FRED EAGLESMITH - ARENBERG ANTWERPEN - 28 NOV. 2008

Wanneer Fred Eaglesmith de Arenberg binnenkomt enkele minuten nadat wij er aankwamen, valt één ding ons dadelijk op: hij heeft het grappen maken en de kwinkslagen nog niet verleerd sinds we hem zagen in het Patronaat in Haarlem precies twee jaar geleden. De jongens van het voorprogramma, vooral dan Gordie Tentrees zelf, worden bestookt met goed bedoelde “beledigingen” en grapjes, die voortduren terwijl we een plaatsje zoeken in de kleedkamer voor ons interview.

* Welkom Fred, dit is niet de eerste keer in België, dacht ik?
Neen, we waren al een paar keer hier, twee jaar geleden nog dacht ik, of is het nu toch al drie jaar geleden.

* Je echte naam is Frederck Elgersma, en je voorouders zijn afkomstig van Friesland aan je naam te horen. Was het je vader of grootvader die naar hier kwam of gaat het nog verder terug?
Beiden, mijn grootvader emigreerde en mijn vader was vijftien op dat moment, hij was van Friesland en mijn moeder was van Hilversum.

* Je zei ooit: De drie pijlers van rock ‘n’ roll zijn armoede, landbouw en religie. Van alle drie heb je tijdens je jeugd een portie meegekregen, heeft dit je muziek echt beïnvloed?
Jaah! Dat was alles, als dat alles in je leven was en je niets anders gekend hebt in je jeugd, komt het zo uit je gestroomd om het zo te zeggen.

* Je lijkt ook wat met transportmiddelen te hebben. Veel songs gaan over auto’s en even zoveel over treinen? Is er een reden daarvoor?
Ja, we woonden op de buiten en in de winter was er voor ons jongens niets anders te doen dan wat sleutelen aan oude wagens en er wat mee racen of cruisen. Canada is zo immens, daar kan je te minste met de wagen rijden. En treinen, ja, ik ben er altijd door begeesterd geweest. Als ik zing “I Like Trains” dan meen ik dat ook echt, ja.

* Je bent een zeer productieve schrijver. Kan je ons je manier van schrijven even uitleggen.
Er is geen bepaalde manier of methode waarop ik schrijf. Ik schrijf altijd en overal, en ik leen, ik steel, alles wat ik kan gebruiken is goed. Ik heb een klein notaboekje, dat wel. Ik vul dat met ideetjes over onderwerpen. Als ik dan eens tijd heb, begin ik dan echt de songs te schrijven. Soms met een beatbox, soms ouderwets met gitaar of piano.

* Eerst de muziek?
Neen, wat er ook maar komt, gewoonlijk tekst en muziek samen, alles is goed, meestal heb ik geluk en heb ik plots een liedje.

* Is het omdat je zoveel eigen songs hebt, dat je bijna nooit songs van anderen covert, of is het eerder een principiële kwestie?
Ik heb zoveel liedjes, je kan je niet inbeelden hoeveel. De meeste heb ik nog nooit gezongen, tot voor kort schreef ik er minstens één per dag, meestal 3 tot 4, kan je nagaan wat een voorraad ik heb!

* Over covers gesproken, Toby Keith, een van de meest commerciële Nashville country sterren, coverde je song “White Rose”. Was je daardoor niet verrast?
Neen, niet echt, ik wist dat Toby een echte fan was, maar dat zijn vele Nashville sterren, maar ze “struikelen” over mijn songs, ze zijn te raar, en ze durven ze dan toch niet opnemen uiteindelijk. Alleen Toby heeft het gedurfd. Maar ook dat heeft zeven jaar geduurd tot het eindelijk zo ver was. Reba Mc Entire heeft zelfs mijn hele catalogus laten “reserveren”, al mijn songs, kan je dat geloven? Maar ze heeft er nog geen enkele van opgenomen. Net hetzelfde voor Garth Brooks. Maar dit gaat al zo lang door, elke keer als men me nu zoiets komt melden, gaat ’t één oor in en ’t andere terug uit, ik ben ’t gewoon dat er niks mee gebeurt. Waylon Jennings hoorde één van mijn songs: Hij begon letterlijk door de kamer te dansen van opwinding: “dit is een song voor mijn nieuwe band: The Higwayman”, hij komt zeker op onze cd.” Ja, vergeet het maar, nooit meer iets van gehoord!

* Een paar jaar geleden zagen we je in Haarlem, en ik kende toen enkele van je cd’s, maar was verrast door de humor in je live optredens, je bent in feite een echte stand-up comedian, is dan bij elke show zo?
De meeste shows wel, al probeer ik wat te minderen, want we krijgen ook wel eens boze reacties. Soms praat ik te veel, en er zijn mensen die er niet van houden, of die zich aangesproken voelen. Ik maak een grap over hippies en een langharige in het publiek denkt dat ik hem belachelijk wil maken. Ze nemen ’t allemaal zo serieus, ze denken dat muzikanten heel belangrijk zijn, terwijl dat niet zo is. We genezen geen kanker, we zingen enkele liedjes en dat is het. Zoek er niet teveel achter. Vooral de Engelsen zijn er heel gevoelig voor. Waarom verknoeit hij dit magische moment, de show is verknoeid door de grappen! Ik haat dat, wat een bullshit. Het enige wat mijn betrachting is, is dat ik niet hoef te werken voor mijn centen. Het klinkt niet mooi, maar zo is ‘t, ik probeer de mensen een fijne avond te bezorgen, ik zing mijn liedjes, vertel wat grapjes en amuseer me. Sommige mensen houden ervan, anderen haten het. Als ik soms eens zo goed als geen grapjes maak, komen de mensen na de show naar je toe en vragen : “Waarom heb je geen grappen gemaakt”. Op andere avonden zeggen mensen: “Niet slecht, maar laat die grappen achterwege, wij willen je horen zingen”. Het is altijd wat anders.

* Van mij mag je grappen maken vanavond, Fred, ik heb er vorige keer van genoten.
Zal ik doen, ik merkte reeds dat Nederlanders en Belgen gevoel voor humor hebben.

* Die dag merkte ik ook dat je echt persoonlijk contact hebt met je publiek, en dat heb je blijkbaar echt nodig. Is het daarom dat je zoveel kleinere clubs aandoet, omdat je in grotere zalen of festivals dat contact mist?
Ja, ik probeer niet zozeer populair te zijn. Sommige mensen gaan naar shows omdat dat “The Place To Be” is. Wel, ik ben niet “The Place To Be”. Wat ik wel belangrijk vind is dat ik overal ter wereld, en ik bedoel dan ook overal: Japan, Australië, Europa, overal staan 50,80 tot 100 mensen naar me te kijken in een klein zaaltje of club. En dat is belangrijk en fijn. Neem nu Toby Keith waarover we het net hadden. Hij zal voetbalstadia laten vollopen in enkele wereldsteden, maar laat hem naar een klein Schots stadje gaan en er zal geen vijf man naar zijn optredens komen, terwijl ik ook daar 50 tot 100 man trek en ze gaan gelukkig buitengaan. De populariteitswedstrijd heb ik al vele jaren geleden opgegeven, en geloof me ik zou niet meer willen ruilen met de meeste “rocksterren” De muziek die wij maken is niet populair, men noemt het in Amerika de “mini-van set”, en de meeste mensen willen de grote shows en stadia, maar dat is niet erg. Ik hecht er meer belang aan, dat ons publiek bestaat uit intelligente mensen, die luisteren, en niet uit bezopen kerels die naar een concert gaan om zich te laten gaan en er bij te horen. Veel mensen die zich aangesproken voelen door een grap, zoals die hippie.. Ik denk dan : “Ze zijn niet slim genoeg om er de humor van in te zien”. Zoals die film met Jim Carry “Man On The Moon”, Andy.. (zingt er een stukje uit) Dat soort humor daar houd ik van. Vergeet nooit dat Van Gogh buiten gesmeten werd in Holland (Lacht uitbundig) (???)

* Zoveel shows, ongeveer 200 per jaar, laat je dat nog tijd om naar andere artiesten te luisteren, vorige maand interviewden we bijvoorbeeld Big Dave McLean en de Perpatrators, ken je die?
Ik luister weinig naar anderen, ik luister bijna enkel naar Chet Baker. Vorig jaar kreeg ik van de kleinzoon van A.P Carter een cd, je kent de Carter familie wel. De jongen verkocht waarschijnlijk geen 10 cd’s ervan, en ik luisterde er naar, en dacht: “God, wat is dit goed”, maar zo iemand komt dan niet aan de bak, en zo zijn er veel “geheime juweeltjes” om het zo te zeggen. Ken je Sam Baker? (knikken allemaal heftig van ja). Wel, vier jaar geleden, verdiende die jongen zijn centen met beton te storten op bouwwerven. Na een optreden komt hij naar me toe en geeft me een cd om naar te luisteren. Niemand kende hem. Ik luister er naar tijdens het naar huis rijden in de wagen en ik dacht: “Deze jongen moet ik zo vlug mogelijk helpen, wat een talent". Maar het is moeilijk om nog zo iets moois te ontdekken. Americana is voorbij. De grotere firma’s creëren nu meer American bandjes kunstmatig, het echte is eruit. Ze controleren het nu, wie vroeger een punkband had, haalt er nu een banjo bij, of een dobro: Americana! Het is voorbij, ik loop er van weg, ik speelde Americana voor het een naam had, en nu met deze nieuwe cd, doe ik iets heel anders. Want nu Americana gecontroleerd wordt, zijn er goede groepen, die uitgesloten worden. Vroeger, toen het begon was Americana 20+ en nu is het 40+ volgens de “ratings” om het in platenmanager taal te zeggen, en we zijn het aan het kwijtraken, dus speel ik nu rock ’n roll.

* Vertel eens wat van de “Fredheads” hoe groot is dat fenomeen ondertussen?
Veel kleiner dan wat de mensen denken, het zijn er weinig maar ze zijn zeer zeer trouw, vooral de Nederlandse Fredheads, die zijn ongelooflijk. Vanavond zullen er ook weer een tiental zijn, terwijl ze me gisterenavond pas gezien hebben. Ze nemen veertien dagen verlof en gaan naar Schotland op donderdag, naar Friesland op vrijdag en een dag later hier. In Amerika heb ik er een paar tussen, die meer dan honderd concerten per jaar komen bekijken, ze vliegen doorheen alle staten om me te volgen. Er is een vrouw die van Canada naar Engeland vloog voor een viertal shows, van trouwe fans gesproken. Maar het is niet dat waarvoor ik het doe. Ik doe het voor die mensen die één maal naar me komen kijken als ik in de buurt ben. “Fredheads” zijn een raar fenomeen, zo van , wat scheelt die kerels…, maar ik hou van hen, echte vrienden, en beleefde mensen. Maar nog eens, de Nederlanders zijn de besten!

* Heb je nog genoeg tijd, door die vele optredens, om je nieuwe cd’s voldoende voor te bereiden? Al lijk je me niet iemand die veel tijd in studiowerk steekt?
Ik moet toegeven dat ik wat achterop geraak de laatste vijf jaar. Optreden blijft het belangrijkste, en de opnames gebeuren als ik even thuis ben. Ik heb een huis met onderaan een atelier want ik schilder ook, en boven is de opnamestudio en als ik thuis ben gaat al mijn tijd daar naartoe. Soms duurt het twee jaar voor een plaat, soms één, maar ik heb het voorgevoel dat met deze band het een stuk vlugger zal kunnen.

* Uw nieuwste cd “Tinderbox” is een soort van concept album over religie, kunnen we het een gospelplaat noemen, of is het net het tegenovergestelde?
Ik denk niet dat je het een gospelplaat kan noemen, het is meer een plaat voor “ongelovigen” of zij die willen geloven maar niet kunnen. Die plaat is meer bedoeld voor de marginalen, de mensen op de rand van de maatschappij, die met één voet in het leven staan en met de andere er buiten, een groot deel van de plaat is zelfs anti-gospel.

* Op Tinderbox is er een song ”Shoulder to the plow” dat samen met Mary Gauthier” geschreven is die we vorig jaar interviewden Wat is de achtergrond, de betekenis achter die song?
Doorgaan, daar gaat het over. Of je nu gelijk hebt of niet, of je gelooft of niet, voorwaarts kijken. Optimistisch zijn. Ik ben boeddhist geworden, en dat is een religie die een wetenschappelijke basis heeft, geen geloof.

* Een tijd geleden begon je ook met schilderen, met veel succes overigens, doe je dat net zo graag als optreden?
Weet je, als je 71 dagen na elkaar op het podium gestaan hebt, zoals nu, dan houd ik heel veel van schilderen, maar als ik dan 20 dagen na elkaar schilder, wat regelmatig gebeurt, dan wil ik weer dat podium op.

* Je had een brand in je huis, waarbij je een gedeelte van je hebben en houwen verloor, kostbare gitaren, schilderijen... Maar het leek je niet erg te raken. Je zei: “dit was een waarschuwing, ik had te veel bezittingen”. Was dat de boeddhist in je die toen sprak, want je bent een boedist sinds vele jaren?
Neen, iedereen heeft teveel spullen, toch in de westerse wereld. Ik geef er niks om. Ik geef niet om mijn huis, mijn wagen, zelfs die gitaren, ze maken elke dag nieuwe. Gibson heeft nu eentje die zichzelf voortdurend stemt, waarom dan om een oude gaan treuren. Ik was bijna gestikt in de rook, dat was het enige nare. Maar wat me boeddhist deed worden was ’t verschil met het Christendom, dat zegt dat je jezelf niet kan helpen. Geloof in Jezus, hij redt je! Maar ik ben een mens met al mijn talenten, ik kan mezelf verbeteren, maar het Christendom laat dat niet toe. Het boeddhisme zegt: Als je niet op volle kracht je leven leidt, kom je terug als een konijn. Een mens is voor 95 % water, en water zoekt altijd zijn eigen niveau, en met een dam zal je het water doen stijgen, en die dam kan alles zijn, medeleven, liefde.. en als je overgaat naar niets, kom je hopelijk terug in een betere wereld, en dat is het enige wat me plausibel lijkt!

* Slechts een kleine maand geleden maakte je met een aantal Fredheads en enkele andere bands een tocht met de Polar Bear trein. Vertel ons daar eens wat van. Zag je bijvoorbeeld Ijsberen?
Ja we zijn op die trein gestapt en gedurende drie dagen zie je niets dan vlaktes, zelfs geen vogels, en dan kom je in Churchill en je mag niet uit die trein, want beren hebben geen schrik van je, je bent als een snack voor hun, meer niet. Die trein is voor hen als een van die snoepautomaten waar je als kind voor stond, met al dat lekkers achter het glas. Ik dacht, ik wil buiten, en er was een zwarte fan, en die zei, ik ook, en Luke van mijn groep wou ook. Wij sluipen met ons drieën die trein uit, in de dichte sneeuw, ‘s avonds laat, pikkedonker. We zijn toch wel bang, maar het geeft zo ’n kick. We wandelen voorzichtig wat, een paar honderd meter, we drinken wat buiten en gaan dan verkleumd terug. Eens binnen zeg ik opgewonden tegen die zwarte fan die meegegaan was: “Dit is een van de beste dingen die ik ooit meegemaakt heb in mijn hele leven”. En hij zegt: weet je wat nog fantastischer is: dat vandaag een zwarte man president van Amerika geworden is! Two big thrills in one day, it doesn’t get any better! (schaterlacht). Een dag later gingen we dan in zo‘n grote speciale buggy, en we zagen ongeveer twintig beren. En we deden een concert in het culturele centrum daar voor al de Inuït, de Eskimo’s daar, een heel andere wereld.

* Kon je al wat merken van het smelten en het terugtrekken van de ijskap daar?
Zeer zeker, het ijs was daar ongeveer 10 meter dik normaal, nu nog drie, we gingen op een tocht met een hondenslee, en de honden liepen door water, wat tot een jaar geleden ondenkbaar was. Ja, het gaat vlug achteruit daar.

Dat was het dan Fred, bedankt voor je kostbare tijd, je kunt eindelijk beginnen met je soundcheck, terwijl wij nog even Gordie aan de tand gaan voelen.
Ja, doe dat, en vraag hem hoe het zit met zijn plannen voor de “Gay Pride Parade” in Yukon, zeker doen, hij zal dadelijk weten dat het van mij komt (Lacht uitbundig)“Niet vergeten hée jongens!” roept hij terwijl hij de deur uitwandelt.

Ron

foto's: Blowfish

THE FIGHT OF THE NIGHT