ROB LUTES - HAREN - 30/01/09

Rob, je woont momenteel in Montreal, de tweede grootste stad in Canada na Toronto, groeide je ook op in deze grote stad ?
Nee, helemaal niet, ik groeide op in het Oosten van Canada, aan de Atlantische Oceaan, in een dorpje genaamd East Riverside in de provincie New Brunswick. Ik zakte pas af naar Montreal op drieëntwintigjarige leeftijd.

Montreal is een hoofdzakelijk Franssprekende stad meen ik te weten?
Ja, inderdaad, maar er zijn veel Engelstaligen gevestigd. Het is een zeer multiculturele stad, waar je zowel in het Engels als in het Frans terecht kunt.

Speelt de omgeving waarin je geboren wordt en waarin je opgroeit volgens jou een belangrijke rol in je muzikale ontwikkeling of is het enkel een kwestie van aangeboren talenten?
Wel, het zal wel een combinatie van de twee zijn, maar in mijn geval speelde de omgeving een belangrijke rol. Ik werd geboren als jongste in een gezin van zes kinderen en werd al op zeer jonge leeftijd ondergedompeld in de muziek van mijn oudere broers en zussen. Dit was vooral sixties muziek, maar een mix van zowel pop, blues, country , folk als roots. Hier ontstond mijn muzikaal verlangen en toen ik op twaalfjarige leeftijd de gitaar kreeg van mijn zuster was de drang om mijn eigen songs te schrijven al aanwezig. Ik was er dus eigenlijk niet mee geboren, maar kreeg het wel mee van mijn omgeving. Mijn moeder was ooit pianolerares, maar dat was in een ver verleden. Het was dus wel de muziek die ik hoorde van mijn broers en zussen die de aanzet gaven.

Je mag dan nog zoveel talent hebben, tegenwoordig verdwijnen de groepen even snel als ze gekomen zijn.
Dat ligt een beetje in onze tijdsgeest. Je moet doen waar je goed in bent maar blijven volhouden, dat is de kunst. Dit vergt veel inzet en doorzettingsvermogen en er zijn in onze muziekbusiness meer mensen die gaan dan dat er komen, maar ik denk dat volhouden op termijn loont.

Je liet een job als schrijverredacteur staan voor een onzeker bestaan als singer-songwriter. Nooit bevreesd geweest voor een mislukking?
Ik was tijdens het uitoefenen van die job eigenlijk al veel met muziek bezig. Het schrijven was ik al gewoon en ik had er geen moeite mee om zelfs tegen een bepaalde deadline nummers te schrijven. Ik deed vroeger niets anders dan artikels schrijven van bijvoorbeeld tweeduizend woorden, die gepubliceerd moesten worden tegen een welbepaalde datum. Dit was natuurlijk iets heel anders dan songwriting, maar het hielp me wel om een aantal songs af te werken in een bepaald tijdsbestek, omdat ik gewoon was om zo te werken. Andere mensen, zoals de dichter Hemmingway, zeggen dat je je niet mag bezig houden met ander schrijfwerk, want het zou zodanig je geest bezoedelen dat je niets anders meer geschreven krijgt. Mij heeft het integendeel geholpen.

Je wordt dikwijls vergeleken met andere artiesten zoals John Hiatt of Fred Eaglesmith. Ik hoor zelfs invloeden van JJ Cale, Bruce Springsteen of Brendan Crocker doorklinken. Vind je al deze vergelijkingen niet wat belachelijk, net alsof je achter je bureau zou kruipen met het idee om een John Hiatt song te schrijven?
Natuurlijk werkt het zo niet, maar toch wordt je soms gegrepen door een bepaalde toon van een bepaald lied en zeg je bij jezelf, zoiets wil ik ook schrijven. “Down To You”, van mijn nieuwe album “Truth & Fiction” is zo gegroeid uit een John Hiatt song “Wrote It Down And Burned It” uit zijn album “Walk On”. Dat is een voorbeeld van ergens zoveel van houden dat je ook iets in die stijl wil schrijven. In dit geval was ik zeker geïnspireerd door John Hiatt.

Je bent een zeer getalenteerd gitarist en fingerpicker en met de steun van een andere klasse gitarist, Rob MacDonald, is het instrumentale steeds indrukwekkend te noemen. Je teksten zijn dikwijls zeer filosofisch en je bent zowel een goede verteller als aandachtig waarnemer. Wat komt er voor jou op de eerste plaats, de teksten of het muzikale arrangement?
Dat hangt er vanaf, eigenlijk beide. Ik ben momenteel een nummer aan het schrijven dat is opgedragen aan een Nederlandse vriend die helaas onlangs overleden is, Tony Sanner. Hij was de man die me hier naar Europa bracht en ik zou hem ontmoeten binnen een paar dagen. Toen ik hoorde van zijn overlijden besloot ik op het vliegtuig hierheen een lied ter ere van hem te schrijven. De tekst is al geschreven, maar de muziek is nog niet helemaal klaar. Ik zal het wel spelen op het concert waar ik hem normaal ontmoet zou hebben. In dit geval kwam de tekst vooraleer de muziek er was. Dat gebeurt dikwijls als je een plotse ingeving krijgt voor een nummer of geraakt wordt door één of andere gebeurtenis. Anderzijds speel ik dikwijls mooie gitaarstukjes waar ik dan nog tekst moet bijschrijven, maar er moet altijd een reden zijn, ook al is dat soms een grap of voor het plezier. Ook dat kan een reden zijn. Plaats nemen achter een tafel en beginnen schrijven werkt niet.

Als er één lied is op het album dat qua stijl helemaal uit de band springt is het zeker het opgewekte, in gipsy Django Reinhardt stijl gespeelde “Marie”. Wie leerde je zo gitaar spelen of ben je autodidact?
De Canadees Mose Scarlett uit Toronto leerde me zo gitaar spelen. Ook Leon Redbone was bij hem in de leer. Zijn lessen zijn wel heel speciaal. Je krijgt een afspraak bij hem in zijn muziekkelder en je mag alleen maar kijken, terwijl hij op een stoel zit en gitaar speelt. Hiervan wordt dan een video van opgenomen die je later meekrijgt om te oefenen. Na anderhalf jaar had ik zijn stijl uitgedokterd en kwam erachter wat de truk was om zo te spelen. Ik keerde terug naar hem en begon te spelen. Vol verbazing antwoordde hij dat ik de eerste was die erin slaagde om het stuk echt te spelen zoals hij het deed. Zo moeilijk is het niet als je het eens beet hebt, maar voordat je zover bent…Het geheim zit hem in de combinatie van duim en wijsvinger.

Je nieuwe album “Truth & Fiction” is geproduced door David Goodrich, één van de meest creatieve gitaarspelers die ik de laatste jaren bezig zag, onder meer bij Jeffrey Foucault en Chris Smitter. Was dit een leerrijke ervaring?
Het was een heel intense ervaring. Ik belde hem vorig jaar februari op naar aanleiding van het fantastische werk dat hij leverde op de laatste twee albums van Chris Smitter. Ik contacteerde hem en hij was dadelijk enthousiast over de nummers. Het idee was om alles nog eens te beluisteren en te bediscussiëren voor de opnames, maar zijn vrouw moest bevallen in juni en mijn vriendin verwachtte onze baby rond september, zodat we een beetje in de knoei zaten met de timing. Toch besloot hij naar Montreal te komen. Ik had mijn stem, gitaar en de backing vocals al op voorhand opgenomen en bij zijn aankomst gingen we dadelijk aan de slag. Het liep zo goed dat we de volledige plaat afwerkten in vijf dagen. David heeft een geweldig oor voor muzikale nuances en kleine arrangementen en weet die op de juiste plaatsen in te voegen. Het was een plezier om met hem samen te werken. Het mooiste bewijs van zijn creativiteit leverde hij in de song “Down To You”. Het was al laat op de avond en “Goody” moest ’s anderendaags terug naar huis. De song was klaar, maar hij wilde er absoluut een elektrische gitaarsolo bij. Zonder ook maar één keer het nummer gespeeld te hebben greep hij een Les Paul, stelde zijn gewenste toon in op de gitaarversterker en op zijn teken gingen we van start en namen het nummer op in één take. Het resultaat heb je zelf gehoord : gewoon verbluffend. Je zou denken dat Neil Young himself achter die gitaar zit.

Jeffrey Foucault verrast ons deze maand met een nieuw album vol John Prine covers, Steve Earl werkt aan een album met Townes Van Zandt nummers en jij presenteert ons een schitterende bewerking van “Mutineer “ van Waren Zevon. Is dit jou tribuut aan Waren Zevon of werd je enkel geraakt door de song?
Eigenlijk koos ik echt voor het nummer en zijn voorbeeldige tekst, wat het tegelijkertijd ook uitroept tot eerbetoon aan een groot songwriter. Waren Zevon brengt het echter zo donker en droevig, terwijl het helemaal geen droevig lied is. Mijn versie wordt overal op applaus onthaald en dan moet je de versie van Bob Dylan eens horen.

Op “Ride The Shadows”, je vorige album, geef je een beknopte uitleg bij ieder lied. Op “Truth & Fiction” laat je dit achterwege. Vind je het niet beter dat iedereen zijn eigen beeld en betekenis geeft aan iedere song?
Op “Ride The Shadows” lag het enigszins anders. De songs zijn geschreven op verschillende plaatsen en tijdstippen, zodat enige informatie wel nuttig kan zijn. Ik was er bij “Truth & Fiction” ook aan begonnen, maar heb de uitleg geschrapt, omdat het, zoals je zegt, een deel van het mysterie in elke song onthult. Iedereen moet zijn waarheid maar aan elk nummer geven.

Je gaf je nieuwe album de titel “Truth & Fiction”, twee woorden die heel veel beteken in het leven.
De titel slaat op velerlei dingen. Zo staan er verzonnen verhalen en personages op het album, maar evenzeer waargebeurde feiten. De betekenis die schuilgaat achter deze twee woorden is ook boeiend. Wat zijn eigenlijk waarheid en verzinsels? Soms houden wij onze fictie voor waarheid, om beter voor de dag te komen als persoon of om ons beter te profileren.

Ik vind je album zeer hoopvol en persoonlijk, zoals je beschrijft in “Bread” : “Just A Crack Of Light Could Fill Your Weary Mind”. Je schijnt de goede balans in je leven gevonden te hebben?
Ja inderdaad, ik ben op de goede weg. Ik heb een fantastische vriendin, een prachtige baby, Cormack, en een mooie, opgroeiende dochter. Je moet er elke dag aan werken en niet te zeer gebukt gaan onder de dingen, maar alles meer op je af laten komen in de stijl van we zien wel hoe het afloopt. Je moet de dingen kunnen aanvaarden zoals ze zijn, dan worden veel van je wensen vervuld. Laat je niet te vlug ontmoedigen en zoek je hoop en troost in kleine dingen.

Onthult de song “The Blues Is The Only Soul That I Know” de melancholische kant van Rob Lutes?
Ik heb die trieste kant van mij nooit verborgen. Ik vind dat droefheid je enkel kan raken als je ze verdringt en niet aanvaardt. Droefheid maakt deel uit van ons menselijk bestaan en je moet er niet voor op de vlucht slaan. Er zijn mensen die hun demonen proberen uit de weg te gaan. Ze zoeken hun toevlucht in drank en drugsmisbruik en dat brengt hen nog meer in de war. Je moet je duivels in de ogen durven kijken.

Je songs tonen een sterke verbondenheid met alles wat met water heft te maken: meren, rivieren, oceanen. Oefent water een speciale aantrekkingskracht op je uit?
Zeker. Ik werd geboren aan de rand van een rivier die naar de Atlantische oceaan voerde en zwemmen en boot varen maakten deel uit van mijn jeugd. Water is ook een mooie metafoor, zo niet de beste, samen met wegen.

Nooit gedacht om eens een volledig Americana album te maken? Je hebt al prachtige songs geschreven in die stijl, zoals “Throw Me From This Train”, een nummer dat dringend moet gecoverd worden door Lucinda Williams.
Ze mag me dadelijk bellen als ze dat wil, maar ik vrees dat ze haar eigen songs prefereert. Nee, hierover heb ik nooit nagedacht.

Je bent onlangs opnieuw vader geworden van een zoon, Cormac, toch een grote verandering en verantwoordelijkheid in je leven?
Wel, ik heb het allemaal al eens meegemaakt. Ik heb nog een dochter van zestien. In het begin was ik niet zeker of ik dit nog opnieuw wou beleven, maar het is fantastisch meegevallen.

Ben je niet bezorgd over in wat voor een wereld we onze kinderen gaan laten opgroeien?
Natuurlijk denk je daar over na en de nieuwsberichten kunnen je de laatste tijd niet echt opbeurend noemen, maar je moet het gewoon doen en niet te veel nadenken, want anders word je besluiteloos. Het leven als muzikant is sowieso al hard, dus je kan wel het één en ander verdragen. Ik weet niet hoe het in België is gesteld, maar in Amerika begint de recessie serieuze sporen na te laten. Ook jullie banken, zoals Fortis, die in Lehman Brothers investeerden, hebben erge klappen moeten incasseren. Gelukkig hebben jullie een goed systeem van sociale voorzieningen, want daar zullen in de toekomst veel mensen beroep op moeten doen.

Je boekte in Europa enkel concerten in Nederland en België. Was daar een speciale reden voor?
Ik kreeg hier heel goede kritieken op mijn nieuw werk door de vakpers en dan komen de boekingen automatisch. Ik heb het ook in Frankrijk geprobeerd, maar daar reageert de markt heel anders. In september beginnen we aan een tournee door Engeland en daar verwacht ik ook veel van. We hebben zelfs een concert in Litouwen vastgelegd, in Vulnius. Het schijnt een prachtige stad te zijn die meer Europees dan Russisch is. Voor Europa krijgen jullie de première, samen met Nederland.

Weten Canadezen België wel liggen op de wereldkaart?
Zeer zeker. Vele Canadezen hebben hier gevochten tijdens de Tweede Wereldoorlog . Plaatsen zoals Ieper en Flanders Fields klinken bekend in de oren van de meeste Canadezen. Ook cultuursteden zoals Brugge en Gent kennen we en zeker Brussel, als hoofdzetel van de Europese Gemeenschap en de Nato. Jullie hebben misschien een klein landje in oppervlakte, maar zijn toch prominent aanwezig op de wereldkaart.

Ik ben altijd bevreesd dat buitenlanders een racistisch en zelfs fascistisch beeld hebben van ons Vlamingen, sinds dat Filip De Winter van het extreem rechtse Vlaams Belang op de voorpagina van The New York Times is geraakt. Weet je, zulke figuren lopen overal in de wereld rond. Kijk in jullie buurland Frankrijk naar Le Penn. Ook Canada heeft zijn extreem rechtse aanhang. Wees niet ongerust. Dit beeld hebben we absoluut niet van jullie gemeenschap. Bruce Springsteen viert dit jaar zijn zestigste verjaardag en heeft nog steeds dromen. Hij noemde zijn nieuwe album “Working On A Dream”. Wat is Rob’s droom?
Als ik gewoon kan doorgaan met hetgeen waarmee ik nu bezig ben, nummers schrijven, muziek spelen, en platen opnemen, is mijn droom verwezenlijkt. Mijn Bruce Springsteen is Chris Smitter, die samen met andere artiesten zoals een Bob Dylan, ondanks hun leeftijd nog super albums en muziek maken. Zoveel ander mensen geven er veel te vroeg de brui aan. Ik begrijp dat niet goed.

Wij hopen van ganser harte Rob dat je goede muziek mag maken tot aan het einde van je dagen. We kijken halsreikend uit naar je optreden en nogmaals bedankt om tijd te maken voor dit fijne gesprek.
Blowfish