ARCHIEF - OKTOBER 2008 - NOVEMBER 2008 - DECEMBER 2008
JANUARI 2009 - FEBRUARI 2009 - MAART 2009
EACH
MONTH MORE THAN 100 REVIEWS FOR YOUR ROOTS LOVIN' EARS!
|
SOUL PHUZIOMATI - SERPENTS IN GRAFFITI
TANGARINE - FIELDS OF POETRY
AUSTIN LUCAS - SOMEBODY LOVES YOU
DAVE SHAPIRO - LOVE & GASOLINE
ANTJE DUVEKOT - THE NEAR DEMISE OF THE HIGH WIRE DANCER
SUNNY AND HER JOY BOYS - INTRODUCING...
DRAG THE RIVER - BAD AT BREAKING UP
MAMA ROSIN - BRÛLE LENTEMENT
CAMILLE BLOOM - TEN THOUSAND MILES
CARRIE CLARK - SEEMS SO CIVILIZED
SOUL
PHUZIOMATI
SERPENTS IN GRAFFITI
Website CDBaby
Dit moet post-post-modernisme zijn. Electro-jazz en hip-hop gemengd met spoken word. Een beetje ver van de rootsstal, vindt u? Ook een sequoia heeft roots. Achter Soul Phuziomati gaan voor de hoofdmoot twee creatieve zielen uit Los Angeles schuil: Aaron Clark en C.J. Pizarro. ‘Serpents In Graffiti’ is hun debuut en vormt een soort hedendaagse invulling van wat de beat poets in de jaren ’60 waren. Denk aan raps tegen een achtergrond van electronica en experimentele jazz en beats. Maar dan rap zonder de overdosis aan testosteron. Het doet ons bij momenten wat denken aan wat het ‘Buckshot Lefonque’ project van Brandford Marsalis. Echt wel interessant dus. Aaron Clark was oorspronkelijk visueel artiest en kwam via de wereld van de schrijvers en designers in contact met C.J. Pizarro en Ryan Riddle. Pizarro heeft verscheidene albums en kortfilms geproduced en heeft een poëziebundel uitgebracht. Riddle heeft dan weer toneelstukken geschreven, heeft er werk voor televisie opzitten en schreef journalistieke stukken. Dit alles om aan te geven dat Soul Phuziomati niet zomaar een beetje vrijblijvende samples bij mekaar gooien, maar wel degelijk weten waar ze mee bezig zijn. Ze brengen ideeën en impressies uit alle mogelijke disciplines samen en doen er hun volstrekt nieuw hedendaags ding mee. Er komen verscheidene gasten langs die aan deze of gene track een bijdrage leveren. Een rode draad zijn de poëtische intermezzi van Paul Vangelisti die stukjes jazzgeschiedenis debiteert. ‘Serpents In Graffiti’ is geen plaat voor beginners, enige openhied van geest is vereist. Maar wie bereid is om mee te gaan in de trip is dit echt wel interessant. (Duke J)
TANGARINE
FIELDS OF POETRY
Website Contact
Myspace
Een
beetje onaandachtig geweest. We dachten heel even dat de groep Tangerine heette,
met een ‘e’ waar er een ‘a’ moet staan. Hadden we meteen
al een hele theorie klaar. Een tangerine is een soort kruising tussen een mandarine
en nog iets cirtusachtigs en dus hoorden we in de muziek ook een kruising tussen
de Everly Brothers en nog veel anders. Het fruit kan naar de prullenmand, maar
de vergelijking blijft. De Nederlandse broers Sander en Arnout Brinks vormen
samen het duo Tangarine en ze hebben samen zingend iets weg van de Everly Brothers
en Simon and Garfunkel en nog een handvol folky zangers. Een van beide –sorry
jongens, ik kan jullie stemmen niet meteen uit mekaar houden- heeft op ‘Rainy
Land’ zelfs iets weg van de jonge Bob Dylan.Op ‘Fields Of Poetry’,
hun tweede album, worden de jongens bijgestaan door zeven muzikanten: Joost
Dijkema (Drums), Tom Charmes (Contrabas), Bernard Gepken (Mandoline), Bart Satijn
(Piano), Han Datema (Dobro), Sjoerd Visser (Banjo) en Martine Stulp (Fiddle).
Sinds hun debuut is dit al het tweede album in een jaar tijd, maar er is duidelijk
inspiratie genoeg om aan dit tempo te schrijven en op te nemen. Alle liedjes
zijn door de broers geschreven. Terwijl je luistert kan je zo door hun platenkast
wandelen en horen waar ze zelf naar luisteren. Er staan op ‘Fields Of
Poetry’ een aantal songs met spirituele inslag (‘God Will Split
The River Apart’ en ‘Some Call It Heaven’), een heel pak folky
tunes (‘The One And Only Thing’ en ‘Sea Shell Dreams’)
en ook ferme portie uptempo bluegrass (‘Draw Some Lines’ en ‘This
Old Robe’). Ons favorite liedje is ‘Once In A Dream’, dat
een reunie van Simon and Garfunkel voor even overbodig maakt. De jongens van
Tangarine dromen, zweven, geloven. Soms zou je snakken naar eens een echt tegendraads
nummer, naar iets met een scherp kantje, een wrange nasmaak. De jongens zullen
mettertijd het altijd maar deugen ook nog wel afleren. Tot dan kunnen wij genieten
van hun zachtaardige liedjes. Een klassieke folkplaat waarvan je niet dacht
dat die vandaag nog gemaakt werden. Stijlvol. (Duke J)
AUSTIN
LUCAS
SOMEBODY LOVES YOU
Website Myspace
VIDEO
‘Somebody
Loves Me’ is de titel van de nieuwe cd van Austin Lucas, die op eigen
kracht ook al enkele andere platen uitbracht, waarvan sommigen in samenwerking
met anderen werden gemaakt. Lucas heeft wel degelijk een verleden in de (akoestische)
punk scene, maar profileert zich nu toch eerder als singer-songwriter in het
folk/ alt.country genre. De nieuwe cd werd opgenomen in de studio van zijn vader,
Bob Lucas, die net als Austin’s zus ook meespeelt op de plaat. A kind
of family affair, zou men haast kunnen zeggen want muziek maken zit het gezin
Austin duidelijk in het bloed. Zo heeft Bob onder andere songwriting credits
staan op platen van Allison Krauss en kregen de kinderen als vanzelf een muzikale
vorming mee. Het instrumentarium dat op deze plaat gebruikt wordt bestaat uit
gitaar (Austin), banjo, fiddle, snare drum (Bob), contrabas en pedal steel.
In de titelsong hoort men tijdens de intro een hond blaffen, misschien als voorbode
van waakzaamheid want dit nummer rekent af met valse vriendschap. ‘There’s
a Fool for every Fool’ bezweert Lucas en hoe geod of slecht je ook bent,
‘Somebody Loves You’. ‘Singing Man’ is een mooie ballade,
waarin de stem van zusje Chloe perfect harmonieert met die van haar broer. Lucas’
gitaarspel is werkelijk top en zowel de teksten als de arrangementen mogen er
wezen. Er zit veel hartzeer in deze plaat, maar deze wordt met trots gedragen.
De stem van Austin Lucas klinkt tegelijk krachtig en breekbaar. Een mooi voorbeeld
hiervan is ‘She Did’ dat doordrenkt is van spijt en verlies maar
waarin Austin stelt: ‘I’ll Take My Share Of The Blame For All The
Things I Did’. Ook alleen met de gitaar weet Lucas te ontroeren in het
pakkende ‘Precious Little Heart’. In ‘Go West’, één
van de absolute hoogtepunten op de plaat, zit er niets anders op dan een scheiding
tussen de geliefden: ‘So Go West Emily, Grab Your Boots And Find Yourself
Somewhere / I’ll Find Another Lover In The East.’ Een gemeend en
krachtig ‘Farewell’ sluit deze opmerkelijke plaat af. Austin Lucas
is een naam om te onthouden. (Shake)
DAVE
SHAPIRO
LOVE & GASOLINE
Website Contact
CDBaby
Dave Shapiro
kijkt ons vanaf de cover van zijn plaat ‘Love & Gasoline’ vanonder
zijn petje recht in de ogen en doet ons daarbij denken aan Buddy Miller. Vanaf
de eerste noot hoor je dat dit debuut niet echt een debuut is. Dave Shapiro
heeft er vijfentwintig jaar als gitarist, songschrijver, producer en knoppendraaier
opzitten. Hij werkte in ‘The Record Plant’ en ‘Electric Lady
Studios’ waar hij als gitarist ten dienste stond van heren als Jack Douglas
die in het verleden platen producete van bijvoorbeeld Aerosmith, Cheap Trick
of, pakweg, John Lennon. Akkoord, in de zesde graad zijn we allemaal op de een
of andere manier verwant of tenminste via-via bevriend met Cleopatra, maar dat
neemt niet weg dat Dave Shapiro een indrukwekkend track record kan voorleggen.
Hij heeft naast wat TV en commercieel werk ook zijn eigen studio (The Rec Room)
waarin hij nu dus een eerste eigen plaat opgenomen heeft. Dave mag er dan een
beetje uitzien als Buddy Miller, muzikaal doet hij toch net iets anders. De
arrangementen zijn alt-countryish en bij momenten bluesy met een vleugje electronica,
waardoor we aan Chuck Prophet moesten denken. Dave schreef het grootste deel
van de songs zelf, maar brengt ook een paar covers, o.a. een hele geslaagde
van The Ramones’ ‘I Wanna Be Sedated’. Dave heeft een lichte
onderkoelde manier van zingen die erg goed werkt in combinatie met de tongue-in-cheek
humor die in zijn teksten zit. Hij heeft een beetje een lijzige stem, genre
Mark Knopfler, en laat die mooi bijkleuren met de fiddle van Kenny Kosek, de
accordeon van Pete Vitalone of angelieke achtergrondvocalen van Nicole Paradiso
– hoe kan dat ook anders, met zo’n naam... ‘Love & Gasoline’
nu nog een lief een een auto en u bent gesteld. Way to go, Dave! (Duke J)
ANTJE
DUVEKOT
THE NEAR DEMISE OF THE HIGH WIRE DANCER
Website Myspace
CDBaby
Label: Black Wolf Records
VIDEO
1 VIDEO
2
Antje
Duvekot uit Boston heeft iets Shawn Colvin -achtigs. Zij weet heel veel oprechte
emotie in haar helende stemgeluid te verwerken en daarmee zo'n beetje alle aandacht
naar zich toe te trekken. Op haar nieuwe cd, "The Near Demise of the High
Wire Dancer" verdwijnen de meeste gastmuzikanten dan ook vrij snel uit
het zicht. Onder de bekendste namen bevinden zich Mark Erelli, Lucy Kaplansky
en John Gorka. De elf nummers (zeven nieuwe nummers, aangevuld met vier oudere
songs) op deze plaat zijn vermomd als sfeerrijke folk en de gelaagde melodieën
strelen als een zomerbriesje de oren van de luisteraar. Echter zoals de dreigende
wolken zich op de hoes aftekenen weet singer-songwriter Antje Duvekot haar liedjes
bijna iets apocalyptisch mee te geven. Laten we er niet omheen draaien en meteen
verklappen: "The Near Demise of the High Wire Dancer" is een fantastische
en hemelse luisterplaat met groeipotentie. De muziek valt misschien het beste
te omschrijven als minimalistische en tijdloze luisterfolk, ontdaan van alle
denkbare pretenties en verhullingen waaronder popmuziek meestal gebukt gaat.
De zachte stem van Antje is op de voorgrond geplaatst, waardoor de veelal prachtige
liedjes een kalmerende werking hebben. Er staan geen slechte songs op "The
Near Demise of the High Wire Dancer", daarvoor weet Antje veel te goed
waar zij mee bezig is. We vinden wel enkele uitschieters, zoals de melancholische
opener "Vertigo" met knap mandolinespel van Mark Erelli, het gepassioneerde
"The Bridge" met Lucy Kaplansky, en de harmonies van John Gorka in
"Long Way" en "Reasonland". Maar ook de andere songs zijn
stuk voor stuk wonderschoon. Centraal staan haar aangename stem en het sober
gitaarspel van producer Richard Shindell en daaromheen ontwaren we sporen mandoline,
piano, wat viool en steel-gitaar. Het draagt allemaal bij aan het beeld dat
we al hadden van het Amerikaanse platteland en laat Antje Duvekot op haar soberst
en puurst horen. "The Near Demise of the High Wire Dancer" is een
cd vol passie en emotie, een cd die de luisteraar diep weet te raken. Daarbij
is deze plaat mooi verzorgd met roots-folk-storytelling van deze Duits Amerikaanse
zangeres en verdient daarom in iedere platenkast een plekje naast haar vorige
album "Big Dream Boulevard" uit 2006.
SUNNY
AND HER JOY BOYS
INTRODUCING...
Website
Label : Stony Plain Records
Distr.: Munich Records
Duke
Robillard is een productief baasje. Vorig jaar verschenen nog ‘A Swingin’
Session With Duke Robillard’ en ‘Shivers’. ‘Shivers’
was grotendeels een instrumentaal album waar knappe gitaarjazz werd vertolkt
door Duke, Jay Geils en Gerry Beaudion. Ook met zijn nieuwste project Sunny
and her Joy Boys liet Duke zich inspireren door jazz. Deze keer koos hij om
heerlijke vooroorlogse jazz te brengen in de traditie van Billie Holliday, Ella
Fritzgerald en Ivie Anderson. Als vocaliste deed hij beroep op Sunny Crownover,
een 50 jarige blonde dame, die veel zangervaring heeft, maar pas via dit project
haar debuutalbum realiseerde. Het album bevat een mooie bloemlezing van het
American Songbook. Er wordt geopend met ‘Strictly From Dixie’, een
oude Ella Fritzgerald hit. Verder horen we het prachtige ‘You’re
My Thrill’ (ook beschikbaar als bonusvideo op dit schijfje) en Duke Ellington-klassiekers
zoals ‘I Don’t Mind’, ‘I’m Satisfied’ en
‘I Got It Bad (And It Ain’t Good). Ondanks de grote naam van Duke
Robillard zijn het vooral Billy Novick, op clarinet en alto saxofoon, en zangeres
Sunny die de show stelen. De ritmesectie is met Paul Kolesnikow op akoestische
archtop gitaar en Jesse Williams zeer solide. Op ‘Wrap Your Troubles In
Dream’ mag Jesse schitteren op zijn bas. Verrassend is dat een drummer
ontbreekt in deze bezetting. De muzikanten speelden zo ritmisch dat slagwerk
overbodig was. Met Sunny and her Joy Boys brengt Duke Robillard muziek uit een
vervlogen tijdperk. Toch klinkt het geheel fris en alles behalve gedateerd.
Het is een uitstekend plaatje geworden dat het best gedijt in de late avond,
maar ook te genieten valt tijdens een zondagse brunch met partner. (Bootsy Lester)
DRAG
THE RIVER
BAD AT BREAKING UP
Website Myspace
Label : Suburban Home Records
Distr. : Sonic Rendezvous
Toen
de uit het Amerikaanse Colorado afkomstige alt-countrygroep ‘Drag The
River” eind 2007 op vriendschappelijke wijze besloot om enkele sabbatjaren
te gaan nemen begonnen de oprichters van de groep Jon Snodgrass en Chad Price
aan het uitwerken van een solocarrière. Elders op deze pagina’s
kan je lezen dat Jon Snodgrass de eerste was die het resultaat van zijn noeste
arbeid aan de buitenwereld komt presenteren. De formatie ‘Drag The River’
werd in 1996 opgericht door Price en Snodgrass die beiden al een verleden hadden
in punkrockbands. Hun eerste echte full-cd was “It’s Crazy”
en werd pas in 2006 uitgebracht. Voordien verschenen er al wel enkele demo’s
en wat live opnames op cd. Nu wordt het album “Bad At Breaking Up”
gereleased als een welgemeend ‘dank u wel’ aan hun vele trouwe fans.
Dit album bevat 20 tracks, bestaande uit demo’s, B-kantjes, ouder werk
dat op 7” was verschenen en nieuwe afgewerkte songs die na 2006 nog werden
klaargestoomd voor een nieuwe plaat maar door het stopzetten van de groep nu
pas van onder het stof werden gehaald voor dit afscheidsalbum. Met wat goede
wil kan je misschien zelfs wel spreken van een “best of”-verzamelplaat.
De cd-titel is ook wel toepasselijk voor wat de bandleden is overkomen want
blijkbaar spelen ze toch nog regelmatig samen in diverse samenstellingen. Zo
spelen Chad Price en Jon Snodgrass vrij vaak samen als duo bij gelegenheidsoptredens.
Van ruzies is er dus geen sprake bij ‘Drag The River’ en de oorzaak
voor de wat langere pauze dient dus eerder bij de muzikaal uiteenlopende objectieven
van de groepsleden gezocht te worden. Met deze band situeerde hun muziekkeuze
zich vooral in het genre van de rustigere Americana en alt-country à
la Jayhawks. Enkele titels van door ons best wel gesmaakte songs zijn “Having
A Party”, “Jeff Black Song”, een song met deze woordspeling
“Get Over It Or Get It Over With” als titel, de vlotte swingers
“Re-Rangement”, “Dirty Lips’” en “Trainwreck”
en de pedal steel country tearjerkers “I Remember Now” en “A
Way With Women”. “Bad At Breaking Up” bevat niets onmisbaars
maar is in zijn geheel wel leuk. (valsam)
MAMA
ROSIN
BRÛLE LENTEMENT
Myspace
Label: Voodoo
Rhythm Records
In
deze crisistijd moet je niet naar Louisiana afreizen om je in de cajunsfeer
onder te dompelen. Een ticketje H/T naar Zwitserland, Genève volstaat,
want met ‘Le Two-step De L’haricot’ kom je direct in de juiste
stemming. Het trio uit Mama Rosin sleurt je onverwijld mee in ‘the bon
temps roelet’ en presenteert je achtereenvolgens honky-tonk, boogie, ragtime,
zydeco, wals en Franse blues van de bovenste kruidenplank. Cyril Yeterian, Robin
Girod en Power Van’s Fischer spelen en zingen er lustig op los in het
Frans/Engels taalidioom met de zwier van rasechte cajuns of Acadians. Zij gebruiken
daarbij mélodeon, gitaren, triangel en drums. Deze ‘Brûle
Lentement’ is hun tweede album na hun debuut ‘Tu As Perdu Ton Chemin’.
Het laatste jaar heeft Mama Rosin niet stilgezeten. Behalve de straat en de
cluboptredens openden zij zelfs voor het Europees voetbalkampioenschap in Vienna.
Niet verwonderlijk want het tempo dat zij aanhouden kan voetballers alleen maar
inspireren om evenzo vaart te maken. Dat het voetbalelftal maar eens probeert
om met de snelheid van ‘Le Pistolet’ de bal te dribbelen of naar
elkaar toe te spelen. Hun kruidige muziek met licht chaotische ingrediëntenkeuze
verbluft en prikkelt. Gezongen of instrumentaal laten zij de songs authentiek
klinken alsof zij de wortels van de zuiderse culturele mix hebben blootgelegd.
Meer eigentijds vind je verder nog invloeden van Zachary Richard, Jonathan Richman
en zelfs The Gun Club. Humor en punkattitude worden artisanaal vermengd met
ernst en speelplezier. De coverversie van ‘Dead Love Rag’ met banjo
en drum is mijn inziens de ideale voodoomedicijn om niet in slaap te vallen
tijdens een mijlenlange nachtelijke autorit. Je kan het telkens herhalen en
er toch niet genoeg van krijgen. Het meer melancholieke ‘Johny Dance’
bewaar je dan voor het ochtendgloren. Dit album, opgenomen in de Outside Inside
Studios in Italië, heeft de bruisende charme van een door elkaar geschudde
fles champagne. Nooit gedacht dat ruige cajun stuff ook in Zwitserland kan gedijen.
(Marcie)
CAMILLE
BLOOM
TEN THOUSAND MILES
Website Myspace
CDBaby
Booking: BLUESnROOTS
De
uit Seattle afkomstige Camille Bloom wordt in haar woonplaats inmiddels enigszins
gekscherend 'Seattle's own American Idol' genoemd. Zij geniet daar nationale
faam dankzij haar energieke optredens, zowel solo als met haar band The Recovery
met een mix van rock, folk, funk en pop. Ook geeft zij lezingen op scholen over
onderwerpen als huiselijk geweld, verslaafde of gescheiden ouders, angsten en
geaardheid. Uit haar liedjes blijkt dat zij op deze vlakken ervaringsdeskundige
is. Toch zijn het vooral liefde, kracht en hoop die uit haar uiterst persoonlijke
songs spreken. Camille Bloom tourt ‘fulltime’ om haar vele platen
onder de aandacht te brengen. Ook haar nieuwste album "Ten Thousand Miles"
bevat twaalf buitengewoon lekker in het gehoor liggende popsongs. Popsongs die
een veelzijdig geluid laten horen. Een geluid dat moeiteloos schakelt tussen
pop, een vleugje country en vooral veel rock. Fans weten al welke kwaliteit
Camille Bloom elk album bovenhaalt en zijn intussen al lang blindelings naar
de platenboer gehold. Van de niet-kenners zullen een paar wel te overtuigen
zijn met deze "Ten Thousand Miles" een plaat doordrenkt met Bloom's
aangename stem en als vanouds sterke lyrics. Een hele positieve en opvallend
goede plaat!
Carrie Clark & Camille Bloom LIVE
|
CARRIE
CLARK
SEEMS SO CIVILIZED
Website Myspace
CDBaby
Booking: BLUESnROOTS
Label: Red Bug Records
Zoals
Camille Bloom komt singer-songwriter Carrie Clark ook uit Seattle en zijn haar
optredens, zowel solo of met haar begeleidingsband The Lonesome Lovers. Waar
de liedjes van Camille Bloom behoorlijk poppy met een rootsty tic zijn, neigen
die van Clark meer naar folky Americana met een heerlijk nostalgische inslag.
Carrie Clark leerde zichzelf gitaar en piano te spelen en haar eigenzinnig stemgebruik
varieert, soms in één soepele ademteug, van krachtig naar teder.
Vanuit deze eigen benadering schrijft ze liedjes in country, blues en cabaret
tradities handelend over "one night stands, love lust divas and dark lullabies".
Zelf zegt ze hierover: "I am a generally happy person, but songwriting
seems to bring out the dark side of my emotions". Op het album "Seems
So Civilized" (2006) heeft Carrie Clark zich wederom omringd met The Lonesome
Lovers en laat ze horen nog altijd niet vies te zijn van country-noir tranentrekkers,
maar ook voor rammelfolk, countryrock, punky folk, 30’s cabaret en pure
pop ben je bij Carrie Clark aan het juiste adres. De aanwezigheid van haar Lovers
draagt nadrukkelijk bij aan de kwaliteit van "Seems So Civilized",
maar het is uiteindelijk de stem van Clark die deze plaat naar grote hoogten
tilt. Carrie Clark manifesteert zich op deze plaat nadrukkelijk als één
van de betere zangeressen in het genre en ver daarbuiten. De Amerikaanse weet
op "Seems So Civilized", te verleiden, te ontroeren en te imponeren
met een warmbloedige stem vol gevoel die zowel lieflijk, rauw als strijdbaar
kan klinken, wat mij betreft haar meest veelzijdige en meest overtuigende plaat.
Clark heeft een dijk van een stem, waarmee ze de gitaren van The Lonesome Lovers
probleemloos weet te overstemmen, en op "Seems So Civilized" stelt
ze wederom haar stem meer dan ooit in dienst van de liedjes - van grungy gitaarpartijen
tot een snuifje cabaret - waarbij ze ons 12 nummers lang van het ene naar het
andere hoogtepunt sleept.
Carrie Clark & Camille Bloom LIVE
|