgen eens aanbeland in de cd-speler van
een opgefokte Hot-Rod. Een kinderlijk onschuldig klinkend Singing In The Rain-toontje
uit een music box troont ons niets vermoedend naar de niets verhullende titel
“Cruising For Destruction”. Vanaf de eerste noot ratelen de elektrische
gitaren als een vernietigende mitrailleur die alles wegmaait wat in zijn gezichtsveld
durft te komen. Lemmy van Mötorhead wordt even bleek bij het aanhoren van
een Ted Demon die letterlijk zijn ziel uit het lijf brult. Bij nummer twee maken
we ons grote zorgen. Wie gaat de aangerichte schade betalen die de uitzinnige
fans aanrichten na een moshpit die catastrofaal ontaardt in een destructief
zaalverbouwingsfeest op de meezingende tonen van “Gotta Go”. Heirkracht
inroepen wegens onweerstaanbare drang is hier de enige oplossing. Bij nummer
vier aangekomen vrezen we er inderdaad voor : “Slowly Going Mad”
drijft ons recht naar de waanzin. De Limburgse Hives zijn geboren ! Een beukende
gitaar vertrekt als een straaljager om los te barsten in een punckrocker pur
sang. We weten niet of Reverend Hotrod het met deze titel eens is, maar hij
doet er alles aan om met intens smoelschuifwerk op een dampende Triggerfingergitaarrif
de stelling “Blues Is For Pussies” te ontkrachten. Met het energieke
“Putting On My Radio” schakelen we in zesde versnelling met de turbo
op twaalf en kan je de smeulende drumvellen van Xandman en de ontvlamde bassnaren
van Sir Marcus van op afstand ruiken. Herman Brood keert zich om in zijn graf
bij het aanhoren van het knoerhard rockende “Never Look Back”, dat
dolgedraaid de finale ingaat met een meesterlijke T.J. op sologitaar. Deze brandende
schijf van The Demon Teds vatten ze zelf nog het beste samen in het nummer “Party
Hard”. Daar hebben deze bazen blijkbaar gezonde kaas van gegeten, want
gans de plaat is één groot, stompend (hard) punkrockfeest. Excuseer,
juist toen we van uitputting naar de amfetaminen wilden grijpen, brengt het
weirdo en zeer rootsige, bluesy “Deep Deep Down” als lucky thirteen
ons vredig terug op deze aardbol met fluitende vogeltjes op de achtergrond,
omkadert met stemmige banjoklanken, sax en zelfs violen. Ok, zoals Ted Demon
zelf zegt : “Cut The Crap”, geen gezever. Deze plaat is een flinke
stamp in ons achterste en houdt je wakker voor de rest van de dag. Aanschaffen
die handel en zeker live uit te proberen als overlevingsact.
Blowfish
THE
DEMON TEDS |
ARTHUR
LOUIS
BLACK CAT
Website
Info: Gfi-promotions
Label: Black Cat VIDEO
Arthur
Louis is een veteraan van de bluesscène. Clapton speelde op een zijn
vroegere platen, en gebruikte zelfs Arthur's arrangementen toen hij zijn eigen
versie van "Knockin On Heaven's Door" van Dylan opnam, kort nadat
hij op Arthur's versie mee gespeeld had. Hij is zelfs lang genoeg met blues
bezig om een witte strat te bezitten die ene Jimi Hendrix hem geschenk gaf.
Toch zal zijn naam velen weinig bekend in de oren klinken. Een ander wapenfeit
dan. Hij was de eerste die de Virgin Studio's van Richard Branson gebruikte
en zijn bassist (Mike Oldfield) had iets in mekaar geknutseld wat “Tubular
Bells” heette. Arthur raadde Richard aan er eens naar te luisteren. The
rest is history. Toen Arthur van een langere buitenlandse reis terugkwam zat
hij zonder bassist en twee nieuwe jonge miljonairs begonnen met de opbouw van
hun imperium. Maar even terug naar Arthur Louis muziek. Hij is Jamaicaan en
vermengt daardoor regelmatig reggae invloeden in zijn muziek. De "Knocking
on Heaven's Door" versie, zoals gezegd, wereldbekend geworden door Clapton,
was dus in feite van hem. De platenfirma vroeg hem een "Best Of" uit
te brengen, maar daar was Arthur niet zo voor te vinden. Hij nam in de plaats
zijn belangrijkste songs opnieuw op, zodat ze terug fris klonken, en voegde
er wat nieuw materiaal aan toe. Geen "Best Of" of "Collection"
dus maar deze "Black Cat." Net als bij Taj Mahal is de kruising van
blues en wat elementen van wereldmuziek zijn handelsmerk. Bijgestaan door een
uitstekende groep en met de ervaring die hij sinds eind jaren zestig verzamelde
is deze Black Cat een zeer aangenaam klinkende bluesplaat geworden. Vooral het
gitaarwerk van Arthur, Les Davidson en Winston Delanfro is sterk. De funky blazers
op "Born To Sing The Blues" geven deze openingssong de nodige power
om spetterend van start te gaan. Op de titelsong "Black Cat" steken
die eerste typische reggae invloeden de kop op. Deze kerel weet als geen andere
een perfecte mix te maken van beide genres: blues & reggae. Het nummer klinkt
alsof Sly & Robby bij de opnames aanwezig waren. De aparte zangstijl van
Arthur Louis zorgt ervoor dat deze cd tussen de vele bluesreleases uitsteekt
wegens zijn originele aanpak, dit klinkt jong modern en uniek en dat van een
man die toch behoort tot een van de veteranen van de Britse blues. Als je "Fast
Car" hoort, weet je dat hij evenzeer rocken kan als de huidige generatie
bluesrockers. Vermits dit een toch een soort veredelde "Best Of" is
staat ook die befaamde cover van Dylan's "Knockin On Heavens Door"
er op natuurlijk, e kan je zelf oordelen waar Clapton de mosterd haalde. Voor
jazzliefhebbers is "End Of An Era" dé song op deze cd, met
mooi sfeervolle jazzy gitaartjes, terwijl voor de echte gitaarliefhebber er
"Turning Point" is, een eigen song die het beste van Gary Moore en
Jeff Beck in zich verenigt met uitstekende gitaarbijdragen. Maak opnieuw kennis
met Arthur Louis via deze "Black Cat". Hopelijk ben je niet bijgelovig!
(RON)
JULIE
NEUMARK
DIMESTORE HALO
Website Myspace
Label: Hyena Records Distr.: Bertus
VIDEO 1 VIDEO
2 VIDEO 3 VIDEO
4
Hyena
records heeft er een exportproduct bij: Julie Neumark, die reeds te zien was
in series als "Mad About You" en "Gilmore Girls", maar haar
hart ligt het meest bij muziek, hetgeen ze bewijst met "Dimestore Halo",
het album waarmee ze nu debuteert. Neumark is een aangename verrassing uit Los
Angeles, Californië, die zich heeft laten inspireren door Amerikaanse singer-songwriters.
Op "Dimestore Halo" horen we ook de invloed van Beth Hart, Susan Werner,
Lucinda Williams, Janis Joplin en Shelby Lynne. Ze heeft een stem als een klok,
gedeeltelijk een beetje als de reeds vernoemde Beth Hart, en anderzijds doet
ze ons denken aan Stevie Nicks. Ook muzikaal is het dik in orde. De zelfgeschreven
liedjes zijn knap en gevarieerd. Met hulp van een aantal studiomuzikanten is
"Dimestore Halo" een plaat geworden die de potentie heeft om goed
in de smaak te vallen bij een groot publiek. Neumark kreeg inmiddels positieve
recensies in een breed spectrum van media, is misschien iets te gladjes en licht
voor vele Rootstime-lezers, maar voor bijvoorbeeld Beth Hart-liefhebbers, haar
grote idool, is Neumark een enorme aanrader. "Dimestore Halo" is een
plaat waarop Neumark stevig kan rocken, als in de openende titeltrack of het
onweerstaanbare "Spare Change", maar ook het kippenvel centimeters
dik op je huid kan zetten middels hartverscheurende ballads, hierbij denkende
aan het zeer gevoelige "Wreck Of A Woman". Een song als "Bobbi"
is dan meer wat Delta blues geladen, maar steeds dankzij haar rauwe strot en
de emotievolle voordracht weet ze zich te onderscheiden van die van de concurrentie
in dit drukbevolkte genre. De songs, waarin persoonlijke ervaringen en het dagelijkse
leven centraal staan, steken over het algemeen prima in elkaar en bivakkeren
moeiteloos tussen alt. country en makkelijk in het gehoor liggende popmuziek.
Daarbij valt "Dimestore Halo" op door de zeer smaakvolle en doeltreffende
instrumentatie en laat vooral een fantastische zangeres horen. Een zangeres
die op deze plaat in de huid van haar idool kruipt, maar tegelijkertijd een
geheel eigen invulling geeft. Een kippenvelplaat van de eerste tot de laatste
noot.
STEVEN
CHARLES CECIL
THE BE-BOP SESSIONS
Website Myspace
CDBaby
Steven
Charles Cecil uit Baltimore heeft na "Towing The Heart", zijn debuut
uit 2003 en het uitstekende "Marking Time" van vorig jaar, met zijn
nieuwe "The Be-Bop Sessions" weer voor een opvolger gezorgd. Als keyboardspeler
werkte bij de te vroeg overleden Little Jimmy King en later bij Bobby Parker,
Robert Sherman en momenteel bij Albert Storo in diens "Soul Hustlers".
Allemaal top bluesgitaristen bij wie hij met zijn sfeervolle Hammond en andere
keyboards voor een perfecte backing zorgde. Maar ondanks dit intensieve toeren,
heeft Steven Charles dus ook nog tijd voor eigen werk. Helemaal nieuw zijn deze
opnames echter niet, ze gaan terug tot 1995, 2000, 2004 en 2007, van drie verschillende
opnamesessies werden nummers gebruikt voor het samenstellen van deze Be-Bop
sessions. Alle nummers op deze cd werden geschreven door Steven Charles Cecil
zelf, behalve de tekst voor “Barely Alive In Baltimore”. Die diversiteit
in opnames met verschillende muzikanten doet natuurlijk de homogeniteit van
de cd geen goed, er is teveel verschil in sound tussen de verschillende nummers
die gedurende deze tijdspanne van bijna twaalf jaar opgenomen werden. De cd
begint sterk met “Sold U Out” met de sterke vocals van T.T. Tucker
op en gitarist Lil’ Ray Ybarra (een prima gitarist). Op “Damage
done” is het Steven Charles zelf die zingt, en spijtig genoeg, dat is
niet zijn sterkste zijde. Gitarist Lil’ Ray is hier echter weer voortreffelijk
bezig. “Barely alive In Baltimore” is een aparte song met een wat
Zappa-iaanse inslag. Als een paar nummers verder Parker Townsend de zang overneemt
en de knappe blues “Dark Days” brengt, met Steven Charles ditmaal
op sax, zit deze cd plots op een hoger niveau. Spijtig genoeg. zijn het de zwakke
vocalen van Steven Charles Cecil die het daarop volgende “Dynamite On
Stilts” weer de das omdoen. Stel je een kruising tussen Bob Dylan en Ron
Wood voor, maar minder toonvast, en je hebt een idee. “Mama Mama”,
met zanger gitarist Scott Morese is daarna weer topkwaliteit, net als “Gotta
Keep On Moving” en “Vancover Vamp” met Albert Storo als gast
gitarist. De drie laatste songs zijn remix versies van de beste songs zoals
“Dark Days” in een Texas Mix. The Be Bop sessions is een wat rare
cd geworden, met sterke en zwakke momenten die elkaar opvolgen. Zwakke momenten
die hadden kunnen vermeden worden als de hoofdrolspeler voor alle zangpartijen
beroep gedaan had op stemmen als die van Parker Townsend, en zelf geen pogingen
tot zingen ondernomen had.
(RON)
TIM
VANHAMEL
WELCOME TO THE BLUE HOUSE
Website Myspace
Label : Loud Tongues
Distr. : Play It Again Sam - PIAS
Na
meerdere jaren de “Millionaire” te hebben uitgehangen vond de inmiddels
30-jarige Zonhovenaar Tim Vanhamel de tijd rijp om zijn teloorgegane relatie
met het beroemde model Hannelore Knuts van zich af te zingen door middel van
een zeer persoonlijk getinte plaat. Dat werd “Welcome To The Blue House”,
een album waarvan de twaalf songs zijn diepste zieleroerselen beschrijven. Voor
de opnamen trok hij samen met producer Luuk Cox voor twee weken naar de Ardennen
waar dit project succesvol geïmplementeerd werd. De single “Until
I Find You” grijpt de luisteraar meteen naar de keel om nadien niet meer
los te laten. Dat nummer is zo aangrijpend dat je het – ook mede dankzij
de vele airplay op de nationale radiozenders en tv-stations – niet meer
uit je geheugen kan krijgen. Ook “Living The Way You Should” rockt
kordaat verder op de ingeslagen weg. Toch is het gitaargeweld op deze plaat
minder heftig en de muziek minder hard dan op de Millionaire-platen en geeft
hij de powerpopsongs meer melodie mee dan op eerder werk. De songteksten van
de nummers beschrijven een aantal gebeurtenissen die Tim Vanhamel in de voorbije
twee jaar heeft meegemaakt. Hij drijft hierbij steeds verder af van wat hij
ten gehore bracht bij zijn vroegere bands Evil Superstars, dEUS of Millionaire.
Vooral “Red River” heeft een behoorlijke portie hitgevoeligheid
meegekregen en ook het catchy nummer “Sometimes I Wanna Run” heeft
alles om het in de populaire charts te maken. Zo kan zijn verdriet om de beëindigde
relatie toch nog omgebogen worden in iets positiefs voor deze sympathieke Limburgse
bard. Buddy Luuk Cox die we kennen van Shameboy beroert de drums en is de enige
muzikant die iets heeft kunnen of mogen bijdragen aan “Welcome To The
Blue House”, al de overige instrumenten werden door Tim Vanhamel zelf
ingespeeld. “Tell Me” en “Take Me Home” kan je zonder
verpinken zelfs zachte ballads noemen met op het einde telkens wat meer bombast
in de sound. “Saviour” heeft wat weg van een Beach Boysnummer uit
de late sixties. In “Like A Fire” wordt er nog meer teruggeblikt
op de muziek waarmee Tim Vanhamel is opgegroeid en probeert hij terugblikkend
op zijn onbezorgde jeugdjaren een rasecht liefdesliedje te brengen. Misschien
is de verliefdheid nog niet helemaal uit zijn lijf verbannen, getuige daarvan
de mooie en melodieuze smeekbede om meer liefde in “Return To Love”.
Daarmee zijn we al toegekomen aan de melancholische afsluiter “Garden
Of Weeds” met knappe vioolarrangementen van Reinhard Vanbergen (Das Pop)
en indruk makende door Tim Vanhamel zelf ingezongen tweestemmigheid. Bijwijlen
denk je zelfs aan Coldplay tijdens dit nummer. De hidden track van dienst heet
“Keep Your Heart” maar had voor ons gevoel net zo goed verborgen
kunnen blijven omdat het nummer te sterk afwijkt van de algemene sfeer die Tim
Vanhamel met “Welcome To The Blue House” heeft willen creëren.
Samenvattend durven we dit toch een sterke Belgische plaat noemen die we ook
het allerbeste buiten onze landsgrenzen willen toewensen.
(valsam)
TIM VANHAMEL LIVE |
THE
RESONATORS
INTRODUCING...
Website Myspace
Contact CDBaby
VIDEO
Een
gevaarlijke band voor recensenten, deze Resonators, toen ik hun background op
het internet probeerde te doorgronden zat ik al aan "Resonators" nummer
vier, eer ik de goede band te pakken had. Waarschijnlijk zijn er nog een aantal
meer, maar ik ben niet verder gaan zoeken, want ik had de enige band met die
naam gevonden, die me kon interesseren: dit bluesduo dat de oude klassiekers
op gepaste wijze en die de nodige eerbied voor de juiste benadering van die
songs toont. Puur en simpel, met echte vintage instrumenten uit die tijd en
één microfoon. Banjo, mandoline, washboard en ... natuurlijk resonator
gitaren zijn de instrumenten die gebruikt worden voor hun tocht doorheen Delta
bluesland. Klassiekers uit vooral de jaren negentien, twintig en dertig, met
natuurlijk de onvermijdelijke covers van legendes als Robert Johnson, Mississippi
John Hurt, Bukka White, Charlie Patton en Fred McDowell. Als je een echte bluesfan
bent in hart en nieren, heb je ze natuurlijk al allemaal gehoord, deze nummers,
maar ik kan je verzekeren, zelden met zo'n echtheid als hier. Je waant je op
de katoenplantages van de Mississippi als deze cd rondjes draait in je speler.
Nummers als "Casey Jones", "You Got To Move"en "Me
And The Devil" hebben niets saais , zoals je wel zou kunnen denken. Dit
vader en zoon duo, Greg en Jarred Bowles, komt echter niet uit de streek vanwaar
je deze muziek zou verwachten, ze wonen ver van de Mississippi Delta. In Bunbury,
Australië, om precies te zijn, en ze bespelen instrumenten zoals een 99
jarige banjo en een mandoline die er ook al zestig is. Met behulp van deze oudjes
halen ze de oude bluesman in je boven, ook al ben je er zelf geen. Voor de fans
van de "real stuff"... bluesrock fans gelieve zich echter te onthouden.
(RON)