JANUARI 2008 - FEBRUARI 2008 - MAART 2008 - APRIL 2008 - MEI 2008
JUNI 2008 - JULI 2008 - AUGUSTUS 2008 - SEPTEMBER 2008 - OKTOBER 2008
EACH
MONTH MORE THAN 100 REVIEWS FOR YOUR ROOTS LOVIN' EARS!
|
PAUL REDDICK - REVUE
SONNY LANDRETH - FROM THE REACH
MARYBETH D’AMICO - HEAVEN, HELL, SIN & REDEMPTION
JEB LOY NICHOLS - DAYS ARE MIGHTY
DOGHOUSE ROSES - IONA MACDONALD & PAUL TASKER - HOW’VE YOU BEEN ALL THIS TIME
THE PACK A.D - FUNERAL MIXTAPE
ELVIN BISHOP - THE BLUES ROLLS ON
CAMERON LATIMER - FALLEN APART
CARLOS DEL JUNCO - BLUES MONGREL
KENNY CHESNEY - LUCKY OLD SUN
PAUL
REDDICK
REVUE
Website
Booking: Bluebridge-network
Label: Northern Blues Records
Distr.: Parsifal
Het
Northern Blues label uit Canada is de laatste tijd ook bijna steeds een garantie
voor kwaliteit. Paul Reddick, een van de sterkste artiesten uit deze platenstal
heeft weer een nieuwe cd uitgebracht, en als je dan merkt dat niemand minder
dan Colin Linden weer de producer was, dan kan er nog weinig stuk. Paul Reddick
heeft als jonge knaap intensief naar het werk van de grote Chess artiesten geluisterd,
Sonny Boy, Muddy, The Wolf. Zij waren zijn grote idolen, op zijn twaalfde begon
hij met oefenen op de mondharmonica, en op zijn vijftiende had hij genoeg ervaring
om zijn eigen band op te richten, dat werd "The Sidemen" en het intensieve
toeren begon. Er volgden 3 releases, in 2001 het goed ontvangen "Rattlebag",
ook een productie van Colin Linden. Net als John Hammond die we vorige week
mochten aanschouwen, is Reddick een soort archivaris van de blues en tegelijk
een groot verteller, die tijdens zijn concerten weet te boeien met pre-war blues
en nummers die komen van onder meer de Allan Lomax field recordings en waaraan
hij zijn eigen stempel toevoegt. Dit levert ongelooflijk goede concerten op
naar het schijnt, hopelijk komt hij binnenkort ook eens de grote plas over.
"Villanelle" kwam er dan in 2004, een tweede Colin Linden productie,
en weerom werden traditionals met de hulp van nieuwe mogelijkheden omgebouwd
en nieuw leven ingeblazen. Voor wie dit moois allemaal gemist heeft is er nu
"Revue" (2007) een "Best Of" van Paul uit zijn werk samen
met Colin Linden. Het toeval wil dat ik gisteren ook een "best of "
van Mike Goudreau besprak, ook al een Canadees bluesartiest. Deze "Revue"
van Paul Reddick is een overzicht van zijn meest gedurfde opnames van de laatste
2 decennia, en het is niet veel minder dan een meesterwerk geworden, origineel
in zijn concept, met stuk voor stuk boeiende songs vol afwisseling die je van
het begin tot het eind van deze release in zijn ban houden. Die mooie volle
sound die Colin Linden ook op zijn eigen platen weet vast te leggen krijgen
we ook hier. Op sommige nummers doet hij zelf ook mee, op een aantal andere
krijgt Paul hulp van The Rhythm & Truth Brass Band, wat ook een apart geluid
oplevert. Geen puur New Orleans stijltje, maar een genre dat er wel aan verwant
is. Hoewel Paul Reddick steeds zijn blik naar de toekomst richt, vergeet hij
het bluesverleden nooit, zo maakt hij van de Son House klassieker "Am I
Right Or Wrong" een soort ragtime song, en de Johnny Cash song "Train
Of Love" hermaakt hij met slide en mondharmonica interventies tot een zeer
sterk up to date meesterwerkje. Maar zoals ik al zei, veruit de meest originele
en "andere" songs zijn die met de "Rhythm & Truth Band"
het klinkt allemaal een beetje als "The Delta meets Miles Davis",
luister maar naar "Queens Hotel", waar New Orleans ritmes afwisselen
met trompet improvisaties en mondharmonica en zelfs Cubaanse salsa achtige fragmenten,
en hoe raar het ook klinkt als je het beschrijft, het werkt perfect en klinkt
prachtig. Maar ook een goede "down to earth" shuffle schuwt Paul niet,
we krijgen er zelfs twee hier: "You Know It Ain't Right" en "Sidemen
Boogie" meteen ook de twee laatste songs, echte uitsmijters met Paul "full
force ahead" op mondharmonica. Hopelijk komt Paul Reddick met deze sublieme
cd eindelijk eens toe wat hij al lang verdient, erkenning als één
van de grote bluesartiesten van het moment, die zowel vernieuwend bezig is en
eveneens de traditionele songs en muzikanten van het rijke bluesverleden alle
eer toekent. We kijken al uit naar
"SugarBird", het nieuwste album van Paul Reddick waarvan een aantal
tracks reeds te beluisteren zijn op zijn website, een cd die hij op 7 december
komt promoten in de Crossroads Cafe in Antwerpen!
(RON)
PAUL
REDDICK LIVE
|
SONNY
LANDRETH
FROM THE REACH
Website
Label: Proper Records
Distr.: Rough Trade
VIDEO
1 VIDEO
2 VIDEO
3
Wanneer
John Hiatt het tweede album van Sonny Landreth "Way Down in Louisiana"
hoort, vraagt hij hem als gitarist in zijn band, waardoor Landreth hier te lande
vooral bekendheid als één van Hiatts Goners geniet. Maar vergeten
zijn we natuurlijk niet het concert van onze geprefereerde snarenplukker op
het Belgium Rhythm & Blues Festival te Peer in 2004, waar hij meerdere malen
een knap staaltje van zijn kunnen bracht. Sonny Landreth begint zijn muzikale
leven met het bespelen van de trompet. Na het horen van Elvis Presley en dan
vooral gitarist Scotty Moore stapt Landreth over naar de gitaar. Nadat hij als
enige blanke muzikant in de groep van de ‘King of Zydeco’ Clifton
Chenier heeft gespeeld, en zijn gitaarspel immers ook al de platen van ondermeer
John Mayall, Dr. John, Dolly Parton en Shelby Lynne kleurde, neemt hij in 1981
zijn debuutalbum "Blues Attack" op. Maar naast een veelgevraagde sessiemuzikant
ontwikkelt hij zich meer en meer als tekstschrijver en vooral als gitarist.
Landreth heeft een hele unieke techniek, waarbij hij met de ene hand de slide
heen en weer laat gaan en met de vingers van de andere hand ‘roffelt’
op het uiteinde van de gitaar. Dit levert een uniek en erg herkenbaar geluid
op. Dit was allemaal te horen op zijn soloalbums "Outward Bound" (1992),
"South of I-10" (1995), "Levee Town" (2000), tot zijn laatste
studioalbum, het 'Best Contemporary Blues' Grammy-nomineerde "The Road
We're On" (2003), platen waarop hij de cajun- en zydecomuziek uit zijn
geboortestreek op originele wijze vermengde met de blues. Op deze platen is
het volstrekt unieke gitaarspel van Landreth, een combinatie van slide en solo,
al niet te versmaden, maar live komt het pas echt goed tot zijn recht. Een live-cd
van Landreth is dan ook geen moment overbodig. Zo verscheen in 2005 zijn eerste
live plaat "Grant Street". Van de eerste tot de laatste noot horen
we hier muzikaal vuurwerk. Heerlijk bluesy gitaarspel, waar iedereen die wel
eens een gitaar in zijn of haar handen heeft alleen maar heel jaloers op kan
zijn. Landreth’s specialiteit is de slide gitaar die hij ook wederom op
zijn nieuwste album "From The Reach" verdienstelijk beroert. Deze
release is Sonny’s eerste op zijn eigen Landfall Records label, en als
ik met anderen mee kan spelen dan kunnen anderen ook met mij meespelen, moet
Landreth gedacht hebben. En zo stelde hij dit album samen. Hij schreef de nummers
op deze cd, op één nummer na, naar eigen zeggen, speciaal voor
de gastmuzikanten. Zo kregen Jimmy Buffett en Nadirah Shakoor een vocale rol
en mag Dr. John het op piano en vocaal doen in het nummer "Howlin' Moon".
Toch doet Sonny iets ongekends in zijn 'body of work', als hij met vijf van
de geweldigste gitaarspelers op de planeet samenwerkt: Eric Clapton, Mark Knopfler,
Robben Ford, Eric Johnson & Vince Gill. Speciale vermelding verdient Mark
Knopfler, die als gitarist - zingen mocht hij slecht op de achtergrond - op
opener "Blue Tarp Blues" helemaal tot zijn recht komt. Dat Landreth
behoort tot de echte groten, bewijst hij duidelijk op deze nieuwe plaat. Het
siert deze virtuoos echter dat hij voor deze plaat zoveel gasten laat aandraven,
hun inbreng is best aangenaam maar zeker niet overheersend. En het mooie is
dat Landreth's zijn gitaarkunsten toch in dienst staan van het liedje, omdat
hij de kunst verstaat om niet te overdrijven. Op zijn best is hij als hij de
gitaar laat scheuren. En dat doet hij volop tijdens sommige nummers en de kunstig
gespeelde instrumentals "The Milky Way Home" en "Überesso".
Vergeefs zal je hier wachten op ook maar één moment van zwakte.
Van de opener "Blue Tarp Blues" tot het afsluitende "Universe"
bevatten deze songs allemaal superieur materiaal, getuigend van een ongelooflijke
instrumentbeheersing en een al even indrukwekkend schrijftalent. Prachtplaat!
Tracklist:
1. Blue Tarp Blues - Sonny Landreth feat. Mark Knopfler
2. When I Still Had You - Sonny Landreth feat. Eric Clapton
3. Way Past LongSonny - Landreth feat. Robben Ford
4. The Milky Way Home - Sonny Landreth feat. Eric Johnson
5. Storm of Worry - Sonny Landreth feat. Eric Clapton
6. Howlin' Moon - Sonny Landreth feat. Dr. John & Jimmy Buffet
7. The Goin' On - Sonny Landreth feat. Vince Gill
8. Let It FlySonny - Landreth feat. Nadirah Shakoor
9. Blue Angel - Sonny Landreth feat. Robben Ford & Vince Gill
10. Überesso - Sonny Landreth
11. Universe - Sonny Landreth feat. Vince Gill
MARYBETH
D’AMICO
HEAVEN, HELL, SIN & REDEMPTION
Website Myspace
Contact CD-Baby
“Een
zangeres die niet lang meer onopgemerkt kan blijven in de Americana-scène”
schreef Rootstime naar aanleiding van het verschijnen van de vorige plaat -
de ep getiteld “Waiting To Fly” - van de in München, Duitsland
woonachtige Amerikaanse singer-songwriter Marybeth D’Amico. Vele positieve
recensies later verscheen nu een eerste full-cd van deze getalenteerde dame
onder de titel “Heaven, Hell, Sin & Redemption”. In 2002 was
zij nog een journaliste die net haar job als uitgeefster verloren had bij een
in Nederland gevestigde magazine. Als moeder van twee kinderen werd ze plots
huisvrouw en vond ze wat tijd om zich toe te leggen op haar hobby als liedjesschrijfster.
Op haar eerste volledige album staan tien helemaal zelfgepende liedjes in een
mix van modieuze pop, country en folk. Zij heeft zich als nobel streefdoel gesteld
om songs te brengen in de stijl van Patty Griffin, Shawn Colvin en Lucinda Williams
en slaagt daar wonderwel vrij goed in. Nummers als “Back On My Feet”
en “A Love Story” sluiten perfect aan bij het werk dat we van deze
vermelde artiesten kennen. De liedjes gaan over de meest uiteenlopende onderwerpen
zoals liefde, ontrouw, lust en hoop maar ze hebben meestal toch steeds een positieve
ondertoon. De vlotte popmelodieën zijn de laatste schakel in de ketting
die er voor zorgen dat je gemakkelijk kan gaan mee neuriën met de liedjes
op deze cd. Enkele door ons geselecteerde favorieten ter afsluiting: “Nothing
Without You”, ”A Love Story”, “Ohio”, “Broken
Dreams”, het rustige “Every Week”, het folky “The Journey”
met prachtig vioolwerk door Richard Bowden en “Where I Lay My Baby Down”.
Marybeth D’Amico brengt op haar eerste full-album melodieuze melancholie
zoals je tegenwoordig veel te weinig hoort op de radio.
(valsam)
MARYBETH D’AMICO LIVE IN NEDERLAND
|
JEB
LOY NICHOLS
DAYS ARE MIGHTY
Website Myspace
Label: Compass Records
Een
zeer interessante artiest, zowel muzikaal als grafisch als qua connecties. Jeb
Loy Nichols verhuisde ondertussen van Wyoming naar Wales (na ondermeer Austin
en London) en kan rekenen op vrienden als Slits, Neneh Cherry, Adrian - On U
Sound - Sherwood en andere Fellow Travellers, een altijd obscuur gebleven maar
desondanks niet onverdienstelijke progressieve folkband waarvan hij vroeger
deel uitmaakte. Nichols zingt als de warmste James Taylor, maar hij kruidt zijn
liedjes altijd à point met de juiste portie country, soul, pop, jazz...
Al zijn ervaringen en rijke smaak sijpelen op zijn nieuwe album "Days Are
Mighty" allemaal door, en dat maakt hem een singer-songwriter-grootmeester.
Nichols' nasale stem lijkt na zovele albums nog altijd behoorlijk op die van
Taylor en ook de veelal rustige nummers op "Days Are Mighty" lijken
zo uit het songbook van de Taylor afkomstig. Toch is Nichols zeker geen kloon,
daarvoor weet hij genoeg toe te voegen. Zo horen we ook soul en jazz-invoeden,
waardoor Nichols met zijn vele stijlelementen niet in een hokje valt te passen,
maar als gemeenschappelijk kenmerk hebben de elf nummers wel een lekker laidback
gevoel. Geholpen door The Hill and Gully Band, ook zo’n band die met dat
genre wel raad weet, zet Nichols een ogenschijnlijk kabbelende, maar wel degelijk
indringende sound neer. Voorzien van subtiele orkestratie en soms fluisterende
vocalen, doet dit naast Taylor nog het meest denken aan Jack Johnson. "Days
Are Mighty" klinkt weer heerlijk warm en vertrouwd met stuk voor stuk sterke
nummers. Nog meer dan op de voorgangers klinkt Nichols hier laidback en jazzy,
waardoor deze plaat bij uitstek geschikt is voor de rustige zondagmorgen. Nichols
blijft dus gewoon zijn eigen weg gaan, onderkoelde liedjes met de nodige diepgang
en verfijning en wanneer dat een sterk album als dit oplevert, kunnen we dat
alleen maar toejuichen. Luister maar even naar deze songs en ik ben er zeker
van dat er ook bij u na enkele draaibeurten een zwaar verslavende werking van
uitgaat. Eéntje voor de fijnproevers.
"Days Are Mighty" is ook verkrijgbaar bij Anhrefn.
DOGHOUSE
ROSES - IONA MACDONALD & PAUL TASKER
HOW’VE YOU BEEN ALL THIS TIME
Website Myspace
CDBaby
Op
het Roepaan Festival in het Nederlandse Ottersum, september 2008, vergezelde
gitarist Paul Tasker nog Welshman Davie Lawson op het singer-songwriterpodium,
waar hij opviel door zijn fijngevoelig gitaarspel dat wat aan John Renbourn
herinnert. Bleek dat hij sinds 2005 deel uitmaakte van het bluesy folkduo ‘The
Doghouse Roses’ met zangeres Iona MacDonald als zijn muzikale wederhelft.
Daarnaast is hij te horen op het album van Lawson en op het laatste Willard
Grant Conspiracy album. Op vraag van Davie overhandigde hij zelfs tijdelijk
zijn geliefde gitaar, wat voor een muzikant toch een gevoelsmatige drempel is,
maar wat zijn warme aard illustreert. Op dit eerste full-album, na twee eerdere
EP’s, tovert hij eveneens sfeervolle klanken uit zijn gitaar, ideale omlijsting
voor Iona’s etherische stem, die ergens zweeft tussen Sandy Denny, Eva
Cassidy en Kirsty MacColl. Maar gelukkig is Iona nog levend en wel met vermoedelijk
nog een grote toekomst voor zich. Zij zingt haar weemoedsongs met een engelachtige
frisheid die bekoort en ontroert. Paul Tasker reikte haar de teksten aan, waarin
het lyrische zich vermengt met de rusteloosheid van een spirituele zoeker. De
nostalgie van het afscheid, het verlangen naar wat niet meer terugkomt, de verdwazing
van ’s mens zoektocht hangen als Keltische mistslierten over de melodieën
zodat de zon er amper doorheen geraakt ondanks de poging tot een eenmalig ‘Happiness’.
Het leven nemen zoals het zich aandient is een terugkerend thema dat Tasker
visueel weet te schetsen. Behalve met gitaar creëert hij ook poëtische
‘mood’ met mandoline en banjo. De vioolarrangementen van producer
Malcolm Lindsay, die ook nog piano en bas speelt, voegen er nog meer tristesse
aan toe met latent heimwee naar oorden waar het gras groener is. De gevoelsstroom
in ‘On My Mind’ is haast onwerelds. Ook Iona zelf voelt zich aangesproken
door het thema ‘pelgrimage’. ‘Pilgrims Tale’ schreef
zijzelf met haar hunkering nog versterkt wanneer Robert Irvine’s cello
het hulpeloze onderlijnt. Ondanks de gevoelsstemmingen die nazinderen als de
trillingen van afgeknapte snaren voedt Tasker met zijn gitaarbegeleiding dit
album met warmte. Hij speelt al gitaar sinds 1990 toen hij een optreden van
Bert Jansch bijwoonde. Zijn eigen virtuositeit doorsijpelt nu elke song en geeft
bijvoorbeeld aan ‘All I Knew’ een gloed zoals alleen een magiër
die kan laten opflakkeren. Op het allegorische ‘Stalling’, dat de
melancholie weergeeft van de enkeling gekluisterd aan zijn ‘onbestemde’
weg, laat de overige instrumentatie deze beklemming nog eens uitdijen. Lindsay’s
piano, de viool van Josh Hillman, de wurlitzer en piano van Alan Scobie, Murray’s
trombone en de vrouwelijke backing van Rachel Morley glijden allemaal doorheen
eenzelfde atmosfeer, richting ‘south of nowhere, with the stars as a guide’.
De tijd die je ontglipt herhaalt zich als thema meerdere keren. Daarom was ik
zo blij dat ik me dit plaatje niet liet ontglippen.
Marcie
THE
PACK A.D
FUNERAL MIXTAPE
Website Myspace
Contact
Label: Mint records
VIDEO
1 VIDEO
2 VIDEO
3
Het
is weer druk op het Canadese muziekfront, er bereiken ons van daaruit de laatste
dagen heel wat cd's.The Pack A.D of "The Pack After Death" is zo'n
Canadese band, of beter gezegd “duo” uit Vancouver. Zij namen live
"off the floor" deze energiek klinkende blues cd op in de "Hive
Studios". Je een beeld vormen van hun muziek is niet moeilijk want het
ligt héél erg dicht in de buurt van Black Keys, White Stripes
en dus ook het Fat Possum geluid. Explosieve, ruige tot op het bot uitgedunde
pure emotionele hedendaagse blues. We kregen een kale advanced press copy, zonder
hoes en met weinig info erbij, maar het web is er natuurlijk om ons al een eerste
verrassing te bezorgen. De band bestaat namelijk uit twee jonge dames, iets
wat je zeker na het beluisteren van hun eerste songs nergens kan merken. Het
ruige Janis Joplin stemgeluid van zangeres en gitariste Becky Black kon evenzeer
van een jong kereltje afkomstig zijn. De spaarzame, maar effectieve drumbeats
van Maya Miller vullen deze ruige sound die Becky alleen al neerzet prima aan.
Hun vorig jaar verschenen debuut "Tintype" is hier onopgemerkt voorbij
gegaan, maar met deze "Funeral Mixtape" hebben de dames onmiddellijk
onze aandacht vast. Als “whiskey fueled rockin’ blues” zou
je het best kunnen omschrijven met wat ze op deze “Funeral Mixtape”
gebracht hebben. Het debuut verscheen in eigen beheer, deze op het uitstekende
“Mint” Label. Met “Blackout” geven ze je al dadelijk
een zware mokerslag. Becky’s vocalen worden in de Canadese pers vaak vergeleken
met Janis Joplin, en inderdaad die ruige heesheid zit er duidelijk ook in. Met
een tweemans, sorry dames, tweevrouws-formatie heb je weinig plaats voor subtiliteiten
om een der mate gevuld geluid te produceren. De slide geluiden van Becky lijken
wel in vitriool gedrenkt en Maya roffelt er stevig op los. Black Keys zoals
ik al zei, dat is waar ze goed naar geluisterd hebben. Van de diverse bands
die hier naar terug grijpen hebben ze echter in onze ogen het meest credibility.
“Making Gestures” bijvoorbeeld is een heel sterke song, vol power
een met dat gutbucket gevoel. “Shiny Things” gaat van rustig, met
een subtielere slide solo in de intro naar explosief en terug. Heel mooi. Tussen
de elf songs die we hier aangeboden krijgen is er niet één tegenvaller.
“Underground” en het hypnotische “Dannemora Blues” zijn
nummers die je, ééns gehoord, niet meer vlug loslaten. Dat “Wolves
and Werewolves” de zoveelste song is die drijft op het befaamde “Going
Down South” riffje neem je er maar bij, dat schijnt nu eenmaal eigen te
zijn aan het genre. De enigszins aparte afsluiter “Worried” met
zijn slome slepende ritme maakt echter veel goed en doet ons begrijpen waar
de Janis Joplin vergelijkingen vandaan komen. The Pack A.D, twee jongedames
die van wanten weten!
(RON)
M
ELVIN
BISHOP
THE BLUES ROLLS ON
Website
Label: Delta Groove Productions
Distr.: Coast To Coast
Elvin Bishop werd geboren op 21 oktober 1942 te Glendale, Californie en is een van de eerste blanke gitaristen die zich in de jaren '60 aan de blues waagt. Hij is altijd al één van mijn favoriete artiesten geweest en met zijn pas verschenen album "The Blues Rolls On", zijn debuut voor het Delta Groove Label komt daar zeker geen verandering in. Zijn grote gitaar riffs ('finger-licking slide gitaar') en zijn humor gaven aan al zijn albums iets speciaals. Zijn vorige platen. "Gettin’ My Groove Back" (2005) en "Booty Bumpin'" (2007) waren op het Blind Pig label reeds een zeer aangename comeback, want die kwamen er na jaren van jaar stilte. De reden was dat zijn dochter en ex-vrouw enkele jaren terug vermoord waren, maar de blues heeft hem geholpen om met deze gruwelijke feiten het leven te delen, want na al die jaren zong hij: "I'll be glad when I get my groove back again". Elvin Bishop beleeft en verwoord de blues zoals hij die zelf aanvoelt in een mix van West Coast blues, down home Delta blues en countryblues. De uit Tulsa, Oklahoma afkomstige Bishop voldoet nochtans uitstekend aan mijn verwachtingen, een unieke mix van voor genoemde stijlen, dit met een eigen touch er aan toegevoegd en we verkrijgen blues in zijn puurste vorm: hartstochtelijk en levenskrachtig bepalen dan ook de sound van dit nieuwe album, een plaat waarmee hij duidelijk terugkeert naar zijn roots, met nummers die hij brengt als tribute naar alle bluesiconen die hem hielpen sinds het begin van zijn carrière. Maar ook zijn dank naar alle bluesartiesten die Bishop support geven op deze plaat, waaronder zowat alle grote namen uit de blueswereld, zoals B. B. King, Warren Haynes, Derek Trucks, George Thorogood, James Cotton, Kim Wilson, Tommy Castro, John Nemeth, Ronnie Baker Brooks en Angela Strehli. Het openende titeltrack, met bijdrage van Warren Haynes en Kim Wilson en het daaropvolgend "Night Time is the Right Time" waarin John Németh en Angela Strehli de zang voor hun rekening nemen, strelen meteen mijn oren, dit zijn wel de nummers waarin Bishop verstaat de kunst te boeien, zoveel is zeker. Meer zelfs, hij laat je hier huiveren met zijn prachtige gitaarspel. Zijn prachtig stemgeluid, zijn perfect getimede blueslicks en zijn niet aflatende liefde voor de traditionele blues doen in mij veel bewondering opweken. Bishop toerde in het verleden dan ook niet voor niets met o.a. J.T. Brown, Hound Dog Taylor en Junior Wells. Uit de vroege jaren van Bishop horen we het nummer: "Struttin' My Stuff", zijn '70 jaren solo hit, die hier met de gitaristen Warren Haynes en Derek Trucks een bijzonder mooie versie krijgt Maar onze aandact ging eveneens naar een aantal covers als: Junior Wells' "Come On In This House", "Butterfield Band's "Yonders Wall" en Hound Dog Taylor's "Send You Back To Georgia". Németh’s vocale kunsten horen we verder ook in de songs "I Found Out" en Smokey Robinson’s "Who’s the Fool", maar persoonlijk vind ik het autobiographische nummer, "Oklahoma", het mooiste nummer op dit album, hij alleen op gitaar, echt prachtig. Bishop bewijst met deze song dan ook een uitstekend songwriter te zijn.Kortweg : Elvin Bishop die we voornamelijk kennen van The Butterfield Blues Band, zijn jam-sessies met o.a. Jimi Hendrix, Grateful Dead, Allman Brothers en B.B. King, maar voornamelijk zijn welbekende hit "Fooled Around And Fell In Love", dewelke hij op de Grammy Awards Show 2005 speelde als onderdeel van een tribute van de Southern Rock, is terug met een prachtig album, een cd van een bijna ongekende schoonheid. Daarom alle respect voor deze oudere muzikant die 40 jaar geleden mee aan de wieg stond van de blanke blues in Chicago. The Blues Rolls On!
CAMERON
LATIMER
FALLEN APART
Myspace
Label:
Black Hen Music
Label: Black Hen Music
Distr.: Continental Records / Munich
Records
Cameron
Latimer toerde vroeger met Dustin Bentall en Ridley Bent en dit onder de naam
"The Bottle And The Truth". Maar ik gok dat elke alt.country liefhebber
dat weet. Met deze twee maakte hij ook platen, evenals met Barney Bentall, met
wie hij zijn bijdrage bracht in diens "Grand Cariboo Opry". Misschien
is Latimer u wel bekend voor zijn bijdrage bij de groep The Seams, met wie hij
hun debuutplaat "Castaway Motel" in 2004 uitbracht. Daarom wel bekend
bij de liefhebber, maar een minder breed gedragen succes, althans in vergelijking
met de reeds bovenvernoemde artiesten. Tot zover had ik het ook nog gevolgd.
De vanuit Vancouver komende singer-songwriter komt nu aandraven met zijn solodebuut,
"Fallen Apart", en het mag al dadalijk gezegd worden, op deze plaat
speelt Latimer geen nootje verkeerd. Vakmanschap is meesterschap, of hoe luidde
die reclame ook alweer? Maar op zich staat dat nog niet garant voor een sprankelende
schijf. Nadat Dustin Bentall en Ridley Bent hun albums uitbrachten, is het nu
de beurt aan Latimer, die voor zijn eerste schijf koos voor het Black Hen label,
en wederom wordt duidelijk waarom "The Bottle And The Truth" zo’n
fijne band is geweest. Ook Cameron Latimer toont aan dat hij op eigen benen
een bovengemiddelde songwriter is. "Fallen Apart" is ingetogen, soms
melancholisch en altijd bijzonder smaakvol. Het kader wordt door Latimer vrij
breed gehouden en het gaat zo nu en dan ook meer de popkant uit, zoals het nummer
"Who Shot My Paw", een song die hij samen schreef met Dustin Bentall
of "Heartbreaker" een song die hij schreef met zijn Seams-maatjes
Adam Dobres en Rueben Degroot. Zowel qua thematiek als muziek kunnen we Latimer
in de typische roots/country hoek plaatsen, al is deze plaat zeer gevarieerd.
Elliot Smith, Django Reinhardt, Lyle Lovett en Jeff Tweedy zijn hoorbaar zijn
grootste invloeden. Voor "Fallen Apart" riep Latimer de hulp in van
drummer Pat Steward (Bryan Adams, Matthew Good) bassist Rob Becker (Colin James),
gitarist Adam Dobres (Daniel Lapp, Outlaw Social) en producer Johnny Ellis (Barney
Bentall, Dustin Bentall, Ridley Bent), die onmiddellijk zijn hoofdrol opeist
in het openingsnummer "Empty Saddle" met zijn mooie pedal steel bijdrage,
een nummer dat een onderhuidse spanning bezit en die soms zelfs een beklemmend
gevoel oproept, natuurlijk goed voor een flinke walm van melancholie. De titeltrack
is ook één van de prijsnummers op dit album. Dit nummer vat perfect
samen waar Cameron Latimer voor staat. Meeslepend, gedoseerde opbouw en toch
groot, singer-songwriterstuff om van te snoepen. Het is hiermee ook de meest
groteske track van het album, met name gevoed door Adam Dobres gitaarspel. Na
deze titeltrack heeft Latimer nog fantastische songs in petto, met de ingetogen
nummers "Division Day", "The Beach House en "Hayfield",
dromerig en Latimer vocaal op zijn best, en dit naast een meer rockende song
"Gin Train" tot het swingende "High Lonesome". Op een enkel
minder nummer na, is het toch volop genieten geblazen op dit solodebuut. De
muzikaliteit en goede smaak druipt van het album af en wat "Fallen Apart",
vooral zo sterk maakt is de tijdloosheid. Al met al is "Fallen Apart"
een hele fijne plaat die een groot en verschillend publiek zou kunnen aanspreken.
CARLOS
DEL JUNCO
BLUES MONGREL
Website
Booking: Bluebridge-network
Label: Northern Blues Records
Distr.: Parsifal
De
blues is nog behoorlijk levend. Het levend houden van de blues gebeurt op verschillende
manieren. Zo zijn er gasten die zweren bij een puristische aanpak - de blues
moet simpel zijn, het gevoel dat eruit spreekt moet een oergevoel zijn. Die
aanpak levert soms schitterende platen op, kijk maar naar de oerblues van Paul
Oscher. Je zou bijna vergeten dat er ook nog een andere aanpak mogelijk is,
een wat meer gedreven aanpak misschien! Ook die aanpak levert regelmatig meesterwerkjes
op, zoals het Canadese platenlabel Northern Blues regelmatig bewijst. Ook de
laatste drie cd's van het label zijn weer ijzersterke bewijzen dat ook de blues
overtuigend en gedreven gebracht kan worden, en dat levert dat zeer indringende
muziek op. Zo verschenen in 2005 op dit label "I'm From Phunkville"
van Mem Shannon, "Rise" van Eddie Turner en "Blues Mongrel"
van Carlos del Junco, een geweldig mondharmonicaspeler en een uitstekende blueszanger.
Carlos del Junco is de man achter het 10-hole diatonic harmonica en won daarmee
het wereldkampioenschap in Duitsland tijdens de 'Hohner World Harmonica'. Carlos
kan op zijn nieuwe plaat rekenen op veelzijdige gitarist Kevin Breit, die voor
o.a. Cassandra Wilson, Holly Cole, Janis Ian en Norah Jones speelde. Maar ook
zijn eigen band John and the Sisters, waar we zijn vernieuwende manier van gitaarspelen
konden horen. Maar ook op deze plaat zoals in "Plain Old (Down Home) Blues",
waarbij hij het duel met het mondharmonica van Carlos naar de spits drijft.
In deze twaalf nummers hebben de twee elkaar gevonden: ze kruisen blues en folk
met jazz en country,en een forse dosis singer-songwriter. Breits virtuoze solo’s
op allerlei snareninstrumenten en Carlos' eigen stuwende spel zorgen voor swingende
melodieën, die tegelijk rootsy en meeslepend zijn. In de instrumentale
nummers dagen de twee elkaar uit en tasten ze elkaar af. Daarbij is zoeken wel
eens belangrijker dan vinden, maar in de songs valt het gedreven, precieze spel
op waarmee de twee Breit’ teksten en andere covers ondersteunen. Zo komt
vanuit deze mix van invloeden een heel gretig en persoonlijk geluid tot stand.
Breit heeft ook een flink aantal van de nummers geschreven en hij heeft duidelijk
hoorbaar een zwaar stempel op deze opnames gezet, waardoor dit een vernieuwende
bluesplaat is geworden die van begin tot eind razend spannend is. Dat is ook
te danken aan de andere musici, waaronder drummer (Jorn Juul Anderson) die de
kans ziet je telkens weer op het verkeerde been te zetten, en die de zaak in
sommige nummers heel prettig opjaagt. De oprichter van Northern Blues zegt het
zelf zo: "I don't want just another shuffle - I want originality, I want
crossover, I want exciting, I want different, and I want every NorthernBlues
Music CD to be exceptional". Dat is met deze geweldige plaat in ieder geval
ruimschoots gelukt. Het overkomt mij zelden dat ik zo in de ban raak van zo'n
plaat. "Blues Mongrel" is een verbluffend mooi album dat echter wel
is weggelegd voor iemand die van meer dan alleen maar bluesmuziek houdt. We
hebben er meer dan drie jaar moeten voor wachten, het nieuwe album "Steady
Movin’" is op komst, en binnenkort leest u hier van deze cd de recensie.
CARLOS DEL JUNCO
with Kim Efert and Uli Fiedler 7 Nov - Chateau d'Oupeye - Oupeye 8 nov - MJC Espace Athena - Saint Saulve |
KENNY
CHESNEY
LUCKY OLD SUN
Website
Label: Blue Chair/BNA/SonyBMG
Countrysuperster
Kenny Chesney geboren op 26 maart 1968 in Knoxville Tennessee kreeg bekendheid,
toen hij in 1992 na een auditie bij de Opryland Music Group een singer/songwriters
contract kreeg bij BMI. Tijdens een uitstapje naar het Capricorn Records werd
deze platenmaatschappij opgekocht door RCA en ook het contract met Kenny Chesney
werd verlengd met natuurlijk nog meer reclame en publikatie door BNA Records.
Dit leidde in de mid-jaren 90 tot grotere bekendheid met o.a. de klapper in
2002 met het album "No Shoes, No Shirts, No Problems" en z’n
bijzondere kerstalbum "All I Want For Christmas is a Real Good Tan".
In 2004 kreeg hij een CMA Award voor het album "When The Sun Goes Down",
terwijl hij ook een paar keer werd uitgeroepen tot "Entertainer of the
Year". Chesney had samen met Skip Ewing de hit "You Had Me From Hello"
geschreven, geïnspireerd door een tekst uit de film Jerry Maguire, waarin
Renée Zellweger een hoofdrol speelde. Dit feit speelde een rol bij hun
kennismaking tijdens een inzamelingsactie voor de slachtoffers van de orkaan
Katrina, in januari 2005. Op 9 mei van datzelfde jaar trouwden Chesney en Zellweger
op Saint John (Amerikaanse Maagdeneilanden), waar Chesney een deel van het jaar
woont. Voor beiden was het hun eerste huwelijk. Op 15 september van datzelfde
jaar vroeg Zellweger een nietigverklaring van het huwelijk aan. Ondanks de korte
duur heeft dat huwelijk toch veel indruk op hem gemaakt. Zoveel dat hij er nu
bijna een album vol over heeft geschreven. Chesney geeft aan dat hij de pijn
van de breuk heeft gebruikt als materiaal voor zijn nummers, nummers die op
zijn vorig album "Just Who I Am: Poets & Pirates" echt moesten
geschreven worden. Maar nu krijgen de Kenny Chesney fans een juweeltje met zijn
laatste release "Lucky Old Sun". Het album heeft een sterk "eiland"
tintje waardoor je meteen het verlangen krijgt het hele jaar in het paradijs
te wonen. Het wijkt wat af van zijn standaard country sound en opent daarbij
een heel nieuw hoofdstuk in zijn carrière. Al was zijn verlangen naar
deze Caraïbische eilanden reeds duidelijk te horen op zijn laatste albums.
Hij gaat er naar toe om tot rust te komen alswel nieuwe inspiratie op te doen
om enkele van zijn beste songs tot leven te laten komen. En als je luistert
naar zijn nieuw album is er niet één saai moment te bespeuren.
De opener is een duet getiteld "I’m Alive", een akoestische
song en beschrijft diverse fases die de hoofdpersoon heeft doorgemaakt. Als
gast treffen we op deze song, Dave Matthews, wiens stem zeer mooi past met die
van Kenny. De eerste single van de schijf is de song "Everybody wants To
Go To Heaven". Wederom een duet, wat de reggae band The Wailers laat horen.
Aan het eind staat een duet met Willie Nelson, "That Lucky Old Sun (Just
Rolls Around Heaven All Day)", een song die duidelijk laat horen dat Kenny
Chesney na een wat mindere periode het weer ziet zitten, dit nummer zorgt gewoon
voor nieuw respect en bewondering voor de zon en het leven dat het heeft.
Tracks:
I'm Alive (met Dave Matthews)
Way Down Here
Boats
Everybody Wants To Go Heaven (met The Wailers)
Down The Road (With Mac McAnally)
Spirit Of A Storm
Ten With A Two
The Life
Key's In The Conch Shell
Nowhere To Go, Nowhere To Be
That Lucky Old Sun (Just Rolls Around Heaven All Day) (met Willie Nelson)