MIKE ESTES (SKINNY MOLLY) - DIEST - 07/11/12

Artiest info
Website  
 

DIEST - 07/11/12

recensie

 

Wanneer een levende legende zoals zanger- gitarist  Mike Estes letterlijk bij je thuis om de hoek in The Borderline in Diest, zijn tweede plaat komt voorstellen van zijn groep Skinny Molly, dan moet dit elke ware rock liefhebber zijn tenen doen krullen van genot, zo ook de onze. Als je op de koop toe de kans krijgt om deze sympathieke man te interviewen, dan is dit natuurlijk een uitgelezen kans om wat nader kennis te maken met deze rasmuzikant die zijn naam verbonden ziet met een roemrijk verleden, gevuld met klinkende namen van bands waar hij deel vanuit maakte. De naam Lynyrd Skynyrd klinkt iedere muziekliefhebber wel bekend in de oren. Ooit kreeg hij zelfs gitaarles van één van de frontmannen van Lynyrd Skynyrd, Allen Collins en ging er voor hem een droom in vervulling toen hij in de jaren negentig zelf deel uitmaakte van deze historische formatie. Muziek en zeker zijn gitaar, waarvan hij als sinds zijn twaalfde bezeten is, zijn Mike’s leven, maar ook van de heel  dagdagelijkse dingen kan hij enorm genieten. Sterallures zijn deze man, die vandaag zijn kamp heeft opgeslagen in Nashville, Tennessee, vreemd en we mochten dan ook rekenen op een heel open gesprek, dat we niet snel zullen vergeten.

Mike, je werd geboren Kentucky, groeide op in Ohio en vandaag leef je in Nashville. Ga je de country sterren daar wat southern rock manieren bijbrengen?
(lacht) Nee hoor, daar ga ik niet aan beginnen. Trouwens ik ben dol op Nashville en woon er heel graag. Het is er aangenaam om te leven en ook de muziek scène is er heel levend, en niet enkel country. Kijk maar naar Jack White en Dan Auerbach, die er ook naartoe getrokken zijn in dit opzicht. Je het er ongemeen veel mogelijkheden.

Nochtans lees ik op de introductiepagina van Skinny Molly, dat er met zuiderlingen meer aan de hand is. Het is “A Way Of Life” en je zegt dat zelfs de manier waarop jullie je hoed aantippen heel eigen is.   
Dat was een idee van onze publicist die nog wel enkele van grappige dingen uit zijn mouw weet te schudden, zoals de manier waarop hij onze drummer Kurt Pietro dubbelzinnig de titel Bedroom Wizard opspeldt, natuurlijk doelend op zijn instrumentale oefensessies als jonge knaap in zijn slaapkamer, zoals iedereen van ons op die leeftijd.

Mag ik je feliciteren met je nieuwe album “Haywire Riot”. Wat me opvalt is dat, in tegenstelling tot andere southern rockbands die echt de jamband toer opgaan, jullie de songs relatief kort en strak houden.
Weet je, ik ben een grote Creedence Clearwater Revival fan. Die verstaan de kunst om op drie minuten werkelijk epische songs af te leveren met de juiste weerhaakjes die werkelijk aan je lijf blijven kleven. Dus waarom meer tijd verspillen en de mensen misschien vervelen terwijl je de essentie in drie minuten kan weergeven. Wanneer we de nummers live brengen breien we er toch automatisch meer soleerwerk aan.

De line up van de band is ondertussen veranderd. Dave Llubeck is terug naar zijn band Moly Hatchet maar is waardig vervangen door Jay Johnson.
Nochtans was het Dave Llubeck die dit project opstartte. Ik ontmoette Dave toen hij bij Moly Hatchet speelde en tijdens de vele Lynyrd Skynyrd projecten en speelde samen met hem bij The Southern Rock Allstars. We geraakten bevriend en toen hij op een gegeven moment niets om handen had, belde hij me op om me te vragen om samen een Europese tournee op poten te zetten onder de naam Skinny Molly. Eigenlijk was het plan om het bij één tournee te houden, maar hier sta ik met een nieuw album. Toen de mensen van Moly Hatchet hem opbelden om terug deze band te vervoegen, drong ik er zelf op aan dat hij moest gaan. Hij is tenslotte de stichter van die band.

Het is toch wel een opmerkelijk gegeven binnen de southern rock hoe iedereen met iedereen in projecten stapt en van band wisselt, zeker in de Skynyrd omgeving. Dat moet toch samengaan met veel kameraadschap onder elkaar?
Dat is ook zo. Ik heb héél goede vrienden in die muziekkringen, maar vergis je niet, er is ook grote jaloezie en zelfs vijandschap.

Met Jay Johnson haalde je toch weer een topgitarist in huis.
We hebben ook nog een paar jaar getoerd met een talentrijke Engelse gitarist, Chris Walker. Het klikte perfect, maar het was dikwijls een hele bedoening om alles logistiek georganiseerd te krijgen. Bovendien geraakte hij verwikkeld in een echtscheiding en moest hij zorgen voor zijn twee zoons. Hij zag zich hierdoor wel verplicht om af te haken en gelukkig voor ons was Jay Johnson beschikbaar en nam hij zijn plaats in 2009.

Ik vind dat Jay Johnson’s gitaarwerk toch wel zijn stempel drukt op het nieuwe album. Zijn single -coil gitaren bijten knap door de humbucker sound van je Les Paul heen en die heavy classic rock noten waarmee hij bij Blackfoot mooi weer maakte, klinken echt verfrissend.
Inderdaad, “Haywire Riot” klinkt veel steviger dan zijn voorloper “No Good Deed”. Het gitaarspel is ook verfijnder en afwisselend in stijl en weet je hoe dat komt? Omdat ik op het eerste album bijna al de gitaarpartijen zelf inspeelde (schaterlach). Het is steeds dezelfde kerel die je hoort. Op “Haywire Riot” speelt Jay mee op alle nummers en dit klikte en klonk  fantastisch. We zijn net als broeders en kennen elkaar al van in de tachtiger jaren en dit schept een hechte band.

Je pakt op “Haywire Riot” uit met een elektrische versie van “Devil In the Bottle”, een nummer dat prijkt op het schitterende, bijna volledig akoestische “Endangered Species” album van Lynyrd Skynyrd.
Ik heb altijd van deze song gehouden, die ik samen schreef met andere Lynyrd Skynyrd leden, toen ik zelf nog in de band speelde. We brachten dit nummer toen regelmatig live en toen ik Lynyrd Skynyrd verliet verdween het van de setlist. We speelden het toen live ook al elektrisch en ik had er zeer goede herinneringen aan. Het resultaat dat je nu op Haywire Riot hoort is ook een live opname, net zoals bijna het ganse album trouwens,  uitgenomen mijn stem, die later werd opgenomen.

Ook op dit album prijken weer enkele knappe, door akoestische gitaar gedreven songs, zoals het knap verhalende “Judge Parker”. Vind je het niet eigenaardig welke grote kracht er kan uitgaan van zo’n akoestisch instrument, zelfs wanneer ze geprangd zitten tussen zware elektrische gitaren?
Ik ben er altijd vanuit gegaan, dat we ons zouden onderscheiden van andere southern rockbands, wanneer we akoestische instrumenten zouden gebruiken. Op “Judge Parker” speel ik bijvoorbeeld mandoline en akoestische gitaar, maar ook bariton gitaar, die het geheel nog donkerder laat klinken. Ik gebruik ook graag meer percussie om ons toch origineel en anders te doen klinken.

Op welke bariton gitaar speel je? Je hebt een Gibson endorsement, niet?
Een Danelectro, oeps (schaterlach). Misschien bouwen ze er wel ooit eentje voor mij, je weet maar nooit en ze moeten hier zelfs niet veel moeite voor doen. Standaard zijn er Gibson gitaren die al een lange nek en headstock hebben zoals de Firebird bijvoorbeeld. In mijn Skynyrd periode luisterden Ed King en ik enorm veel Steve Earle en die man zijn muziek verdrinkt in de knappe sound van de bariton gitaren. We probeerden dat destijds ook al in te lassen, maar hebben het een tijdje uit het oog verloren. Vandaag pikken we dat instrument opnieuw op en ik vind het resultaat zeer geslaagd.

Hoe zie je jezelf als songwriter. “Lie To Me” en “None Of Me No More” klinken wel heel persoonlijk.
Dat zijn ze ook. Het zijn waargebeurde verhalen over twee verschillende relaties die ik had. Ik ben geen goede fictie schrijver. Ik schrijf graag over dingen die ik rondom me zie gebeuren en die ik zelf meemaak. Natuurlijk is dit dikwijls confronterend en de meisjes over wie het in die songs gaat zullen wel weten over wie ik het heb zonder hun namen te noemen, maar ze mogen gerust zijn, het is het laatste woord dat ik over hun gezegd heb (bulderlach). Songwriters zijn ook mensen die overal hun oor te luisteren leggen en zo dikwijls een interessant verhaal oppikken voor een lied.

Je hebt ook geen schrik om publiekelijk de waarheid te vertellen, als ik de clip bekijk en naar de tekst luister van “Mr. President”, een song die je voor Fox News speelde.
Dat was echt opstandig toen. Ik was op dat moment echt niets met muziek bezig en had mijn handen vol met het verzorgen van mijn zieke moeder. Al dat slechte nieuws op tv maakte me echter zo boos dat ik het in een song goot. Mijn frustratie moest eruit, hoewel er vandaag nog steeds niets veranderd is. President Obama is waarschijnlijk een hele vriendelijke en sympathieke man, maar wanneer je door het volk wordt verkozen en met die mensen hun belastinggeld mag spelen, dan moet je dit wel goed investeren en niet doen alsof het uw geld is. Dit maakt me enorm boos, al dat weggegooid geld.

Je kan je soms behoorlijk opwinden, maar dan gooi je het in één of andere song, zoals op deze plaat in “You Don’t Care”.
Inderdaad, en meestal heb ik op een plaat geen favoriet nummer maar op Haywire Riot is deze mijn absolute favoriet. We hebben het live nog niet gespeeld en nog niet ingeoefend en het gaat weer over een totaal doorgedraaide ex-vriendin. Je ziet, uit zelfs de slechtst afgelopen relaties kan je nog iets goed halen.

Je haalt in die song allerlei dingen aan die beter zijn dan je tijd te verprutsen aan die del, “A Bike To Ride, Songs To Write, Fish To Catch”. Ben je één van die befaamde vliegvissers zoals Tony Joe White?
Nee, traditioneel vissen is al goed genoeg voor mij en ik heb mijn vijver achter mijn huis in Nashville. Het is buiten motorrijden één van de weinige hobby’s die ik heb. Vele mensen in Nashville spelen golf, maar dat is mijn stijl niet.

Je hebt wel een nauwe band met de natuur en dieren. Ik zag je ook al op foto met paarden.
Ik ben een echte natuurmens. Moest ik geen muzikant zijn en zulk een nomadisch leven leiden, dan zat ik gegarandeerd op een boerderij, omringd door allerlei dieren. Nu moet ik me beperken tot mijn twee geadopteerde honden, waarvoor mijn ex-vrouw zorg draagt wanneer ik op tournee ben. Stel u voor dat ik daarenboven nog paarden en geiten en kippen zou hebben. Ik zou dat wel willen maar dat is op zich al een full time job. Ik heb nu voor muziek gekozen en dat zal zo wel blijven tot einde van mijn dagen. Zolang er mensen naar mijn shows blijven komen, blijf ik verder toeren en zal ik nog altijd platen blijven maken.

“Haywire Riot” verscheen op het blues gerichte label, Ruf Records, maar toch is dit album zeer gevarieerd met zelfs enkele country getinte  songs zoals “Two Good Wheels” en “After You”.
Dit is het mooie aan het Ruf label, dat we totale vrijheid krijgen over de nummers die we op de plaat willen hebben, hoewel het met “After You” eerder om toeval ging. Ik had op gitaar een echte Roy Buchanan blues song klaar, maar vond de tijd niet meer om er lyrics bij te schrijven. Ik heb dan maar naar het label gebeld met de vraag wat ze van “After You” vonden en ik mocht mijn zin doen en het kwam op de plaat. Ik hou ook niet van platen die over de hele lijn hetzelfde klinken. Het moet natuurlijk en avontuurlijk blijven klinken.

Dat is het zeker. “Too Bad To Be True” klinkt dan weer als een ZZ Top tribuut.
Dat is het ergens ook, want ik ben een grote fan van Billy Gibbons en zijn gitaarstijl. Ik had verleden jaar trouwens de eer om hem te ontmoeten en het is een fantastische kerel. Je moet je  absoluut zijn boek aanschaffen “Rock + Roll Gearhead” met zijn collectie gitaren, versterkers, hot rod’s en customized auto’s .

Vandaag lijkt de rockwereld wel een glittershow met meer pose dan de rest. Het commerciële primeert meer en meer. Je lijkt zelf  met “Three good chords and two good wheels” eerder een no nonsens type. In “Shut Up And Rock” lijk je helemaal genoeg te hebben van het huidige muziekwereldje?
Zwijg stil man. Die zinnen typeren me beide helemaal. Vandaag lijkt muziek wel fast food geworden, allemaal dezelfde, snel verteerde bullshit, steeds maar heruitgevonden. Je kunt de bands zelfs niet meer uit elkaar houden. Toen wij nog jong waren had iedere band zijn eigen sound en kon je van ver zeggen, hé, dit is een Led Zeppellin song of Reo Speedwagon. Men zit precies meer met de verkoop in zijn hoofd dan met de rest en dan vraag ik me af waar de liefde voor muziek naartoe is? Ik heb al gespeeld voor 70000 mensen, maar ook in kleine clubs, maar of er nu twintig of twintigduizend mensen voor me staan, maakt me niet uit. Zolang ik de mensen evenveel zie genieten van mijn muziek dan ik, ben ik ook gelukkig en meer moet dat voor mij niet zijn.

Mike, een groot artiest als U heeft al alles meegemaakt, maar is er nog iets wat je absoluut zou willen verwezenlijken?
Ja hoor, eigenlijk twee dingen. Vooreerst zou ik een nummer één hit willen hebben of zelfs voor iemand anders willen schrijven en dat mag dan zelfs een country song zijn, en ik zou willen dat Skinny Molly minstens dertigduizend albums verkoopt. Weet je waarom dertigduizend? Het lijkt me een redelijk aanvaardbaar getal (bulderlach) en ook uit dankbaarheid voor Ruf Records zodat we onbezorgd aan het volgende album kunnen beginnen.


Yvo Zels