JANUARI 2008 - FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008
JUNI 2008 - JULI 2008 - AUGUSTUS 2008 - SEPTEMBER 2008 - OKTOBER 2008
EACH
MONTH MORE THAN 100 REVIEWS FOR YOUR ROOTS LOVIN' EARS!
|
TONY JOE WHITE - DEEP CUTS
WES MACKEY - MR.BLUES
TONY PENN - THE QUICKEN
DR. JOHN AND THE LOWER 911 - THE CITY THAT CARE FORGOT
CUTAWAY CROSSING - THIS EXIT
STORMIN’ NORMAN & FRIENDS - ASBURY PARK THEN AND NOW
JOHNNY NEEL & THE CRIMINAL ELEMENT - VOLUME 2
STEVE FORBERT - STRANGE NAMES & NEW SENSATIONS
THE BITTERSWEETS - GOODNIGHT, SAN FRANCISCO
GUSTAV AND THE SEASICK SAILORS - BRILLIANT HANDS
TONY
JOE WHITE
DEEP CUTS
Website Myspace
Label: Swamp Records
Distr.: Munich Records
VIDEO
1 VIDEO
2 VIDEO 3
De
naam Tony Joe White staat synoniem voor het genre swamprock. Eind zestiger jaren
kwam hij onder invloed van country, blues, soul, folk en rock tot deze broeierige
stijl die zijn oorsprong in het diepe zuiden van de Verenigde Staten vindt.
In tegenstelling tot stijlgenoot John Fogerty was White wel ‘the real
thing’. Geboren uit een deels Cherokee gezin groeide hij op in Louisiana
en heeft dus het moeras in zijn bloed. In 1969 verschijnt op Monument zijn eerste
LP "Black And White" met daarop het nummer waarmee hij tot in eeuwigheid
mee vereenzelvigd zal worden: "Polk Salad Annie". Samen met de song
"Willie & Laura Mae Jones" dat een hit werd in de uitvoering van
Dusty Springfield, zorgt het voor het succes van het album. Tot eind jaren negentig
kende White redelijk commerciële successen, maar artistiek gezien viel
hij behoorlijk in herhaling. Gelukkig begreep hij dat zelf ook, en zo begon
met "The Beginning" uit 2001 de artistieke opleving van de swamp rocker,
een benadering die hij niet eerder beproefd had: man alleen met gitaar en harmonica.
Bij de eerste tonen kan dit dan nog een redelijk standaard akoestisch bluesalbum
lijken, maar als de stem uit het moeras omhoog komt is het duidelijk: Swamprocker
Tony Joe is terug naar zijn eigen muzikale roots. En die lijn weet hij goed
door te zetten met zijn volgende albums. Na "Snakey" (2003) verscheen
het album "The Heroines" (2004), dit was meteen zijn ode aan het fenomeen
De Vrouw. Om deze kracht bij te zetten werden we op deze plaat getrakteerd op
vijf duetten met achtereenvolgens Lucinda Williams, Shelby Lynne, Emmylou Harris,
Michelle White en Jessi Colter, niet de minste namen. Dit waren ook gelijk de
hoogtepunten van de plaat, omdat White's stem prachtig contrasteert met de vrouwelijke
inbreng. Ondanks dat er van een vernieuwende sound of van een werkelijk gewijzigd
genre in vergelijking met vorige platen geen enkele sprake is, werkt de aanpak
zo verfrissend dat hij voor het album "Uncovered" (2006) wederom vijf
gasten wist op te trommelen, maar nu van het mannelijke geslacht. Hij krijgt
namelijk de hulp van niet de minsten: Mark Knopfler, Eric Clapton, J.J. Cale,
Waylon Jennings en Michael McDonald. Het relaxte moerasbluesgeluid is wederom
volop aanwezig op zijn nieuwste plaat, "Deep Cuts", die verscheen
op zijn eigen label (Swamp Records), maar ditmaal geproduceerd is door Tony
Joe’s zoon, Jody White en opgenomen in de Church St. Studio van Franklin,
Tennessee. En dit is meteen hoorbaar in de instrumentale opener "Set the
Hook" maar ook in de andere negen tracks uit zijn repertoire, waaronder
natuurlijk ook de nummers "As the Crow Flies" en "Willie and
Laura Mae Jones" die White opnieuw heeft ingezongen maar met techno invloeden,
al blijft White's stem als vanouds ergens uit de diepste swamp in Louisiana
te komen en het gitaarspel functioneel blijft en altijd ritmisch. Hoogtepunten
zijn wel te noemen, maar belangrijker is dat de plaat nergens inzakt. Tony Joe
White heeft zichzelf al een vijftal jaren volledig hervonden en door zijn nieuwe
plaat "Deep Cuts" te noemen doet het ons vermoeden dat we nog een
hoop moois van de swamp fox mogen verwachten. Maar goed die hoogtepunten: naast
de zeer vernieuwende versies van klassiekers "Willie And Laura Mae Jones",
"High Sheriff (of Calhoun Parrish)", "Roosevelt & Ira Lee"
en "Soul Francisco", verrast White ons wel met songs als het bluesy
"As The Crow Flies", met hierin vette beats en diep wah wah gitaarwerk
of het met zijn zoon gecomponeerde "Run With The Bulls", dat net als
het andere instrumentale "Home Made Ice Cream" zeer Spaans getint
zijn. Op "Deep Cuts" wordt Tony Joe White op een laidback manier begeleid,
en weet zoon Jody deze plaat zo'n uitstraling te bezorgen alsof deze plaat opgenomen
is in de studio van het Fat Possum label, hij bezorgt zijn vader gewoon voor
een nieuw hoogtepunt in zijn rijke carrière.
TONY JOE WHITE LIVE Nov 6 2008 8:00P -
Paradiso - Amsterdam, Noord-Holland |
WES
MACKEY
MR.BLUES
Info: BlueBridge Network International
CDBaby
Het
heeft soms heel wat energie en voetwerk nodig om niet te spreken van jaren intens
werken en toeren, alvorens je de erkenning krijgt die je verdiend. Voor Wes
Mackey begint het nu, op 67 jarige leeftijd, eindelijk te gebeuren. Na jarenlang
in verschillende bands de support van groten als Muddy Waters en John Lee Hooker
te zijn geweest mag hij nu zelf in deze spotlight treden. Na een leven vol avontuur,
uitdagingen en kansen krijgt hij het nu des te drukker dankzij deze erkenning.
Zo komt hij in het najaar naar Europa, Zwitserland, Frankrijk en Duitsland staan
al op de agenda. Hopelijk doet hij België ook aan. Want deze cd klinkt
in elk geval zoals een bluescd hoort te klinken, touchy, down, opgewekt en ‘full
of feel’. Buiten de mooie eigen songs brengt hij voortreffelijk nummers
van o.a. Jimmy Reed, Willie Dixon en Sam Cooke. Ik zeg het niet graag maar als
het een feit is kan ik er niet omheen, Afro-Amerikanen weten als geen ander
hoe de blues te brengen. Luister maar eens naar met hoeveel gevoel hij ‘A
Change Is Going To Come’ brengt. Of wat denk je van het subtiel maar opgewekt
vertolkte ‘Shame Shame Shame’. Wes z’n diepe stem aangevuld
met z’n schitterende gitaarlijnen zorgen ervoor dat elke song stuk voor
stuk juweeltjes worden. Verder ook nog een pluim voor Dave Webb op piano en
Hammond en al de andere (teveel om op te noemen) muzikanten die mee werkten
aan dit pareltje. Dit is een “must have” voor de liefhebbers van
Delta en Mississippi blues.
Blueswalker
WES MACKEY
& BAND LIVE dond. 6 november 2008 - 20u30 Roots Music Brussels, Nekkersdal, Brussel |
TONY
PENN
THE QUICKEN
Myspace CDBaby
Label: Big Cow Records
Gerenommeerde
producer Glenn John Arnowitz, lang geleden afgestudeerd aan Manhattan’s
Muziekschool waar hij compositie studeerde, wist blijkbaar dat hij met songschrijver
Tony Pennimpede een zeldzame muzikale vis had binnengehaald, getuige zijn lofzang
op de zanger/gitarist uit New Hampton, N.Y. Onmiddellijk bij het aanhoren van
Tony’s soulvolle stem en zijn akoestisch gitaarspel voelde hij zich voor
een natuurtalent geplaatst. Als je ‘Goin’ Home’ en ‘The
Posse’ beluistert moet je hem voor 100 % gelijk geven. Zijn songs glijden
als droeve mijmeringen langs je huid een landschap creërend van verloren
zwanen op verlaten meren. De violen van Christy Brown of Jeremy Stevens dragen
bij tot die weemoedsfeer, opgeroepen door de herinnering aan gemiste kansen
en verloren geluk. Verlies in al zijn aspecten is een thema dat meer dan eens
opduikt bij deze gevoelsdichter, waardoor je geneigd bent dit album naast Springsteen’s
‘Nebraska’ te plaatsen. Op grond van de metaforische beelden en
diverse gevoelslagen kan je dit album echter ook situeren in het kwetsbaar hoekje
waar Josh Ritter, Joe Purdy of Townes Van Zandt zitten. In ‘Before I’m
Gone’ bespeur je dezelfde transcendente nostalgie. Naast de lyrische songteksten
en Tony’s gevoelvol gitaarspel is ook de bijdrage van de andere muzikanten
meer dan waardevol. Producer Arnowitz begeleidt Tony Penn met piano, harmonica,
accordeon en percussie. Gerald Mancini sluit aan met slidegitaar en dobro. Beide
hebben al een lange samenwerking achter de rug, deel uitmakend van verschillend
bandjes. Voor de vrouwelijke vocale inbreng zorgt Kathleen Davis en wanneer
Jeremy er bas en viola aan toevoegt krijg je folkcountry van het puurste soort.
Als ‘Keep Me in Your Heart’ al zo’n innerlijke pijn suggereert,
dan schrijnt ‘Enough’ nog eens zo bitter. Piano en viola proberen
dan te verzachten zoals zonneschittering een web van zilverdraden doet trillen.
En alsof elf pareltjes niet genoeg zijn krijg je er nog het twaalfde ‘I
Will Comfort You’ bij, troostend als een helende hand. Tony Penn is in
de ware zin van het woord een bezieler die wonderen doet met stem en melodie.
De warmte die zijn zang uitstraalt, ondanks de diepere kommer en kwel, blijft
nog lang nazinderen. Producer Arnowitz lijkt dit met zijn accordeon in ‘Please
Take My Hand’ nog eens extra te benadrukken, wetende dat gevoelsmuziek
dezelfde warmte nalaat als de handdruk van een meevoelende vriend.
Marcie
DR. JOHN AND THE
LOWER 911
THE CITY THAT CARE FORGOT
Website
Label: Cooking Vinyl Distr.: V2
Zijn
nieuwste studioalbum ligt net in de winkels, maar elke schijf van de bijna 68-jarige
Mac Rebennack, alias Dr. John kan bij ons op een warm onthaal rekenen. Dat geldt
zeker voor "The City That Care Forgot", ongeveer zijn 32ste plaat,
een mooi eerbetoon aan een verwoeste stad en een minstens even mooi voorproefje
op nieuw werk van deze bijzondere muzikant. De naam Dr. John is al een aantal
decennia nauw verweven met New Orleans. Luister naar de muziek van deze unieke
muzikant en je hoort, voelt, ziet, ruikt en proeft New Orleans. Het zal dan
ook niemand verbazen dat Dr. John diep geraakt is door de verwoesting van de
door hem zo geliefde stad door de orkaan Katrina. Gevoelens waaraan hij, samen
met zijn band The Lower 911, uiting geeft op "Sippiana Hericane" (2005).
Een snel in elkaar geknutselde EP met een speelduur van zo’n 25 minuten,
waarvan de opbrengst geheel ten goede komt aan een drietal muzikantenorganisatie’s
in New Orleans. Te gehaast opgenomen om te kunnen tippen aan zijn beste werk,
maar het komt wel recht uit het hart en dat hoor je. Jazz, blues, gospel, funk,
rhythm & blues en rock ’n roll; overgoten met een flinke portie New
Orleans voodoo. Het pianospel en de stem van Dr. John zijn nog altijd uit duizenden
herkenbaar en klinken op "Sippiana Hericane" behoorlijk bevlogen.
"City That Care Forgo" is nu de definitieve muzikale reactie op die
ramp, waarvan de gevolgen nog altijd pijnlijk voelbaar zijn en de songwriter
is nog steeds ziedend over de manier waarop de Bush-regering de crisis na orkaan
Katrina heeft aangepakt in zijn zo geliefde New Orleans. Toch heeft de dokter
niet alle hoop verloren. Hoe hopeloos de situatie ook is, muziek brengt altijd
troost en vreugde. "We got music to heal the heart" klinkt het op
"Save Our Wetlands", waar hij de vinger legt op de milieuproblematiek
waar vooral de oorspronkelijke cajunbevolking het slachtoffer van dreigt te
worden. Een stelling waarvan deze plaat het beste bewijs is. Vaak gaat het ook
over het verdriet van de overlevenden, wat zich uit in typische New Orleansjazzachtige
collectieve blazerspartijen, zoals in "My People Need a Second Line",
een song waarin hij zich afvraagt waarom de politie bevel heeft gekregen om
het publieke rouwen in stoeten (een typisch element van de New Orleanscultuur,
en vroeger zelfs een toeristische attractie) te verhinderen. Echt feesten is
er dus niet bij, daarvoor is de kwaadheid en verdriet te groot. Met zijn voortreffelijke
band The Lower 911: drummer/backingvocalist Herman Ernest III, bassist/backing
vocalist David Barard en gitarist/backingvocalist John Fohl, en de medewerking
van een handvol beroemdheden zoals Eric Clapton, Ani DiFranco, Willie Nelson
en Terence Blanchard is "The City That Care Forgot" een bevlogen en
geïnspireerde plaat geworden, een album dat vol staat van jazzy en bluesy
New Orleansfunk. De onnodig lange nasleep van de ramp is de goede dokter een
doorn in het oog, maar prikkelde tegelijkertijd zijn creativiteit. Het resultaat
is dan ook een van de beste platen die de dokter in jaren heeft gemaakt. Elk
nummer is gedrenkt in de rijke muzikale cultuur van het Amerikaanse Zuiden.
De gasten overheersen daarbij gelukkig niet, ze stellen zich dienstbaar op.
Met "City That Care Forgot" levert Dr. John een indrukwekkende muzikale
liefdesverklaring af aan een van de meest muzikale steden ter wereld. Heerlijke
plaat.
DR JOHN & THE LOWER
911 MA 17 NOVEMBER 2008, DE SINGEL ANTWERPEN |
CUTAWAY
CROSSING
THIS EXIT
Website Myspace
Contact CD-Baby
Zanger
Brad ‘Woody’ Bendle vormt samen met Trevor Howard, Brian Hall en
nieuwkomers Brad Burgess op drums en Kevin Decker op basgitaar de alt.country
en Americana country rockformatie Cutaway Crossing. Vanuit de thuishaven Kansas
City proberen ze zich een weg te banen doorheen het muzikale oerwoud. Het hiervoor
meest geschikte gereedschap is nog altijd een goede cd. En die hebben de vijf
stevige kerels klaar gestoomd met “This Exit”, een verzameling van
elf swingende rocksongs in de stijl van gelijkaardige artiesten als Son Volt,
The Gourds en Wilco. Met het intens rockende “I Believe” geven ze
meteen hun muzikale visitekaartje af aan de luisteraar en ook “Don’t
Need To Talk About It” heeft een stevige beat als onderbouw. Hun motto
is “Believe In The Power Of Music” en dat onderschrijven ze in haast
elke song op “This Exit”. Passionele power zit er overvloedig in
hun muziek verweven. Dat kan je ook horen op de twee singles die uit dit album
werden getrokken: “Connect” met een snelle fiddle-riff en geïnspireerd
op “Folsom Prison Blues” van Johnny Cash en “Texas Way”
waarin de talrijke redneck-countryinvloeden duidelijk aanwezig zijn. Het gaspedaal
blijft echter niet constant ingedrukt hetgeen te horen valt in “I Need
This” en in “Knock Me Down” waarin behoorlijk wat aandacht
aan de melodielijn en aan de vocale prestaties besteed wordt. Hetzelfde geldt
voor de naar onze smaak beste song op “This Exit”: “Welcome
Back To Tennessee Medley”, een duet waarin zangeres Karin Keener voor
erg mooie duo-vocalen zorgt. Cutaway Crossing brengt natuurlijk wel zeer typisch
Amerikaanse muziek die in de thuisbasis op veel meeval zal kunnen rekenen. Of
dat ook in Europa zo zal zijn valt nog even af te wachten. De nabije toekomst
zal dit uitwijzen. Daarmee willen we echter niets af doen aan de verdiensten
van de groep met deze professioneel gemaakte cd.
(valsam)
STORMIN’ NORMAN
& FRIENDS
ASBURY PARK THEN AND NOW
Website Contact
Distr. : Hemifran
Stormin’
Norman - aka Norman Seldin - draait al meer dan 40 jaar mee in de muzikale mallemolen
die in Asbury Park in New Jersey de sound van de vier voorbije decennia heeft
bepaald. Asbury Park is een intussen legendarisch geworden plaats want het is
de omgeving van waaruit wereldsterren als ‘The Boss’ Bruce Springsteen
en zijn E-Street Band met Clarence Clemens, Max Weinberg, Danny Federici en
Roy Bittan in de actualiteit kwamen. Maar ook andere topmuzikanten als Southside
Johnny en The Jaywalkers zagen het levenslicht in die vruchtbare muzikale bodem
van Asbury Park. En laat nu net Norman Seldin als een rode draad doorheen de
carrières van deze artiesten lopen. Naast zijn taak als bandleider, promotor
en componist participeerde hij als pianist en keyboardsspeler in een lange reeks
historische opnames die nu in een dubbelalbum werden samengebracht onder de
titel “Asbury Park Then And Now”. 46 tracks werden op twee schijfjes
gebundeld en al de bovenvermelde namen spelen op één of andere
song mee met Stormin’ Norman. Zo vinden we acht nooit eerder gehoorde
nummers terug die in 1980 met de toen nog totaal onbekende maar latere topmuzikanten
van de E-Street Band werden opgenomen. Norman Seldin schreef de 8 tracks en
zorgt op die liedjes voor de zang en voor het pianowerk. Alleen het mooie “I
Wanna Rock ‘n’ Roll” wordt door een toen nobele onbekende
Southside Johnny ingezongen. Norman Seldin & the Naturals was de allereerste
groep waarmee hij op 14-jarige leeftijd naar buiten trad. In 1964 creëerde
hij zijn eigen platenlabel ‘Selsom Records’. Soul, Rhythm &
Blues en Rock & Roll met zowel blanke als zwarte muzikanten werd het handelsmerk
van dit label. Bands als ‘Ray, Goodman & Brown’ en ‘The
Moments’ namen hun eerste songs op bij Norman Seldin. Ondertussen begon
hij ook eigen platen op te nemen als Norman Seldin & The Joyful Noyze, een
groep waarbij een piepjonge Clarence Clemons aansloot als saxofonist. Clemons
speelt een hartverscheurende saxsolo in de song “Everything I Do”
die we ook op dit collectors’ item terugvinden. Andere historische opnamen
van bands waar Norman Seldin zijn steentje toe heeft bijgedragen staan ook op
deze twee platen. Zo horen we Harry Ray & The Valtairs, The Jaywalkers,
The Motifs, The Soul Set, The Joyful Noyze, LeonTrent & The Uniques, Nicky
Addeo & The Night Owls, Barbaroso & The Historians en Tony Maples in
dit uitstekende ‘digitally remastered” overzicht van het levenswerk
van Norman Seldin. Topwaar voor verzamelaars.
(valsam)
"Asbury Park Then & Now" is available now from Springsteens web site www.backstreets.com or digital downloading from www.itunes.com or www.emusic.com with all 46 cuts by Stormin' Norman & Friends on Ivory International Records.
JOHNNY
NEEL & THE CRIMINAL ELEMENT
VOLUME 2
Website Myspace
Contact
Label: Silverwolf records
CDBaby VIDEO
1 VIDEO
2
“They say that you can’t do it all; Hell, I’m trying to prove ‘em wrong.” - Johnny Neel. |
Net
als zijn voorganger barst deze nieuwe van Johnny Neel and The Criminal Element
van originaliteit en vooral spontaniteit. Er zitten elementen van Pink Floyd
in deze muziek, maar ook de geniale gekte van de vroegere Mothers kan je er
terugvinden, of het Gov't Mule geluid. Niet verwonderlijk als je weet dat Neel,
naast natuurlijk zijn werk bij de Allman Brothers, ook speelde in Blue Floyd,
een jamband die bluesy variaties op Pink Floyd's muziek bracht. Soms klinkt
de band superstrak om wat later in een beheerste chaos te verzeilen. Vier topmuzikanten
die zich, dat hoor je duidelijk, in de studio kostelijk amuseren. Johnny Neel
op keyboards en vocals, Randy Boen (gitaar, vocals), Curt Redding (drums, vocals)
en Russell Wright (bas, vocals) laten hier voor de tweede maal horen, onvoorspelbaar
en spontaan aan het werk te zijn. Het geheel heeft een "jam" gevoel,
niks lijkt gepland, het kan alle kanten op. "Passed Out' is pure funk met
fragmentjes van gekke stemmetjes.in het begin, waarna alles mooi in zijn plooi
valt om even later weer (beheerst) te ontsporen. Johnny legt een ongelofelijke
warme, heerlijke Hammond B3 basis, waartegen Randy Boen prachtig kan improviseren.
Randy is bovendien een topzanger, die zo gauw hij begint te zingen alle aandacht
naar zich toe trekt. Luister maar even naar het rustige "Thunder"
Van funky nummers zoals in het erg sterke "Mikey" en het licht Zappaiaanse
"Hot Beer Emergency" tot het erg aparte "Here Right Now"
waar Johnny klinkt als een kruising tussen Dr.John en Herbie Hancock, heerlijk
met die prachtig klinkende funky vocoder passages. Een mooi rustpunt vormt de
afsluiter "Playin On The Tracks", waar de vier zangers samen prachtig
bezig zijn. The Criminal element moest natuurlijk "in extremis" nog
voor een verrassing zorgen met de hidden track, een tittelloze mix van "achterste
voren" geluidsfragmenten en meer normale geluiden uit deze cd. Crimineel
goed, deze tweede. Van ons mogen ze er al minstens een trilogy van maken. Als
je de boven dit artikel staande uitspraak leest, zit hij er waarschijnlijk al
aan te komen, die nummer drie.
(RON)
STEVE
FORBERT
STRANGE NAMES & NEW SENSATIONS
Website Myspace
Contact
Label : 429 Records
Distr. : SLG Santa Monica, CA
Steve
Forbert zit al meer dan dertig jaar in het vak als singer-songwriter. De in
Nashville, Tennessee wonende 54-jarige zanger heeft in die periode een impressionant
arsenaal liedjes geschreven. Enkele daarvan bereikten de hitparades in de jaren
tachtig o.a. “Schoolgirl”, “When You Walk In The Room”
en “Romeo’s Tune” waarvan ik de singeltjes nog ergens in mijn
platenverzameling pleeg te koesteren. De man met het eeuwige babyface begon
in New York op 21-jarige leeftijd als een eenvoudige straatzanger. Maar hij
schreef ook heel wat nummers voor andere artiesten die daarmee hun individuele
succesmoment konden bereiken. In zijn eigen topperiode werd hij in de pers regelmatig
vernoemd als de nieuwe Bob Dylan, wellicht omdat hij met eenzelfde hees stemtimbre
zong en ook veel aandacht besteedde aan de teksten voor zijn liedjes. Voor de
ouderen onder ons is het gezicht van Steve Forbert misschien ook nog bekend
als het vriendje van Cindy Lauper in de videoclip voor haar eighties-monsterhit
“Girls Just Wanna Have Fun”. Wegens een geschil met zijn toenmalige
platenmaatschappij werd de zangcarrière midden jaren tachtig enkele jaartjes
op een erg laag pitje gezet. Pas in 1988 verscheen de cd “Streets Of This
Town”, nu op een nieuw label Geffen Records. Van 1992 tot nu verscheen
er zowat elk jaar een nieuwe plaat van Steve Forbert, alhoewel hij er nooit
meer echt in slaagde in de muzikale spotlights te geraken. Koppig bleef hij
verder muziek maken en vooral heel veel live optreden, zo’n 100 keer per
jaar. Zo mogen wij hem binnenkort op vrijdag 28 november in het CC te Leopoldsburg
begroeten voor een warm optreden want zijn repertoire is zo rijk gevuld met
mooie liedjes dat het wellicht een moeilijke klus zal worden voor hem om een
avondvullende setlist samen te stellen zonder zijn die-hard fans te ontgoochelen.
In afwachting van dit optreden hebben wij zijn laatste studioplaat nog eens
goed beluisterd. Eind vorig jaar verscheen “Strange Names & New Sensations”
met daarop 12 liedjes waaronder een prachtige en geactualiseerde versie van
zijn tophit “Romeo’s Tune”. In de anti-oorlogsong “The
Baghdad Dream” geeft Steve Forbert een politieke veeg uit de pan aan zijn
oorlogszuchtige president en diens ‘minister of war’ Donald Rumsfeld.
De cd bestaat uit vlotte en moderne folk- en rockliedjes waarvan wij heel graag
“Middle Age”, “ Strange Names (North New Jersey’s Got
Em)”, “My Seaside Brown-Eyed Girl”, het mooie instrumentale
“Around The Bend” en “Thirty More Years” over het veel
te snel voorbijglijdende leven bij u willen aanbevelen. Laat ons samen met Steve
Forbert even op de rem des tijds gaan staan en naar zijn prachtige songs gaan
luisteren in Leopoldsburg. Ik kan je nu al beloven dat je van die beslissing
geen spijt zal krijgen. Integendeel, een avond vol amusement gegarandeerd.
(valsam)
Vr. 28 Nov. Cultureel
Centrum Leopoldsburg |
THE
BITTERSWEETS
GOODNIGHT, SAN FRANCISCO
Website Myspace
Label: Compass Records
Voor
lichtvoetige alt-country songs met een mooie vrouwenstem en een randje pop moet
je bij The Bittersweets uit San Francisco zijn. Zoals op de voorgangers "The
Life You Always Wanted" uit 2006, tovert deze band rond zangeres Hannah
Prater (vocals, akoestische gitaar, piano), het ene na het andere honingzoete
popliedje uit de hoge hoed. Ook op hun nieuwste album, "Goodnight, San
Francisco" staan wederom elf popliedjes met een vleugje alt-country, mooi
gitaarwerk en betoverende vocalen. Vocalen die meer dan eens doen denken aan
Harriett Wheeler van The Sundays en zelfs het grootste ijskonijn zullen doen
smelten. Haar vocalen maken dit album zo lekker. Zij heeft een stem met een
lichte twang waarmee ze de luisteraar om haar vinger kan winden. Zij weet werkelijk
met heel veel oprechte emotie in haar helende stemgeluid te verwerken en daarmee
zo'n beetje alle aandacht naar haar toe te trekken. Op deze nieuwe plaat verdwijnen
de meeste gastmuzikanten dan ook vrij snel uit het zicht. Onder de bekendste
namen bevinden zich pedal steel gitarist Russ Pahl (Don Williams), bassist Dave
Jacques (John Prine), gitarist Doug Lancio (Patty Griffin), cellist David Henry
(Ben Folds) en toetsenman John Deaderick (Emmylou Harris). "Goodnight,
San Francisco" bevat prachtige nummers, zoals het openingsnummer, "Wreck",
over een jong paar dat gedoemd is vanaf het begin, en klinkt voornamelijk door
Prater's stem, zeer mooi, een song die gemaakt lijkt te zijn voor de Amerikaanse
radio. "Wreck", het geweeklaag in de zelfmoord ballade, "45"
en de zachte harmonieën van "Lies" maken de aanschaf van het
album meer dan waard. Veel van de andere nummers zijn vermomd als sfeerrijke
pop en zullen samen met de gelaagde melodieën als een zomerbriesje de oren
van de luisteraar strelen. De criticus zal beweren dat het allemaal wel erg
glad en braafjes klinkt. Dat is misschien ook wel zo, maar op een of andere
manier klinkt "Goodnight, San Francisco" eerlijk, oprecht en toch
ook doorleefd. Een plaat, die veel emoties losmaakt en alle verwachtingen inlost
die door de twee vorige albums van The Bittersweets zijn gecreëerd. De
tijd vliegt en voor je het weet zijn de elf liedjes voorbij. Tja, als je zo'n
fascinerende en verleidelijke stem hebt als die van Hannah Prater kan je eigenlijk
ook geen slechte plaat afleveren. Laten we er niet omheen draaien: "Goodnight,
San Francisco" is een fantastische en hemelse luisterplaat met groeipotentie.
GUSTAV
AND THE SEASICK SAILORS
BRILLIANT HANDS
Website Myspace
Contact CD-Baby
Label : Marilyn Records
Helsingborg
in Zweden is de officiële woonplaats van Gustav Haggren, de stuwende kracht
en zanger en liedjesschrijver van de formatie Gustav And The Seasick Sailors.
Met “Brilliant Hands” verschijnt er nu een derde plaat van deze
op folkmuziek gebaseerde moderne popgroep. Toch een ietwat cynische cd-titel
want Gustav heeft maar één arm en gaat door het leven met een
kunstarm, waarmee hij mettertijd overigens voortreffelijk gitaar heeft leren
spelen. De plaat is samengesteld uit tien eigen composities die stuk voor stuk
een professioneel en heel melodieus geluid hebben meegekregen. Opvallend aan
deze plaat is het feit dat je in geen enkel liedje zelfs maar minieme sporen
kan terugvinden van het feit dat deze Gustav Haggren geen geboren Engelstalige
zanger is. Zijn taalkennis en zijn uitspraak van het Engels is perfect, wat
toch niet zo frequent voorkomt bij iemand van Scandinavische origine. Misschien
ligt de oorzaak hiervoor wel bij het feit dat de band vorig jaar maandenlang
heeft opgetreden in Amerika, Canada en doorheen Europa, waarbij er meer dan
honderd keer een podium beklommen werd. De eerste plaat “Vagabonds Polka”
van Gustav And The Seasick Sailors dateert uit 2004 en werd twee jaar later
opgevolgd door “Sirkus”. Het typerende handelsmerk van deze groep
zijn de songteksten die over liefde, liefdesverdriet en pijn gaan maar elders
evenzo ongebreidelde vrolijkheid en dito levensvreugde kunnen uitstralen. De
liedjes uit “Brilliant Hands” werden ‘on the road’ geschreven
toen de schrijver heel veel in contact kwam met een heleboel mensen van verschillend
pluimage. Omdat Gustav Haggren pas echt openbloeit tussen de mensen reflecteert
dit ‘feeling good’-gevoel zich ook in deze liedjes. Daardoor is
“Brilliant Hands” wellicht de meest positieve plaat van deze groep
geworden. Voor de opnames van dit album deed hij trouwens ook een beroep op
enkele gastmuzikanten die hij onderweg had leren kennen. Zo zongen de Amerikaanse
muzikante Malissa Larson en de Zweedse liedjesschrijver Thomas Denver Jonsson
mee op een song en heeft Gustav zowat zijn hele kennissenkring uitgenodigd om
op gospelachtige wijze te komen meezingen in de melancholische en epische song
“Sing It Out”. Ook even aandacht voor de andere songs op de plaat
waarvan wij de volgende tracks vurig durven aan te bevelen bij de luisteraar:
“Shake Brilliant Hands”, het jazzy “Don’t Stop (To Let
It Die)”, het ritmische “Harder Softer” en het door schitterend
pianospel van Kristian Rimshult gedragen nummer “Fingers Crossed”
waarin ook de mooie harmony vocals van Helena Larson opvallen. Heel intiem is
het akoestisch gebrachte “Lie To Me” met een mooi doch subtiel accordeonintermezzo
gespeeld door Mathias Nilsson. Vocaal schuurt Gustav Haggren vaak het dichtst
tegen een jonge Ryan Adams aan maar in enkele andere songs gaat die vergelijking
dan weer helemaal niet meer op. In oktober toerden Gustav And The Seasick Sailors
opnieuw succesvol doorheen Europa (o.a. ook in België en Nederland) om
deze nieuwe plaat te promoten. Deze groep kan niet meteen met anderen vergeleken
worden hoewel ze stukjes en beetjes van diverse invloeden bij elkaar brengen.
Toch willen wij hen eerder een eigen sound toedichten die je blijkbaar best
bij één van hun vele live optredens persoonlijk kan beleven.
(valsam)