ARCHIEF - OKTOBER 2008 - NOVEMBER 2008 - DECEMBER 2008
JANUARI 2009 - FEBRUARI 2009 - MAART 2009
EACH
MONTH MORE THAN 100 REVIEWS FOR YOUR ROOTS LOVIN' EARS!
|
ALAN MUNDE GAZETTE - MADE TO LAST
WAYNE HANCOCK - VIPER OF MELODY
THE HOLLYFELDS - BLACK HEART BLUE (EP)
THE FLATLANDERS - HILLS AND VALLEYS
RICHARD SHINDELL - NOT FAR NOW
WILLY DE VILLE - LIVE AT MONTREUX 1994 (DVD + CD)
JIM BYRNES - MY WALKING STICK
BOOKER T. - POTATO HOLE
THE ALEX DIXON BAND - RISING FROM THE BUSHES
BRAKES - TOUCHDOWN
ALAN
MUNDE GAZETTE
MADE TO LAST
Website Myspace
CDBaby
Label: Munde's Child Records
‘Made
to Last’ is de tweede plaat van Alan Munde Gazette, een fijn bluegrassquintet
uit Wimberley, Texas. Wimberley, is dat de mannelijke versie van Kimberley?
Soit. Alan Munde is een gigant van de vijfsnarige banjo. Hij was eenentwingtig
jaar lang de banjoman van de Country Gazette en vond dat het tijd was om zijn
eigen krant op te richten. Voor zijn redactie nodigde hij uit: Elliot Rogers
(gitaar, zang), Bill Honker (bas, zang), Nate Lee (fiddle, zang) en Steve Smith
(mandoline, zang). Hun eerste plaat luisterde eenvoudigweg naar de naam Alan
Munde Gazette (uitgebracht n 2004) en werd in bluegrasskringen goed onthaald.
Op dat debuut brachten zij covers van oa Bob Dylan, Blind Lemon Jefferson, Carter
Stanley en Dolly Parton. Op hun nieuwe ligt de nadruk meer op eigen composities:
Honker en Rogers schreven het grootste gedeelte van de songs op ‘Made
to Last’ en die worden aangevuld met een paar traditionals en covers,
eentje van Bill Monroe, en een paar tunes van Alan Munde zelf. Zoals bij elke
zichzelf respecterende bluegrassband rijden er treinen door de songs, lopen
er hobos rond en zijn oude mijnstadjes ingeslapen. En de liefde lijkt uitgevonden
om eens goed bedrogen te worden. Elk van de tunes is opgebouwd rond hoofdredacteur
Munde’s banjo, maar ook de andere journlisten komen ruim aan bod en soleren
er op los. ‘Made to Last’ is een hartelijk aanbevolen nieuwe editie
van kwaliteitskrant ‘Alan Munde Gazette’. (DukeJ)
WAYNE
HANCOCK
VIPER OF MELODY
Website
Label : Bloodshot records
Distr.: Bertus
Wayne
Hancock mag zichzelf ‘The King of Juke Joint Swing’ noemen. Met
zijn zelf uitgevonden genre combineert hij honky tonk, western swing, blues
en big band tot een unieke meltingpot. Hij maakte zijn platendebuut met ‘Thunderstorms
And Neon Signs’ in 1995. Ondertussen zit de countryrebel met ‘Viper
Of Melody’ aan zijn zevende album. De ingrediënten van een Hancockplaat
blijven nog steeds hetzelfde: vette contrabas, steelgitaar die voor de westernsound
zorgt en Wayne zijn doorleefde stem. ‘Viper Of Melody’ bevat 13
gevarieerde tracks. Wayne opent met ‘Jump The Blues’ onder het moto
‘I want to jump the blues and make the hard times swing’.
Opzwepende nummers, met eerder een rockabillycadans, horen wij met ‘Driving
My Young Life Away’, ‘Moving on #3’ en ‘Dog House Blues’.
Met een gebroken stem zingt hij in het droevige ‘Tropical Blues’.
Zelfs zonder naar de titel de kijken hoor je een denkbeeldige trein in de nummers
‘High Rolling Train’ en ‘Freight Train Boogie’. Ook
tekstueel durft Wayne Hancock kritisch uit de hoek te komen. Luister maar naar
‘Working At Working’ waar hij zingt ‘the rich folks call it
recession, but the poor folks call it depression’. ‘Your Love And
His Blood’ had op het repertoire van Johnny Cash kunnen staan. De band
waar Wayne mee opnam zijn ook zijn tourbuddies waar hij gemiddeld 200 optredens
per jaar mee afhaspelt. De slapping contrabas wordt gehanteerd door Huck Johson
, Izzy Zaidman speelt de leadgitaarpartijen en onmisbaar voor de jazzy westernklank
is steelgitaarfenomeen Tony Locke. Op zondag 21 juni komt Wayne ‘The Train’
Hancock dit nieuwe album voorstellen op de Rootsnight in Club Petrol te Antwerpen.
In afwachting van dit optreden eerst nog ‘Viper Of Melody’ grijs
draaien en volgens gaan shaken op de eerste rij tijdens Rootsnight is de eindconclusie
na enkele luisterbeurten van zijn nieuwe album. (Bootsy Lester)
THE
HOLLYFELDS
BLACK HEART BLUE (EP)
Website Myspace
CDBaby
‘The
Hollyfelds’ zijn genoemd naar het filmpersonage Lazlo Hollyfeld, uit de
tiener movie ‘Real Genius’. Dit uit Denver afkomstig vijftal speelt
een mix van country en pop, gekruid met wat folky en bluegrass invloeden. De
blonde Kate Grigsby en de zwartharige Eryn Hoerig zijn de twee zangeressen én
het gezicht van deze groep. De ‘Black Heart Blue’- EP, bestaat uit
vijf songs en is de opvolger van hun succesvolle full cd ‘Saratoga’
uit 2007. En, jawel, een plaatje als dit plaatje kan ons zeker bekoren. The
sound van de Hollyfelds valt een beetje te vergelijken met de Dixie Chicks,
maar dan beter. ‘2 a.m.’ is een opener waar een mens al meteen vrolijk
van wordt. ‘Bad Timing’ houdt het ritme lekker uptempo en in ‘Hey
52’ klinken de twee vrouwenstemmen mooi naast en tegen elkaar op. In ‘
She’s Got You’ horen we op de achtergrond het betere dobrowerk waarvan
wij houden. De drie heren van de groep, Tim Mallot, Sam Spitzer en Keith Hoerig
zorgen bovendien samen met de dames voor een prima groepsgeluid, dat live ongetwijfeld
vonken doet slaan. Afsluiter ‘Ain’t It Something’ is opnieuw
muzikaal en vocaal een schot in de roos en smaakt vooral naar meer. ‘The
Hollyfelds’ zijn één van de beter bewaarde geheimen uit
Denver en doen ons met deze EP alvast verlangen naar hun volgende langspeler.
Ain’t that something! (Shake)
THE
FLATLANDERS
HILLS AND VALLEYS
Website
Label: New West Records
Distr.: Sonic Rendezvous
Het
wordt zo vaak gezegd dat het een cliché geworden is, maar Joe Ely is
één van die zeldzame artiesten voor wie het werkelijk opgaat:
hij leeft zijn muziek. Niet omdat het een coole pose is, maar omdat hij eenvoudigweg
niet anders kan. Joe Ely is als de wind: rusteloos, ongrijpbaar en grenzeloos.
Dat heeft alles te maken met de haast onwerkelijke plek waar hij opgroeit. Ely,
afkomstig uit een familie van spoorwegarbeiders, verhuist op zijn elfde van
Amarillo naar het 120 mijl zuidelijker gelegen Lubbock, bijgenaamd de ‘Hub
City’ en gelegen in een vlakte van het zuidelijke deel van de Texas Panhandle.
Een gebied dat nog steeds gekenmerkt wordt door de platte immensiteit van een
oceaan. Ver weg scheidt een messcherpe horizon de aarde en de lucht in alle
richtingen. Hier kun je het weer al uren van tevoren zien aankomen. Meedogenloze
donder-, hagel- en stofstormen zijn vaste prik. In Lubbock waait het altijd,
de nachtenlang klapperende hordeuren geven de stad iets spookachtigs. De wind
en het rode stof hebben zich genesteld in de muziek van Joe Ely en andere West
Texas-muzikanten. In zo’n verstikkende gemeenschap trekken de creatieve
geesten naar elkaar toe. Zo vormen Jimmie Dale Gilmore, Butch Hancock en Joe
Ely samen The Flatlanders. Een West-Texas stringband, wat per definitie inhoudt
dat hun muziek ondefinieerbaar is. Dit trio richtte begin jaren '70 The Flatlanders
op en maakte zijn debuut met "One More Road" in 1972. In historisch
perspectief een belangrijke plaat, maar toentertijd bleef succes uit en stortten
de heren zich op hun solocarrières. Dertig jaar later kwamen de drie
kameraden weer bij elkaar om samen "Now Again" (2002) te maken, waarop
de heren schitterden als nooit tevoren. Na deze reünieplaat was "Wheels
of Fortune" uit 2004 een logisch vervolg hierop, maar ook het nieuwe werk
"Hills And Valleys", het 4e studioalbum voor het New West label, is
wederom een sympathieke onderneming. Ely is de stoere singer/songwriter Texas-style,
Hancock een hillbilly-hardliner. Veruit het grootste plezier brengen de liedjes
van Jimmie Dale Gilmore, een outlaw met een zeldzame staalklank in zijn stem,
waarmee hij het meest middelmatige liedje nog naar iets bijzonders tilt. Maar
samen halen The Flatlanders het beste nog eens in elkaar naar boven. Het levert
een roots-cd van uitzonderlijke klasse op. Van de dertien helder door Lloyd
Maines (Dixie Chicks, Robert Earl Keen, Terry Allen) geproduceerde liedjes hebben
de drie Texanen 8 van deze 13 songs op het album medegecomponeerd, met de aantekening
dat de aankleding nog beter is. Wat wil je ook met gastmuzikanten als o.a. Lloyd
Maines (steelgitaar, dobro, akoest. gitaar), Joel Guzman (accordeon) en het
gitaarwerk van Rob Gersjoe zorgen voor sprankelende tonen en natuurlijk is de
zingende zaag - het handelsmerk van The Flatlanders, gespeeld door Steve Wesson
- dominant aanwezig, en dit vooral in het rockende "Just About Time"
– een song die beslist als één van de muzikale hoogtepunten
geldt. Het vrolijke, samen gepende Tex-Mex getinte "Borderless Love"
wordt toongezet door accordeonwerk van Joel Guzman, maar minder vrolijk gaat
het er aan toe in songs als "Homeland Refugee" en "After The
Storm", songs zoals deze titels laten vermoeden met een sociale aanklacht,
levensechte verhalen over een Amerika dat niet meer lijkt te bestaan, maar The
Flatlanders gelukkig wel. Degelijk vakwerk!
Tracklist:
1. Homeland Refugee
(Joe Ely/Butch Hancock/Jimmie Dale Gilmore)
2. Borderless Love (Joe Ely/Butch Hancock/Jimmie Dale Gilmore)
3. After the Storm (Joe Ely/Butch Hancock/Jimmie Dale Gilmore)
4. Wishing for a Rainbow (Joe Ely/Butch Hancock/Jimmie Dale Gilmore)
5. No Way I'll Never Need You (Joe Ely/ Butch Hancock/ Jimmie Dale Gilmore)
6. Just About Time (Joe Ely/ Butch Hancock/ Jimmie Dale Gilmore)
7. Love's Own Chains (Joe Ely)
8. Cry For Freedom (Joe Ely/ Butch Hancock/ Jimmie Dale Gilmore)
9. The Way We Are (Colin Gilmore)
10. Thank God for the Road (Butch Hancock)
11. Free the Wind (Joe Ely/ Butch Hancock/ Jimmie Dale Gilmore)
12. Sowing on the Mountain (Adaptation and arrangement by Jimmie Dale Gilmore
- Woody Guthrie)
13. There's Never Been (Joe Ely)
RICHARD
SHINDELL
NOT FAR NOW
Website Contact
Label : Signature Sounds Recordings
Info : Munich Records
De
van oorsprong Amerikaanse folkzanger Richard Shindell woont al bijna tien jaar
met vrouw en kinderen in Buenos Aires, Argentinië. Zijn songschrijverstijl
typeert het vertellen van een verhaal vanuit het perspectief van een bepaalde
persoon. Het verhaal wordt daarom meestal in de ik-vorm gebracht. Hij verplaatst
zich daarbij in deze persoon en vertelt over de waarnemingen en de emoties die
daarbij ondergaan worden. De muzikale loopbaan van Richard Shindell kwam een
tiental jaren geleden op kruissnelheid toen niemand minder dan Joan Baez drie
van zijn liedjes opnam voor haar album “Gone From Danger” en hem
meevroeg op haar wereldtournee. Hij vormde ook nog even een groepje met o.a.
John Gorka in ‘The Razzy Dazzy Spasm Band’ en nadien ook een trio
met Dar Williams en Lucy Kaplansky onder het pseudoniem ‘Cry Cry Cry’.
In de voorbije jaren deelde hij nog regelmatig het podium met dezelfde Lucy
Kaplansky. In 2007 bracht hij zijn laatste cd uit getiteld “South Of Delia”
met uitsluitend covers van zorgvuldig door hem zelf geselecteerde favoriete
liedjes. Dat was toen al zijn 6e studioplaat die door fans en critici enthousiast
onthaald werd. Nu zal er een nieuwe full-cd van Richard Shindell verschijnen
met elf originele eigen songs. Het album draagt de titel “Not Far Now”
en laat een alles behalve uitgebluste zanger en songschrijver aan het woord.
Zeer mooie folkliedjes met een eigen verhaal volgen elkaar in een sneltreintempo
op. Ook hier is het inlevingsvermogen van Richard Shindell in de hoofdpersonages
van zijn liedjes weer indrukwekkend te noemen en zijn filmische, soms provocerende
teksten zijn van uitzonderlijke kwaliteit. Hij laat het oordeel steeds over
aan de luisteraar en dringt nergens zijn eigen visie of opinie op. Hij nodigt
eerder uit tot reflectie en verbeelding over welke richting het leven van het
onderwerp van de song dient uit te gaan. In cd-opener “Parasol Ants”
brengt hij een kleine crimineel op het niveau van noest arbeidende mieren die
zich afbeulen om aan hun overleving te werken. Een straatmuzikant wordt in “A
Juggler Out In Traffic” geconfronteerd met de fysische en sociale barrières
die hij waarschijnlijk nooit zal weten te overwinnen. Eén van de mooiste
liedjes op deze cd is het in het Spaans gezongen “Que Hago Ahora”
waarbij de zachte, bijna akoestische muziek als een zalvend wondermiddel wordt
aangewend. Dit oorspronkelijk Cubaanse nummer van Silvio Rodriguez etaleert
ook de sterke zangkwaliteiten van Richard Shindell. De Middelleeuwse troubadour
vertelt zijn verhaal in “Bye Bye” en met zachte pianoklanken op
de achtergrond wordt het verhaal van “Mariana’s Table” over
een Argentijnse vrouw die empanadas aan truckers verkoopt uit de doeken gedaan.
De song “State Of The Union” is een aanklacht op de jaarlijks terugkerende
speech van George W. Bush voor het Amerikaanse Congres. Het is een nummer dat
Richard Shindell al enkele jaren live brengt tijdens zijn vele optredens en
nu uiteindelijk op cd is beland. Hetzelfde geldt voor het grappige “Get
Up Clara” over een zwerver die met zijn ezel ‘Clara’ doorheen
het ooit zo roemrijke Romeinse Keizerrijk reist. Cd-afsluiter “Balloon
Man” gaat ook over iemand die hij heeft leren kennen in de buurt van zijn
nieuwe verblijfplaats in Buenos Aires. Voor liefhebbers van ‘storytelling
stories’ zal het album “Not Far Now” van Richard Shindell
een uitstekende aanwinst voor hun platencollectie worden. Muzikaal is het echter
een bewust uiterst sober gehouden album geworden waarvoor de luisteraar wat
extra moeite moet doen om bij de les te blijven. (valsam)
WILLY
DE VILLE
LIVE AT MONTREUX 1994 (DVD + CD)
Website Label: Eagle Rock Distr.:PIAS
Willy
De Ville: hoeft deze man nog enige introductie bij de echte muziekliefhebbers.
Na ons memorabele interview van vorig jaar liet hij een diepe indruk op ons
na, zowel als persoon en als artiest. De jaren hebben hun tol geëist en
het fenomeen De Ville werd sterk onder druk gezet toen we zagen hoe de man de
ene fles sterke drank na de andere verzwolg tijdens ons gesprek en tijdens het
optreden van diezelfde avond. Het verbaast ons nu dan ook niet om te vernemen
dat hij zijn 2009-tournee heeft moeten annuleren om een intensieve behandeling
te ondergaan voor zijn Hepatitis C-diagnose. Maar dat doet helemaal niets af
aan zijn kwaliteiten als zanger en songwriter. Een oneindig lange reeks onsterfelijke
songs en evenveel sterke albums heeft hij op zijn naam staan. Live is hij nog
steeds onweerstaanbaar. Heel af en toe laat hij zo’n live optreden registreren
voor een dvd. In de herfst van 2005 werd zo’n optreden in het Amsterdamse
‘Paradiso’ als “Live In The Lowlands” vereeuwigd. Met
zijn groep Mink De Ville verscheen er ook een dvd “Live At Montreux 1982”
en nu heeft producent Eagle Vision beslist om een reeks historische concerten
op het ‘Montreux Jazz Festival’ op dvd uit te brengen. Zo gebeurt
het nu dat we “Willy De Ville Live At Montreux 1994” ter bespreking
toegestuurd kregen. Een unieke collector’s item want naast een dvd met
daarop een registratie van het live concert tijdens het 28e Jazz Festival in
juli 1994 bevat deze box ook nog eens een cd met een selectie van 14 nummers
die tijdens het live optreden gebracht werden. Nu heeft Willy De Ville ook na
1994 nog een reeks uitstekende albums op de markt gegooid maar toch is deze
setlist al een behoorlijk representatief staaltje van ’s mans muzikale
carrière. De bekendste songs die we mogen aanhoren en aanschouwen zijn
“Cadillac Walk”, “Bamboo Road”, “Mixed Up Shook
Up Girl”, “Angel Eyes”, “Even While I Sleep”,
“Demasiado Corazon (Too Much Heart)”, “Spanish Stroll”,
“Hey Joe” en een bloedstollende versie van Ben E. King’s “Stand
By Me”. De originele en unieke sound van een indertijd zeer dynamische
Willy De Ville straalt van dit optreden af. De zeer wilde periode van zijn door
drugs getekende beginjaren en zijn optredens in de New Yorkse ‘CBGB’-club
zijn duidelijk achter de rug maar de magie die hij telkens weer weet te creëren
met zijn heerlijke mix van soul, blues, Cajun en pop is nog helemaal puur aanwezig.
Zijn begeleidingsband met Freddy Koella op gitaar, Mario Cruz op saxofoon en
Seth Farber op keyboards geeft het beste van zichzelf om de muziek zo bedwelmend
mogelijk te laten klinken. Moeten we nog meer vertellen? Gewoon kopen en genieten!
(valsam)
JIM
BYRNES
MY WALKING STICK
Website Myspace
Label: Black Hen Music / Continental
records
Distr.: Munich Records
De
Canadese zanger en gitarist Jim Byrnes nam in 2006 samen met de gospelzangers
The Sojourners de plaat "House Of Refuge" op. Prachtige bluesy countrygospel
die werd bestempeld tot het beste wat Jim Byrnes in zijn lange carrière
heeft gemaakt. "House Of Refuge" won een ‘Juno Award for Blues
Album of the Year’ en Jim Byrnes ontving in 2007 de ‘Male Vocalist
of the Year Award’ bij de Toronto Blues Society’s Maple Blues Awards.
Het album werd geproduceerd door niemand minder dan slide-gitaarlegende Steve
Dawson. De samenwerking beviel zo goed dat ze er een tournee aan vast plakten
en dat er alweer een nieuw album is opgenomen: "My Walking Stick".
Byrnes is bij een ongeval zijn benen verloren en kan heel goed lopen, maar heeft
een steuntje van een wandelstok nodig, vandaar de titel! De in St. Louis geboren
maar al tijdenlang in Canada woonachtige Byrnes heeft vóór "House
Of Refuge" al een zevental platen gemaakt, maar met "My Walking Stick"
is het wederom een feest van soul, gospel en blues, een cd waarmee hij zich
weer heeft mee overtroffen. Dat kan ook niet anders als je weet dat het gospeltrio
The Sojournes er weer bij zijn, maar ook bassist Keith Lowe (Bill Frisell, Fiona
Apple), keyboardist Chris Gestrin (K-OS, Randy Bachman), violist Jesse Zubot
(Zubot and Dawson, Hawksley Workman), drummers Stephen Hodges (Tom Waits, John
Hammond, Mavis Staples) en Matt Chamberlain (Edie Brickell, David Bowie) en
natuurlijk multi-instrumentalist Steve Dawson (Old Man Luedecke, Jenny Whiteley,
The Sojourners, Kelly Joe Phelps, The Deep Dark Woods). Een prachtig gezelschap
die gemakkelijk samen de rillingen en verwekkende kracht van Sam Cooke’s
Soul Stirrers weet te evenaren. Meteen is deze nieuwe plaat na "Fresh Horses"
(2004) en "House Of Refuge" (2006) het derde album in 5 jaar tijd
van hun nauwe samenwerking waarin ze gospel, blues, rockabilly en country blijven
verkennen en dit op een originele en unieke manier weten te mixen. Het openingsnummer
"Ol’ Rattler" weet u dadelijk te raken en laat u dan ook niet
meer los, hetgeen ook kan worden gezegd voor de twaalf songs die hierop volgen.
Van de radiovriendelijke titeltrack naar het vijftiger jaren getinte "Lookin
For A Love" en een langzame versie van The Band's "Ophelia",
zijn dit allemaal verhalen over het leven ("Three Shots"), verloren
zielen ("Drown In My Own Tears"), liefde ("Living Off The Love
You Give Me"), dood ("What Are They Doing In Heaven Today") en
verlossing ("One Life"). Naast eigen composities die er mogen wezen
en enige traditionals horen we hier wel obscure covers van o.a. JW Alexander,
Irving Berlin, Robbie Robertson, Suzie Ungerleider en Washington Phillips. "My
Walking Stick" bevat gewoon een sterke songkeuze: dertien ijzersterke gospel/rootssongs
die Jim Byrnes samen met The Sojourners gaat serveren tijdens zijn kort verblijf
in Nederland op het einde van deze maand april.
JIM BYRNES LIVE IN NEDERLAND Apr 27, 2009 - Meneer
Frits - with The Sojourners, Eindhoven |
BOOKER
T.
POTATO HOLE
Website Myspace
Label : ANTI- Info : PIAS
“Melting
Pot” en “Green Onions”: dat waren de twee enige instrumentale
nummers waarop ik in de seventies helemaal uit de bol kon gaan tijdens gefrequenteerde
fuiven. Beide stuwende soul & dance- nummers kwamen uit de geniale muzikale
koker van Booker T. Jones die met zijn groep “The MG’s” tekende
voor de tijdloze opname van deze klassiekers. De Hammondorgel heeft sindsdien
nooit meer zo mooi geklonken. Maar nu kan je die hemelse klanken opnieuw beluisteren
op het nieuwste album “Potato Hole” van de inmiddels 64-jarige Booker
T. Hij is naast multi-instrumentalist ook een gewaardeerde songschrijver, platenproducer
en arrangeur. Hij leerde het orgel bespelen in de kerk en zat op dezelfde school
als andere muzikale grootheden als Maurice White (Earth, Wind & Fire), Rufus
Thomas, William Bell en David Porter, de man die ontelbare ‘Stax’-hits
schreef samen met Isaac Hayes. “Green Onions” was zijn eerste grote
hit uit 1962 en is veertig jaar later nog steeds een onweerstaanbare klassieker
uit de catalogus van het historische ‘Stax’-label. Zijn Hammondorgel
was later ook te beluisteren op albums van o.a. Willie Nelson, Neil Young, Ray
Charles en Natalie Merchant. In 1992 kreeg hij een welverdiende erkenning door
zijn opname in de ‘Rock And Roll Hall Of Fame’ en in 1997 kreeg
hij een ‘Grammy Award’ voor zijn hele muzikale loopbaan. Maar Booker
T. Jones is nog niet aan zijn pensioen toe, getuige daarvan dit nieuwe album
“Potato Hole” waarvoor hij de tien instrumentale nummers opnam met
de bereidwillige hulp van de zuiderse rockband ‘Drive-By Truckers’
die dat eerder al een keertje deden voor soullegende Betty LaVette. Het zeer
herkenbaar rockende gitaarspel op 9 van de 10 songs op dit album komt van niemand
minder dan Neil Young. De titel van het album is ontleend aan het plaatsje waar
de slaven in de 19e eeuw hun voedsel bewaarden om het koel te houden. Booker
T. bewaart vanaf nu ook zijn muzikale ideeën en zijn herinneringen van
de voorbije 15 jaar zonder nieuwe plaat in zijn “Potato Hole”. Er
staan drie subliem geselecteerde covers op dit album, te weten “Hey Ya!”
van Outkast, “Get Behind The Mule” van Tom Waits en het van Drive-By
Truckers ontleende “Space City”. De plaat begint echter met een
zeer intensieve, bijna hardrockachtige song “Pound It Out”. De warmte
van de klanken uit de zwarte en witte toetsen van het Hammond B3-orgel straalt
af bij de nummers “She Breaks” en “Native New Yorker”
en het aan zijn vrouw opgedragen intiemere nummer “Nan”. Neil Young
mag zich helemaal laten gaan op “Warped Sister” en “Potato
Hole” en scheurt zijn snaren bijna stuk op “Pound It Out”.
Booker T. Jones drukt zijn o zo herkenbare funky stempel op elk nummer zonder
dat er ook maar één woord aan te pas komt. Topklasse van een topmuzikant
die ook weer zal gaan toeren om dit album te promoten. Tot nader order mogen
we dus blijven hopen dat we hem ook in ons landje nog eens aan het werk zullen
zien. Na de “Green Onions” en deze “Potato Hole” zijn
er nog heel wat andere groenten te selecteren voor volgende platen want de “Melting
Pot” van Booker T. Jones is een heerlijk smakend stukje muziek. (valsam)
THE
ALEX DIXON BAND
RISING FROM THE BUSHES
Label: Dixon Landing Music
Niet
iedereen kan dergelijk palmares voorleggen als Alex Dixon, geboren in Zuidelijk
Chicago. Grootgebracht door zijn grootvader Willie Dixon kreeg hij van hem hoogst
persoonlijk de eerste initiatielessen in de blues. Zijn oom Arthur Dixon leerde
hem piano spelen, maar ook van Lafayette Leake kreeg hij pianolessen. Alex maakte
er als tiener gretig gebruik van om ook van andere blueshelden in zijn grootvaders
band of diens omgeving te leren. Hij participeerde zelfs in de schoolprogramma’s
waarbij aan scholieren de verschillende stijlen in de blues werd gedemonstreerd.
Grootvader Willie vertelde, kleinzoon Alex illustreerde. Ook in de clubs en
op festivals begeleidde hij zijn grootvader op piano, zodat na diens overlijden
het voor hem evident was om de ingeslagen weg te vervolgen. Als toetsenist op
piano of keyboard staat de dertiger inmiddels zijn veelzijdig mannetje zoals
op deze ‘Rising From The Bushes’ blijkt, sfeervol of delicaat zoals
op ‘Find A Way To Live’. Bovendien schreef hij alle nummers zelf,
met uitzondering van ‘Down In The Bottom’ en ‘Spoonful’,
uiteraard van het bluesicoon Willie Dixon zelf. Deze ‘Spoonful’,
gezongen door David Dills, kreeg wel een modern kleedje aan met fantastisch
drumwerk van meesterdrummer, James Gadson, ooit nog drummer bij Marvin Gaye
en Gloria Gaynor, om er slechts twee te noemen. Alex Dixon zelf zingt niet.
Wel is hij producer, pianist en schrijver tegelijk. Maar het zingen laat hij
over aan andere vocalisten, die qua stemtimbre mooi afwisselen. Terwijl Marcy
Levy, of Marcella Detroit, haar passie uitschreeuwt o.m. in het emotievolle
‘Paint You A Picture’, vullen langs mannelijke zijde David Dills
en Alan Mirikitani, aka ‘BB Chung King’, aan qua soul en diepte.
Deze laatste is trouwens naast occasioneel co-producer een uitstekende gitarist.
Hij neemt ‘My Suspicious Mind’ voor zijn rekening, naast ‘Lose
Control’ dat op kousenvoeten begint om onstuimiger te vervolgen en met
hoge koorts te eindigen. Het plaatje past volkomen zoals alle zangers/instrumentalisten
harmonisch inschuiven in dit muzikaal geheel, quasi erfstuk waarin de geest
van Willie Dixon via zijn kleinzoon voortleeft. Als contrabassist kunnen er
echter weinigen in diens schaduw staan. Maar de bassist van dienst in deze ‘Alex
Dixon Band’, Gerald Johnson, mag zich toch beroepen op superbe ervaring
in de Steve Miller Band. Tenslotte werd op dit album aan Willie Dixon het eerste
en laatste woord gegeven met in de korte intro zijn statement ‘the Blues
are the roots of all American Music’. Op deze tien songs, door kleinzoon
Alex geschreven en gearrangeerd, hoor je dan ook meerdere invloeden die hij
als tiener en volwassene absorbeerde: Chicagoblues, bluesrock en soulblues,
afgewisseld met een enkele slowblues, zoals het gevoelvolle ‘Still In
Love With You’. Het schijnt dat er nog een veertigtal songs liggen te
wachten die hij samen met zijn grootvader schreef. Wat de creatieveling hier
al laat horen is zeker zijn grootvader waardig. En hopelijk doen in een volgend
album alle vocalisten en instrumentalisten weer mee, want ook zij weten hun
blues uit te dragen. Elk van hen heeft zijn eigen privé- en professioneel
bluesverleden en kent het ganse gamma van roots en blues. Het soulvolle ‘Everything’s
Gonna Be Alright’ is een treffende afsluiter. (Marcie)
BRAKES
TOUCHDOWN
Website Myspace
Label: Fatcat Records
Distr.: Bertus
“Give
Blood” en “The Beatific Visions” waren de twee vorige albums
van de Britse formatie “Brakes” uit Brighton. Ze leverden de groep
voorprogramma’s op bij ‘Belle And Sebastian’, ‘The Killers’
en ‘Editors’. Nu komt deze formatie rond zanger Earnon Hamilton
met een regelrechte rockplaat op de proppen voor een nieuw platenlabel. Met
het album “Touchdown” proberen ze een perfecte mix van pop, rock
en country te brengen in twaalf vrij korte maar wel potige songs. Als producer
konden ze een beroep doen op Paul Savage, eerbaar ex-lid van de Schotse formatie
‘The Delgados’. Aftrapper “Two Shocks” klinkt punkerig
en is gebaseerd op scheurende gitaren en een drammende drumbeat. Met deze ingrediënten
wordt rustig verder gewerkt in “Don’t Take Me To Space (Man)”
en in “Red Rag”. Voor “Worry About It Later” en “Crush
On You” wordt een tandje teruggeschakeld qua ritme en worden er voor het
eerst wat melodieuze gitaarklanken toegevoegd. Ook de verhoogde aandacht voor
vlekkeloos zangwerk valt op in deze twee nummers. “Eternal Return”
lijkt wel afkomstig te zijn van een Amerikaanse countryrockformatie en kan rechtstreeks
van op de rug van een paard gezongen worden. Typisch Britse popmuziek kan je
horen in de songs “Do You Feel The Same” en “Ancient Mysteries”.
“Oh! Forever” heeft zelfs een Motown-achtige ‘Wall Of Sound’
meegekregen. De eerste single die uit dit album getrokken wordt is de middels
scheurende gitaren punkerige rocksong “Hey Hey”. Ietwat uit de toon
vallend is het afwisselend rustige en dan weer rockende “Why Tell The
Truth (When It’s Easier To Lie)”. Op 8 mei kan je
deze ‘Brakes’ gaan bekijken en beluisteren in de Botanique te Brussel.
Fans van typisch Engelse poprock weten alvast waar naartoe die avond. (valsam)
BRAKES LIVE 8 mei 2009 - Les Nuits
Botanique Festival Brussel |