ARCHIEF - OKTOBER 2008 - NOVEMBER 2008 - DECEMBER 2008
JANUARI 2009 - FEBRUARI 2009 - MAART 2009
EACH
MONTH MORE THAN 100 REVIEWS FOR YOUR ROOTS LOVIN' EARS!
|
NINA - MANY HANDS MAKE MURKY WORK
JOLTWAGON - WHYANOSIS
JOEL KROEKER - MELODRAMA
JOE MOE - MAINLAND
EILEN JEWELL - SEA OF TEARS
FERGUSSON - SAM
JOSE LUIS PARDO & THE MOJO WORKERS - COUNTRY & CITY BLUES
STEPHEN FEARING - SO MANY MILES
RICHARD DOERKSEN - THE DEEP
TRIFLEMORE - WORDS FROM NOTES
NINA
MANY HANDS MAKE MURKY WORK
Website Myspace
Contact
CD-Baby
“Many
Hands Make Murky Work” is de titel van de eerste full-cd van de 22-jarige
New Yorkse artieste Nina Romano die optreedt onder de naam ‘Nina And Her
Band’. Nu zijn we over het algemeen vrij vlot in de omgang met de Engelse
taal maar wat ‘murky’ betekent heb ik toch even moeten opzoeken.
Het grote woordenboek vertaalt het woord in ‘duister’. Als je naar
de cd luistert begrijp je al wat beter waarom Nina deze titel voor haar debuutplaat
heeft geselecteerd. De ‘underground’ nummers komen het best tot
hun recht in de schemerzone van een podium. Ze is zelf fan van de traditionele
sterren als Johnny Cash, Bob Dylan en Dusty Springfield maar vond bij hen toch
niet de liedjes die met haar eigen ideeën over songs overeenstemden. Dus
besloot ze maar om zelf nummers te gaan schrijven en twaalf ervan nu op deze
cd uit te brengen. Samen met een erg mooi verzorgde persmap stuurde Nina ons
haar ‘pièce-de-resistance’ toe in de hoop dat wij er een
fijne bespreking bij zouden creëren. Ze besteedt vooral veel aandacht aan
de teksten van haar songs omdat ze er steeds een boodschap of een eigen mening
probeert in te verwerken. De cd werd als een volleerd do-it-yourselver volledig
in eigen beheer opgenomen. Alle instrumenten werden ingespeeld door Nina, haar
vriend Tim Smith en drummer Toby Bruzik. De opnamen gebeurden zo goed als live
om de nodige ruwheid van de songs te kunnen behouden. Zij kozen ook bewust om
de cd in mono op te nemen omdat een stereo-opname al een te artificieel geluid
zou creëren en Nina nastreeft om het geluid op de plaat zo nauw mogelijk
te laten aansluiten bij de klank die ze bij live optredens kan realiseren. Haar
stijlkeuze neigt naar sixties soul en folkmuziek wat je zeer goed kan horen
in een song als “Salvation is Invention” en ook in de gitaarsong
“One Excuse Has Many Names”. Vocaal situeren we Nina graag in dezelfde
sfeer als Ani DiFranco of de jonge Victoria Williams met een ietwat zeurderige
en monotone stem. Qua muziek wordt er lustig op los gemixt met punk, folk, rock,
country en experimentele geluiden. Dat levert enkele leuke nummers op zoals
“Shackles & Chains”, “I Made My Bed”, “Too
Late” en “The Road To Good Intentions”. En het mooiste nummer
bewaarde Nina voor het laatst: “What’s So Bad About L.O.V.E.?”.
Als songschrijfster is Nina alvast met brio geslaagd en we vermoeden dat we
het laatste van deze creatieve jongedame nog niet hebben gezien. New York is
alvast laaiend enthousiast. Nu Europa nog. (valsam)
JOLTWAGON
WHYANOSIS
Website Myspace
Contact
Label : Goldang! Records
CD-Baby
Uit
het Amerikaanse Asheville, North Carolina bereikte ons de nieuwste cd “Whyanosis”
van de formatie Joltwagon. Het is de opvolger van hun titelloze debuutalbum
uit 2007. De groep probeert een leuke mix van melodieuze pop- en rocksongs te
brengen waarbij af en toe naar wat minder conventionele instrumenten in dit
genre wordt gegrepen zoals banjo, viool en keyboards. De basis van de songs
blijft echter gitaarwerk die hun typische alt-countrymuziek een vleugje Wilco
of Crazy Horse meegeeft. Songschrijvers van dienst zijn David Bradshaw en Dalton
Stansbury, alleszins voor 10 van de 11 nummers op het album. Enkel de ballad
“Why I’m Staying” werd door hun New Yorkse vriend en banjospeler
Sean Condron gepend. De tracks op dit album werden zo goed als live opgenomen
in de studio om ze op die manier van de gewenste spontaniteit te voorzien. Openingstrack
“Why Are You” illustreert al meteen welke ingeslagen weg Joltwagon
wil volgen. Vlotte pop- en rocksongs zonder al te veel franjes. De banjoklanken
halen makkelijk de bovenhand in de volgende song “Lighter Than Air”
en ook in het instrumentale “Cumberland Daydream” speelt dit instrument
de hoofdrol. De stijl van de diverse songs is nogal uiteenlopend waardoor de
cd een rijke mix van nummers consolideert. Ook het brede assortiment van artiesten
die de bandleden hebben beïnvloed is typerend voor de sound die Joltwagon
op “Whyanosis” pleegt te brengen. Zo brengen ze subtiel geïmporteerde
stukjes Richard Thompson, Neil Young, Bob Dylan, The Band en Jayhawks in elk
van de songs. De Americana-sound overheerst het gehele album en de banjo, het
mondharmonica en de viool van Dalton Stansbury in “Hummingbird”
benadrukken deze stelling ten overvloede. Eén van de vlotste songs is
“Shake Yourself Away” dat als een vrolijke meezinger gebracht wordt.
Ook “I’ll Believe It” swingt en roept bij ons spontane vergelijkingen
op met de sound van onze eigen Seatsniffers. Wat ook blijft hangen bij de beluistering
van dit album is de grote begeestering en het plezier van de groepsleden die
duidelijk hoorbaar is in elke track. Een fijn plaatje voor echte liefhebbers
van de Americana- en countrysound. (valsam)
JOEL
KROEKER
MELODRAMA
Website Myspace
Label: True North Records
Distr.: Codaex
VIDEO
1 VIDEO
2
Een
singer-songwriter mag wel wat meegemaakt hebben om doorleefde nummers te kunnen
brengen. En dan ben je bij Joel Kroeker aan het juiste adres. In 1999 gooit
Kroeker zijn debuutalbum "Naive Bohemian" op de markt gooit. De man
is intussen nu tien jaar verder en twee albums meer rijker. Zijn laatste cd
"Closer to the Flame" (2007) is spijtig genoeg aan ons voorbij gegaan
daar in het verleden, releases van het True North label enkel via importzaken
verkrijgbaar waren. Via Codaex komen nu die gemiste platen weer in omloop, zoals
nu ook Joel’s tweede cd, "Melodrama" uit 2005. Bij een tweede
plaat weet hij wel beter waar hij mee bezig is, Kroeker staat hier dan ook met
samenwerking van een uitgebreide band: iets dat het geluid van 'de moeilijke
tweede' erg beïnvloedt. Kroeker combineert de rustige elegantie van het
debuut met oppeppende Americana. Het album klinkt door het gebruik van meer
instrumenten en tempowisselingen muzikaal voller. Kroeker wilde eens iets anders
proberen terwijl de oude stijl toch niet verloren gaat. Al vroeg luisterde hij
naar zowel jazz als rock en raakte zo verslingerd aan muziek dat hij naast gitaar
zich ook bekwaamde in computers, om die te kunnen inzetten in zijn songs. Klinkt
bekend, maar hij is er wel in geslaagd. Op "Melodrama" kan hij zijn
melancholie kwijt, maar denk niet meteen zoals deze titel laat vermoeden, dat
deze plaat één en al kommer en kwel is. Opener "Endings"
klinkt zelfs vrolijk en "Goodbye Jane" is zeer radiovriendelijk. Experimenteel
is Kroeker in "Melodrama" wel, maar het blijft fragiel door de aangenaam
licht hese stem van de Canadees. Gelukkig blijkt snel genoeg dat de plaat door
goed vakmanschap is ontstaan. In de band die hem begeleidt vinden we bijvoorbeeld
de Breit brothers terug - gitarist Kevin Breit (Norah Jones) en keyboardist
Gary Breit (Bryan Adams) - die onder eigen naam en als begeleiders van anderen
al naam maakten. Maar ook drummer Gary Craig (Bruce Cockburn), bassist George
Koller (Peter Gabriel), en de background vocals van Kathryn Rose en Susie Vinnick.
Ondanks alle instrumenten en de vele muzikanten slaagt Kroeker erin zijn folky
popliedjes intiem te laten klinken. Daar zorgen trouwens ook zijn breekbare
stem voor én de beklijvende teksten, zoals in "With Me" waar
Guess Who/Bachman Turner Overdrive, Randy Bachman, het gitaarwerk voor zich
neemt. Bachman herkende zijn talent al een tijdje, en nodigde hem dan ook uit
om op diens album "Jazz Thing" mee te werken. "Melodrama"
is gewoon een tijdloze plaat die bij elke luisterbeurt meer blootgeeft en steeds
beter lijkt te worden.
JOE
MOE
MAINLAND
Website Myspace
Contact
Label : Puluphonic Records
Info : Hemifrån CD-Baby
Joe Moe is een postmoderne crooner uit Los Angeles die op zijn debuutplaat “Mainland” soms zeer uit de toon vallende maar altijd toch heel mooie liedjes probeert te brengen. Soms krijg je de indruk dat er een theatraal stukje musical gepresenteerd wordt. Met de eerste song “Aria (The Birds Don’t Owe)” toont Joe Moe al aan dat we hier helemaal geen conventionele plaat hoeven te verwachten. De Hawaïaanse klanken van lap steel en ukelele verplaatsen de luisteraar naar de zonnige stranden van dit Zuid-Amerikaanse zonovergoten oord. Voor de opnamen van dit album wist Joe Moe een hele rijke collectie gastmuzikanten om zich heen te verzamelen waarbij de legendarische Van Dyke Parks en Rob Shapiro de bekendste namen zijn. Zanger Nivek Ogre (van de formatie ‘Skinny Puppy’) zingt een duet met Joe Moe in het elektronisch geladen “Mosque Of Bones” en countertenor Dylan Hostetter (van de formatie ‘Chanticleer’) speelt een hoofdrol in het op een poëtische tekst van dichter Arthur Rimbaud gezongen nummer “Dark And Wrinkled”, één van de mooiste liedjes op dit album. Joe Moe is van origine een Polynesisch entertainer en studiomuzikant die professioneel directeur is van de ‘3Mac Studios’ waar vooral science-fictionfilms worden opgenomen. De originele Hawaïaanse muziek loopt als een rode draad doorheen de nummers die op “Mainland” te beluisteren zijn. Illustrerend hiervoor is “Lotus Festival”. Zelfs de cover “Car On A Hill” van Joni Mitchell krijgt in deze versie een zonnig kleurtje mee. Monument Van Dyke Parks mag meezingen op zijn eigen nummer “Cowboy” inclusief het geluid van de vooruit slenterende paardenhoeven. Andere sterke nummers zijn het op een accordeonloopje geënte “The Married Men” dat origineel een song van ‘The Roches’ is en de ballad “Talkin’ In Your Sleep”. De Hawaïaanse song “Ku’u Home O Kahalu’u” van Jerry Santos is een zeer aanstekelijke ballad die je naar een zorgeloze dag in het warme zand doet verlangen. Ook willen we nog even een grote pluim geven aan Michael Webster, producer van dit album. “Mainland” is al bij al een onverwachte plaat die toch aan alle verwachtingen van een uit Hawaï stammende plaat voldoet. Het is een veelbelovend debuut van een man die volgens ons nog veel meer in zijn mars heeft. (valsam)
EILEN
JEWELL
SEA OF TEARS
Website Myspace
Label: Signature Sounds Recordings
Info: Munich Records
Toen
we in augustus 2007 het tweede album “Letters From Sinners And Strangers”
van Eilen Jewell bespraken voor Rootstime gaven we al aan dat we zeker nog veel
meer zouden gaan horen van deze vrouwelijke versie van Hank Williams. Die voorspelling
van toen wordt nu bewaarheid door de derde cd van deze Amerikaanse muze. “Sea
Of Tears” bevat 12 country- en folksongs waarvan er 9 door Eilen Jewell
zelf werden geschreven en 3 covers die zorgvuldig en stijlvol geselecteerd werden
uit het rijke historische muziekrepertoire. “Shakin’ All Over”
is een rock and roll-nummer van ‘Johnny Kidd and The Pirates’ uit
1960, “I’m Gonna Dress In Black” werd door Van Morrison met
‘Them’ in de hitparade gezongen in 1965 en Loretta Lynn zong het
honky-tonky “The Darkest Day” op haar prachtige verzamelplaat “Honky
Tonk Girl” uit 1994. Eilen Jewell geeft een geheel eigen kleedje aan deze
klassiekers en ze maakt er schitterende songjuweeltjes van die helemaal hun
eigen plaats verdienen op “Sea Of Tears”. Het gitaarspel van Jerry
Miller en het orgeltje dat Eilen Jewell zelf bespeelt bezorgen alle nummers
een met goud omrande kader. Twee jaar geleden zeiden we al dat deze zangeres
thuishoort in het rijtje groten naast Lucinda Williams en Gillian Welch. Nu
durven we zelfs al stellen dat zij vooraan in dit selecte groepje heeft plaatsgenomen.
Dit heerlijk mooie album getuigt van grote klasse door de aanwezigheid van schitterende
songs als “Fading Memory” (veruit het allermooiste liedje en tot
tranen toe doorleefd gezongen), “Nowhere In No Time”, het melancholisch
trieste “Rain Roll In” en “Codeine Arms”. Af en toe
lijkt het wel of good old Buddy Holly is teruggekeerd via de songs “Sea
Of Tears” en “Everywhere I Go”. Liedjes die iedereen recht
naar het hart gaan en waarin de emoties voor hartverscheurende taferelen zorgen.
De schitterende en unieke stem van de zangeres Eilen Jewell doet al de rest.
Wij zijn overtuigde fans van deze dame, laat dat wel wezen. (valsam)
Eens
iets anders. Het plaatje dat de cover van ‘Sam’ van Elliott Fergusson
siert is een stukje van ‘Some British Ballads’ van Arthur Rockham
en is een vlag die zijn lading erg goed dekt. Fergusson is een Australische
zanger en songschrijver met een zwak voor traditionele folk. Ooit maakte hij
deel uit van de Australische folkformatie The Creel. Vervolgens verdween hij
uit de spotlights, maar nu is hij dus terug, solo met een plaat vol zelfgeschreven
songs zichzelf begeleidend op Ierse bouzouki. Wij zouden geen Ierse van een
Oestbeekse bouzouki kunnen onderscheiden, maar houden van de muziek die Fergusson
maakt. Hoewel de muziek nog erg dicht bij traditionele folkgeluiden zit, neemt
Fergusson genoeg vrijheden en schrijft hij volledig eigentijdse lyrics. Dit
is dus geen poging om naar formol ruikende reïncarnatie-oefeningen te plegen,
maar een intelligente voortzetting van een traditie. Wie graag een referentie
heeft: wat Fergusson doet, roept onvermijdelijk herinneringen op aan Luka Bloom.
Zelfs de stem heeft er meer dan iets van weg. Dat mag want Fergusson is voldoende
origineel om in datzelfde vijvertje te vissen. In het eerste deel van dit jaar
stelt hij zijn nieuwe songs voor in zijn thuishaven Australië, maar later
dit jaar komt hij over naar de UK om te touren. Hopelijk denkt hij er dan aan
om ook eens tot bij ons te komen. Ik denk dat hij op een aantal festivals erg
welkom zou zijn. Leg uw rock and roll hart even op het schap en geniet van...
eens iets anders. (Duke J)
JOSE
LUIS PARDO & THE MOJO WORKERS
COUNTRY & CITY BLUES
Website Myspace
Label:
Hotsak
VIDEO 1 VIDEO
2
Argentinië
is niet enkel het land van de tango, ook de blues mag er op wat vertegenwoordiging
rekenen. Een van de bijzonderste bluesbands, zoniet de belangrijkste en beste,
is José Luis Pardo en zijn Mojo Workers. Vorig jaar leerden wij kennen
via zijn cd “That’s Right” en lieten er ons dan ook lovend
over uit. Dat we niet de enigen waren bleek wat later, want ook Amerikaanse
collega’s, en niet de minsten, spraken lovende woorden richting José
Luis. Little Charlie, Corky Siegel en Michael Burks spraken woorden als “he’s
a monster”, “mister 20 fingers” en “he really knocked
me off my feet”. Dat konden we ook met eigen ogen zien op de Live DVD
die de groep uitbracht. Nu is hij er terug met een volgende live registratie:
een gedeeltelijk akoestische cd opgenomen in twee dagen live in de studio, de
Rec Studios in Buenes Aires, met een aantal overbekende klassiekers en wat obscuurder
werk. Delta blues wisselt af met meer stadsblues, zoals de titel natuurlijk
terecht aangeeft. “Hard Times”, bekend van Ray Charles en Al Green’s
“Love and Hapiness” zijn sterke hoogtepunten die aantonen dat José
ook in de soulrichting flink zijn mannetje kan staan. “You Can Love Yourself”,
één van mijn favoriete Keb’ Mo songs, geschreven door Kevin
Moore kreeg ook een mooie versie aangemeten. “Miss Celie’s Blues”
door Quincy Jones geschreven voor de film “The Color Purple” eveneens.
Ook als zanger is Jose Luis sterk en moet niet voor veel Amerikaanse artiesten
onderdoen. Als hij eruit gaat met “Don’t Loose Your Cool”
de Albert Collins kraker en deze op perfecte manier brengt, weet je: deze José
Luis Pardo is een gitarist die zich kan meten met de grootsten van het genre.
Zijn “Country & City Blues” is een perfecte staalkaart van zijn
kunnen. Deze vijftien songs in bijna evenveel verschillende stijlen binnen de
blues schudt deze Argentijn moeiteloos en met veel klasse uit zijn mouw. (RON)
STEPHEN
FEARING
SO MANY MILES
Website Myspace
VIDEO
1 VIDEO 2
Label: True North Records Distr.: Codaex
"So
Many Miles" van Stephen Fearing is al een tijdje uit, negen jaar om juist
te zijn, toch wil Rootstime dit fascinerend werkje opnieuw onder de aandacht
brengen. Singer-songwriter Stephen Fearing, geboren in Vancouver, Canada bracht
zijn jeugdjaren voornamelijk door in Dublin. Het is daarom ook niet verwonderlijk
dat zijn muzikale roots een Keltische Folk achtergrond heeft. Stephen Fearing
- bij de meeste lezers bekend vanwege de gelegenheidsformatie Blackie &
the Rodeo Kings - kwam sinds zijn platendebuut "The Bells Of Morning"
uit 1991 zowat om de vier, vijf jaar met een nieuwe titel. Een periode van bijna
twintig jaar waarin hij een aantal hele sterke platen afleverde, met het in
2006 verschenen "Yellowjacket" als één van de hoogtepunten.
Een periode ook waarin deze ondergewaardeerde singer-songwriter een geweldige
live-reputatie opbouwde. Niet zo gek dus dat hij halfweg zijn carrière
op de proppen kwam met een live-plaat. "So Many Miles" werd opgenomen
in de Tranzac Club in Toronto in de maand april van het jaar 2000, een club
die zo te horen goed gevuld was met fans van deze Canadese singer/songwriter.
Vijftien prachtige folkrock liedjes staan erop variërend van vrolijk en
up-tempo tot traag en meeslepend. Wat "So Many Miles" naast de knappe
liedjes en arrangementen echter vooral tot een mooie plaat maakt is het stemgeluid
van Fearing. Soms is het opgewekt, dan weer gekweld of rauw, maar ontroeren
doet het altijd. En dan is er weer Rodeo-maatje Colin Linden die als producer
ieder nummer iedere subtiliteit en gelaagdheid meegeeft. Bij een live-plaat
moet je altijd maar afwachten of het lukt om de energie en de passie van een
live optreden op de band te vangen, maar in het geval van Fearing is dit gelukkig
uitstekend gelukt. Fearing speelt niet alleen fantastisch gitaar, hij zingt
ook zeer overtuigend. En bovendien weet hij zijn publiek mooi te bespelen –
een razendknap up-temponummer wordt gevolgd door een treurige slepende ballad,
en elk nummer wordt op een verrassende manier afgesloten, waardoor je als publiek
steeds op het puntje van je stoel zit. Hij geeft zich met elk nummer volledig,
daardoor springt de vonk van zijn enthousiasme gemakkelijk over naar het publiek.
"So Many Miles" bevat vooral werk van vroege platen, maar ook voor
een aantal publieksfavorieten is een plekje op de setlist ingeruimd. Fearing
zet geen trends, maar maakt gewoonweg non-pretentieuze luistermuziek met vloeiende
poëzie en romantische teksten. "So Many Miles" laat prachtig
horen dat Fearing niet alleen behoort tot de beste singer-songwriters die Canada
rijk is, maar ook dat hij live een begenadigd gitarist is. Fearing heeft over
de afgelopen jaren weliswaar niet extreem veel repertoire gecreëerd, maar
de kwaliteit op deze live-plaat is er dan ook niet minder om. Een tip voor liefhebbers
van het betere Americana en singer/songwriterwerk: Haal als voorproefje op nieuw
werk van deze troubadour deze uitstekende "So Many Miles" snel in
huis.
RICHARD
DOERKSEN
THE DEEP
Website Contact
CD-Baby
Richard
Doerksen is een Canadese singer-songwriter uit Lethbridge, Alberta. De folkmuziek
die hij schrijft leunt wat aan bij die andere beroemde Canadezen Neil Young
en Daniel Lanois die hem duidelijk beïnvloed hebben bij de keuze van de
muzikale weg die hij zelf wilde inslaan. Teksten die oprecht vanuit het hart
geschreven werden en daarna op mooi gearrangeerde muziek werden gezet. Het album
“The Deep” bestaat uit negen dergelijke liedjes waarmee Richard
Doerksen zijn debuut als artiest in de verf probeert te zetten. De nummers ontstonden
in demoversie op zijn kamertje en toen ze klaar waren om opgenomen te worden
vroeg hij zijn vrienden Daniel Enns als bassist en Dan Puurveen als drummer
mee om wat meer body aan de liedjes te geven. Zelf speelt Richard Doerksen gitaar,
piano en mondharmonica. Hierdoor veranderden de oorspronkelijk akoestische nummers
in moderne folk- en rocksongs. Als trio gaan ze binnenkort een nieuw project
lanceren onder de naam ‘Dean Selena’. Maar eerst nog even wat over
dit album. Titeltrack “The Deep” is nog voornamelijk akoestisch,
net als “Gates Of Freedom” en “Living On The Spot”.
De vollere sound horen we in “Of A Woman” met knappe backing vocals
door Tina Alexander en in “Shine Some Light” dat we graag als beste
song zouden willen lauweren. Ook de emotionele pianoballad “May Have Gone
Too Far” waarin zangeres Ann Vriend voor de harmony vocals zorgt is beklijvend
en mikt op de gevoelige snaar. Richard Doerksen beschikt over een meer dan mooie
stem die hem perfect toestaat om de passende emoties in de liedjes te beklemtonen.
“The Deep” is vooral een sfeervol album geworden dat bij de juiste
gemoedsgesteldheid en dito schemerlicht voor een optimale soundtrack zal kunnen
zorgen. (valsam)
TRIFLEMORE
WORDS FROM NOTES
Website Myspace
Contact CD-Baby
‘Triflemore’
is de groepsnaam die gekozen werd voor een polyvalent duo dat bestaat uit Susan
Rhea en Owen Goudie. Hun debuutalbum “Words From Notes” bevat elf
tracks die op een zeer traditionele wijze worden gezongen. Uniek aan dit duo
is dat Susan Rhea in Missouri, Amerika woont en Owen Goudie op de Schotse Shetland
Islands. Merkwaardig hierbij is dat beiden elkaar nog nooit in levende lijve
hebben ontmoet maar muzikaal hadden ze van meet af aan wel gelijklopende ideeën
die ze voor dit album hebben verzameld. Over de oceanen heen vonden deze twee
muzikanten elkaar om dit unieke werkstuk af te leveren. De nummers werden allemaal
apart opgenomen op de twee continenten en later samengevoegd in de studio. De
muziek op deze cd bestaat uit traditionele folkliedjes vermengd met Keltische
invloeden en klassiek zangwerk. Dat dit een unieke collectie liedjes oplevert
dient derhalve wellicht niet meer gezegd te worden. Hele sobere akoestische
gitaarklanken begeleiden de zweverige, soms ijle stem van Susan Rhea en laten
het zangwerk vlotjes de overhand nemen in de songs. Het genre muziek dat we
op “Words From Notes” te horen krijgen is zeker niet alledaags te
noemen maar sluit een beetje aan bij de etherische klanken die we vroeger op
cd’s van o.a. Enya te horen kregen. Er staan op het album ook geen echte
uitschieters want de liedjes bevinden zich allemaal een beetje in dezelfde muzikale
vijver. Soms komt Owen Goudie vocaal wat sterker uit de hoek zoals in “Stranger”
maar het is vooral het engelengezang van Susan Rhea dat een imponerend stempel
op dit album drukt. De meest commerciële nummers naar ons gevoelen zijn
“Postcards” en “Illuminate”, samen met de eerste song
op het album: “Goudfield”. We willen wel even meegeven dat je een
onvoorwaardelijke liefhebber van dit genre muziek moet zijn om de hele cd uit
te zitten. Dan kunnen we dit merkwaardige folkalbum zelf een kwaliteitslabel
“rustgevend” meegeven. (valsam)